Jongste zus zit met haar man (en een Deense dog) in Zweden en zijn op zoek naar betaalbare huisjes. We kregen via Whatsapp bijgaande foto toegestuurd. Eigenlijk best interessant, ben benieuwd wat het moet kosten en of het een beetje afgelegen ligt. Hamvraag is eigenlijk: heeft het nutsvoorzieningen? Of ik ons er al een paar maanden per jaar zie wonen, vroeg W. Denk het eigenlijk niet. Misschien een leuk plekje voor familiebezoek of de jaarlijkse familiereünie die we dan een beetje kunnen uitbreiden. Ligt in de buurt van Hörsångs Camping & Havsbad, een kleine 500 kilometer ten noorden van Stockholm aan de Botnische Golf. Misschien komen we er nog? Was overigens een vraag van L te D: wat zijn jullie reisplannen? Antwoord is heel simpel: die hebben we niet! Eén uitzondering dan: de kano is geboekt voor a.s. woensdag en verder zien we het wel. Hoe lang? W houdt het op drie weken, ik op drie maanden. Zal ongetwijfeld een compromis worden van een maand of zo. Kan W nog net haar verjaardag in Nederland vieren, gebeurt bijna nooit.
dinsdag 28 juni: @ celle
“Stippel maar een mooie route uit naar het Deutsches Erdölmuseum in Wieze en graag via de Allerradweg”, was de opdracht vanmorgen tegen achten, terwijl W net wakker geworden was op de camperplaats in Celle die door de gemeente als volgt omschreven wordt: “In zentraler Lage und Innenstadtnähe hat im November 2018 der neue Wohnmobilstellplatz seinen Betrieb aufgenommen. Der Platz ist mit 45 großzügigen Stellplätzen ausgestattet, davon acht für Reisemobile bis 14 Meter Fahrzeuglänge. In Sachen Ausstattung wartet der Wohnmobilstellplatz am Badeland in Celle mit reichlich Extras auf. Die Gäste erwartet ein modernes und behindertengerechtes Sanitärhaus und durch die unmittelbare Nähe zum Celler Wasservergnügungstempel „Badeland“ ist auch relaxen nach einer längeren Tour kein Problem.” Overigens mudjevol gisteravond tegen zessen.
Half tien zaten we al op de fiets richting Wietze. Eerst door het Schlosspark van Celle om op de noordtak van de Allerradweg te komen. Schitterende tocht al waren de bordjes soms wat moeilijk te zien in de overvloedige vegetatie: lover genoeg, maar dan niet in de variant “de lover” maar “het lover”, gebladerte dus. En toen waren de bordjes ineens weg en mocht zij van Komoot het overnemen. Mijn vriendinnetje heeft zo haar voorkeur: mountaintracks graag. De paden werden smaller en op een bepaald ogenblik kwamen we op een pad terecht dat bedoeld was voor paarden: duwen met de fietsen dus. We bleven glimlachen, dus ook vandaag geen bloed aan de paal.
Een ander obstakel vormde de Oldauer Schleuse. Deze sluis hebben we te danken aan de Pruisische staat die in 1907 besloot om de Aller tussen Celle en de samenvloeiing van de rivier de Leine bij Hademstorf te kanaliseren. Men bouwde bij de sluis ook maar een waterkrachtcentrale die in 1972 van de sloop werd gered door het geval uit te roepen tot technisch monument. Tegenwoordig draait de centrale weer volop en levert jaarlijks zo’n 2,5 tot 3 miljoen kilowattuur terug aan het elektriciteitsnet. Op een verklarend bordje stond dat deze constructie de enige in zijn soort in Duitsland is die in originele staat is bewaard en stroom levert aan het net. Je zult maar net zo'n interessant bordje missen!
Het
kanaal oversteken was een makkie, de Aller die we daarvoor
tegenkwamen daarentegen was een hele beproeving. Met zijn tweeën
hadden we moeite om de fietsen één voor één naar boven en
vervolgens weer naar beneden te krijgen. Het is gelukt.
De Aller is een rivier van zo’n 263 kilometer die in de buurt van Maagdenburg begint en vanaf Celle bevaarbaar is tot de monding in de Weser bij Verden. De 117 bevaarbare kilometers zijn tegenwoordig alleen maar interessant voor rondvaartboten en pleziervaart, dit in tegenstelling tot de periode 1910 – 1970 toen er veel aardolie en kali vervoerd werd over het water.
Ons einddoel van vandaag (en Wendepunkt) was het Deutsches Erdölmuseum in Wietze. Het museum dat in 1970 geopend is bevindt zich op een voormalig olieveld, dus een locatie waar aardolie is gewonnen. Het toont de geschiedenis van de oliewinning te Wietze (in bedrijf van 1652 tot 1963), alsmede gereedschappen en installaties die daarvoor zijn gebruikt. De tentoonstelling over de moderne oliewinning kan dan wel interessant zijn voor technisch onderlegden maar was aan ons niet echt besteed. Zodra ik de term “geofysisch zoeken naar afzettingen” tegenkom, kruipen mijn hersenen in hun schulp en staan niet meer open voor wat voor voorlichting dan ook over moderne oliewinning. De boortorens, jaknikkers, olievaten en meer van dat spul was wel leuk om te zien. Kwam ook nog een voertuig tegen dat er om schreeuwde omgebouwd te worden tot camper.
“Durch duftende Kieferwälder auf gut befahrbaren Wegen” ging het met meisje Komoot terug naar ons Puzzeltje. 26 graden intussen en 52 kilometer verder. Besloten om maar een nachtje bij te boeken en niet nog een eind te gaan rijden. Douchen verplicht en dat kon goed voor een paar dubbeltjes per persoon. Een hele mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag, dan moeten we de boot in Rostock halen. Even boodschappen doen en tanken, is hier in Duitsland een stuk goedkoper dan aan de andere kant van de plas.