Vaste lezeres F te D vond dat we maar moesten genieten van de Indian Summer. We doen het en hebben er onze handen aan vol! Ook reageerde ze op mijn plaatje (zie het vorige verhaal) met daarop de optimist, de pessimist en de realist. Volgens haar moest de meest rechtse op de afbeelding een azijnpisser zijn.
zaterdag 28 september: @ palavas-les-flots
De bedoeling was een verplaatsing van 38 kilometer vanuit Vias, het werden er 71. Reden: vrijwel alle campings in deze omgeving zijn al gesloten, slechts een enkeling blijft nog tot half oktober open. Juist die “enkelingen” zitten afgeladen vol of zijn (zoals onze beoogde camping Laguna in Frontignan) complet. Nu wist ik dat er in de buurt van Vic-la-Gardiole nog een boerencamping moest zijn. Die was er ook, maar een beetje te “rural” in de zin van armoede troef, maar dan wel tegen een relatieve hoofdprijs.
Doorgereden naar Palavas-les-Flots, naar de camperplaats waar we al een paar keer eerder gestaan hebben en de naam van de ontwerper van het Canal du Midi draagt, Paul Riquet. Ook “complet”, maar nadat W al haar charmes in de strijd had gegooid, mochten we kijken of ons busje op een ienie-mienie-plekje paste op de Kalverstraat van de cp. Het kon allemaal net, stoeltjes op de stoep en veel inkijk. Het grootste voordeel: we staan tegenover het hokje van de “veilleur de nuit”, de nachtwacht dus: een potige man met een strak zwart T-shirt met de angstaanjagende letters securité. De eerste keer dat we het hier zo vol meegemaakt hebben, ook aardig aan de prijs inmiddels: 20 € per nacht, inclusief stroom en toeristenbelasting. De cp ligt aan de rivier de Lez, in dit gebied gekanaliseerd. Het ziet er allemaal vredig uit, maar soms kan het spoken. Het gebeurt vaker dat Montpellier in een paar uur tijd de regen krijgt die normaal in een half jaar valt.
Op de fiets en dan ook nog een route die we nog nooit gehad hebben: langs de zee naar La Grande Motte. La Grande Motte hebben we te danken aan Charles de Gaulle. Hij kwam in de jaren zestig van de vorige eeuw op het idee om midden in een zoutwatermoeras vol muggen een toeristenstad te laten bouwen. Reden: de Fransen die geld, een auto en geen geweten hadden gingen tijdens de vakantie “de bult” over en wisselden hun frankjes en spendeerden veel peseta's in het land van dictator Franco en wel in toen nog idyllische vissersdorpjes als Lloret de Mar, Salou en Tarragona. Jawel: het was er ooit leuk en gezellig. Het zal wel meer met economie dan met politiek te maken hebben gehad dat De Gaulle de Fransen wilde weghouden van de Costa Brava. Het kostte een paar miljarden, maar toen stond de stad er, getekend door architect Jean Balladur (hij was ook filosoof). Een stad met de aparte piramideflats, veel groenzones, open straten en zonnige terrasjes, inclusief een jachthaven die 1400 boten kon herbergen. Ook hier zijn de nodige verdelgingsmiddelen gebruikt, geen mug heeft het overleefd (ze moeten nog wel regelmatig “naspuiten”). Vanwege zijn bijzondere moderne architectuur is La Grande Motte uitgeroepen tot Patrimoine du XXême siècle, erfgoed van de 20e eeuw. Ben benieuwd wie die oorkonde heeft uitgereikt, de Franse regering misschien. Wil je er heen? Ryanair vliegt al voor 14 € vanaf Charleroi naar Montpellier, alleen moet je tegenwoordig ook een paar Euro betalen voor handbagage.
Mooi tochtje, al was een groot gedeelte van de terugweg identiek aan de heenreis. Och: de zee lag nu aan de andere kant, dus een totaal andere beleving.
V: 143.449; A: 143.520
We vertrokken tegen tienen met 20 graden en konden ’s middags 26 graden noteren.
zondag 29 september: @ palavas-les-flots
Strak blauw, dus een mooie dag om te fietsen. Eerst even Puzzel op een ander plekje geparkeerd, iets meer privacy is welkom. Het is zondag, dus de weekend-Fransen vertrekken. Nu hoeven ze pas om vier uur het terrein verlaten te hebben (dus na hun uitgebreide middagmaal), maar de doorreisklanten zorgen al tegen tienen voor wat lege gaten op de camperplaats.
Een mooie fietstocht, een soort non-stop vlucht naar Frontignan, maar dan met een tussenlanding in de buurt van Lattes. Vaste prik wanneer we in Palavas zijn is een bezoekje aan de Site naturel protégé du Méjean (ondertitel: maison de la nature de Lattes). De naam zegt het al: een natuurreservaat dat een goed idee geeft van de wetlands langs de kust van de Middellandse Zee. Je kunt er verschillende wandelingen maken langs lagunes, door moerassen en rietweiden. De witte ooievaars die we tijdens de vorige bezoeken aantroffen waren er nu niet. Deze keer deden we de wandeling “grains de Méjean”, lekker makkelijk over voornamelijk vlonderpaden en allemaal bordjes met verklarende teksten over wat we allemaal moeten zien, goed voor ons Frans. Wel een waarschuwing vooraf: wespennesten in het vlonderpad, als je niet gestoken wilt worden kun je beter het naastliggende zandpad nemen (een zeer vrije vertaling). We zijn bikkels en geen steekbeest gezien.
De “oude mensjes” bellen, want zondag en vervolgens een mooie fietstocht over dijkjes waar de Fransen weer op hun best zijn: de fietsroute (aangegeven door een bordje) gaat naar links en 10 meter verder staat een bord “verboden voor fietsers”. Niemand trekt zich daar wat van aan, wij dus ook niet. Even een schermafbeelding van de Guru Maps-app die ook nu weer goed van pas kwam; kun je zien hoe gedetailleerd de weergave is. De stippellijn is een zandpad en inderdaad: het pad houdt op.
Af en toe dacht ik: “Links Wasser, rechts Wasser und in der Mitte ein Kanal”.
Frontignan dus, maar dan niet helemaal. Aan de rand van Frontignan-Plage ligt Plage des Aresquiers, een plek waar W nat werd en ik zand in mijn bilnaad kreeg.
Besloten om nog maar een dagje te blijven: mooi weer en fietsen naar Montpellier hebben we nog nooit gedaan.
maandag 30 september: @ palavas-les-flots
Een dagje bijboeken dus om op de fiets naar Montpellier te gaan. Het werd een avontuurlijk en vooral sportief dagje. Mooie stad, dat Montpellier, het ligt aan de Lez, net als Palavas, dus dan weet je wel hoe het fietspad loopt. De rivier is maar 30 kilometer lang. Laat in die Lez nu een zeldzaam visje voorkomen (nergens anders dan in een stuk van 3 kilometer van de Lez bij Montpellier): de Cottus Petiti. Petit is het visje wel: het mannetje wordt niet groter dan 56 mm. Je zult er dus behoorlijk wat van moeten eten wil je je buik vol hebben. Maar helaas: beschermd.
Kaart gescoord bij de plaatselijke VVV en wat hoogtepunten aangekruist. De Opera, het gemeentehuis en de kathedraal mochten niet ontbreken. Over de Cathédrale Saint-Pierre vertelt het Nederlandstalige foldertje annex plattegrond het volgende: “In 1364 liet paus Urbanus V, oud-student in Montpellier, een klooster en een kerk bouwen, die bijna 200 jaar later, in 1536, werden omgedoopt tot de Cathédrale Saint-Pierre. De zuidelijke gotische stijl, het massieve silhouet en de imposante portaal die door twee ronde pilaren wordt ondersteund, doen het geheel op een middeleeuwse vesting lijken.” Nog even binnen gekeken: niet echt mooi maar wel erg groot!
De botanische tuin (16e eeuw) mochten we niet in: elke dag open, behalve op maandag. En toen we nog een uitgebreid rondje “oude” stad gedaan hadden, gingen we via de “nieuwe” stad (Antigone) weer naar de Lez om via een leuke route een strandje op te zoeken, want 28 graden. Helaas ontbrak er bij een putje (gooi niks in mij, want alles komt in de zee terecht) een tegel en juist dat ene putje met die ontbrekende tegel wilde graag met mijn achterwiel kennismaken. Ik weet het: ik struikel over een lucifershoutje en zie de weg niet omdat ik altijd teveel details van de omgeving wil zien. Bandje overleefde de intimiteiten niet. Bijna alle fietsenmakers in Frankrijk zijn op maandag gesloten (in Nederland toch ook?), maar dank zij de geniale uitvinding die smartphone heet konden we weer een buitenlandse fietsenmaker aan onze verzameling toevoegen. Alleen: 2,7 kilometer lopen en toen het apparaat zei: “uw bestemming bevindt zich aan de rechterkant”, was dat helemaal niet de bestemming. Schijnbaar heb ik tijdens de wandeling (het was 28 graden) teveel gevingerd op het touchscreen, waardoor de bereikte eindbestemming niet overeenkwam met het beoogde einddoel. Sterker nog: een nieuwe routeberekening leerde dat we de Giant nog eens ruim vier kilometer mochten voortduwen. W heeft haar telefoon maar als back-up gebruikt, je weet maar nooit wat die grote mannenvingers allemaal kunnen en doen. Toen de stappentellerapp van W begon te applaudisseren (10.000 stappen bereikt) en de thermometer bij de apotheek 30 graden aangaf, had ik het helemaal gehad met fietsen en vooral fietsen duwen, Frankrijk in het algemeen en Montpellier in het bijzonder en de été indien kon me helemaal gestolen worden.
Fiets afgeleverd en twee-en-een-half uur (en 30 €) later konden we het beestje weer ophalen. Intussen hadden we nog een deel van Montpellier bewonderd (jawel: te voet!), een drankje genuttigd, vooral veel bankjes uitgeprobeerd en schitterende trammetjes bekeken. Beiden waren we het er over eens dat zwarte trams het beste passen in het straatbeeld van Montpellier. Ja, je moet toch op een prettige wijze de tijd overbruggen.
Zelfde weg terug en nog net in het laatste zonlicht kon W weer nat worden in zee en ik zand in mijn bilnaad krijgen. Wat kan reizen toch mooi maar ook enerverend zijn.
Temperatuur: oplopend tot 28 graden, in de stad 30.
noordpolderzijl
maandag 30 september 2019
vrijdag 27 september 2019
najaarstocht 2019 – 5: vias (middellandse zee)
Woensdag op zoek naar de “warmte” dus. Een lang tochtje, voornamelijk over de A75 die ons mist, regen en kou bracht. Het schoot wel lekker op. Het viaduct bij Millau rechts laten liggen, dus door het dal van de Tarn gereden, net als honderden andere campers die geen haast hebben en de tolbrug willen vermijden. Relatief goedkoop in Millau getankt, € 1,45 per liter; tank maar niet volgegooid: we weten niet of we nog in Spanje komen. Het laatste half uur op de A75 steeg het kwik van 12 naar 25 graden, voor een deel zal dat wel met de hoogte te maken hebben.
Ons voornaamste gesprek ging over het verschil tussen optimisme en opportunisme. En dan komen er al snel etiketjes op tafel: nihilist, realist, escapist, idealist. Voor je het weet ben je 100 kilometer verder en niets wijzer. Volgens mij moeten op onderstaand plaatje van links naar rechts een optimist, een pessimist en een realist staan. Als ik het mis heb, mail me maar.
Camping Helios in Vias werd het beoogde doel, Acsi camping (17 € plus een beetje toeristenbelasting per nacht, zag op een bord dat ze in het hoogseizoen 50 € vragen). Tweehonderd meter van het strand en een schitterend zwembad voor W, zowel buiten als binnen; op sommige momenten had ze alles voor zich alleen.
Het seizoen loopt ten einde: het merendeel van de campings is al gesloten, de onze doet zaterdag de deuren dicht.
V: 143.045; A: 143.449
woensdag 25 tot zaterdag 28 september: @ vias plage
Gewoon vakantie: beentjes hoog en/of op de trappers. We zitten in een stukje aan de Middellandse Zee dat we nog niet kennen namelijk het gebied tussen Sérignan Plage (hemelsbreed 5 kilometer naar het westen) en Grau d’Agde (4 km naar het oosten). Zowel Sérignan Plage als Agde hebben we in vorige jaren al van ons lijstje gestreept.
Over kilometers gesproken: de werkelijke afstand is hier gemiddeld 3 keer de afstand hemelsbreed, tenzij je over het strand wilt fietsen en dan nog: overal lopen watertjes en bruggetjes zijn schaars.
De afgelopen dagen hier een kleine 130 kilometer op het zadel gezeten, werkelijk een schitterend fietsgebied wanneer je genoegen neemt met overwegend niet-geasfalteerde paden en routes die eigenlijk voor mountainbikes bedoeld zijn.
Woensdag een bezoekje gebracht aan de Tourist Information en een paar leuke ideeën opgedaan. Daarna een “verkennend” rondje door de omgeving, dank zij de app Guru Maps konden we een paar mooie weggetjes vinden.
Het vakantiegebied ten zuiden van Vias is ontstaan in de vroege jaren 50 van de vorige eeuw. Oorspronkelijk was het een groot moerasgebied, maar met een beetje drainage en vooral veel insecticide om de muggen te verdelgen kon men langzaam maar zeker de toerist gaan verwelkomen. Volgens de burgemeester van Vias is Vias Plage (ook Farinette genoemd) de tweede badplaats van Europa qua ontvangstcapaciteit. Heb me suf gezocht maar heb niet kunnen vinden wat de grootste moet zijn. Kan natuurlijk ook zijn dat het veel uitmaakt hoe je telt, wat je telt en vooral wie er telt. Maar toegegeven: ruim dertig campings kent de gemeente, moet in het hoogseizoen dus een complete kermis zijn.
Over hoogseizoen gesproken: net buiten Vias ligt een groot attractiepark, open van 21 juni tot 2 september (en daarna nog ergens drie dagen), als je goed rekent moeten die jongens dus in 9 weken de omzet voor het hele jaar draaien. Een supermarkt in de koopgoot (Vias Plage bestaat voornamelijk uit één straat van een kleine 200 meter met winkeltjes, barretjes en ander toeristenspul) was al gesloten en nummer twee doet de deur a.s. zondag dicht.
Donderdag een rondje om Vias gefietst, leuke gesprekken met een Brexitechtpaar op een elektrische tandem gehad, mooie fietspaden (hooguit tien procent min of meer geasfalteerd). Vrijwel op het eind van onze tocht kwamen we langs de Ouvrages du Libron, een waar kunstwerk dat de kruising van het Canal du Midi en de rivier de Libron moet regelen. Een soort aquaduct maar dan anders. Het is te technisch om uit te leggen hoe al die hendeltjes en schuifjes werken, maar google maar een beetje op “Ouvrages du Libron”, laat het resultaat desnoods vertalen en misschien word je wijzer. Het zag er in ieder geval spectaculair uit. Later op de dag nog een paar kaartjes gekocht in Vias zelf, leuk kerkje, mooi pleintje en een lekker biertje op een prettig terrasje.
Vrijdag stond in het teken van het Canal du Midi en warempel: zo maar kilometers lang een geasfalteerd fietspad naar Béziers. Die grote stad was niet ons einddoel, we keerden om bij Villeneuve; zo neuve was die ville trouwens niet. Tussen Vias en Béziers ligt de haven van botenverhuurbedrijf Le Boat. Druk in de haven en ook druk op het kanaal, wisseldag misschien?
Het is niet de eerste keer dat we delen gefietst hebben langs het Canal du Midi: in oktober 2015 waren we in Agde en Beziers, kijk eventueel daar in mijn blog wanneer je meer informatie wilt over de aanleg van het kanaal.
Later op de dag nog even de kaartjes gepost en waar kun je dat beter doen dan in Agde: dus op de fiets en een groot stuk langs de Hérault. De weerapp op onze smartfoon vertelde dat het 28 graden was en strakblauw. Dat eerste geloofden we meteen en dat laatste konden we zelf zien. Weinig tekst, veel foto’s; moet kunnen. Morgen noodgedwongen verkassen. Wat ons betreft mag de Indian Summer, of in het Nederlands de oudenwijvenzomer nog even duren. Vooruit op zijn Frans: été indien!
Ons voornaamste gesprek ging over het verschil tussen optimisme en opportunisme. En dan komen er al snel etiketjes op tafel: nihilist, realist, escapist, idealist. Voor je het weet ben je 100 kilometer verder en niets wijzer. Volgens mij moeten op onderstaand plaatje van links naar rechts een optimist, een pessimist en een realist staan. Als ik het mis heb, mail me maar.
Camping Helios in Vias werd het beoogde doel, Acsi camping (17 € plus een beetje toeristenbelasting per nacht, zag op een bord dat ze in het hoogseizoen 50 € vragen). Tweehonderd meter van het strand en een schitterend zwembad voor W, zowel buiten als binnen; op sommige momenten had ze alles voor zich alleen.
Het seizoen loopt ten einde: het merendeel van de campings is al gesloten, de onze doet zaterdag de deuren dicht.
V: 143.045; A: 143.449
woensdag 25 tot zaterdag 28 september: @ vias plage
Gewoon vakantie: beentjes hoog en/of op de trappers. We zitten in een stukje aan de Middellandse Zee dat we nog niet kennen namelijk het gebied tussen Sérignan Plage (hemelsbreed 5 kilometer naar het westen) en Grau d’Agde (4 km naar het oosten). Zowel Sérignan Plage als Agde hebben we in vorige jaren al van ons lijstje gestreept.
Over kilometers gesproken: de werkelijke afstand is hier gemiddeld 3 keer de afstand hemelsbreed, tenzij je over het strand wilt fietsen en dan nog: overal lopen watertjes en bruggetjes zijn schaars.
De afgelopen dagen hier een kleine 130 kilometer op het zadel gezeten, werkelijk een schitterend fietsgebied wanneer je genoegen neemt met overwegend niet-geasfalteerde paden en routes die eigenlijk voor mountainbikes bedoeld zijn.
Woensdag een bezoekje gebracht aan de Tourist Information en een paar leuke ideeën opgedaan. Daarna een “verkennend” rondje door de omgeving, dank zij de app Guru Maps konden we een paar mooie weggetjes vinden.
Het vakantiegebied ten zuiden van Vias is ontstaan in de vroege jaren 50 van de vorige eeuw. Oorspronkelijk was het een groot moerasgebied, maar met een beetje drainage en vooral veel insecticide om de muggen te verdelgen kon men langzaam maar zeker de toerist gaan verwelkomen. Volgens de burgemeester van Vias is Vias Plage (ook Farinette genoemd) de tweede badplaats van Europa qua ontvangstcapaciteit. Heb me suf gezocht maar heb niet kunnen vinden wat de grootste moet zijn. Kan natuurlijk ook zijn dat het veel uitmaakt hoe je telt, wat je telt en vooral wie er telt. Maar toegegeven: ruim dertig campings kent de gemeente, moet in het hoogseizoen dus een complete kermis zijn.
Over hoogseizoen gesproken: net buiten Vias ligt een groot attractiepark, open van 21 juni tot 2 september (en daarna nog ergens drie dagen), als je goed rekent moeten die jongens dus in 9 weken de omzet voor het hele jaar draaien. Een supermarkt in de koopgoot (Vias Plage bestaat voornamelijk uit één straat van een kleine 200 meter met winkeltjes, barretjes en ander toeristenspul) was al gesloten en nummer twee doet de deur a.s. zondag dicht.
Donderdag een rondje om Vias gefietst, leuke gesprekken met een Brexitechtpaar op een elektrische tandem gehad, mooie fietspaden (hooguit tien procent min of meer geasfalteerd). Vrijwel op het eind van onze tocht kwamen we langs de Ouvrages du Libron, een waar kunstwerk dat de kruising van het Canal du Midi en de rivier de Libron moet regelen. Een soort aquaduct maar dan anders. Het is te technisch om uit te leggen hoe al die hendeltjes en schuifjes werken, maar google maar een beetje op “Ouvrages du Libron”, laat het resultaat desnoods vertalen en misschien word je wijzer. Het zag er in ieder geval spectaculair uit. Later op de dag nog een paar kaartjes gekocht in Vias zelf, leuk kerkje, mooi pleintje en een lekker biertje op een prettig terrasje.
Vrijdag stond in het teken van het Canal du Midi en warempel: zo maar kilometers lang een geasfalteerd fietspad naar Béziers. Die grote stad was niet ons einddoel, we keerden om bij Villeneuve; zo neuve was die ville trouwens niet. Tussen Vias en Béziers ligt de haven van botenverhuurbedrijf Le Boat. Druk in de haven en ook druk op het kanaal, wisseldag misschien?
Het is niet de eerste keer dat we delen gefietst hebben langs het Canal du Midi: in oktober 2015 waren we in Agde en Beziers, kijk eventueel daar in mijn blog wanneer je meer informatie wilt over de aanleg van het kanaal.
Later op de dag nog even de kaartjes gepost en waar kun je dat beter doen dan in Agde: dus op de fiets en een groot stuk langs de Hérault. De weerapp op onze smartfoon vertelde dat het 28 graden was en strakblauw. Dat eerste geloofden we meteen en dat laatste konden we zelf zien. Weinig tekst, veel foto’s; moet kunnen. Morgen noodgedwongen verkassen. Wat ons betreft mag de Indian Summer, of in het Nederlands de oudenwijvenzomer nog even duren. Vooruit op zijn Frans: été indien!
dinsdag 24 september 2019
najaarstocht 2019 – 4: vichy
Het overzichtskaartje van Meteo France laat zien dat je voor droog weer en een beetje zon in de tweede helft van de week naar het zuiden moet. Dus: stippel een (deels) tolvrije route uit naar Montpellier, knip die ongeveer doormidden en voilà: Vichy.
Vichy, we waren er eerder. Het zal zo halverwege de jaren 70 van de vorige eeuw geweest zijn dat we met de Dyana (een zusje van de 2CV) met een tweepersoons bungalowtent en twee eierkisten met een paar vrienden voor het eerst op reis gingen naar het “verre” buitenland. We waren met zijn zessen en drie auto’s en hadden altijd een ontmoetingsplek voor als we elkaar kwijt raakten. Eén van die ontmoetingspunten was “voor de kerk van Vichy”. Geen navigatiesystemen, drie Franse franken in één gulden en vrijwel onbereikbaar voor het thuisfront. Andere tijden, jazeker.
maandag 23 september: van riquewihr naar vichy
Drie nachten op de camping in Riquewihr, niks mis mee. Mooie omgeving, fijne fietstochten, leuke stadjes. Afrekenen: 17 € per nacht (Acsi-tarief). Nog even een foto en dan op weg naar het zuiden. Ook de Lidl in Colmar had geen betaalbare Elzaswijnen, al is “betaalbaar” natuurlijk een zeer betrekkelijk begrip. Wel lekker brood: bruin, niet die Franse stopverf die ze baguette noemen en in Nederland gewoon stokbrood genoemd wordt.
De route? Niet zo’n spannende rit, alleen het eerste stuk door de Elzas en het laatste deel aan de voet van het Centraal Massief waren interessant, daartussen gewoon “land”. Maar zei Confucius niet “de weg zelf is je bestemming”? Ik ken mooiere van hem, bijvoorbeeld “Een mens heeft twee oren en één mond om twee keer zoveel te luisteren dan te praten”.
Wel zo’n route om toe te geven aan je wegnummertic. Voor een groot deel onbekende nummers en om een beetje op te schieten een stuk over de A36 (bijnaam “La Comtoise”), deels tolweg, waarvoor de APRR € 13,10 bijdrage vroeg. Och: de AOW en het pensioen zijn weer bijgeschreven, vriend G te W noemt dat liefdevol “presentiegeld”: je krijgt het zolang je present bent op deze aardbol. Daarna via de N73 en N83 (en varianten op die nummers) tot Chalon-sur-Saône waar we de N80 oppikten, voor een groot gedeelte 2x2-weg, helaas maar 32 kilometer lang. Dan de N70 die de schakel vormt tussen de N80 en de N79. Nog een paar jaar dan kunnen we over de A79 racen, oplevering vermoedelijk in 2022. Dan de laatste kilometers: eerst een stukje “moderne” N7 en tenslotte de N209, een weg van 14 kilometer lang met als voornaamste taak Vichy met de N7 te verbinden. Google Maps liet ons veel hoeken van Vichy (en voorsteden) zien voor we Camping de la Croix Saint-Martin op konden draaien. Acsi-camping, nog een paar dagen open. Mooi prijsje (14 € per nacht + 2 x 40 cent taxe de séjour). Een klein overdekt zwembad, de toiletten (zonder bril) zijn schoon en er komt warm water uit de kraan, wat wil een mens nog meer? Nog even in het zonnetje lezen en W natuurlijk plonzen.
Mooie foto op Meteo France (23 september om 8:00 uur). Misschien moeten we toch maar Marokko?
V: 142.601; A: 143.045
Rijtemperatuur tussen 14 en 22 graden; soms wat spetters, de echte regen wordt de komende nacht verwacht.
dinsdag 24 september: fietstocht vichy en allier
Een late start: we mochten eerst de buien afwachten. Tegen elven werd het droog. Nog wel wat frisjes, dus je zult jassen op de foto’s zien. Pas veel later op de dag (toen we weer hoog en breed op de camping terug waren) werd de beloofde 23 graden op de thermometer bereikt.
Zeg je Vichy, dan denk je onmiddellijk aan drie dingen: de marionettenregering van Pétain tijdens de Tweede Wereldoorlog, het cosmeticamerk Vichy en het kuuroord waar reumatische oude vrouwtjes hun aandoeningen bestrijden.
In Vichy herinnert niets aan de zwarte bladzijden die geschreven zijn in de donkere periode van 1940 tot 1944 toen maarschalk Pétain vanuit de hoofdstad van de Franse Staat collaboreerde met de Duitsers en Italianen en onder het motto “werk, familie en vaderland” actief meehielp om Franse joden naar vernietigingskampen af te voeren. We hebben in ieder geval in de stad niets gevonden dat naar deze periode verwijst. Vichy werd als hoofdstad gekozen omdat het veel luxe hotels had die de maarschalk en zijn ambtenaren konden herbergen. Gelukkig keerde al snel "vrijheid, gelijkheid en broederschap" terug samen met zo'n andere petjesdrager, de Gaulle was zijn naam.
Over Vichy als cosmeticamerk kan ik kort zijn: het interesseert me geen biet.
We kwamen naar Vichy om te kijken in hoeverre het nog een kuuroord is, 45 jaar geleden zag het er namelijk een beetje vervallen uit. Vanaf de camping loopt een schitterend pad langs de Allier en eenmaal in Vichy aangekomen gaat het pad over in een boulevard met veel (inmiddels gesloten) restaurantjes en “beach bars”. We hebben de stad eerst rechts laten liggen en zijn de boulevard afgefietst, de Europabrug overgestoken en de rive gauche gepakt om via de Pont de Bellerive alsnog de stad in te gaan. Er is een lage stuwwal in de rivier gebouwd waardoor de Allier langs de stad een soort meer vormt.
De Romeinen bouwden rond het begin van onze jaartelling een nederzetting bij een doorwaadbare plaats in de Allier en ontdekten de heilzame werking van de bronnen. In loop der tijden werd er aardig wat afgebadderd, bijvoorbeeld toen in de 14e eeuw Vichy als kuurstad in de hand van de Bourbons kwam. Keizer Napoleon III (opperhoofd van Frankrijk van 1852 tot 1870) maakte er echt werk van en toverde Vichy om tot een elegant kuuroord met parken en badhuizen. Vanaf dat moment kwamen de mensen met digestieve aandoeningen, pijn aan de botten of gewoon met teveel geld hier ervaren wat hydrotherapie inhoudt. De resultaten hebben we vandaag kunnen bewonderen: mooie gebouwen, een overdekte wandelpromenade (beetje roestig), een muziekkoepel, een casino. Zelfs de Oude Saint-Blaisekerk kon meeprofiteren van de bloeiende waterhandel: geconfronteerd met de toestroom van kuurgasten (die natuurlijk ook moesten bidden om van hun kwaaltjes af te raken) werd het gebouw rond 1930 in Art Decostijl uitgebreid. De klokkentoren kwam 25 jaar later. De officiële naam is l’Eglise Saint-Blaise Notre-Dame-des-Malades. Opvallend in Vichy: heel erg veel leegstand.
Het hoogtepunt van de dag was een fietstocht naar het zuiden: linkeroever naar Saint-Yorre (af en toe door de bagger) en via de rechteroever terug naar de camping. Vooral dat laatste stuk was geweldig: een smal, redelijk fietsbaar, geitenpaadje tussen de Allier en een niet-in-gebruik spoorlijntje. Beetje glibberig, dat wel. We konden weer 45 kilometer op het fietstelwerk aflezen. Een mooie dag.
Vichy, we waren er eerder. Het zal zo halverwege de jaren 70 van de vorige eeuw geweest zijn dat we met de Dyana (een zusje van de 2CV) met een tweepersoons bungalowtent en twee eierkisten met een paar vrienden voor het eerst op reis gingen naar het “verre” buitenland. We waren met zijn zessen en drie auto’s en hadden altijd een ontmoetingsplek voor als we elkaar kwijt raakten. Eén van die ontmoetingspunten was “voor de kerk van Vichy”. Geen navigatiesystemen, drie Franse franken in één gulden en vrijwel onbereikbaar voor het thuisfront. Andere tijden, jazeker.
maandag 23 september: van riquewihr naar vichy
Drie nachten op de camping in Riquewihr, niks mis mee. Mooie omgeving, fijne fietstochten, leuke stadjes. Afrekenen: 17 € per nacht (Acsi-tarief). Nog even een foto en dan op weg naar het zuiden. Ook de Lidl in Colmar had geen betaalbare Elzaswijnen, al is “betaalbaar” natuurlijk een zeer betrekkelijk begrip. Wel lekker brood: bruin, niet die Franse stopverf die ze baguette noemen en in Nederland gewoon stokbrood genoemd wordt.
De route? Niet zo’n spannende rit, alleen het eerste stuk door de Elzas en het laatste deel aan de voet van het Centraal Massief waren interessant, daartussen gewoon “land”. Maar zei Confucius niet “de weg zelf is je bestemming”? Ik ken mooiere van hem, bijvoorbeeld “Een mens heeft twee oren en één mond om twee keer zoveel te luisteren dan te praten”.
Wel zo’n route om toe te geven aan je wegnummertic. Voor een groot deel onbekende nummers en om een beetje op te schieten een stuk over de A36 (bijnaam “La Comtoise”), deels tolweg, waarvoor de APRR € 13,10 bijdrage vroeg. Och: de AOW en het pensioen zijn weer bijgeschreven, vriend G te W noemt dat liefdevol “presentiegeld”: je krijgt het zolang je present bent op deze aardbol. Daarna via de N73 en N83 (en varianten op die nummers) tot Chalon-sur-Saône waar we de N80 oppikten, voor een groot gedeelte 2x2-weg, helaas maar 32 kilometer lang. Dan de N70 die de schakel vormt tussen de N80 en de N79. Nog een paar jaar dan kunnen we over de A79 racen, oplevering vermoedelijk in 2022. Dan de laatste kilometers: eerst een stukje “moderne” N7 en tenslotte de N209, een weg van 14 kilometer lang met als voornaamste taak Vichy met de N7 te verbinden. Google Maps liet ons veel hoeken van Vichy (en voorsteden) zien voor we Camping de la Croix Saint-Martin op konden draaien. Acsi-camping, nog een paar dagen open. Mooi prijsje (14 € per nacht + 2 x 40 cent taxe de séjour). Een klein overdekt zwembad, de toiletten (zonder bril) zijn schoon en er komt warm water uit de kraan, wat wil een mens nog meer? Nog even in het zonnetje lezen en W natuurlijk plonzen.
V: 142.601; A: 143.045
Rijtemperatuur tussen 14 en 22 graden; soms wat spetters, de echte regen wordt de komende nacht verwacht.
dinsdag 24 september: fietstocht vichy en allier
Een late start: we mochten eerst de buien afwachten. Tegen elven werd het droog. Nog wel wat frisjes, dus je zult jassen op de foto’s zien. Pas veel later op de dag (toen we weer hoog en breed op de camping terug waren) werd de beloofde 23 graden op de thermometer bereikt.
Zeg je Vichy, dan denk je onmiddellijk aan drie dingen: de marionettenregering van Pétain tijdens de Tweede Wereldoorlog, het cosmeticamerk Vichy en het kuuroord waar reumatische oude vrouwtjes hun aandoeningen bestrijden.
In Vichy herinnert niets aan de zwarte bladzijden die geschreven zijn in de donkere periode van 1940 tot 1944 toen maarschalk Pétain vanuit de hoofdstad van de Franse Staat collaboreerde met de Duitsers en Italianen en onder het motto “werk, familie en vaderland” actief meehielp om Franse joden naar vernietigingskampen af te voeren. We hebben in ieder geval in de stad niets gevonden dat naar deze periode verwijst. Vichy werd als hoofdstad gekozen omdat het veel luxe hotels had die de maarschalk en zijn ambtenaren konden herbergen. Gelukkig keerde al snel "vrijheid, gelijkheid en broederschap" terug samen met zo'n andere petjesdrager, de Gaulle was zijn naam.
Over Vichy als cosmeticamerk kan ik kort zijn: het interesseert me geen biet.
We kwamen naar Vichy om te kijken in hoeverre het nog een kuuroord is, 45 jaar geleden zag het er namelijk een beetje vervallen uit. Vanaf de camping loopt een schitterend pad langs de Allier en eenmaal in Vichy aangekomen gaat het pad over in een boulevard met veel (inmiddels gesloten) restaurantjes en “beach bars”. We hebben de stad eerst rechts laten liggen en zijn de boulevard afgefietst, de Europabrug overgestoken en de rive gauche gepakt om via de Pont de Bellerive alsnog de stad in te gaan. Er is een lage stuwwal in de rivier gebouwd waardoor de Allier langs de stad een soort meer vormt.
De Romeinen bouwden rond het begin van onze jaartelling een nederzetting bij een doorwaadbare plaats in de Allier en ontdekten de heilzame werking van de bronnen. In loop der tijden werd er aardig wat afgebadderd, bijvoorbeeld toen in de 14e eeuw Vichy als kuurstad in de hand van de Bourbons kwam. Keizer Napoleon III (opperhoofd van Frankrijk van 1852 tot 1870) maakte er echt werk van en toverde Vichy om tot een elegant kuuroord met parken en badhuizen. Vanaf dat moment kwamen de mensen met digestieve aandoeningen, pijn aan de botten of gewoon met teveel geld hier ervaren wat hydrotherapie inhoudt. De resultaten hebben we vandaag kunnen bewonderen: mooie gebouwen, een overdekte wandelpromenade (beetje roestig), een muziekkoepel, een casino. Zelfs de Oude Saint-Blaisekerk kon meeprofiteren van de bloeiende waterhandel: geconfronteerd met de toestroom van kuurgasten (die natuurlijk ook moesten bidden om van hun kwaaltjes af te raken) werd het gebouw rond 1930 in Art Decostijl uitgebreid. De klokkentoren kwam 25 jaar later. De officiële naam is l’Eglise Saint-Blaise Notre-Dame-des-Malades. Opvallend in Vichy: heel erg veel leegstand.
Abonneren op:
Posts (Atom)