maandag 8 oktober: @
saints-geosmes (nabij langres)
Vandaag weer veel paden bewandeld die nieuw voor ons zijn.
Het eerste stuk, de Route Napoleon van La Mure tot Grenoble, kenden we wel van
noord naar zuid, maar niet in omgekeerde richting. Geloof me: heel anders rijden.
Vooral de afdaling na Vizille waar we de plaatselijke Lidl geplunderd hebben,
was een hele beleving. Een ferme afdaling is heel wat anders dan een leuk
klimmetje. Bijgaande afbeelding toont het hoogteprofiel van de Route Napoleon zien. Bussen
en vrachtwagens mogen op bepaalde stukken niet rijden. We werden nog eventjes
gecontroleerd omdat we boven de 2,6 meter zijn: even stoppen en wachten tot het
verkeerslicht groen wordt en de slagboom wordt geopend. Zou er echt een
mannetje naar een beeldscherm zitten kijken en een knopje indrukken?
Onderstaande afbeelding geplukt van de website van Hurktoilet (die het plaatje
volgens mij van Streetview heeft gedownload).
In Grenoble gekozen voor de D1075 (de hernummerde N75) die
ons door pittoreske Franse dorpjes en stadjes voerde, onder andere dwars door
Voiron – een klein plaatsje aan de voet van de Alpen. In Bourg-en-Bresse werd
het de D996 naar het noorden (Louhans, Seurre) en in die omgeving konden we ons
vergapen aan de grote weilanden vol met duizenden kippen. Hier fokt men de Bressekippen
op, zo’n 1.500.000 kuikens worden per jaar uitgebroed en grootgebracht. De fladderbeesten mogen driekwart
van hun (relatief lange) leven rondscharrelen in het groen en worden bijgevoerd
met maïs en (de laatste weken) met melkproducten. Zo wordt het een prijzige, maar
uiterst lekkere kip, maar nu dwaal ik een beetje af.
We doorkruisten vandaag een waterrijk gebied: op een paar
vierkante kilometer kwamen we de Rhône, de Doubs, de Saône en de Ain tegen (en
sommige van die watertjes zelfs meerdere keren). Bij elke brug kwamen herinneringen aan eerdere
reizen boven, zoals aan één van onze tochtjes met het “groene monster” toen we in de
buurt van Besançon aan de Doubs stonden. Overigens: het geheugen wordt er niet
beter op. Hebben we nu wel of niet al eens een keertje gefietst langs de Saône?Als de reis lang is en W de oortjes niet dichtgestopt heeft met de oortjes van haar walkman-die-tegenwoordig-anders-heet hebben we vaak zeer interessante gesprekken. Toen we in Seurre voor de tolweg kozen en de cruisecontrol het werk had overgenomen, kwamen we tot de ontdekking dat onze vier oma’s (allen geboren in de 19e eeuw geloof ik) altijd eau de cologne op hun zakdoekje deden. Of je dat goedje parfum mag noemen weet ik niet, maar het stonk wel. W vroeg zich af waar de naam 4711 vandaan kwam en ik was benieuwd of Kölnisch Wasser geen beschermde naam was en maar zo door Boldoot mocht worden gebruikt. Huiswerk dus!
Eau de Cologne stamt uit het begin van de 18e eeuw toen Johan Maria Frarina een recept van een kloosterzuster te pakken kreeg en op grote schaal dit watertje ging produceren. Later zijn er tal van bedrijven bijgekomen die dit goedje ging brouwen. De naam 4711 is te danken aan het huisnummer van een samensteller/fabrikant in Keulen die “4711, echt Kölnisch Wasser” als naam patenteerde. Boldoot ontstond in 1789 (de naam werd in 1899 omgezet in de NV Eau de Colognefabriek voorheen J.C. Boldoot) die naast dit watertje heel veel andere producten maakte). Aanvankelijk werd het goedje inwendig gebruikt omdat er een medicinale werking aan toegekend werd. Wat wil je ook als er 85 % alcohol in zit? “Het is een uitstekend middel om kwalen en of toevallen van het hoofd te verhelpen, want het maakt de verstopte gangen van de hersenen weer open, het sterkt het verstand en frist het geheugen op. Het verdrijft hoofdpijn en zwaarmoedigheid”. Aldus een medicus rond 1825. Later werd het uitsluitend als reukwater verkocht en hoorde een flesje (samen met een rolletje pepermunt) tot de vaste inventaris van menig damestasje. En al die feitjes met dank aan Google.
Vlak voor Langres offerden we 13 eurootjes aan de roofridders
of tollenaren van de snelweg en parkeerden we Puzzel op camping La Croix d’Arles
in Saints-Geosmes, zo’n 7 kilometer ten zuiden van Langres, code campercontact
59.949. Andere keren hebben we op camping Navarre in de stad Langres zelf
gestaan. W had echter een voie verte ontdekt in de omgeving van deze camping. Een leuk tochtje voor onze rustdag.
V: 123.527; A: 123.935
dinsdag 9 oktober:
voie verte en langres
W had weer een weggetje gevonden waar vroeger treintjes
reden: een voie verte. We konden pas laat aan de slag, want het weer werkte
niet mee: het bleef vanmorgen lang een hele kleine wereld. De mist wilde maar
niet vertrekken ondanks het feit dat Weerplaza, Weeronline, Buienradar en zelfs
Meteo France ons anders wilden doen geloven. Elk nadeel heeft zijn voordeel: W
heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om een deel van de binnenkant van de
bus te cleanen. En ik? Ik zag dat het goed was.
Tegen half een moesten we er toch aan geloven. De voie verte
naar het zuiden was eerst nog van asfalt, later een zandachtige grindweg. De
rails ontbraken anders waren we net een train à vapeur (zeg maar stoomtrein),
toen we op een bepaald moment voor tandradbaan moesten spelen (W wilde graag
naar een meertje) en het dal wel erg diep lag zijn we weer naar boven gestrompeld om
dezelfde voie verte nu naar het noorden af te leggen met als einddoel Langres.
Even een kort uitstapje gemaakt naar de Gallo-Romeinse fontein
in Saints-Geosmes en zowaar: het zonnetje begon te schijnen. Moraal: toch vaker
Gallo-Romeinse fonteinen gaan opzoeken.
Langres hebben we al vaker bezocht en beschreven. We
volstaan met te vermelden dat we op onze stalen rossen de vestingmuren hebben
geïnspecteerd, gecontroleerd hebben of Diderot nog op zijn sokkel stond en
geconstateerd hebben dat de verbouwing van de muziekkoepel (met openbaar toilet
in de kelder) inmiddels is voltooid.
Weer een mooi fietstochtje.