noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 28 mei 2017

de maas

zondag 28 mei: @ Ittervoort

Regen, onweer en bliksem gooiden roet in het eten. De bedoeling was nog een dagje Rur te fietsen, maar na een grondige studie van het weer (Weerplaza, Buienradar, Weeronline en Donnerwetter gaven tegenstrijdige voorspellingen, dus deden we het maar weer ouderwets: even naar boven kijken) toch alles in- en opgeladen en het afwaswater van een paar dagen geloosd (wat kan dat spul meuren als er een paar dagen de zon op heeft gestaan). Een rustig tochtje (snelwegen vermijden s.v.p.) naar een voor ons bekende plaats Ittervoort.
In Ittervoort was het droog en na de koffie zelfs warm. Een tochtje langs de Maas moest het van W worden. Het is dan wel een bekend rondje (heen door België langs de Maas tot Maaseik de brug over en via het Julianakaal terug), maar je oog valt elke keer op nieuwe dingen. En in België val je soms van de ene verbazing in de andere. Waarom zie je bij dit bord bij de ingang van een kerkhof geen hondenskeletten liggen? Nieuw in onze route was het pontje van NL naar B over de Maas op de terugweg (sneed een heel stuk af!)
 
 
 
Onlangs op een website de term “asfaltbotsing” ontdekt: de plek waar op de grens twee verschillende soorten asfalt elkaar ontmoeten.
V: 92.862; A: 92.928
 

 
 







 


 

 

de rur

zaterdag 27 mei: @ Jülich

Het was vandaag weer eens zo’n dag waarop je met plezier opstaat en benieuwd bent naar alle bekende en onbekende dingen die gaan gebeuren. Een paar dieseltjes van de Ahrtalbahn hadden al geprobeerd om ons wakker te maken, de derde (of de vierde, of de …) lukte het om kwart over zeven. Dan duurt het nog wel even voor W haar holletje uit is: eerst een kopje thee en contact met de rest van de wereld via de Iphone. De plaatselijke bakkers (er zijn er twee) deden goede zaken met al die Wohnmobilgäste en we maakten ons op door een ritje door het Ahrtal en de Eiffel, een mooie route. Gepland einddoel Schleiden-Gemünd en wel de camperplaats “Am Nationalpark-Eifel”. Zelden hebben we een camperplaats zo overvol gezien, zelfs op de toegangsweg mocht je rechts parkeren en overnachten. Zonder elkaar diep in de poppetjes van de ogen te kijken wisten we van elkaar: dit wordt ‘m niet. Het dagtripje werd dus een beetje langer dan gepland en werd Jülich het nieuwe einddoel. Het Brückenkopfpark (campercontactcode 8232) had nog wel een plekje voor ons, zelfs eentje met stroom (€ 9,50 inclusief).
 
 
En weer hadden het voor elkaar: een riviertje met een fietspad vlak om de hoek! Het werd deze keer de Rur, niet te verwarren met de Ruhr, met de RurUfer Radweg. De Rur (Roer) is zo’n 165 kilometer lang, ontspringt in de Hoge Venen in België, stroomt dan door Duitsland en de laatste 21,5 kilometer mag het water wennen aan het Nederlandse klimaat voor het bij Roermond in de Maas stroomt.

In dit deel van Duitsland kennen ze ook het Knotenpuntsystem, zodat we na een leuk tochtje langs de rivier (tot aan Linnich) niet meer dezelfde weg terug hoefden te fietsen maar een zonnig (maar heuvelachtig) alternatief ritje hadden. Zelfs mijn Duracelkonijntje had op het eind de batterijtjes leeg, zodat ik na terugkomst op de Stellplatz nog eventjes alleen Jülich mocht verkennen.

De Rur kent in Duitsland negen stuwmeren die verschillende functies hebben: drinkwatervoorziening, waterbeheersing, energieopwekking en recreatie. We kwamen langs het Rurdorferwehr bij Linnich, een historische stuw.

 
 
 

Jülich ontstond in de Romeinse tijd als station (vicus luliacum) aan de Via Belgica, de doorgaande weg van Keulen via Jülich en Maastricht naar Boulogne-sur-Mer. In Jülich werd de Roeroversteek gecontroleerd. De plaats heeft een zeer bewogen geschiedenis die gekenmerkt wordt door branden, veroveringen, bezettingen en als klap op de vuurpijl op 19 november 1944 een Brits bombardement dat er voor zorgde dat 97 % van de stad werd verwoest. Tegen het eind van de oorlog was de stad vrijwel onbewoond en er was even sprake van om de stad maar niet meer te herbouwen. Een paar jaar na de oorlog gebeurde dat uiteindelijk wel, maar de “historische Altstadt” bestaat uit moderne gebouwen en ruime pleinen, met hier en daar een herbouwde oudheid: de citadel, de heksentoren, de Akense poort en de Brückenkopf (uit de Napoleontische tijd).
Beetje “puffend warm” vandaag.

V: 92.739; A: 92.862

 


 

vrijdag 26 mei 2017

im rotweinparadies – 2

vrijdag 26 mei: @ Mayschoss a/d Ahr

Laat ik toch gisteren voor de tweede keer dit jaar op vaderdag niets gekregen hebben: 19 maart waren we in Spanje en 25 mei in Duitsland; ’s lands wijs ’s lands eer. We wachten met spanning de derde vaderdag van dit jaar af (die in Nederland).
Vandaag hebben we ons busje exact 20 kilometer verder aan de Ahr neergezet, stroomopwaarts dus. We zitten in Mayschoss (campercontact 915 met de mooie naam “station van de Ahrtalbahn"). De Ahr kronkelt hier wat af en in één van die kronkelbochten heeft Mayschoss besloten een camperplaats voor zo’n 75 Wohnmobile in te richten. We konden nog net een plekje met een stroomaansluiting scoren, het merendeel van de plaatsen mag zichzelf bedruipen met zonnepanelen (in die sector was nog plek genoeg). Kosten 6 € en 2,50 voor het stroomgebeuren. Van Mayschoss valt alleen te vertellen dat het dorp de oudste Winzergenossenschaft (Winzer = wijnboer) ter wereld heeft. Voor de liefhebbers van jaartallen: opgericht in 1868.



Naast ons dieselen de treintjes: één per uur richting Remagen en één per uur naar Ahrbrück. Vroeger kon je het hele Ahrtal met de trein bereizen. Het traject Remagen – Ahrweiler werd in 1880 geopend, in 1912 was de lijn doorgetrokken tot Blankenheim, de bron van de Ahr. De Ahrtalbahn speelde een belangrijke rol als aanvoerlinie voor goederen naar de troepen in het westen (in beide oorlogen). Ook maakte de lijn het leven van veel Kurgäste van Bad Neuenahr een stuk makkelijker: tot 1880 moesten ze immers met de paardenkoets naar het kuuroord. Na de Tweede Wereldoorlog werd de lijn Remagen – Blankenheim langzaam maar zeker ontmanteld. Van de oorspronkelijke 111 kilometer spoor zijn er nu nog maar 29 over. De lijn wordt vernieuwd, maar op sommige plekken tref je nog oorspronkelijke elementen aan. Zagen we gisteren in Bad Bodendorf dat de spoorbomen door een seinwachter met de hand worden bediend, vandaag moesten we onderzoeken of het zinnetje “Bahnhof Kreuzberg is im Urzustand zu besichtigen” wel klopte. Inderdaad vonden we onder meer nog een setje antieke seinpalen.
 
Het werd dus weer een fietsdagje langs de Ahr. Het is en blijft een erg mooie route, alleen behoorlijk druk (kan natuurlijk ook aan de Hemelvaartperiode liggen). Hoogtepunten? Het zonnetje onderweg, de heerlijke temperatuur, een biertje in Altenahr, een valpartij in een erg donker tunneltje (vóór het biertje!) en de spreuk “het leven is te kort om slechte wijn te drinken”, die je overal tegenkomt. Ik koppel die zin aan een boek van Ilja Gort. W is wat meer belezen en vertelt dat het oorspronkelijk uit de pen van Goethe komt (en ze heeft gelijk volgens Google).

 


En waar heb je het dan de hele dag over, wilde zus M weten. We hebben een zeer uitvoerige discussie gehad over welke vogel we wilden worden in ons volgende leven. W koos voor de rode wouw, terwijl ik vond dat krijsende meeuwen beter bij ons tweetjes pasten. Ook hebben we vijf kilometer lang fietsend gefilosofeerd over het nut van het inpakken van een fietszadel in alufolie. Je merkt het: het is hier fantastisch en we hebben nog geen ruzie.

 




 


 

donderdag 25 mei 2017

im rotweinparadies

woensdag 24 en donderdag 25 mei: @ Bad Bodendorf

Het is dus de Ahr geworden, het wilde zusje van de Rijn. Tegen enen konden we nog net het voorlaatste officiële plekje van camperplaats 871 (code campercontact) in beslag nemen en voor 6 € per nacht staan we aan het Termalfreibad (er moet overigens voor elke kwh 50 cent in het apparaatje gegooid worden om aan onze energiebehoefte te voldoen. Hadden we geen elektrische fietsen gehad waren de zonnepaneeltjes voldoende geweest).

Afscheid van de Brömmels dus en via Groenlo (even langs de fietsenmaker voor een overigens niet opgelost probleem met een acculader en de plundra van de plaatselijke Lidl) op weg naar de Eiffel en wel in het bijzonder naar het Ahrtal: het paradijs van de rode wijn. Ten opzichte van het Woold ligt het Ahrtal aan de andere kant van de Rijn, dus altijd weer spannend welk bruggetje TomTom neemt. Het werd de Friedrich Ebert Brücke, de meest noordelijke van de drie bruggen in Bonn. Had ik al verteld dat dat één van onze volgende projectjes wordt: “de bruggen over de Rijn”? De foto is van ene Jan Arne Petersen, 't is maar dat je het weet (en je bent tegenwoordig verplicht dit soort jatwerk te documenteren).
Ons Puzzeltje staat heerlijk onder de bomen: fijn met dit weer. Er is nog een camperplaats in dit dorp-dat-eigenlijk-geen-naam-mag-hebben (want er is geen supermarkt te vinden, maar wel een paar kroegen) en wel bij de Tennisplatz, alwaar we ook ons busje kunnen laten leeglopen en waar W een fijn toiletje heeft ontdekt. Nadeel van die plek is dat je er in de zon staat en dat is deze dagen niet zo aangenaam.

 
Ons eerste fietstochtje ging stroomafwaarts via de Ahrradweg, op zoek naar de monding van de Ahr. En ja hoor: gevonden in de buurt van Kripp. De Ahr laat hier haar water na 89 kilometer (vanaf de Ahrquelle in Blankenheim) vrijelijk in de Rijn lopen. Na het überqueren van het houten bruggetje over de Ahr volgden we de Rheinradweg naar Remagen. Met eigen ogen moesten we de Ludendorffbrücke zien, tenminste dat wat er nog van over is. Voor de mensen die het verhaal niet kennen en/of de film The Bridge at Remagen niet gezien hebben hier in het kort het verhaal.
De brug werd tijdens WO I gebouwd en was bedoeld om de Duitse troepen en voorraden snel over de Rijn naar het westelijk front te kunnen transporteren. Ook tijdens WO II had de oversteek deze functie. Op het eind van de oorlog was het de laatste intact zijnde brug over de Rijn en werd op 7 maart 1945 door Amerikaanse soldaten ingenomen. Diverse pogingen van de Duitsers om de brug op te blazen mislukten. Het verhaal gaat dat er verkeerde en inferieure springstof door de Duitsers was geplaatst, zodat het buskruit wel “poefff” zei, maar het gewenste effect (instorten) uitbleef. Adolf Hitler liet overigens alle mannen die verantwoordelijk waren voor de mislukking bij Remagen fusilleren. Tenslotte stortte de brug na 10 dagen beschieten door de Duitsers en zwaar verkeer van de Amerikanen toch nog in. De film The Bridge at Remagen uit 1969 vertelt het verhaal door een gekleurd brilletje: het hoofdverhaal klopt maar veel is gefantaseerd. In de restanten van de brug is tegenwoordig een museum gevestigd.
 
 
 
 
Na ons uitstapje naar Remagen ging onze fietstocht weer Ahr-up om een uitstapje te maken in Sinzig, dat de bijnaam “Barbarossastadt” heeft (er zijn nog vier andere Barabarossasteden in Duitstand). Keizer Friedrich I (bijgenaamd Barabarossa vanwege zijn rode baard) had in Sinzig een optrekje of pfalz om daar een aantal keren in zijn loopbaan (1155-1190) zijn bestuurlijke werk te doen. Sinzig weet dat Barbarossagebeuren trouwens wel heel mooi toeristisch uit te melken. Vermeldenswaardig is nog dat het huidige slot (1855) en het kerkje (1220-1240) ook wel leuk ogen aan de buitenkant, de binnenkant hebben we niet gezien.






We kwamen wat laat op gang op Hemelvaartsdag. Pas tegen elven maakten we de opening  van het 23e wijnfeest van Bad Bodendorf mee. Er werd flink wat getoespraakt - elke bobo deed wel een woordje. De (weinige) bezoekers waren nog nuchter, al zagen we wel opvallend veel glazen rode wijn ingeschonken worden. 80 % van de druiven die hier verbouwd worden zijn blauw en dat betekent rode wijnen: Pinot Noir (hier bekend onder de naam Spätburgunder) en Blauer Portugieser. Het “bezatten” dus maar even uitgesteld tot later en de fietsjes gepakt om deze keer stroomopwaarts het Ahrtal te verkennen.
 
 
Bad Neuenahr en Ahrweiler vormen dan wel samen één gemeente, maar de twee kernen hebben een totaal verschillende uitstraling: Ahrweiler is een middeleeuws stadje met een stadsmuur met poorten en torens daterend uit de 13e eeuw. Een soort openluchtmuseum dus, ware het niet dat de vele toeristen gekleed waren in niet-bepaald middeleeuwse dracht. Bad Neuenahr heeft zijn groei te danken aan de ontdekking van geneeskrachtige bronnen (o.a. de Appollinarisbronnen – 1852) en uitgegroeid tot een “kuuroord” compleet met badhuis, casino, kurpark (met kassa) en uiteraard de rivier de Ahr die door het dorp kronkelt.

 


 
 
 
 
Net iets achter Ahrweiler ligt het 17e eeuwse klooster Kalvarienberg en daar ongeveer sloeg het noodlot toe: de Chinese imperfectie (ook bekend onder de naam “fiets”) vond het weer eens nodig spelbreker te zijn en spuwde een bout, een moer, een rubbertje en een veer uit (samen ervoor zorg dragend dat een vouwfiets in rijdende toestand ook uitgevouwen blijft). Ik zal je het hele verhaal besparen en slechts wijzen op het feit dat een moertje in het hoge gras moeilijk te vinden is en dat de liefdevolle woorden die de fietsenmaker-van-dienst meende te moeten uiten ongetwijfeld met gefronste wenkbrauwen in het klooster geëvalueerd zijn. Maar uiteindelijk had onze held-van-de-dag zijn biertje verdiend en wat later op de dag een Ahr-wijntje op het wijnfeest. Let bij het bestuderen van de foto niet alleen op de spannende rugzak maar ook op het afzakkende broekje, waardoor het zwarte ondergoed extra wordt benadrukt.
 
 
 De specialiteit van het huis: een donker biertje uit Bayern.
Morgen maar weer een stukje verder met ons Puzzeltje. Hopelijk vinden we een leuk plekje: het is namelijk erg druk met campertjes, campers en slagschepen.
V Woold: 92.502; A Bad Bodendorf: 92.719