noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 10 oktober 2022

paddenstoelen zoeken – 4: deutsche pilze

Vaste lezer T te D kwam naar aanleiding van mijn zilverpapierverhaal aan met een artikel dat hij op internet gevonden had: https://www.geschiedenisbibliotheekgroningen.nl/historie/schatkamer/bijzondere-archiefstukken/zilverpapier-bleek-goudmijn. Heb je geen tijd of zin om het hele verhaal te lezen hier een summiere samenvatting. Ene Dr. Denker (in het noorden van het land) zamelde in de jaren vijftig van de vorige eeuw zilverpapier en aanverwant recyclebaar materiaal in en verkocht dat voor goede doelen aan opkopers. Het interessante aan dit verhaal is dat er onlangs een kasboek van deze zilverpapieractie openbaar is geworden (zie afbeelding). Het is maar een onbeduidend schriftje, maar het geeft inzicht in de inkomsten en uitgaven van een aantal jaren in de eerder genoemde periode. Aan de uitgavenkant staan onder meer de aanschaf van blindengeleidehonden en rolstoelen. Het schijnt dus dat ik mijn verhaal over “het ingezamelde zilverpapier werd weggeflikkerd” duidelijk bij moet stellen, tenzij het genoemde artikel fakenieuws is.

maandag 10 oktober: @ kessel

Onze laatste volle camperdag van deze minireis alweer. Opnieuw een frisse nacht. Volle maan, om 22:54:41 was gisteravond de maan op haar “volst”. Vanmorgen stond ze nog mooi te wezen tegen de blauwe lucht aan. Voor de verandering maar weer eens een eindje fietsen. Vandaag het Duitse land in aan de andere kant van de Maas, misschien hebben ze daar ook paddenstoelen. De Napoleonsbaan over en met een paar minuten staan we in Kessel.

Weer eens de Maas over met een veerboot, deze keer de pont van Kessel naar Reuver, een iets grotere overzetboot dan gisteren, maar van dezelfde maatschappij en ook tegen dezelfde prijs: € 0,90 voor een fietser enkele reis. De eerste kilometers van de tocht vielen tegen: we moesten de A73 over en dat schijnt volgens meisje Komoot routetechnisch gezien alleen maar over een vrijliggend fietspad langs een rijksweg te kunnen. 

Na een kleine 10 kilometer waren we in Duitsland en daar werd het meteen anders: niks aangeharkte betonnen fietspaden langs doorgaande wegen maar min of meer harde zandwegen door bos en heide, te beginnen met een gebied dat “Schwalmbruch” genoemd wordt, een beschermd natuurgebied van 286 ha groot aan de grens met Nederland. W vond het mooi met één opmerking: de beloofde Aussichtsturm was afgebroken, alleen de bordjes stonden er nog.

Toen we na een tijdje weer in de bewoonde wereld kwamen en de bospaden voor even werden ingeruild voor geasfalteerde land- en dorpsweggetjes, kwamen we onze eerste verzameling oude stenen tegen: Haus Elmpt, waarvan de geschiedenis teruggaat tot aan het begin van de twaalfde eeuw. Je mag er niet in: privébezit.

Een half uur later was een tweede hoop oude stenen ons uitzicht: de burcht en de watermolen van Brüggen. De burcht is een imposant bouwwerk midden in het centrum van de stad. De graven van Kessel bouwden het in de dertiende eeuw om een doorwaadbare plaats over de S(ch)walm veilig te stellen. Duits of Nederlands gebied? Het onderscheid was er toen nog niet. In de tuin van het slot waren jongelui met activiteiten bezig. Soort vormingsdagen? In het kasteel vind je nu ook een museum. De Brüggener Mühle, deze diende als koren- en slagmolen en in bedrijf bleef tot 1955 ligt naast het slot. Beetje toeristengat dat Brüggen met veel terrassen in het centrum en zelfs om 12 uur op een doordeweekse (maan)dag in oktober was het merendeel goed bezet.



Plotsklaps stonden we voor een groot hek dat gemotoriseerd verkeer tegen moet houden: één van de ingangen van het Brachter Wald, een heel bijzonder natuurgebied. Het terrein was tot 1996 in handen van de Britse strijdkrachten die het gebruikten als munitieopslagplaats. Zo’n bestemming kan zich geen pottenkijkers veroorloven en daarom was het hermetisch afgesloten. Tussen de opgeslagen bommetjes en kogels door is de natuur hier haar eigen gang gegaan en kun je er uiterst zeldzame en bedreigde planten en dieren vinden. Ook groot wild schijnt hier voor te komen. Even dacht W nog dat ze herten kon horen burlen, maar ik maakte een einde aan het feest door te stellen dat het vermoedelijk het kraken van haar Chinese rijwiel was. En inderdaad: één trap tegen het achterwiel deed de burlende herten het zwijgen toe. Spoorlijnen, perrons, bunkers - als je goed kijkt is de gehele infrastructuur nog goed herkenbaar. 

Voor we het wisten stonden we weer aan de oevers van de Maas en na een kilometer of zes stond de pont op ons te wachten (niet nadat we een foto van Kessel hadden gemaakt). Kessel, vroeger een stuk belangrijker dan nu: het was de voormalige residentie van Graafschap Kessel en kreeg in 1312 stadsrechten. Grote lappen grond met alles erop en eraan (inclusief de bevolking) verkopen was in die tijd normaal, vooral als je geldgebrek had. Op die manier ging Kessel over naar het Graafschap Gelre en hoorde tot het Overkwartier (één van de vier delen waaruit Gelre toentertijd bestond). Belangrijk? Ja, want aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog  werd het voormalige hertogdom Gelre bij de Vrede van Münster in 1648 definitief gesplitst. Opper-Gelre of Overkwartier (met het Land van Kessel) bleef deel uitmaken van de katholieke Spaanse Nederlanden onder de Spaanse Habsburgers. De drie noordelijke kwartieren van Gelre kwamen als Gelderland bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. 

Tegenwoordig is Kessel een klein onderdeel van de gemeente Peel en Maas en herinnert niet veel meer aan die oude tijden met uitzondering van Kasteel de Keverberg dan, maar eigenlijk is dat ook pas een jaar of acht oud. Schreeuwt om uitleg, ik weet het. Er werd al een torentje gebouwd in 950, maar het grote knutselwerk begon rond 1250 toen op een kunstmatige heuvel (een motte) de voormalige residentie van de graven van Kessel tot stand kwam. Het kasteeltje leefde nog lang en gelukkig tot het in de Tweede Wereldoorlog werd bezet door Duitse soldaten. “Laat niet uit dankbaarheid voor het aangenaam verpozen, de eigenaar van het kasteel de schillen en de dozen”, was niet voldoende voor de terugtrekkende toepen: ze bliezen het op en staken het in brand. In 1953 werden de restanten door de gemeente Kessel aangekocht. Er was zoveel van het kasteel verloren gegaan dat men heeft besloten om de burcht niet te restaureren maar te consolideren: handhaven in de staat waarin hij is en zodanig te onderhouden dat verder verval niet kan optreden. En zoals dat wel vaker in Nederland gaat: er kwam een stichting. De stichting Behoud Kasteel Keverberg werd eigenaar van de ruïne, schraapte een miljoen of vijf bij elkaar, herstelde de oude muren en maakte er verder iets moderns van. Weer een andere stichting exploiteert het bouwwerk als vergader-, trouw- en feestlocatie met als wervende tekst: Op de grens van Noord- en Midden-Limburg is het ook een perfect onderdeel van een dagje uit vol historie, avontuur en architectuur. Natuurlijk ben je ook welkom voor een heerlijke kop koffie of een lekker speciaalbiertje.” Nog even wat geleend beeldmateriaal voor de volledigheid: de mooie “blauwe” foto is van VVV Hart van Limburg. Andere foto's in dit verslag allemaal van een zekere W te L, kortstondig verblijvend te K.


Een bezoekje aan de Coop topte onze reis af: hoeven we ook niet bang te zijn om van honger en dorst om te komen. En dat wachten het moment van het leegraken van de gasfles heb ik ook gehad: heb preventief de volle bus maar aangesloten, hoeven we tenminste niet in het donker aan het knutselen om te kunnen koken of stoken. Een mooie dag: van vrijwel onbewolkt (in de ochtend) tot volledig bewolkt (later op de middag); temperatuur oplopend tot 20 graden. Om half vijf een paar spetters. Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag: terug naar huis want woensdag oppasverplichtingen. En oh ja: het thema was toch paddenstoelen? Auch in Deutschland keine Pfilze gefunden (aber auch niet gesucht). Dan nog één memorabel feit: de fiets had gisteren het mooie getal 8.000 in het display staan (gefietste afstand vanaf vorig jaar eind juli).