“De dokter bellen, de ambulance oproepen of gewoon het zekere voor het onzekere nemen en 112 draaien?” sprak W niet zonder enig sarcasme toen ik met een hartsgrondig “Au” uit het bed kwam. Oorzaak: naweeën van de coronaprik van gisteren, pijnlijke arm en niet lekker. Mijn vierde spuit inmiddels en nog nooit ergens één centje pijn van gehad, deze keer wel: ander spul of andere prikker?. En mijn liefhebbende eega sloot af met: “Ga even languit liggen, kan ik de maat opnemen en meteen je kistje bestellen. Vurenhout wilde je toch?”
zaterdag 8 oktober: @ ’s-hertogenbosch
Fijn zo’n Trumakachel in de bus: verdrijft de kilte. Frisjes namelijk om half negen toen W me vertelde dat ze om acht uur van de wekker wakker geworden was en of ik dat pokkending maar wilde aanpassen anders deed zij het en stond dan niet voor de gevolgen in. Een kopje koffie zorgde voor vrede. Het gesprek werd voorlopig door W afgerond met het zinnetje “Op pad gaan met zo’n oude mopperpot valt niet altijd mee”, de vraag is wie ze ermee bedoelde. Verder een rustig begin van de dag, alleen die Truma moest werken: W onderhield via de telefoon haar contacten met de buitenwereld en ik stortte me op de fietsroute van vandaag. Kamp Vugt moest er onderdeel van uitmaken, maar omdat dit museum pas om 12:00 uur opende moest het aan het eind van de tocht gepland worden. Een dagje op de grens van Gelderland en Noord-Brabant met de Maas als scheidingswater. We hebben hier al eens vaker gefietst, onder andere in de buurt van Heusden, dat leuke vestingstadje. Laten we dus nu maar liggen en concentreren ons op andere highlights die ons worden aangeboden door Truus van Komoot. Nou ja: ik klik ze aan en zij knutselt er wel een route omheen. Onze eerste highlight was de Markt in Den Bosch, en inderdaad was er markt op de Markt. Reden voor mij om snel door te fietsen en ik hoorde geen STOP naast of achter me, dus W was het er mee eens. Achteraf maar een passend plaatje opgezocht, een schilderij uit 1665 van Jan Abrahmsz. Beerstraaten. Nee, nooit van gehoord.
Daarna doorfietsen tot over de Maas en vervolgens de wind pal van voren richting westen. Even uitblazen bij het Slot van Well; privébezit, dus alleen van een afstandje kijken naar de waterburcht. De oudste stenen dateren uit de veertiende eeuw, toen er een woontoren (met muren die een dikte van één meter hebben) werd gebouwd. Zoals alle burchten is er later veel bij- en aangeknutseld, de laatste toevoegingen (een brug en een poortgebouw) dateren van 1934.
Toen (de wind nog steeds pal voor) richting Heusden, nog steeds over de dijk. In de buurt van Heusden begint de Bergsche Maas. De Bergsche Maas is aangelegd aan het eind van de negentiende eeuw om de afwateringsproblemen van de Maas op te lossen. In wezen is het een door mensenhanden gemaakt vervolg van de rivier de Maas. De Maas ging in de loop der eeuwen haar eigen gang en veranderde nogal eens van stroomrichting. En zijn voldoende doctorandussen op dit onderwerp afgestudeerd, dus ik ga het verhaal hier niet herhalen. Aan dat eigen willetje van de Maas werd in 1883 een einde gemaakt door de Maasmondwet die kort en krachtig luidde “De uitmonding van de rivier de Maas zal worden verlegd naar den Amer”, niet meer en niet minder. En in 1904 was de “gegraven rivier” er.
We hebben nog even stilgestaan bij het Heusdensch kanaal die de Afgedamde Maas met de Bergsche Maas verbindt over een lengte van ongeveer 2.300 meter. Ook het resultaat van de Maasmondwet. Later is dit kanaal voorzien van een keersluis, de Kromme Nolkering. Bij hoge waterstanden in de Maas wordt deze kering gesloten.
Een groot deel van de route liep langs het Afwateringskanaal dat tussen 1907 en 1911 gegraven werd om Het Bossche Broek te ontlasten bij wateroverlast. Het kanaal loopt over een lengte van 19 kilometer van Den Bosch naar Drongelen en stort haar water in de Bergsche Maas via de Bovenlandse Sluis die ik natuurlijk aan mijn portie highlights moest toevoegen. Een aantal gemalen langs het Afwateringskanaal moesten de waterafvoer regelen. Nu kan ik een heel verhaal ophangen over de rol van kleine riviertjes als de Dommel, de Aa en de Leij, maar dat is niet interessant. Veel belangrijker was dat we vanaf de Bovenlandse Sluis de wind van achteren hadden en W sprak “Zo, nu kunnen we genieten”.
Genieten deden we ook op het terras van eetcafé de Klinkert aan de rand van de Loonse en Drunense Duinen. We konden nog net het laatste-tafeltje-in-het-zonnetje annexeren. Een drankje, een hapje en het leven kan goed zijn.
Bijna aan het eind van onze tocht ligt Kamp Vught, tijdens de Tweede Wereldoorlog een SS-kamp. Vught was in tegenstelling tot Kamp Amersfoort en Kamp Westerbork geen doorgangskamp maar een echt concentratiekamp, opgezet naar het model van andere kampen in nazi-Duitsland. Het museum laat door middel van veel foto’s en film zien hoe het kamp tot stand is gekomen en werd gebruikt. Buiten is een grote maquette te zien van het totale kamp, een nagebouwde barak en het authentieke crematorium. Konzentrationslager Herzogenbush, zoals Kamp Vught officieel heette, was dan wel geen vernietigingskamp, maar door de erbarmelijke omstandigheden gingen er regelmatig gevangenen dood. Een indrukwekkend einde van onze fietstocht.
Op de terugweg nog even boodschappen ingeslagen bij een plaatselijke Jumbo en na bijna 54 kilometer kon W nog een half uur in het zonnetje zitten met haar Radler en ik een begin maken aan dit verhaal om vervolgens gebombardeerd te worden tot kok. Een mooie dag, goed fietsweer: wisselend bewolkt en zo’n 16 graden. En morgen? Morgen is er weer een dag. W heeft haar openingszinnetje “Als we nu eens morgen ….” Afgemaakt met “.. naar een missiemuseum gaan? Wat vind je daarvan?” Ik vind het prima! Morgen gaat het verhaal dus waarschijnlijk over het sparen van zilverpapier voor de arme negerkindjes in Afrika. Oh, even voor de volledigheid: voldoende paddenstoelen gevonden.