De Tour is afgelopen: géén legitieme reden meer om op de
kont thuis te zitten. Ook de oppasdiensten zijn (voorlopig) verleden tijd. Nog wel eventjes drie
overnachtingen in Delft (Abtwoudse Hoeve) op het lijstje bijgeschreven in
verband met de Q-oppascentrale en één wilde overnachting in Best in verband met
een “ook-ik-stop-met-werken”-feestje van zwager/broer R. Overigens kun je het
beter een clandestiene overnachting noemen, want zo wild was het niet voor de
kerk van de Jehova’s Getuigen. Ook heeft Puzzel me nog even naar het noorden
gebracht waar hij mocht blijven wachten tot het baasje weer van de zeilboot
stapte: een fantastisch tochtje met een nachtje droogvallen op het wad onder
Schiermonnikoog (mooi om het water zien op te komen), een winderig nachtje in de marina van Lauwersoog (lekkere
douche en een mooie porseleinen troon) en tenslotte een onweersnachtje aan een
steigertje ergens op het Lauwersmeer.
Terug naar het heden: uitgangspunt van deze tocht (twee weken volgens W, drie
weken volgens mij; het zal wel een compromis worden) is het routeboek van de
NKC-reis “Oost-Duitsland per fiets”. Ons kennende zal er de nodige keren worden
afgeweken van het schema.
Uiteindelijk hebben we zondag 6 juli op het nippertje de zegening van
vakantiegangers en hun voertuigen (auto, scooter, fiets en rollator) gemist.
Alle gekheid op een stokje: in Groenlo doen ze dat echt! Ik citeer de
parochiewebsite: “Voor velen is het een rustgevende gedachte als zij, de
inzittenden en ook hun auto, voor de vakantie gezegend zijn en in het drukke
verkeer geen gevaar vormen voor zichzelf, de inzittenden en andere
weggebruikers. Ook het verschoond blijven van ander onheil speelt een rol; den
aan ziek worden, diefstal, letterlijk niet meer thuis komen”. Samenvattend:
wierookkwast erover en er kan je niets meer gebeuren! Ongeveer hetzelfde als: biechten en opnieuw doen.“Snelwegen vermijden” was de opdracht aan Ome Tom en die bracht ons door het lichtglooiende Münsterland naar Paderborn. Eigenlijk stond Bad Karlshafen gepland, maar W wilde graag asfalt onder de wielen hebben vannacht. De zonneschijn was in vloeibare vorm uitbundig aanwezig geweest vandaag en ik ben het met haar eens: 3,5 ton langzaam maar zeker zien wegzakken in een zompig grasmatje is ook niet alles. CP Rolandsbad, Campercontactcode 27.453, 5 € per nacht en 50 cent per kwh stroom; ruime plaatsen en het centrum op iets meer dan een kilometer afstand. De vuile troep (nat en droog) kan morgen ook gedumpt worden.
Paderborn, we waren er vorig jaar (eind november) ook al
eens. We hebben toen een ongelooflijk mooie fietstocht langs onder meer
de Lippe en rondom de Lippesee gemaakt. Fietsen was er vandaag niet bij: soort
van veel nattigheid dus. Maar met een parapluutje en een regenjas en beiden
gewapend met een stappenteller konden we wandelend Paderborn in. En: we vielen weer eens
met de neus in de boter. Eerst dachten we dat we op een verlate (of vervroegde)
kerstmarkt waren aanbeland. Al snel kwamen we tot de ontdekking dat het Liborifeest
werd gevierd, één van de grootste en oudste volksfeesten in Duitsland. De drie
K’s (Kirche – Kultur – Kirmes) gaan in Paderborn naadloos samen en zorgen er
voor dat je in Paderborn geen honger en dorst hoeft te lijden. Even volkomen
terzijde: wijlen mijn opa besprak ook altijd de drie belangrijkste K’s van de
wereld: Kerk en Kapitaal waren de laatste twee, de eerste komt de censuur van W
niet door. Even terug naar Paderborn: uitgangspunt van het feest is de sterfdag
van de heilige Liborius (die ergens in de vierde eeuw leefde). Zijn oude botten
worden sinds 836 in Paderborn bewaard. (“Graag wat minder jaartallen”, hoorde
ik de laatste tijd van een drietal vaste volgers. Ik probeer mijn best te doen,
maar beloof niks). Negen dagen lang duurt het feest en in het najaar doen de
Paderborners het nog eens dunnetjes over.
Paderborn = bron van de Pader. De Pader is het kortste
riviertje van Duitsland. Uit meer dan 200 bronnen komt in de stad 5.000 m3 water
per seconde uit de bodem. Dat water vormt de Pader, die 4 kilometer later bij
Schloss Neuhaus in de Lippe mondt. Einde Pader. De geschreven geschiedenis van
Paderborn begint bij Karel de Grote, die in 777 op deze plek een stulpje liet
bouwen. In 800 wordt Kareltje keizer en wordt in Paderborn een bisdom gesticht
en worden stad en omgeving een prinsbisdom. Zo’n vijf eeuwen later treedt de stad toe tot de
Hanze en dan kan het grote bouwen beginnen. In 1802 wordt het prinsbisdom
ingepikt door Pruisen en nadat Nappie (daar-is-ie-weer) een paar jaar de baas
had gespeeld vond het Congres van Wenen dat Pruisen Paderborn wel mocht houden.
Een paar bommetjes in WO 2 zorgden er voor dat 85 % van de stad in puin lag.
Echt mooi gerestaureerd is de stad niet, al zijn er wel leuke optrekjes te
vinden. Het hoogtepunt is natuurlijk de Dom met haar toren van 93 meter, de gotische
blikvanger van de stad. Maar zoals gewoonlijk: als wij een kerkje bekijken is
het ingepakt en wordt het gerestaureerd, zo ook deze keer. Even een blikje naar
binnen geworpen (er was een dienst bezig; let wel: maandagmiddag half vier!) en
het zag er smaakvol uit. De foto hieronder (toren zonder jasje) is niet van ons (zie je ook aan de lucht!), maar komt van Wikipedia, de foto hierboven (torentje met jas) is evenals de foto met het mozaïekwerk wel met onze eigen Canon gemaakt.
V: 75.702; A: 95.903