Het was een dode boel op Camping de Covas: we waren bijna de
enige gasten. Ongetwijfeld zal het er in het weekend wel drukker worden, de
camping kent veel jaarplaatsen. Zelfs op het plaatselijke kerkhof was niet erg
veel te beleven. Toch altijd een toeristische attractie van de bovenste plank die
dodenakkers in de zuidelijke landen. Gisteravond nog even tijdens een ommetje
bezocht, evenals de kerk (gelukkig gesloten). We mochten beiden “het mooiste
graf” uitzoeken en laten we nu toch alle twee hetzelfde uitkiezen. Toen ’s
morgens de campingbaas vertelde dat er geen brood was zijn we maar vertrokken.
Leuke camping, maar weinig in de omgeving te doen behalve wandelen.
Na de nodige haarspeldjes om weer de bergen uit te komen
kwamen we weer bij de rivier de Minho terecht, die we moesten oversteken om in
Spanje te komen. Halverwege krijgt de rivier dan ook een Spaanse naam, de Miño.
We volgen dan wel delen van de NKC-reis Spanje-Portugal, maar om (conform
routebeschrijving) direct naar Santiago-de-Compostella te knallen vinden we maar
niks. We proberen vandaag zoveel mogelijk de Spaanse kustlijn in zicht te
houden (het liefst zichtbaar door het linker raampje, dan gaan we de goede kant
op). De kust wordt doorsneden met ria’s (fjordachtige inhammen), leuke
vissersdorpjes, lieflijke praia’s, maar ook een paar grote k-steden, waar je
blij bent het bord einde-50 te zijn gepasseerd zonder krassen (of nog erger) te
hebben opgelopen. Gelukkig remt W mee, dus staan we steeds op tijd stil. Hier
in de buurt moet even na de eeuwwisseling een olietanker gestrand zijn; de
rommel is inmiddels netjes opgeruimd.
We zitten in Galicië en zijn op weg naar Santiago de
Compostella, wij met ons puzzeltje, een aantal wandelaars lopen het kustpad vanuit
Portugal. Vandaag vooral stevig doorstappende meiden gezien, het sterke
geslacht was echt in de minderheid. Een van de kuststeden die we doorkruisten
was Vigo. Vigo is de grootste stad van Galicië met een grote vissershaven, maar
die is me volledig ontgaan.
Adieu Portugal
We hebben ons tijdens deze reis – wat Portugal betreft – beperkt tot het noorden: de Tejo (Taag) zijn we bewust niet overgestoken. Portugal is een erg mooi land: natuur en (een beetje veel) cultuur. Niets negatiefs te melden? Jawel: hier in het noorden komt de Portugese bevolking wat afstandelijk zo niet volkomen niet-geïnteresseerd over: receptionistes van campings die het nog net op kunnen brengen je in te schrijven; W is een keer onverrichterzake een bakkerszaak uitgelopen omdat niemand van de aanwezigen bereid was haar te helpen; een kaartjesverkoper in een museum die vijf minuten bleef kletsen met een Portugees en ons gewoon voor jan-met-de-korte-achternaam liet staan. Wat ons vooral opviel: hier spreken erg weinig Portugezen Engels (of willen ze het niet spreken?) Er zijn natuurlijk uitzonderingen en opvallend was, dat dat vaak oude mannetjes waren die ons hielpen wanneer we over een plattegrondjes gebogen stonden of op een rotonde zochten naar die ene aanwijzing die ons niet omhoog zou sturen. Tijdens een fietstocht langs zee probeerde een mannetje ons in zijn beste Engels duidelijk te maken dat we beter het vlonderpad konden gebruiken dan de grote weg (zonder helm). Komen we niet terug dan? Tuurlijk wel: het is en blijft een erg mooi land. De volgende keer misschien wat minder kerken en wat meer oude stenen in de natuur zelf, maar we hebben het uitstekend naar onze zin gehad.
SanxenxoWe hebben ons tijdens deze reis – wat Portugal betreft – beperkt tot het noorden: de Tejo (Taag) zijn we bewust niet overgestoken. Portugal is een erg mooi land: natuur en (een beetje veel) cultuur. Niets negatiefs te melden? Jawel: hier in het noorden komt de Portugese bevolking wat afstandelijk zo niet volkomen niet-geïnteresseerd over: receptionistes van campings die het nog net op kunnen brengen je in te schrijven; W is een keer onverrichterzake een bakkerszaak uitgelopen omdat niemand van de aanwezigen bereid was haar te helpen; een kaartjesverkoper in een museum die vijf minuten bleef kletsen met een Portugees en ons gewoon voor jan-met-de-korte-achternaam liet staan. Wat ons vooral opviel: hier spreken erg weinig Portugezen Engels (of willen ze het niet spreken?) Er zijn natuurlijk uitzonderingen en opvallend was, dat dat vaak oude mannetjes waren die ons hielpen wanneer we over een plattegrondjes gebogen stonden of op een rotonde zochten naar die ene aanwijzing die ons niet omhoog zou sturen. Tijdens een fietstocht langs zee probeerde een mannetje ons in zijn beste Engels duidelijk te maken dat we beter het vlonderpad konden gebruiken dan de grote weg (zonder helm). Komen we niet terug dan? Tuurlijk wel: het is en blijft een erg mooi land. De volgende keer misschien wat minder kerken en wat meer oude stenen in de natuur zelf, maar we hebben het uitstekend naar onze zin gehad.
Ons puzzeltje staat deze nacht op een camperplaats vlak aan de Atlantische Oceaan: Area de Besadoiro aan de Praia de Pragueira (Campercontactcode 18988): een boerenerf waar we voor € 6 mogen staan, stroom kost twee flappen meer, maar dat hebben we vandaag niet nodig. We genieten van een mooie zonsondergang, maar natuurlijk weer net niet op tijd de sissende zon kunnen fotograferen.
V: 79.055; A: 79.223