noordpolderzijl

noordpolderzijl

donderdag 22 april 2021

de fontein

En weer viel er zo’n definitieve verhuiskaart op de mat, je weet wel zo eentje met een zwart randje; deze keer van een buurvrouw en inderdaad: onze leeftijd. Zo zie je maar weer: het leven is te kort om slechte wijn te drinken. En dat terwijl we nog volop bezig zijn om de gevolgen van de laatste permanente verhuizing te verwerken: het ontruimen van een huis. Wat kan een mens in ruim 95 jaar veel troep verzamelen, vooral wanneer er niets is weggegooid is. Een paar voorbeelden: 68 emmers, 12 kammen, 7 koortsthermometers. We kiezen er voor om het nuttige met het aangename te verenigen en elke dag een paar uur te ontruimen en de rest door te brengen in ons tiny-house-on-wheels.

maandag 19 tot donderdag 22 april: @ eibergen

In deze tijd van het jaar is camping de Fontein in Eibergen een oase van rust. Ook deze keer is het grote kampeerveld geheel voor ons alleen. Wanneer we op maandag tegen drieën aankomen en de gebruikelijke social talk hebben gehad met de nog-eigenaar-maar-volgend-jaar-niet-meer-want-de-camping-is-verkocht op de fiets om te kijken of de omgeving van Eibergen deze winter een verandering heeft ondergaan. De foto's van de camping zijn geleend van de campingwebsite.



Een deel van de tocht liep langs de Duitse grens.
Ik kon het niet laten om alle coronamaatregelen aan mijn laars te lappen en even zonder geldige test op Duitse bodem te staan. De grens tussen Duitsland en Nederland is een oude en vrij stabiele grens. Sommige grenzen zijn “natuurlijk” van aard, omdat ze gevormd worden door bijvoorbeeld een rivier. In dit gebied is dat in het geheel niet het geval. Het was eeuwenlang een woest heideland met hier en daar een vennetje. Er werden plaggen en turf gestoken en strooisel voor de stal gemaaid door de bewoners van Rekken en Eibergen. Er woonde niemand en dat gold ook voor het Munsters gebied aan de andere kant van de grens. Omdat het een “leeg” gebied was viel het wel mee met de grensconflicten. Kort na 1651 verrezen kerk en klooster van Zwillbrock. Dit trok aan beide zijden van de grens katholieke boeren aan, die de heide gingen ontginnen. De met houten palen slecht afgebakende grens gaf steeds meer problemen. De palen braken af of werden ergens anders neergezet. Om de toenemende vijandelijkheden te beëindigen en nieuwe te voorkomen, vond er in 1765 een conferentie plaats in het klooster Groot Burlo, in Duitsland, vlak bij Winterswijk. Daar werd door Gelderland en Münster de grens vastgesteld en besloten genummerde stenen te plaatsen vanaf de grens met Overijssel tot Dinxperlo. Met de grenssteen die samen met mij de foto versiert (steen 36, later ongenummerd tot 811) is nog wat bijzonders aan de hand: voor 1945 stond hij 100 meter verder Nederland in op grond van boerderij Slemphutte, die voor het eerst in 1740 in officiële stukken genoemd wordt. De oorzaak van deze verplaatsing is eenvoudig: kort na de Tweede Wereldoorlog kwam er in ons land een sterke beweging op gang om delen van Duitsland te annexeren als compensatie voor de geleden oorlogsschade. Het bleef bij enkele grenscorrecties die later werden teruggedraaid (denk aan het gebied rond Elten). Dat terugdraaien gebeurde echter niet voor dit gebiedje. Hier kunnen we dus met recht zeggen dat we Nederland “een stuk” groter hebben gemaakt.

Een tweede markant punt van onze tocht was “Kamp Holterhoek”, waar wat oudere jongens hun hobby uitoefenen door met “bakkies” en voor radiopiraat te spelen. Misschien een beetje simpel uitgedrukt maar hier zetelt de Eovcie (Elektronische Oorlogvoerings-compagnie), die een tweeledige taak heeft: opsporen en storen, namelijk het opsporen van vijandig radioverkeer en indien nodig deze verbindingen ontregelen. Daarvoor zijn er antennevelden opgesteld (die overigens door de verbeterde technieken niet meer zo onbenullig groot zijn als vroeger). Af en toe verschijnt er een stukje in de krant, zoals een artikel in de Volkskrant (april 1985) met de kop ‘Militaire luisterpost bezet’, toen een 25-tal vredesactivisten van de actiegroep BONK (Burgerlijke Ongehoorzaamheid en Non Koöperatie) over de hekken van het antenneveld aan de Noachweg geklommen was om spandoeken aan de antennemasten op te hangen. Het militaire kamp stamt uit 1953.

Tegen vijven vertellen mijn benen dat ze genoeg hebben gedaan voor vandaag, dus aan het kokkerellen en daarna nog even netflixen met zijn tweetjes, ik heb nog een flink aantal gigabytes te verstoken op mijn mobieltje vóór het eind van de maand. Ook even een discussie gehad over het nut en de manier van lijnen. We kwamen niet tot een eensluidende conclusie.



Op dinsdag was het feest: het bevoegd gezag had in overleg met haar broer besloten een rustdag in te lassen, dus even een dag geen meubels sjouwen en laatjes met foto’s uit het jaar 0 (en nog eerder) sorteren. Nu is rustdag behoorlijk betrekkelijk: wie mijn wederhelft kent weet dat de uitdrukking “rust roest” op meerdere plekken in haar lijf gebrand is. Maar om op de eerste zin van deze alinea terug te komen: het kon niet mooier uitkomen omdat er vandaag schitterend weer werd beloofd. Dus in plaats van zwetend meubels sjouwen, transpirerend pedaleren. “Stippel maar een leuk tochtje uit door het Haaksbergerveen en het Buurserzand”, was de opdracht terwijl de koffie zich een weg baande door het filter. Normaal hoort daar ook een stuk Ammeloërvenn bij, maar dat is op dit moment verboden gebied. We worden geacht niet in Duitsland te komen. Het is inmiddels ook al weer driekwart jaar geleden dat we dit stuk “wilde” natuur bezocht hebben, maar dat was in een ander jaargetijde, dus totaal andere uitzichten.

De drie natuurgebieden laten zien hoe deze omgeving er “vroeger” uitzag: heide met droge en natte delen (Buurserzand) en hoogveen (Haaksbergerveen en Ammeloërvenn). Het heidegebied van het Buurserzand werd eeuwenlang gebruikt als onderdeel van het potstalsysteem in het esdorpenlandschap. Het is aan de ontginningen van de 20ste eeuw ontkomen doordat het gebied in gebruik was voor de jacht bij de familie Van Heek. Deze schonk het terrein in 1929 aan Natuurmonumenten. Het Haaksbergerveen is het restant van eeuwenlange kleinschalige vervening door de plaatselijke bevolking. Na het afgraven van de turf bleef een patroon van veenputten en smalle stroken van deels verveend en deels onverveend hoogveen achter. De grootte van de veenputten varieert van een paar vierkante meters tot enkele hectaren. De gebieden zijn de laatste jaren flink uitgebreid door de aankoop van landbouwgronden en deze “terug te geven aan de natuur”. Een opsomming van plantjes en beestjes die hier voorkomen zal ik achterwege laten, want “probeer je te beperken tot het allernoodzakelijkste, dan blijft het misschien leesbaar” waren de wijze woorden die ik tijdens de ochtendkoffie meekreeg.

17 graden maximaal; eerst onbewolkt, later op de dag kwamen er plukjes wit bij aan de blauwe lucht. Handschoenen aan ‘s morgens, maar zonnebril op. Helaas heeft het exemplaar van W een zeer bedenkelijke vorm aangenomen. Kortom: een rustdag die geen rustdag werd.




Na zo’n dag ontspanning moest er op woensdag weer hard gewerkt worden en toen we – voorzien van een warm gebakken visje – op de camping aankwamen, konden we al snel in de ruststand. Overigens “warm gebakken visje”? Wel eens een visje gezien dat koud gebakken is??



En op donderdag kwam aan ons fijne verblijf op de Fontein een eind: APK voor de camper en het wordt (vooral ‘s nachts) weer frisser. Tijd om de kachel thuis op te zoeken. April doet wat hij wil, of zoals we dat in Spanje zouden zeggen: en abril, aguas mil. Weinig water gehad overigens.







zaterdag 17 april 2021

en weer thuis

vrijdag 16 april: @ home

Even de slokdarm tectyleren en een paar broodjes bakken in de Omnia-oven: wat kan het leven aan boord toch prettig zijn. Afwassen, busje kuisen en dan tijd om naar huis te gaan. Een van de voornaamste reden is dat Puzzel een poetsbeurt krijgt. Morgen glimt hij weer als een snottebel in de maneschijn, mijn buurman heeft een variant op deze uitspraak: het schijnt dat een blote eikel ook behoorlijk kan glanzen. Het was een rustige nacht op de Bentelosche Esch, slechts acht-campers-druk. Het waren weer een paar mooie dagen die zoals gewoonlijk weer veel te snel voorbij waren. Maar ik kan nog even nagenieten, want mijn ziel reist altijd langzamer dan mijn lijf. Niet te lang wachten voor de wielen weer over asfalt gaan zoeven. Nog één ding vergeten te vermelden: heb ik de afgelopen dagen totaal niet opgemerkt dat inmiddels de 30.000e klik op mijn website is geregistreerd. Zouden onze belevenissen ook in boekvorm interessant zijn?

V: 157.158; A: 157.195

Nog frisjes in de vroege ochtend; wel zonnebrillenweer.


donderdag 15 april 2021

the plans of sailors

 donderdag 15 april: @ bentelo

De titel van dit verslag? De volledige tekst luidt: The plans of sailors are written in the sand of low tide. Oftewel: je maakt plannen en vervolgens voer je ze meestal niet uit. De bedoeling was dat ik deze week in Zeeuws-Vlaanderen de stand van zaken met betrekking tot de Hedwigepolder zou gaan bekijken. Ging niet door, want België is verboden gebied. Het alternatief was een omweg door de (dure) Westerscheldetunnel. Bewaren we voor later wanneer de Belgen ons weer lief vinden. Het is uiteindelijk Woudrichem geworden, ook mooi en vooral verrassend. Wilde nog een dagje bijboeken, maar er kwam een verzoek van het “bevoegd gezag” om vrijdagmiddag mijn brute krachten voor iets in te zetten. Dus maar een plekje gezocht op zo’n 35 kilometer van huis. Voor vandaag geldt nog de wijze spreuk “If you know where home is, that’s enough: you don’t have to be there”.

Het is nog rustig op de camping. Overdag zijn gasten bezig hun stulpje op te bouwen voor het seizoen. In de winter moet alles elders opgeslagen worden, inclusief de onbenullige stacaravans en vanaf 1 april kan het grote knutselwerk weer beginnen. In de loop van de avond gaat vrijwel iedereen weer naar huis en blijft alleen het monotone geplofplof van de dieselmotoren op de Merwede over. Om in dezelfde sfeer te blijven: tijd voor mij om anker op te gaan. Bijgaande foto heb ik geleend van de website van camping “de Mosterdpot”, titel: blik op de Merwede. Plekje om te onthouden.

Naar Bentelo dus, campercamping de Bentelose Esch, een plek waar ik graag op het eind van een tripje mag verwijlen: ideaal voor de afwas en dat soort dingen. Eigenlijk is Esch een beetje overdreven: es is de gangbare schrijfwijze voor een hooggelegen akker die je niet alleen in Twente, maar op heel veel zandgronden van Nederland vindt. Andere benamingen: eng, enk, kouter of veld. Het bord op de foto geeft een duidelijke verklaring van het ontstaan van essen. Dus als je werkelijk geïnteresseerd bent: vergroten maar die foto!


Niet al te druk op de camperplaats. Eigenaar John mist duidelijk zijn klanten uit Duitsland. En “de grote kudde komt wanneer de nachten minder koud zijn”, volgens hem. Ongetwijfeld. Voorzien van sherpamuts en handschoenen een stukje van Twente opzoeken dat mijn fiets nog niet eerder gezien had. Richting Sint Isidorushoeve, in de omgeving kortweg De Hoeve genoemd. Je vindt het tussen Hengevelde en Haaksbergen. Het dorp is nog geen 100 jaar oud. In 1928 bouwde men de rooms-katholieke Isidoruskerk, genoemd naar de beschermheilige van de plattelanders. De huizen volgden later. Na Isidorushoeve werd de route mooier en fietste ik een paar kilometer door een deel van het landgoed Twickel om daarna nog even een uitstapje te maken naar Bentelodorp om in de plaatselijke dagwinkel wat ingrediënten voor een warme hap bij elkaar te sprokkelen. Beetje duurder dan de Lidl, maar mooi dat zo’n dorp nog een supermarkt heeft. Zag in het voorbijfietsen dat de kerk van Bentelo (Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende Bijstand) een nieuwe functie heeft gekregen: coronatestcentrum. Het was er druk, of de verkeersregelaars deden alsof. Had ik de afgelopen dagen een razendsnelle 4G-verbinding, hier in Bentelo lopen ze wat achter. Misschien toch zo overschakelen op het campingwifinetwerk.



V: 156.994 ; A: 157.158

Rijtemperatuur: oplopend tot 9 graden; zonnebrillenweer

woensdag 14 april 2021

het rivierenland – 2

 woensdag 14 april: @ woudrichem

Frisjes vanmorgen bij het opstaan: de kachel op standje 1 houdt de vorst buiten, maar doet niet veel méér. Opdraaien en terug onder het dekbed. Tegen half twaalf begon het zwerk open te trekken, maar wees gerust: toen was ik er al een paar uur uit. Een fietstocht door het Land van Altena en Heusden stond voor vandaag op het programma. Woudrichem ligt in de gemeente Altena, dat op 1 januari 2019 ontstond door een fusie van drie Brabantse buurgemeenten, namelijk Aalburg, Werkendam en Woudrichem. De gemeentenaam Altena verwijst naar het land van Altena, de regio die in het noorden van de fusiegemeente ligt. Het zuidoostelijk deel van de gemeente ligt in het land van Heusden. Twee afbeeldingen: hieronder een kaart uit de altlas van Blaeu (zeg maar 17e eeuw) en hiernaast wat nieuwer werk van Jan Willem van Aalst (de kaart van Woudrichem, die ik gisteren bijvoegde, is ook van hem).


Mooi tochtje, grotendeels in de zon. Toen ik tegen drieën weer bij ons mobiele huis (dat nu even stilstaat) aankwam trok de hemel weer dicht en vielen er warempel een paar verdwaalde spetters. Goed gepland! Windkracht 2 uit het noorden, qua sterkte een makkie, qua temperatuur ronduit fris te noemen, maar gekleed met sherpamuts en handschoenen was de kou draaglijk. Misschien volgende keer toch de lange onderbroek meenemen voor dit soort avonturen.


De helft van de tocht ging langs de Afgedamde Maas. Tja, de Maas. DE Maas bestaat eigenlijk niet. In 2015 heb ik de Maas gevolgd van bron tot monding en een en ander (tot vervelens toe volgens sommigen) uitvoerig beschreven. Hier volsta ik met een korte samenvatting. In de loop der eeuwen heeft de Maas steeds weer een ander plekje gezocht om haar water naar zee te kunnen brengen. Ik geef een paar voorbeelden. In Romeinse en Middeleeuwse tijd stroomde de toenmalige Maas langs Heusden richting Dordrecht en ging daar over in de Oude Maas. Rond 1200 brak er een dijk bij Giessen door en vanaf dat moment begon het water in noordelijke richting te stromen om bij Woudrichem uit te monden in de Waal/Merwede. De Merwede kreeg het water van twee grote rivieren te verstouwen en dat gaf nogal wat problemen. Uiteindelijk werd de situatie onhoudbaar en werd er in de 19e eeuw besloten om Maas en Waal van elkaar te scheiden. De Bergsche Maas werd gegraven en bij Well werd een dammetje opgeworpen. Bijgaand kaartje (bron: Brabants Historisch Informatie Centrum) geeft de situatie beter weer dan dat ik kan beschrijven. In 1904 was de scheiding voltooid en kon Koningin Wilhelmina het Monument scheiding van Maas en Waal onthullen. Als je Woudrichem zoekt op de kaart tref je het niet aan. Het ligt tussen Loevestein en Gorinchem in, op de linkeroever van de Afgedamde Maas.

Er zijn een viertal plekken waar je met droge voeten aan de andere kant van de Afgedamde Maas kunt komen: één brug en drie veren. Een van die veren is de pont tussen Veen (Noord-Brabant) en Aalst (Gelderland). Het was een mooi gezicht om de kabelpont Aalst II aan het werk te zien. De veerpont biedt ruimte aan 3 tot 4 personenauto’s en vaart op verkeersaanbod. Voor scholieren die aan de overkant wonen is het een handige route naar hun middelbare school in Wijk en Aalburg of Andel. Had graag een pontjesroute gefietst vandaag, maar Tante Corry (volledige naam Corona) gooide roet in het eten. Sommige pontjes in deze omgeving varen niet of in deze periode alleen in het weekend, zodat het een hele uitzoekerij zou worden om een route uit te kunnen stippelen. We komen hier nog wel eens terug.




De rest van de middag heb ik besteed aan het lezen van "Ooggetuigen van de Tachtigjarige Oorlog". Op Bol.com vond ik de volgende samenvatting: De overwinning bij Heiligerlee op het Spaanse pronkleger, de onthoofding van Egmont en Horne, het hongerende Leiden dat verlangt naar overgave, de slachtpartij in Naarden, Willem van Oranje die een moordaanslag overleeft, een wolvenplaag in winters Vlaanderen, de bijna verloren veldslag bij Nieuwpoort, de onthoofding van Oldenbarnevelt… De Tachtigjarige Oorlog werd beleefd als een extreem gewelddadig conflict, waar bovendien de hele bevolking bij betrokken raakte. Het oppermachtige Spanje slaagde er maar niet in de opstandigheid te breken. Het moest zelfs toezien hoe uit de chaos een sterke nieuwe natie ontstond: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dit was de uitkomst van een reeks spectaculaire gebeurtenissen, die mede vorm hebben gegeven aan het huidige Nederland en Vlaanderen. Steeds waren er getuigen die hun ervaringen in het leger, in de steden en op het platteland aan het papier toevertrouwden, in het volle besef dat het legendarische tijden waren. De mooiste verslagen zijn door Luc Panhuysen en René van Stipriaan bijeengebracht in Ooggetuigen van de Tachtigjarige Oorlog: geschiedenis in haar meest directe vorm.

dinsdag 13 april 2021

het rivierengebied

De paasdagen thuis doorgebracht. Fris en winderig. Van die dagen waarop je tot de ontdekking komt dat het intikken van de Google-zoekopdracht “de invloed van eb en vloed op het seksuele leven van de Franse oester” een leesbaar essay oplevert van 9 bladzijden met als titel “oesters en wijn”. Bijna net zo interessant als het afstudeerwerkstuk van een buurjongen (ruim vijfentwintig jaar geleden inmiddels) over de ovulatie van het Texelse schaap. Echt zaken die je moet weten! Dagen van pure verveling dus die je op een prettige manier probeert door te komen. Paaseieren verstoppen voor kleinzoon en dan zelf niet meer weten waar je zoeken moet. Volgend jaar een paar paaseibomen in de tuin. Van die dingen.

Tweede paasdag was een stuk minder. Begonnen we de ochtend nog met twee oude meisjes in ons midden, aan het eind van de dag was er nog maar eentje aanspreekbaar, de ander mocht de nacht doorbrengen in de koeling van het mortuarium. Dat heb je met mensen van 95: ondanks alles zijn ze toch min of meer plotseling vertrokken. Je kunt je voorstellen dat we de rest van de week andere dingen dan camperzaken aan het hoofd hadden. De adressenlijst van de familie is nu weer up-to-date. Verdrietig allemaal, maar het is goed zo. Heb met het verlies van mijn schoonmoeder trouwens wel een zeer trouwe lezeres van mijn verhaaltjes verloren; een van de weinigen die een snelkoppeling naar mijn site op het bureaublad heeft/had staan.

Wel tussendoor even de zinnen verzet: met het bussie een korte tocht gemaakt en met een wandeling op landgoed Baak het hoofd even leeggemaakt. Baak kenden we nog niet. Huize Baak is een kasteel en landgoed binnen de dorpsgrenzen langs de weg naar Wichmond. In 1294 wordt huis Baak voor het eerst genoemd en is in deze tijd in bezit van de graven van Gelre. In 1738 en 1739 werd het herbouwd en vernieuwd met gebruikmaking van enig muurwerk van het middeleeuwse slot. Het kasteel was vanaf 1982 een Mariapoli van de rooms-katholieke Focolarebeweging. In 2007 werd het verkocht aan Ellel Ministries, een internationaal genootschap van Britse oorsprong voor christelijke geloofsverdieping en geestelijk onderwijs. Het huis is vanaf de openbare weg goed te zien, we hebben een van de vele uitgezette wandelingen door het omliggende park gekozen.

Een andere eyecatcher in Baak is de Sint-Martinuskerk. We hadden weer een beetje meningsverschil over de bouwstijl. Is dus neogotisch (geen van ons beiden had gelijk). Volgens deskundigen moet er in de kerk nog een orgel uit 1788 staan. We hebben het niet kunnen controleren, want de kerk was gesloten.


dinsdag 13 april: @ woudrichem

Mocht van W weer een paar dagen nadenken over de zin van het leven. “Maar ga dan wel een plekje verkennen waar we binnenkort samen naar toe kunnen”. Woudrichem dus en met vrolijke meebrulmuziek op de achtergrond zoefde Puzzel over het gladde asfalt van de autosnelwegen. Heb een stickie met een paar honderd nummers die geshuffeld worden. De mooiste van vandaag was een lied van de Sunstreams; het schitterende refrein gaat als volgt:


Rozen voor jou, rozen wil ik je geven
Rozen zijn mooi, maar veel mooier ben jij
Jij bent en blijft steeds de roos van mijn leven
Bij jou hoort mijn leven, blijf denken aan mij


En bij dat refrein hoort natuurlijke een tranentrekker. Deze keer een soldaat die ten strijde trekt voor de eer van zijn land. Helaas krijgt zij een droevige tijding en haar verdriet was groot. W kent de gehele tekst uit haar hoofd, want het lied stond op het repertoire van het smartlappenkoor “met een lach en een traan” waar ze jaren mocht playbacken. Als je je afvraagt wat die afbeelding van een plaat van Johnny Hoes hier doet: het koor is door deze plaat aan haar naam gekomen (overigens zijn er veel een-lach-en-een-traan-smartlappenkoren in ons land.



Al van verre kon ik Woudrichem zien liggen. Maar je kent de uitspraak: al ziet men kerk en toren staan, de reis is nog niet gedaan! Moest namelijk een eind terug parallel aan de snelweg om het stadje te bereiken. Rond de noen al werd camping de Mosterdpot bereikt, “aan de rand van de provincie Noord-Brabant, gelegen in de uiterwaarden van de Merwede, omringd door het natuurgebied De Groesplaat en naast de historische vesting van Woudrichem”. De tekst komt van de website van de camping. Een verenigingsterrein, 50 leden die vrijwel allemaal een stacaravan hebben. Een rommelig geheel, schijnbaar wordt alles op dit moment opgebouwd. Op de lege plekken mogen passanten staan. Sanitair gesloten want: “daar zijn de onderdelen van het paviljoen opgeslagen en we zijn door het langdurige hoge water aan de late kant”, aldus de beheerder. Je staat in de uiterwaarden, dan krijg je dat. Gelukkig is een camper zelfvoorzienend. Bij onderstaande kaart van Woudrichem moet ik vermelden: Jan Willem van Aalst. Bij dezen.


Gelukkig wel stroom en water op de camping en een heel vriendelijke en behulpzame beheerder. Nog even wat zonnekleppen en daarna een stadswandeling door en rond het historische stadje. Verrassend! Woudrichem ligt in het noorden van de gemeente Land van Altena aan de monding van de Afgedamde Maas in de Waal. Die twee rivieren stromen daarna samen verder als de Boven-Merwede. Deze samenvloeiing is ook het “drieprovinciënpunt". Hier raken Zuid-Holland, Noord-Brabant en Gelderland elkaar. Woudrichem bestaat uit twee delen: de oude stad (Woudrichem binnen de vesting) en de buitenwijk (je raadt het al: Woudrichem buiten de vesting). Het historische deel is relatief klein, maar ik had wel zo’n twee uur nodig om het een en ander te bekijken. Helaas heeft Google Maps mijn wandeling niet geregistreerd, dus kan ik geen kilometers doorgeven. Ik had een stadswandeling op mijn smartphone staan, maar die diende alleen als leidraad. Kwam elke keer weer een leuk doorkijkje of pleintje tegen. Woudrichem, een aanrader. Daar hou ik het bij: krijg anders commentaar van mijn zus dat ik teveel geschiedenis in mijn stukjes prop. Wel een aantal foto’s voor vaste plaatjeskijkster C te L. Misschien morgen meer als ik de vouwfiets uit de garage haal (over geschiedenis schrijven dan, foto's plaatsen zal wel lukken).








V: 156.846; A: 156.994

Rijtemperatuur oplopend tot 10 graden. Zonnebrillenweer.


donderdag 1 april 2021

een hele grote blij

Intens blij word je van zo’n dag. Je weet wel: een dag waarop alles klopt. Een dag waarop na een uitgebreide fietstocht zelfs het aankomstbiertje de ideale temperatuur heeft, terwijl de thermometer buiten oploopt tot 26 graden. Gewoon een hele grote blij!

Heb nog wat essentieels over Baarlo vergeten te vermelden: het is het dorp van de knopen. Dat vraagt enige uitleg. In 1962 vestigde zich een Amerikaans-Japanse kunstenaar, Shinkichi George Tajiri, in Baarlo. Hij heeft tot aan zijn dood in 2009 op kasteel Scheres gewoond. In het dorp zijn zes “knopen”beelden van hem geplaatst. Je kunt een wandeling maken van knoop tot knoop. Alle kunstwerken zijn door hem in tweevoud gemaakt: eentje voor Baarlo en eentje in de collectie van de kunstenaar. Een aantal van deze Baarlose knopen zie je in de collagefoto hiernaast. Andere bekende werken van hem staan bij de ingang van Venlo: de Vier Wachters.


Ook vergeten te vermelden dat onze buurman Peter Gillis is, bekend/berucht van de Oostappen vakantieparken. Een greep uit het nieuws van Omroep Brabant (waarvan ook de foto van de goede man geleend is: "vakantiepark Oostappen moet dwangsom van half miljoen betalen", "illegale arbeidsmigranten en vuurwapen op vakantieparken Oostappen Groep" en "Hatseflats! Peter Gillis terug met nieuw seizoen Massa is Kassa (op SBS6)". Peter zelf woont dan wel "elders" (ik geloof in Asten), onze buurman is vakantiepark De Berckt, niet echt een plek waar ik vakantie zou willen vieren.

woensdag 31 maart: @ baarlo – nog één keer beurse billen

Onze laatste volle dag aan de Maas. Natuurlijk fietsen: langs de Maas via Kessel naar Neer en Haelen. Aan de oevers van de Maas kwamen we verschillende “gebiedsontwikkelingsprojecten” tegen. Een mooie nieuwe term voor zand- en grindwinning, maar dan verstopt in een verantwoord jasje. Wat vind je bijvoorbeeld van deze verantwoording? Geplukt van de website https://www.wijnaerden.nl/

Het Nederlandse landschap is altijd in beweging. Maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Overheden stellen daarom steeds vaker enkel de kaders op en laten ontwikkelingen over aan particuliere initiatieven. Van oudsher is zand- en grindwinning onlosmakelijk verbonden met het landschap. Vandaag de dag wordt echter niet langer gehandeld naar taakstellingen maar wordt een duurzame aanpak vereist. Zand- en grindproducenten gaan daarom aan de slag om de kansen die ontgrondingen bieden te combineren met het realiseren van gewenste maatschappelijke functies, zoals natuurontwikkeling, hoogwaterbescherming en waterrecreatie. Een klassiek voorbeeld van een win-win situatie.”

In Neer steunden we de plaatselijke middenstand door bij de Spar een broodje ongezond en een flesje heel gezond te scoren. Op een dag als vandaag mis je de terrasjes. Je hebt dan ook af en toe moeite om een fatsoenlijk vrij bankje te scoren: heel bejaard Nederland is op pad, de ene fiets nog jaloersmakender dan de ander. We kwamen zelfs een drietal oude mannetjes tegen met een mountainbike met trapondersteuning. Wel gave fietsen (viel mijn oog op), de fietspakjes knelden een beetje erg (opgemerkt door W). Limburg staat in bloei. Teveel om te fotograferen. Ook het plastic bruist uit de grond. Niet alleen de asperges hebben ze hier keurig ingepakt (zie foto in het verslag van gisteren), maar het schijnt mode te zijn alles in plastic tunneltjes te laten broeien. Niet mooi, wel effectief en efficiënt denk ik.

De terugtocht ging voornamelijk door de Heldense bossen. Nog even voor een tientje grof ingeslagen bij de Aldi en daarna na een kleine 60 kilometer in de ruststand. Zowel W als ik waren bezig in een spannend boek en die moesten uit. Ik heb deze dagen “Drone” van Bart-Jan Kazemier (2016) gelezen. Geen domme jongen die Bart-Jan. Drone gaat over automatisering of als je dat woord liever hoort robotisering. Robots en machines nemen de taken van de mens steeds meer over. In dit boek nemen onbemande luchtvaartuigen beslissingen die voorheen door de mens genomen werden. Gooi er een behoorlijke politieke saus overheen en je hebt een eersteklas politieke techno-triller. De eeuwige strijd om de macht staat centraal. Tja, de vraag blijft: heeft het boek een open eind of juist niet?








donderdag 1 april: @ home

Aan alle leuke dingen komt een eind. Terug naar de Achterhoek. We nemen de A73, ook wel genoemd de ruggengraat van Limburg. Het heeft veel kommer en kwel gekost voordat de banden eindelijk over het asfalt konden zoeven. Uiteindelijk heeft men er zo'n 30 jaar over gedaan om 106 kilometer weg aan te leggen. Het stuk Nijmegen - Venlo lag er met een poep en een zucht, het tweede deel Venlo - Maasbracht gaf veel gedonder: weg over de westoever, of toch over de oostoever, milieu-effectrapportages, morrende belangengroepen en meer van dat soort leuke dingen. In 2002 hakte de Raad van State uiteindelijk de knoop door en uiteindelijk kwam de autosnelweg in 2009 (twee jaar later dan gepland) gereed. Dat had vooral te maken met slepende problemen met de technische installaties van de twee tunnels, de Roer- en de Swalmentunnel. En als je dan eenmaal op de A50 zit is het nog maar een klein uurtje naar huis.

V: 156.514 ; A: 156.665

Zonnebrillenweer; rijtemperatuur rond de 14 graden.