W vond dat het tijd werd dat ik even een dagje en nachtje “elders“ doorbracht. Ze zei het niet letterlijk, maar het bericht kwam zo bij me binnen. Even doorbijten dus en “om der wille van de smeer likt de kat de kandeleer“. Uitdrukking komt niet bekend voor? Betekent zoiets als bereid zijn om dingen te doen die je niet prettig vindt, maar waarvan je weet dat je door het te doen er (later) voordeel bij hebt. Tja, weet het: is bij mij niet helemaal van toepassing, maar ik zou toch net kunen doen alsof ik geen zin heb. Voor er allerlei vragen komen volgt hier even de oorsprong van de uitdrukking: als je een kat aan een kandelaar ziet likken, doet hij dat niet omdat hij de kandelaar zo lekker vindt. Hij likt er alleen maar aan vanwege het kaarsvet dat erop zit. Vadertje Cats (leefde rond 1600) gebruikte het spreekwoord al, maar heb me op de kweekschool laten vertellen dat de uitdrukking al veel ouder is. In een boek met spreekwoorden (Proverbia communia) dat omstreeks 1480 verscheen stond het volgende vermeld: “Om die minne vanden smeere, leckt die catte den candeleere“. Heb ik bij het lesgeven wat gehad aan deze kennis? Nee: geen biet!
Goed idee W: even ertussenuit. Kan ik meteen je fietsie uitproberen. Heb nog een leuke langs-gebaande-paden-maar-altijd-mooi-om-te-doenroute in Komoot staan, natuurlijk in Bentelo. Is alweer een tijdje geleden dat ik daar mijn neus heb laten zien. Niet vergeten het rubbertje voor de telefoon voor aan het stuur mee te nemen. Centraal thema van maandag en dinsdag: niks moet en niksen mag.
maandag 7 juli: @ bentelo
Om iets voor twaalf draaide ik het erf op van de Bentelose Esch. Eén grote leegte. Alleen in een verscholen hoekje stond een caravan schijnbaar langdurig leeg te staan, tenminste zonder de aanwezigheid van menselijk vlees. Plekken genoeg om uit te kiezen, namelijk allemaal min één. Groot deel viel af, want onder de bomen: wanneer het ophoudt met regen druppelt het daar nog een behoorlijke tijd na. Het zag er eerst naar uit dat fietsen niks zou worden al waren Buienalarm en Buienradar het absoluut niet met elkaar eens. Toch zag ik om een uur of één een “window of opportunity“, zo’n heerlijke term die in de afgelopen decennia regelmatig door Nederlandse politici ge- en misbruikt is. In mijn geval betekende het “waarschijnlijk droog“, dus blauw rubbetje op de fiets (telefoonklem) en gaan met die banaan.De fietstocht van vandaag heb ik gevonden op Komoot en gaat langs een aantal kastelen en landhuizen in de omgeving van Diepenheim. Allemaal hebben ze een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van het stadje. Vrijwel niet te bezichtigen, want nog bewoond. We hebben de kastelen al een paar keer van de buitenkant bekeken, maar het blijft altijd mooi in alle jaargetijden. Er is ook een speciale zeskastelenroute (volgens experts goed aangegeven via knooppunten en/of bordjes), maar mijn route zag er iets anders uit. Kwam wel regelmatig de routebordjes tegen.Het eerste deel van de tocht was werkelijk een genot. Toen ik na tien kilometer tot de ontdekking kwam dat ik in de stand “sport“ nog geen streepje van de fietsaccu had verbruikt (er staan vijf streepjes op het display), kon de ondersteuning wel een tikje hoger vond ik.
Na watermolen Den Haller ging de tocht als eerste langs Huis Westerflier, dat tegenwoordig deel uitmaakt van het Landgoed Nijenhuis. Het landgoed is ongeveer 300 hectare groot. De buitenplaats Westerflier is een rechthoekig landhuis uit 1729 zonder torens of andere frutsels. Ook een tuintje van niks, zeggen deskundigen: een simpel landschapspark. De naam Westerflier heeft een zeer oude oorsprong: al in 1046 wordt 'Westerfle' genoemd in een schenkingsakte. Met Westerfle werd een streek aangeduid. In 1729 werd alle bebouwing afgebroken en werd het huidige huis gebouwd in een heel eenvoudige stijl. Sindsdien is het huis uiterlijk niet veranderd. Rutger Jan Schimmelpenninck, de kleinzoon van de raadpensionaris Schimmelpenninck, kocht in 1854 het hele handeltje. De Schimmelpenninckjes hadden een halve eeuw daarvoor het Nijenhuis ook al gekocht.
De volgende highlight was Huis Diepenheim. Kasteel Huis te Diepenheim is officieel een havezate en is het oudste kasteel van Diepenheim. Het schurkt tegen de bebouwde kom van Diepenheim aan. Huis en tuin zijn niet toegankelijk, in het uitgestrekte Sterrebos mag je vrij wandelen. De heren van Diepenheim woonden hier lange tijd. Het huidige huis is in 1648 door Bernard Bentinck gebouwd. Sinds 1925 is het huis eigendom van Baron de Vos van Steenwijk en familie. Het landgoed heeft een totale oppervlakte van 180 ha en is vrij toegankelijk voor wandelaars. Wil je meer weten, klik hier en je komt in de Canon van Nederland, onderdeel Diepenheim terecht.
Het houdt niet op met de kasteeltjes. Na zo’n 20 kilometer fietsen is kasteel Warmelo aan de beurt. Naar verluidt één van de mooiste kastelen in de omgeving van Diepenheim. Het huis werd in 1315 voor het eerst genoemd en is in de loop der jaren erg veranderd. In 1952 werd het gekocht door Prins Bernhard. Zijn moeder (Armgard Kunigunde Alharda Agnes Oda von Cramm) heeft er tot haar dood gewoond samen met haar “huisgenoot“ Alexis Pantchoulidzew. Het werd door de kinderen van koningin Juliana en prins Bernhard ook wel “Het warme loo” genoemd in tegenstelling tot “Het koude loo”, zoals het paleis in Apeldoorn genoemd werd (en waar hun oma Wilhelmina woonde). Het staat bekend om zijn prachtige tuinen, die oorspronkelijk zijn ontworpen in de traditie van de Franse landschapsarchitectuur en die nu verschillende tuinbouwstijlen vertegenwoordigen uit vier eeuwen landschapsarchitectuur. Het landgoed werd in 1976 verkocht aan de familie Avenarius die het nog steeds bewoont. Geen foto van gemaakt: allemaal vrachtauto’s en werklieden. Binnenkort (11 tot en met 13 juli 2025) is er een braderie. Alleen: braderie? Op zo’n statig landgoed hou je een “Zomer Heerlijckheid“. Het is “een country & lifestyle fair met een gezellige sfeer, waar je inspiratie kunt opdoen en kunt winkelen“. Precies: een braderie dus. Ben je op vakantie dan kun je het tegen het eind van het jaar nog dunnetjes overdoen, dan vindt de Winter Heerlijckheid plaats.
Vervolgens kwam ik langs Het Nijenhuis, het geboortehuis van Sander Schimmelpenninck, bekend schrijver, columnist en presentator. W wist me een vorige keer te vertellen dat hij niet in het hoofdgebouw heeft gewoond, maar in een van de bouwhuizen op het voorplein van het kasteel. De familie Schimmelpenninck bezit het landgoed Nijenhuis al sinds 1799, toen het werd gekocht door Gerrit Schimmelpenninck. Tegenwoordig woont Sander voor een deel van het jaar in Zweden samen met zijn vriendin en een dochtertje en (het lijkt de Privé of de Story wel): “er komt weer een Schimmeltje aan“. Kwam op Sander terecht omdat ik vrij recent een stukje van hem in de Volkskrant zag staan dat ik genoteerd heb om ooit nog eens te gebruiken (ging over het optreden van Mark Rutte tijdens de Navotop): “Ruttes toneelspel was geen kunststukje, maar een maffiose vernedering. Elke relatie, of deze nu tussen mensen of landen is, behoeft een zekere mate van gelijkwaardigheid om langdurig stand te houden. En wie geen respect voor zichzelf kan opbrengen, kan ook nooit een goed voorbeeld voor zijn kinderen zijn“.
De reeks kunt-u-nog-kastelen-kasteel-dan-mee gaat nog even door, maar om technische reden besloot ik de door Komoot voorgestelde route niet meer te volgen: al eerder gaf het display aan het het hard ging met het stroomverbruik, dus teruggeschakeld naar standje “Sport“. Bij Huize Nijenhuis gaf Miep aan dat de accu zo goed als leeg was, dus werd het standje “Tour“. Vier kilometer voor het beoogde eindpunt (het busje) begon ik me als Angela de Jong (columniste in AD en aanverwante kopbladen als de Gelderlander) te voelen die in één van haar laatste stukjes ongeveer het volgende schreef: “Mijn bloed begon al voorzichtig te koken. Altijd gevaarlijk als je bijna 75 bent en bètablokkers erin gaan als pepermuntjes in een gereformeerde ouderling“. Haar context was anders dan de mijne en ze is inderdaad vijfentwintig jaar jonger, maar geloof me dat je humeur er niet beter op wordt wanneer de ondersteuning van een fiets er na 34 hele kilometers mee ophoudt. Had nog net het benul om de plek des onheils te fotograferen: het watertje Boscherbeek
V: 216.546; A: 216.584. Rijtemperatuur tussen 15 (in regenbui) en 17 graden. Tijdens de fietstocht oplopend naar 19 graden en uiteindelijk half bewolkt (35 procent zon). Wind noordwest 2 tot 3. Goed om te fietsen als je stroom hebt. Op 4 kilometer na een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. Laat vertrekken, eerst nog een eindje fietsen.