Er zijn van die dagen dat je niet zoveel te melden hebt. Vandaag was er één van. Je kunt wel een onderwerp bij de kop pakken en daar een hele verhandeling over afsteken om wat bladvullig te krijgen, maar dat is ook niet alles. Zei beroepsmopperaar Maarten van Rossem in een interview jaren geleden niet dat je overal een proefschrift over kunt schrijven, zelfs over doorzichtig plakband? Mijn proefschrift zou overigens gaan over de geschiedenis van de punaise, want daar bestaat een groot misverstand over! Volgens Wikipedia is de punaise uitgevonden door ene Mick Clay in Engeland in het jaar 1903. Dat kan evenwel helemaal niet kloppen want het woord duimspijker, aka punaise komt al in de Van Dale van 1884 voor met als omschrijving “klein koperen stiftje met grooten platten kop”. Dwaal ik toch weer ernstig af.
zaterdag 17 oktober: @ delfzijl
Alle tijd in Franeker: de receptie van camping Bloemketerp wilde me pas om 10.00 uur te woord staan, cq mijn penningen in ontvangst nemen. Dus even naar de Lidl gewandeld voor walnotenbroodjes en ossenworst. De combinatie heb ik ter plekke verzonnen en neem van mij aan: goed binnen te houden. Toen de Lidldelicatessen en de koffie op waren en ik inmiddels het tegeltje op het toilet van de camping had bewonderd (“maakt u hier na een lange zit, het porselein weer helder wit?”) kon ik bij de receptie 35,10 € aftikken. Valt reuze mee voor twee dagen. Hoe ze aan het bedrag komen is me een raadsel, immers het ACSI-tarief is 18 € per nacht. Rekening niet meegenomen, dus we zullen het nooit weten. Zeer acceptabel prijsje, er zijn inmiddels camperplaatsen die met veel minder voorzieningen meer rekenen. Voordeel van deze camping is ook dat ze tegen de stad aanschurkt.
Een ritje “vermijd de Friese en Groningse snelwegen” bracht me langs de waddenkust naar Delfzijl. Beetje modderige wegen: men is druk aan het oogsten (ik rook regelmatig uien) en in combinatie met wat regen levert dat een heel mooi lichtbruin busje op. Even een uitstapje gemaakt naar de pier van Holwerd waar de boot naar Ameland vertrekt. Wat een vreselijk zakelijke bedoening eigenlijk: hier krijg je echt geen vakantiewaddengevoel van. Via Lauwersoog waar de boot naar Schiermonnikoog nog vriendelijk naar me toeterde (doet hij trouwens ook als ik er niet ben) naar Delfzijl. Las in het Nieuwsblad van het Noorden dat Schiermonnikoog maandenlang de enige coronavrije gemeente van Nederland was, maar dat er nu één besmetting geconstateerd is.
Het was best aangenaam op de camperplaats in Delfzijl. Een paar diehards zaten nog op hun stoeltjes van het af-en-toe-wil-ik-wel-schijnen-zonnetje te genieten. Veel verder dan de zeedijk ben ik niet gekomen en het stoeltje buitenzetten was me teveel werk, ja: zo'n dag!
Wanneer de zon er definitief voor kiest om naar bed te gaan is het binnen een kwartier drie graden kouder in de bus. Geen ramp: daarvoor hebben we onze Trumakachel. Laat nu het systeem me duidelijk proberen te maken dat het gas op is. Had ik eigenlijk wel zo’n beetje verwacht. Nadat ik onder veel gemopper de fiets uit de garage had verwijderd, teneinde op een verantwoorde manier de gasbussen te kunnen verwisselen (altijd een erg vervelende klus), bedacht ik me ineens dat het opendraaien van de gaskraan ook wel eens zou kunnen helpen. Dus geen bussen verwisselen maar kraan opendraaien, fiets terugzetten en “floep” deed de kachel. Knop ergens tussen standje 2 en 3 zetten om de ideale temperatuur van 20,5 graden te halen en laat maar komen die warmte. Voor de verandering stond er pasta op het menu.
V: 154.751; A: 154.876
Rijtemperatuur tussen 10 en 12 graden; wisselend bewolkt, af en toe een paar drupjes.