Nog even afscheid genomen van het mooiste plekje van
Nederland met een passende foto en na de broodjes uit onze “wonderpan”
snelwegvermijdend naar de grens van Groningen, Friesland en Drente (ongeveer).
Op de rand van Friesland ligt een oorspronkelijk Drents dorp, Appelscha, in het
oude Drents-Fries hogeveengebied. Ten tijde van de turfwinning kwamen
hier honderden Friese arbeiders terecht, vandaar dat het dorp later bij Friesland werd gevoegd. Appelscha ligt aan de Opsterlandsche
Compagnievaart, al weer zo’n slootje gegraven ten behoeve van de turfwinning en
het transport van die brandstof. In 1630 is men bij Gorredijk begonnen
(aansluiting met de Nieuwe Vaart) en 200 jaar later was het eindpunt bereikt:
Smilde (aansluiting met de Drentse Hoofdvaart). Lengte van het kanaal: zo’n 35
kilometer. Beroepsvaart tref je hier niet meer aan, wel veel plezierbootjes.
Puzzel konden we parkeren op Camperplaats Appelscha
(campercontactcode 49.872, € 10 + € 2 voor een stroomaansluiting). Niks mis met
deze plek, alleen het systeem om op de website te controleren of er nog vrije
plekken zijn, werkte niet helemaal: er zouden nog twee vrije plekken
beschikbaar zijn, maar die waren bezet en bleven volgens de site nog steeds beschikbaar toen het hele terrein vol stond.
We hadden het geluk dat er om een uur of elf net een huis-op-wielen vertrok.
Later hoorden we regelmatig gemopper van mensen die zich hadden verheugd op een
plekje maar tot de ontdekking kwamen dat vol toch wel echt vol is. Ben hier in
mijn eentje zo’n twee jaar geleden geweest. Toen was het sanitairgebouw nog
niet af. Nu wel en er werd gretig gebruik van gemaakt. Wij stonden eerste rang in de optocht der wc-rollen.
Een laatste fietstocht tijdens onze zomerreis, nu in een landschap
dat speciaal voor W gemaakt lijkt te zijn: bossen, heide en zandverstuivingen.
We hebben het dan over het Fries-Drentse Wold, een groot aaneengesloten
natuurgebied (nationaal park) van zo’n 61 km2 groot op de grens van Friesland
en Drenthe. Het gebied wordt beheerd door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten,
Het Drentse Landschap en de Maatschappij van Weldadigheid (verzin het echt niet zelf!). Blijft er tenslotte
nog zo’n 400 ha over dat in bezit en beheer is van ca. 80 particuliere
eigenaren.
Het gebied ontstond door het eeuwenlang begrazen door
schapen en het afsteken van plaggen voor de potstalcultuur. Hierdoor verschraalden
grote delen van de zandgronden waardoor heide en woeste gronden het landschap
domineerden. Toen de potstalcultuur werd opgevolgd door het gebruik van kunstmest werden
grote delen bebost. Ideaal om met zo’n 30 graden in de schaduw hier een fietstocht
te plannen, ruwweg van Appelscha in het noorden tot Diever in het zuiden (en
terug via een andere weg). In Diever lokte een leuk terrasje en op de terugweg
kwamen we door het Aekingerzand (zandverstuivingen, ook bekend onder de naam “Kale
Duinen”). Het Canadameer hebben we op een kilometertje afstand gemist, een voormalige zandafgraving ten
behoeve van de aanleg van de N381 (in 1960). Er bleef genoeg moois over. Wel
moeten we nog een keertje terug en dan een tochtje ondernemen naar het
Fochteloër Veen waar sinds het begin van deze eeuw kraanvogels broeden.
Een pastasalade is een prettig gerecht voor de laatste dag
van een tocht: je kunt er zo heerlijk alle restanten in kwijt. Volgens W
smaakte het nog ook. Fijn zo’n dankbare eter.
V: 118.430; A: 118.503