Na de Wesertunnel in de B437 bij Bremerhaven (geopend in
2004) nam Willy-Willy het van Tom-Tom over. Ze had op de kaart een leuk
weggetje gevonden om op een aangename manier van de Wesertunnel bij de
Emstunnel te komen. Tot Varel ging dat helemaal goed (geen wonder want dat is
slaafs de B437 volgen). Daarna werd het een leuke brede asfaltweg binnendoor, de
brede asfaltweg werd een smalle asfaltweg, vervolgens een klinkerweg, toen een
klinkerpad, een gravelweggetje en tenslotte “verboden voor alle verkeer”. Het
was wel pittoresk daar in dat veengebied, werp maar een blik op de foto. Andere
leuke binnendoorweggetjes moesten ons weer in de bewoonde wereld brengen (Ome
Tom had weer dienst), maar veel wegen die ons navigatiegevalletje wilde inslaan
waren afgesloten wegens Bauarbeiten, zelfs een heel wegvak vanwege een
Grossbaustelle. Bij Westerstede toch maar de A28 gepakt en zoef-zoef naar de
Elbetunnel in de A31 (opgeleverd in 1989) bij Leer. In het Nederlandse
onmiddellijk van de autosnelweg af en door het weidse vlakke land van Groningen
naar het mooiste plekje van Nederland: Noordpolderzijl.
Onderweg door het landschap waar je je zo goed kunt
oriënteren omdat je altijd wel een paar kerktorens ziet (W houdt meer van
bomen) de lessen aardrijkskunde van de lagere school aan ons voorbij zien
komen: Beerta, Delfzijl, Appingedam, Roodeschool. Niet alles wat we toen
geleerd hebben klopt nog: bij het spoorlijntje Groningen – Roodeschool kregen
we te horen dat daar het einde van de wereld was, omdat de trein daar niet
verder reed. Laat nu net begin dit jaar de spoorlijn zijn doorgetrokken naar
Eemshaven (voor toeristen en arbeiders in de haven). Het laatste stukje
(Roodeschool – Eemshaven) wordt nu nog maar een paar keer per dag gereden, maar op
het hele traject (vanaf Groningen) moet over een paar jaar een
half-uurs-dienstregeling gelden.
Noordpolder, ten noorden van Pieterburen, Warffum en
Usquert, ontstaan in 1811 na aanleg van de Noorderdijk die de toenmalige
kwelders afsloot. Het is met 3.500 ha een van de grootste waddenpolders. Bij de
inpoldering is een spuisluis aangelegd en dat was Noordpolderzijl.
Sluiswachtershuisje erbij en om wat bij te verdienen mocht de sluiswachter een
borrel schenken in zijn huiskamercafé. De geboorte van het Zielhoes; ik heb er
al eerder over geschreven. De spuisluis is niet meer functionerend en het “gat”
is dichtgemetseld toen de dijken op deltahoogte werden gebracht, een gemaal
heeft de functie van de sluis overgenomen. Het café draait op volle toeren,
vooral op zo’n warme zomerdag.
De parkeerplaats waar je vroeger met je camper
kon staan is voorzien van een hoogtebalk. Er zijn 5 nieuwe plekken aangelegd
(voorzien van stroompunten via het aan/uit-netwerk, maar niemand maakte er
gebruik van). Wij waren camper nummer 4, dus nog officieel; uiteindelijk hebben we de nacht
met 11 busjes, bussen en joekels doorgebracht (code campercontact 53.420;
gratis).
Een mooie fietstocht, eerst langs en over de waddendijk;
daarna via verrassende paadjes terug. Pieterburen is een waar circus geworden,
maar wat wil je: het begin van het Pieterpad, een botanische tuin, een molen,
uitgangspunt voor wadlopers, de Europese wandelroute E9 doet het dorp aan
evenals de fietsroute met de toepasselijke naam Waddenzee. En dan mogen we de zeehondencrèche niet
vergeten, ooit opgericht door Lenie ’t Hart die later vertrokken is omdat ze
mot had met personeelsleden. En nu we toch een beetje voor roddelkrant aan het spelen zijn:
wat later heeft ze haar echtgenoot de deur uitgezet vanwege een veroordeling
wegens kindermisbruik. “Laten we positief blijven”, zei Lenie, “een zeehond
zwemt ook altijd vooruit.” Even later kwam Warffum, dat in 1962 geschiedenis
schreef omdat hier de laatste handbediende telefooncentrale van Nederland werd
gesloten, waardoor de totale automatisering van het telefoonnet een feit was. Weer
een mooi tochtje.
De avond werd nog mooier: een schitterende zonsondergang
boven de Waddenzee, een glaasje Dornfelder rot trocken (meegebracht uit
Duitsland) en een zak pelpinda’s. Jammer dat we gisteren al het tweede deel van
“we zijn er bijna” hadden gezien.V: 118.213; A: 118.430