noordpolderzijl

noordpolderzijl

donderdag 5 april 2018

vakantie in daimús

maandag 2 april: van palomares naar daimús

Beetje bewolkt bij het opstaan: mooie dag om kilometers te maken. We zullen toch langzaam maar zeker naar het noorden moeten. De gratis A7 is in deze omgeving DE weg om op te schieten, tenzij je de tolweg AP7 wilt betalen. Huércal Overa, Lorca, Murcia (oeps: de eerste Spaanse file) en Elche schoten voorbij. Via Alcoy sla je de punt met Benidorm, Jávea en Dénia over: in die punt zitten wel mooie stukken, maar het houdt zo op. Rijtemperatuur oplopend naar 21 graden, meestal 19; tijdens stukjes door de bergen teruglopend naar 16. Het laatste stukje via de CV60 naar Gandia en toen was het niet ver meer naar Daimús, waar we één van de laatste plekjes op Area Camper Dunes konden innemen. Nog één dag tegen Samanta Sanatarief (een eurootje meer) en de rest van de periode 9 € per nacht en 3,50 € voor de vonkjes (als we geen elektrische fietsen hadden gehad die we veelvuldig gebruiken, hadden de zonnepanelen het werk wel kunnen doen). Blijf je hier overwinteren (langer dan een maand), kost het je nog maar € 6 per nacht. Aardige dame aan de receptie en “duchas con agua caliente” (en het water was inderdaad warm).

We zijn al een paar keer in deze omgeving geweest, onder andere bij KM0 in l’Alquieria de la Comtessa en camping Europa in Oliva. Het is hier uitstekend fietsen, zolang je maar niet op de drukke N332 komt en je niet elk weggetje tussen de sinaasappelbossen wilt inslaan (90 % loopt dood). Met een kaartje van de Tourist Information en Google Maps op de Iphone van W komen we een heel eind. Op huizengebied is er nog van alles te koop. Kenden we vroeger in Nederland het begrip “doorzonwoning”, hier in Spanje zijn ze gespecialiseerd in “doorwaaiwoningen”.

Ons Puzzeltje steekt schril of bij de Concorde Charisma (met 5 sterren) waar in de buik van het gevaarte ook nog een Smart verstopt zit (oprijplaatjes eruit en met een lier komt het karretje naar buiten en naar binnen).
 
We houden het hier wel even vol.

V: 110.607; A: 110.956
dinsdag 3 april: @ daimús

Wakker worden om half 9 met 12 graden in de camper. De Concorde houdt de eerste zonnestralen tegen, maar even later staat de zon hoog genoeg om aan het opwarmingsproces te beginnen. Bakker komt “aan de deur”, dus alweer een probleem minder.

Vandaag staat Oliva op het programma. Leuk stadje met wat oudheden en straatjes die zo nauw zijn dat je er alleen als voetganger kunt komen. De stad heeft één nadeel: de N332 perst zich er doorheen. Leuk is het fietstochtje over de oude spoorweg (Carcaixent-Dénia route, het oudste Spaanse smalspoor; aangelegd voor transport van sinaasappels en zijde in 1864). Het fietspad met de naam “Safor nature trail” (ja ik had een Engelstalig foldertje) loopt van Gandia naar Oliva over een afstand van een kleine 7 kilometer, maar met een beetje creativiteit kun je naar beide kanten nog een stukje verder. Fietsen midden tussen de citrusbomen, die in dit jaargetijde het meest interessant zijn: vele dragen nog vruchten, maar hebben ook al bloesem die de hele wereld in een zoetig sfeertje zet (“de lucht is er door bezwangerd" volgens W; ik krijg altijd vreemde plaatjes op mijn netvlies bij dit soort uitspraken). Twee jaar geleden hebben we ons al verwonderd over het ingenieuze irrigatiesysteem dat het gebied van de nodige drupjes water moet voorzien. Via Oliva Platja en daarna nog een groot aantal andere villawijken aan de kust (de meeste hebben geen verbinding met elkaar dus werd het leuk zigzaggen en af en toe een stiekem “binnendoortje” terug naar Platja de Daimús en ons busje, waar heel nodig een wasje gedraaid moest worden en we verplicht in de luie stoelen een compleet eco-wasprogramma en een wat minder eco-droogproces (want droogtrommel) moesten afwachten. Heb me maar gestort in het boek “Schetsen van Spanje” door Kapitein S.E. Cook in 1835 vertaald uit het Engelsch naar het Nederduitsch, "beschrijvende de staatkundige, zedelijke en maatschappelijke toestand van de Spanjaarden” opgetekend tijdens verschillende reizen rond 1830. Cook bespreekt niet alleen de verschillende streken en plaatsen van toenmalig Spanje maar verhaalt interessant over stierenvechten, wegen, postwagens, rechterlijke macht, geneeskunde, geestelijkheid en leger (ik noem maar een aantal onderwerpen). Lang leve Google Books. De wifi van de camperplaats rammelt dan wel, maar W heeft wat extra gigabytjes op haar Iphone ter beschikking.
 
woensdag 4 april: @ daimús

De fietstocht van vandaag ging naar het noorden. Eerst “binnendoor” naar Grau de Gandia waar je twee hindernissen moet nemen. Allereerst moet je de Riu Serpis over: het bruggetje dat het dichtst bij zee ligt maakt onderdeel uit van de CV670 en die ligt een paar kilometer van de zoute water af. Het tweede (wat minder grote) obstakel is de haven, maar als je eenmaal aan de noordkant bent en gezien hebt dat de “wordt-niks” nog steeds in het water ligt, maar nu bevorderd is tot restaurant-boot, ligt een heel lang zandstrand voor je open. Weinig toeristen want de Platja de Gandia is erg Spaans georiënteerd. Eerst een paar kilometer leuk fietspad op de boulevard, maar dan is het helmpje-op en blijkt de op de kaart ingetekende ruta ecoturisticas toch meer bedoeld voor benzineslurpers dan voor pensionistas op hun bici. De paar weggetjes rechtsaf leidden inderdaad wel naar stranden maar daar aangekomen mochten we 180 graden draaien en dezelfde weg terugnemen. We hebben het ecologisch volgehouden tot Platja de Xeraco waar het leven op slot zit tot het begin van het zomerseizoen.
Nog wel even de Torre de Gualta op de gevoelige plaat kunnen vastleggen en geconstateerd dat het fantastische bewegwijzerde fietspad langs de Riu de Xeraco aan het eind linksaf sloeg over een bruggetje, terwijl wij juist rechtsaf moesten (waar geen weg of pad meer was) en dus weer 180 graden mochten draaien om hetzelfde fantastische bewegwijzerde fietspad langs de Riu de Xeraco terug te volgen naar de ruta ecoturisticas (begin ik nu melig te worden?) die ons terugbracht naar Platja de Gandia waar een overheerlijke cappuccino en een dorstlessende caña de beloning vormde voor ons barre afzien. Samenvattend: fietsen in Spanje is leuk, maar je moet ook van grote wegen houden. Of (een stuk positiever): in Spanje fiets je vaak van Irgendwo nach Nirgendwo en mooier kan het niet worden.

donderdag 5 april: @ daimús
Bijna 16 graden in de bus om half acht. ElTiempo voorspelt een mooie dag met af en toe wat sluierbewolking en een temperatuurtje schommelend rond de 20 graden. Een mooie dag om een nieuw stukje Oliva te onderzoeken. Einddoel van vandaag Parc Natural Marjal Pego-Oliva met als een van de hoogtepunten Font Salada. Het foldertje dat we een paar dagen geleden gescoord hebben noemt onze activiteit “bike ride to the Font Salada and Marjal Pego-Oliva Natural Park". Een gemarkeerde route tussen sinaasappelbomen over de Cami Vell de Pego. Yep: goed gemarkeerd behalve op één cruciaal punt, namelijk een afweg links. Toegegeven: in de routeomschrijving stond dat we op een bepaald moment linksaf moesten slaan om de “Font Salada thermal water spring” te bereiken. Even geen aandacht aan geschonken omdat de oude weg naar Pego rechtdoor ging. Ook gelezen maar niet meer aan gedacht “this is an excellent place to take a bath and relax in its renowned medicinal waters”. Geen badkleding ingepakt en baden in het blote poepertje wordt daar niet op prijs gesteld. W nog wel even de teentjes in het water, maar zo medicinaal was de bron niet: de eksterogen werden geen millimeter kleiner, zodat ik mijn buik ook niet in het koude water hoefde te dompelen.

 

Het park konden we een klein eindje in en toen hield de weg op, ingang waarschijnlijk totaal ergens anders. Moeras en riet, mooi! We weten nu ook waarom ons foldertje 2h15 rekent voor een kleine 7 kilometer heen en terug: spoorzoekertje spelen kost ook de nodige tijd. Leuk tochtje wederom en op het eind van de rit stond er bijna 50 kilometer op de teller. Bezig zijn is leuk, maar het moet niet in werken ontaarden. Het wordt langzaam maar zeker tijd om te verkassen. Weer een dag om door een ringetje te halen.