Beetje bewolkt bij het opstaan: mooie dag om kilometers te
maken. We zullen toch langzaam maar zeker naar het noorden moeten. De gratis A7 is in
deze omgeving DE weg om op te schieten, tenzij je de tolweg AP7 wilt betalen.
Huércal Overa, Lorca, Murcia (oeps: de eerste Spaanse file) en Elche schoten
voorbij. Via Alcoy sla je de punt met Benidorm, Jávea en Dénia over: in die punt zitten wel
mooie stukken, maar het houdt zo op. Rijtemperatuur oplopend naar 21 graden,
meestal 19; tijdens stukjes door de bergen teruglopend naar 16. Het laatste
stukje via de CV60 naar Gandia en toen was het niet ver meer naar Daimús, waar
we één van de laatste plekjes op Area Camper Dunes konden innemen. Nog één dag
tegen Samanta Sanatarief (een eurootje meer) en de rest van de periode 9 € per
nacht en 3,50 € voor de vonkjes (als we geen elektrische fietsen hadden gehad
die we veelvuldig gebruiken, hadden de zonnepanelen het werk wel kunnen doen).
Blijf je hier overwinteren (langer dan een maand), kost het je nog maar € 6 per
nacht. Aardige dame aan de receptie en “duchas con agua caliente” (en het water
was inderdaad warm).
We zijn al een paar keer in deze omgeving geweest, onder
andere bij KM0 in l’Alquieria de la Comtessa en camping Europa in Oliva. Het is
hier uitstekend fietsen, zolang je maar niet op de drukke N332 komt en je niet
elk weggetje tussen de sinaasappelbossen wilt inslaan (90 % loopt dood). Met
een kaartje van de Tourist Information en Google Maps op de Iphone van W komen
we een heel eind. Op huizengebied is er nog van alles te koop. Kenden we
vroeger in Nederland het begrip “doorzonwoning”, hier in Spanje zijn ze
gespecialiseerd in “doorwaaiwoningen”.
Ons Puzzeltje steekt schril of bij de Concorde Charisma (met
5 sterren) waar in de buik van het gevaarte ook nog een Smart verstopt zit
(oprijplaatjes eruit en met een lier komt het karretje naar buiten en naar
binnen).
V: 110.607; A: 110.956
dinsdag 3 april: @
daimúsWakker worden om half 9 met 12 graden in de camper. De Concorde houdt de eerste zonnestralen tegen, maar even later staat de zon hoog genoeg om aan het opwarmingsproces te beginnen. Bakker komt “aan de deur”, dus alweer een probleem minder.
Vandaag staat Oliva op het programma. Leuk stadje met wat
oudheden en straatjes die zo nauw zijn dat je er alleen als voetganger kunt
komen. De stad heeft één nadeel: de N332 perst zich er doorheen. Leuk is het
fietstochtje over de oude spoorweg (Carcaixent-Dénia route, het oudste Spaanse
smalspoor; aangelegd voor transport van sinaasappels en zijde in 1864). Het
fietspad met de naam “Safor nature trail” (ja ik had een Engelstalig foldertje)
loopt van Gandia naar Oliva over een afstand van een kleine 7 kilometer, maar met
een beetje creativiteit kun je naar beide kanten nog een stukje verder. Fietsen
midden tussen de citrusbomen, die in dit jaargetijde het meest interessant
zijn: vele dragen nog vruchten, maar hebben ook al bloesem die de hele wereld
in een zoetig sfeertje zet (“de lucht is er door bezwangerd" volgens W; ik
krijg altijd vreemde plaatjes op mijn netvlies bij dit soort uitspraken). Twee
jaar geleden hebben we ons al verwonderd over het ingenieuze irrigatiesysteem
dat het gebied van de nodige drupjes water moet voorzien. Via Oliva Platja en
daarna nog een groot aantal andere villawijken aan de kust (de meeste hebben
geen verbinding met elkaar dus werd het leuk zigzaggen en af en toe een stiekem
“binnendoortje” terug naar Platja de Daimús en ons busje, waar heel nodig een
wasje gedraaid moest worden en we verplicht in de luie stoelen een compleet
eco-wasprogramma en een wat minder eco-droogproces (want droogtrommel) moesten
afwachten. Heb me maar gestort in het boek “Schetsen van Spanje” door Kapitein
S.E. Cook in 1835 vertaald uit het Engelsch naar het Nederduitsch,
"beschrijvende de staatkundige, zedelijke en maatschappelijke toestand van de
Spanjaarden” opgetekend tijdens verschillende reizen rond 1830. Cook bespreekt
niet alleen de verschillende streken en plaatsen van toenmalig Spanje maar
verhaalt interessant over stierenvechten, wegen, postwagens, rechterlijke
macht, geneeskunde, geestelijkheid en leger (ik noem maar een aantal
onderwerpen). Lang leve Google Books. De wifi van de camperplaats rammelt dan
wel, maar W heeft wat extra gigabytjes op haar Iphone ter beschikking.
De fietstocht van vandaag ging naar het noorden. Eerst “binnendoor”
naar Grau de Gandia waar je twee hindernissen moet nemen. Allereerst moet je de
Riu Serpis over: het bruggetje dat het dichtst bij zee ligt maakt onderdeel uit
van de CV670 en die ligt een paar kilometer van de zoute water af. Het
tweede (wat minder grote) obstakel is de haven, maar als je eenmaal aan de
noordkant bent en gezien hebt dat de “wordt-niks” nog steeds in het water ligt,
maar nu bevorderd is tot restaurant-boot, ligt een heel lang zandstrand voor je
open. Weinig toeristen want de Platja de Gandia is erg Spaans georiënteerd.
Eerst een paar kilometer leuk fietspad op de boulevard, maar dan is het helmpje-op en blijkt de op de kaart ingetekende ruta ecoturisticas toch meer bedoeld
voor benzineslurpers dan voor pensionistas op hun bici. De paar weggetjes
rechtsaf leidden inderdaad wel naar stranden maar daar aangekomen mochten we
180 graden draaien en dezelfde weg terugnemen. We hebben het ecologisch
volgehouden tot Platja de Xeraco waar het leven op slot zit tot het begin van
het zomerseizoen.
Nog wel even de Torre de Gualta op de gevoelige plaat kunnen
vastleggen en geconstateerd dat het fantastische bewegwijzerde fietspad langs
de Riu de Xeraco aan het eind linksaf sloeg over een bruggetje, terwijl wij
juist rechtsaf moesten (waar geen weg of pad meer was) en dus weer 180 graden
mochten draaien om hetzelfde fantastische bewegwijzerde fietspad langs de Riu
de Xeraco terug te volgen naar de ruta ecoturisticas (begin ik nu melig te
worden?) die ons terugbracht naar Platja de Gandia waar een overheerlijke cappuccino
en een dorstlessende caña de beloning vormde voor ons barre afzien.
Samenvattend: fietsen in Spanje is leuk, maar je moet ook van grote wegen
houden. Of (een stuk positiever): in Spanje fiets je vaak van Irgendwo nach
Nirgendwo en mooier kan het niet worden.
donderdag 5 april: @
daimús
Bijna 16 graden in de bus om half acht. ElTiempo voorspelt
een mooie dag met af en toe wat sluierbewolking en een temperatuurtje schommelend
rond de 20 graden. Een mooie dag om een nieuw stukje Oliva te onderzoeken. Einddoel
van vandaag Parc Natural Marjal Pego-Oliva met als een van de hoogtepunten Font
Salada. Het foldertje dat we een paar dagen geleden gescoord hebben noemt onze
activiteit “bike ride to the Font Salada and Marjal Pego-Oliva Natural Park".
Een gemarkeerde route tussen sinaasappelbomen over de Cami Vell de Pego. Yep:
goed gemarkeerd behalve op één cruciaal punt, namelijk een afweg links. Toegegeven:
in de routeomschrijving stond dat we op een bepaald moment linksaf moesten
slaan om de “Font Salada thermal water spring” te bereiken. Even geen aandacht
aan geschonken omdat de oude weg naar Pego rechtdoor ging. Ook gelezen maar
niet meer aan gedacht “this is an excellent place to take a bath and relax in
its renowned medicinal waters”. Geen badkleding ingepakt en baden in het blote
poepertje wordt daar niet op prijs gesteld. W nog wel even de teentjes in het
water, maar zo medicinaal was de bron niet: de eksterogen werden geen
millimeter kleiner, zodat ik mijn buik ook niet in het koude water hoefde te dompelen. Het park konden we een klein eindje in en toen hield de weg op, ingang waarschijnlijk totaal ergens anders. Moeras en riet, mooi! We weten nu ook waarom ons foldertje 2h15 rekent voor een kleine 7 kilometer heen en terug: spoorzoekertje spelen kost ook de nodige tijd. Leuk tochtje wederom en op het eind van de rit stond er bijna 50 kilometer op de teller. Bezig zijn is leuk, maar het moet niet in werken ontaarden. Het wordt langzaam maar zeker tijd om te verkassen. Weer een dag om door een ringetje te halen.