maandag 16 april: van ittervoort naar huis

Één van de doelstellingen van deze reis was het bijwonen van de Goede Week (Semana Santa) in Spanje. Dat is prima gelukt met processies in Sevilla, El Puerto de Santa Maria, Cadíz en later (heel toevallig) een mini-optochtje in Villaricos.
De hoogtepunten (behalve de processies)? Veel, maar ik beperk me tot: het bezoekje aan de
buren in Peñiscola, op Gibraltar met de kabelbaan naar de aapjes en vervolgens de
wandeling naar beneden, de voettocht door Cadíz, de verrassende havendagen in
Castellón en de begeleide fietstocht door Barcelona.
Tegenvallers? Niet echt, hooguit het weer in het algemeen.
Dit was het vierde voorjaar in Spanje en ik kan me niet herinneren dat het de
voorgaande jaren zo hard en veel gewaaid heeft. Zonnige dagen werden meer dan
voorgaande jaren afgewisseld met dagen waarin de vitamine-D-machine verstek
liet gaan en er is ook behoorlijk wat neerslag geweest. Volgens de website Spanje Vandaag klopt mijn gevoel wel aardig. Deze site vermeldt in de uitgave van 13 april het volgende: Het overschot aan regen wat gedurende de maand maart en de eerste week van april gevallen is op veel plaatsen in het land heeft ertoe geleid dat de stuwmeren beter gevuld zijn dan het gemiddelde van vorig jaar. Met name het noorden en noordwesten van Spanje waar de waterstand in de belangrijke stuwmeren nijpend was stijgt het waterpeil. Naast de stuwmeren zijn de rivieren echter ook overvol en dat zorgt weer voor overstromingen en andere problemen.
Vaste overwinteraars spraken over een winter en voorjaar met meer wind dan anders. Echt koud was het daarbij niet: de eerste gasfles was niet leeg bij terugkomst en de elektrische kachel is toch vrijwel niet aan geweest. Wel de gaskachel goed gebruikt op de heenreis toen het een paar graden vroor én je 's avonds en 's morgens graag de verwarming wilde voelen en later af en toe ’s morgens om de eerste kou uit de bus te halen. Omdat we op de meeste plekken walstroom hadden heeft ook de koelkast maar een paar nachten op gas gedraaid (en toen was het stervenskoud buiten dus zal het met het verbruik wel meegevallen zijn). De temperatuur op de heenreis door Frankrijk zorgde er ook voor dat ik in drie dagen met de camper in Peñiscola stond, iets wat ik met W als bijrijder nooit voor elkaar had gekregen.
In ons achterhoofd hadden we na Cadíz (ons uiterste puntje in Spanje) een aantal opties voor de terugreis. De weersvoorspellingen lieten optie één, terugreis via Portugal, al snel afvallen. Ook optie twee, door de binnenlanden van Spanje naar Frankrijk, lieten we schieten: de temperaturen zijn daar in deze tijd van het jaar niet om naar huis te schrijven en verhalen over met sneeuwkettingen de passen over te moeten (nog steeds ligt de sneeuwgrens veel lager dan voorgaande jaren, half april nog tussen de 800 en 1000 meter) vielen ook al niet in goede aarde; we bewaren de Spaanse binnenlanden wel voor een toekomstig reisje een keertje in het najaar. Bleef dus nog maar één mogelijkheid over: via de oostkust terug. Dat betekende dat ik deze reis sommige plekken twee keer aandeed, totaal geen probleem.
Opvallend: het verschil in dieselprijs in de verschillende
landen. Het goedkoopst natuurlijk Luxemburg waar ik op de heenreis net geen
Euro voor een litertje moest betalen, maar op de terugreis zes cent meer.
Frankrijk spant de kroon met prijzen tussen de 1,35 en 1,55. In Spanje hebben
we tussen de 1,03 en 1,18 betaald. België en Duitsland hanteren prijzen die
vergelijkbaar zijn met Nederland (in onze laatste reisweek ergens rond de
1,25).

Vertrek Ittervoort: 112.905; aankomst thuis: 113.040