donderdag 22
februari: bijna-niets-doen
“De koffie loopt, sportiever zal het vandaag niet worden”
dacht ik toen ik ruim na achten tot de ontdekking kwam dat het buiten 4 en
binnen 5 graden was. Waarom al die temperaturen, vraag je je misschien af? De
reden is simpel: ik wil een beeld krijgen van het “klimaat” in deze tijd van
het jaar. Misschien zit overwinteren er ooit nog een keertje in en dan weet je
wat je ongeveer verwachten kunt. Geen echte Spaanse temperaturen vanochtend, of
misschien juist wel? Zoemertje aan (stroom is inclusief) en koffie zetten; het
duurt nog even voor het zonnetje Puzzel tot op het bot heeft verwarmd. Ik weet
nu ook waarom er geen mens staat aan mijn kant van het straatje: de zon doet
daar drie kwartier later zijn werk dan aan de overkant. Belangrijke informatie
voor als je hier (zoals velen) veel langer staat. Voor die paar dagen dat ik
hier vertoef maakt het me niet zoveel uit. Guy, bijgenaamd Camperhuub, heeft
jarenlang een interessant blog bijgehouden over zijn overwinteravonturen in
Spanje. Hij noemt deze periode van de dag de reptielenfase: wachten tot je door
de zon opgewarmd wordt. Jammer genoeg is hij gestopt met zijn dagelijkse
verhaaltjes. De reden: alles is al een paar keer verteld. Misschien komt het
bij mij ooit ook zover.
Verhaaltje schrijven, beetje internetten (à 1 euro per dag),
wat lezen en een beetje opruimen (onderbroeken en sokken in een waszak geeft al
een totaal ander beeld van mijn huishoudentje) en voor je het weet is de brunz
achter de kiezen (twee gekookte eitjes op een stuk pan – zo’n wit stokbrood
waar ik over een paar dagen genoeg van heb, want het werkt als stopverf).
Tijd voor wat actie: het vouwfietsje voor de dag gehaald.
Vlak voor het vertrek hebben we een diepte-investering gedaan. In de afgelopen
jaren ben ik een paar keer door het zadel gezakt, W trouwens ook een keer.
Volgens een Duitse fietsenmaker was dat geen wonder: de zadelconstructie was
gemaakt voor smalle Chinese kontjes waar maximaal 50 kilo ander gewicht aan
vast zat (aan die kontjes bedoelde de fietsenboer). Hij gaf aan dat er twee
mogelijkheden waren: optie één was afvallen, die optie viel dus af (ik bedoel
te zeggen: afvallen is dan wel een optie, maar om de helft van je gewicht te
gaan verliezen….). Mogelijkheid twee was de aanschaf van een zadel dat op een
dusdanige manier met de zadelpin was verbonden dat zelfs de meest dikke Duitser
er niet doorheen zou zakken, hooguit de rest van de fiets wat indeuken. Een
nieuw zadel was voor ons een reëel plan, hetgeen we door onze eigen
fietsenmaker hebben laten uitvoeren. Er was echter nog een ander probleem: ons
Chinese wonder heeft drie maanden doorgebracht in het busje en nutteloos de
tijd uitgezeten tot het vandaag weer in actie mocht komen. Dus: zeer zachte banden.
Laat W nu de oude fietspomp ingepakt hebben. Heb niets tegen oude fietspompen,
maar dan moeten ze geen lekke slangen hebben. Echter zoals kleinzoon Q het zo
treffend zegt: “opa repareert alles met duc-tape” (dit in tegenstelling tot
kleinzoon T die vindt dat opa – en ook zijn vader – alles weer aan de praat
krijgt met elastiekjes). Nadat de duc-tape op was kon er voldoende lucht in de
band geblazen worden om de dichtstbijzijnde fietsenmaker te halen, bicicletas Freddy
(of zo). Alleen was onze Freddy zeer waarschijnlijk (net als de rest van de
ondernemers op de boulevard van Peñiscola) aan het overwinteren: Ferdy vermoedelijk
in Nederland en de anderen in een land waar het nog warmer is in deze periode. Morgen
maar een andere oplossing zoeken. Ik weet alleen niet hoe je in het Spaans om
een “fietspomp” vraagt.
Een behoorlijk windje aan zee. De ene kant op had ik hem
mee, maar je moet ook nog een keer de andere kant op. Het zonnetje stond wel
lekker te tetteren, maar veel warmer dan een graad of 13 is het deze dag niet
geworden. Uit de wind met een truitje aan was het goed vol te houden, maar op
de fiets had je echt wel een jas nodig (en de Spanjaarden een muts, een shawl
en dikke handschoenen). Gelukkig moest ik het kalm aan doen: racen mag niet!
’s Avonds kwam ik tot de ontdekking dat we ook hier te maken
hebben met “campinginternet”: een verbinding die overdag best redelijk is, maar
in elkaar stort wanneer het donker wordt en alle oudjes moeten skypen met hun
kleinkinderen. Dan maar lezen. Eindelijk het boek “de zonderlinge avonturen van
het geniale bommenmeisje” van Jonas Jonassen uit: de afgelopen twee maanden wel
tien keer aan de kant geschoven (allemaal veel te onwaarschijnlijke
gebeurtenissen), maar vandaag eindelijk de laatste 50 bladzijden gelezen en het
boek kunnen deleten. Voor mensen die het verhaal niet hebben uitgelezen: de atoombom
is uiteindelijk in China terecht gekomen. Heb nu nog 354 titels op mijn
e-reader staan, dus we kunnen even vooruit.
De dag even afsluiten met een wijntje uit zo’n schijnbaar
onuitputtelijke bag-in-box. Schiet me bij het inschenken van een wijntje een
uitspraak van oud-buurman A.H. te binnen: “Alcohol lost geen problemen op, maar
melk doet dat ook niet”. Anton kan het weten want hij heeft 40 jaar lang in de
zuivel gezeten (op de “botterfabriek”). Terzijde: ik heb helemaal geen
problemen op dit moment.
Een mooie dag, op naar een volgende.
donderdag 23 februari:
zo ziet een dag van een overwinteraar er uit
De AOW en het pensioen zijn binnen, de rekening van de
camperverzekering overigens ook, maar gelukkig blijft er nog voldoende over om
vier weken door te komen. Het elektrieke gevalletje maar aan bij het ontwaken
en nog even een uurtje onder de lappen: is de ergste kou weg bij het
definitieve opstaan. Koffie zetten en dan een “barra” scoren in het restaurant.
Morgen maar weer aan het bruine brood van de Lidl. Tegen elven voor het eerst
in 2018 buiten kunnen eten. Om ons moeders gerust te stellen: met
sinaasappeltjes persen kom ik wel aan de twee stuks fruit per dag. Boodschapjes
doen bij de plaatselijke Mercadona. Beetje zonnekleppen en na de middag even
buurten bij T en R (een echtpaar uit de straat dat met hun rijdende
viersterrenhotel overwintert op camping Los Pinos, elders in Peñiscola). Heel
gezellig een tijdje babbelen over allerlei zaken die pensionados bezig houden.
Inderdaad: AOW, pensioen, campers, het weer, de hoeveelheid gebruikt gas en
hoe-goed-we-het-wel-niet-hebben. Heb zelf nog niet de rust om drie maanden op
dezelfde stek door te brengen, maar wie weet komt dat over een jaartje of zo. Twee
koffie en een biertje later was het tijd om afscheid te nemen, maar niet nadat
de “bomba de bicicleta” van T (inderdaad: de fietspomp) de banden had opgekrikt
tot het gewenste aantal bar (met de duim gemeten).
Het was best goed toeven op Vizmar. Voor een Acsi-dagtarief
van € 11,00 + 1 flapje voor de Wifi zit je gebakken. En recensies? De een vindt
de oude dame bij de receptie een stuk chagrijn, de volgende vindt haar juist
vriendelijk. Het sanitair is bij nummer één brandschoon, nummer twee vindt het
ronduit smerig. Waarom lees ik die verhalen eigenlijk nog? Tip: na vieren is
het gebouwtje schoongemaakt en tref je een gouden troon aan (wel kijken of het
toilet een haakje heeft)! Maar let op: ervaringen in het verleden bieden geen
garanties voor de toekomst.
Morgen toch maar een deurtje verder: via de Lidl in
Benicarlo (de voorraden zijn vrijwel weggewerkt en de Mercadona is niet echt
mijn winkel) naar Camperpark Valencia bij Bétera. Kijken of Roosje er nog
werkt. Wijze uitspraak van T vandaag: “Als ik moest kiezen tussen reizen en alpaca’s
fokken dan wist ik het wel”. Ik ook overigens.
Is er dan niks te zien in Peñiscola? Jazeker wel! Alleen:
dat hebben we in voorgaande jaren al een paar keer bekeken en gedaan. De burcht
van Papa Luna op het schiereiland is best de moeite waard en fietsen naar het
zuiden langs de zee en later de artisjokkenvelden is ook een aanrader. Er zal
wel niet veel veranderd zijn in een jaar tijd, alleen zullen het wel andere
artisjokken zijn.
Het menu van vanavond: “judia redonda” en “cerdo empanado”.
Als ik naar de verpakkingen kijk vermoed ik dat ik sperziebonen mag
wegkauwen met een varkensschnitzel. Gezien de grootte van de porties gaat hetzelfde
morgen weer op het bord verschijnen. De aardappelen laten we vandaag maar achterwege,
heb nog een beetje stokbrood over en ik mag geen eten weggooien van mijn moeder.