25/26 mei: Tolkamer
Een paar keer per maand kom ik er wel, al of niet met W.
(zonder haar is het 85 eurocent goedkoper, immers: toeristenbelasting). We
hebben het over de Europakade in Tolkamer. Voor € 7,50 (exclusief die
toeristenbelasting) mag je er je campertje op de klinkertjes neerzetten. Als je
vlak bij autosteiger staat (of als je heel veel stroomkabel hebt) mag je voor
een eurootje of zo per kwh je kabeltje prikken. Verder is er (behalve wat
vuilnisbakjes) niks, maar dat is genoeg. Water en toilet aan boord, de
vuilwatertank is niet zo snel vol, de koelkast kan op gas en zelfs de
hallogeenlampjes krijgen de huishoudaccu’s niet leeg (toch maar een keertje op
jacht naar ledlampjes?) En hoe kun je beter afkicken van een familieweekend dan
een dagje bootjes kijken. Dus terug van Harfsen, door naar de Rijn.
Volgens een foldertje van de gemeente Rijnwaarden komen er
per dag zo’n 600 schepen langs de Europakade varen en dat geloof ik meteen. Begin
mei stonden we een stuk zuidelijker aan de Rijn (bij Oberwesel) en toen viel me
op dat het scheepvaartverkeer hier stukken minder was. Reden dus om eens op
onderzoek te gaan (je bent tenslotte met prepensioen, dus toch niets te doen!)
Er zijn op internet mooie statistieken te vinden over het
goederenvervoer op de Rijn, daarnaast heb je de mogelijkheid om de scheepvaart
(per schip) te volgen via www.marinetraffic.com.
Het blijkt dan dat de meeste vracht naar en van enkele Duitse Rijnhavens gaan,
met name Duisburg (de grootste Europese binnenhaven) en Keulen. De vracht is
afkomstig van Rotterdam, Antwerpen en Amsterdam; dit zijn voor Duitsland
belangrijke zeehavens. Uiteraard gaat er ook spul de andere kant op. De
Nederlanders mogen zich op de borst kloppen: ca. 50 % van alle vracht wordt
door Nederlandse schepen vervoerd. Niet verwonderlijk: Nederland heeft de
meeste binnenvaartschepen, op dikke afstand gevolgd door Duitsland. De laatste
25 jaar is het aantal schepen drastisch verminderd, maar het totale
laadvermogen is juist gestegen. Dat betekent dus: groot, groter, grootst.
Als je zo’n dagje aan het water staat en over het water
kijkt (soms door de voorruit van het busje, want het kan er flink waaien) dan
zie je van alles voorbij varen. Vroeger noemde ik alle schepen die over de Rijn
heen-en-weerden gemakshalve maar Rijnaken, maar ja dat was vroeger. Tegenwoordig
kom je heel wat apart spul tegen. Vooral de duwvaart (tot zes bakken) is
geweldig om te bekijken, maar het meest spectaculair zijn toch wel de
roroschepen (roll on – roll off) die personenauto’s, bestelbusjes, opleggers en
tractoren vervoeren; het schip lijkt net een grote parkeergarage. In een later
blogje hoop ik op al deze schepen nog terug te komen.
Maar de Rijn bij Tolkamer zal een tijdje moeten wachten. Het
volgende projectje komt eraan: de Maas volgen van bron(nen) tot monding. Ben
benieuwd.