K te W wees me op het artikel “Trekweg langs de Vliet had heel wat voeten in de aarde“ (klikkerdeklik) dat een heel mooi beeld schetst van de trekvaart in de regio waarin we nu zitten. Over een onbelemmerde scheepvaart op de Vliet is ten minste anderhalve eeuw geruzied. Vooral de “Leytschen dam“ was een struikelpunt. Pas in 1636 mocht met de aanleg van een “trekweg“ worden begonnen. Het artikel laat het gekonkel en de macht van de steden Dordrecht, Gouda en Haarlem zien die zich beriepen op het gewoonterecht: volgens de oude “costuymen“ of gebruiken was de vaart tussen de zeehavens aan de Maas en aan het IJ uitsluitend toegestaan via de steden Dordrecht, Gouda en Haarlem. Deze drie steden verzetten zich fel tegen elke inbreuk op hun privilege op de “gecostumeerde“ binnenvaart. Alle vracht moest de stapelmarkt van Dordrecht passeren. Dat betekende dat alles moest worden uitgeladen en te koop aangeboden. Na opnieuw te zijn geladen, mochten de schepen verder varen, maar alleen via de tol van Gouda bij de Gouwesluis en dan naar Spaarndam, waar Haarlem tol inde. Alle schippers die langs alternatieve routes deze heffingen probeerden te omzeilen, werden flink beboet door uitgezette wachten. Het stedenpact van Dordrecht, Gouda en Haarlem probeerde herhaaldelijk in de Staten van Holland wensen van concurrenten in de binnenvaart te blokkeren. Zo bleef de Leytschen dam eeuwenlang gesloten door herhaalde afwijzing van het verzoek tot het realiseren van een sluis en bleef de scheepvaart over de Vliet beperkt tot lokaal verkeer. Het artikel beschrijft de geschiedenis van het “jaagpad“ van Leiden tot de Leidschendam en de trekschuitdiensten naar Delft en Den Haag tussen 1636 en 1638. Leuke kost voor een regenachtige zondagmiddag.
zaterdag 31 mei: @ zoetermeer
Kleinzoon Q appte “Opa je kunt het dak op!“ en aangezien Q een welopgevoede jongeman is (ook in dat opzicht lijkt hij op zijn opa), wist ik dat hij het niet figuurlijk maar letterlijk bedoelde. Kwam natuurlijk ook omdat ik op internet al gelezen had over de Rotterdamse Dakendagen. Je kunt met een kaartje 40 Rotterdamse daken bezoeken (voor elk dakevent wel graag een apart kaartje). “Tijdens zo’n dakbezoek ga je met een begeleider in een kleine groep het dak op, waar je naast een bijzonder uitzicht ook wordt getrakteerd op een goed verhaal, een activiteit of een performance“, beloofde het programmaboekje. Onze Pijnackerse nazaten hadden twee daken gereserveerd, maar daarover later mee.
Eerst maar eens rustig wakker worden op dit plekje in de Driemanspolder. Potje koffie erbij, broodjes afbakken, eitjes koken: we kneuteren wat af op zo’n zaterdagochtend in ons busje. We hadden alle tijd: dochterlief had ons ingefluisterd dat ze ons niet eerder verwachtte dan half twaalf. Kijk: dat soort duidelijke boodschappen, daar hou ik van! 7,5 kilometer is het van ons mobiele huis naar Pijnacker en dat doe je met dit weer natuurlijk op de fiets. Niet alleen ideaal weer om te fietsen maar ook om het dak op te gaan. Kijk maar naar bijgaand overzicht van Buienradar. De laatste kolom geeft de hoeveelheid zon (in procenten) per uur aan.
Eerst gezellie met de metro naar Rotterdam. W en ik reizen nog steeds met de OV-kaart terwijl er inmiddels al voldoende alternatieven zijn (bankpasje en zo). Komt omdat we samen nog steeds zo’n 100 Euro saldo op de kaarten hebben staan. En met de OV-chipkaart krijgen we als bejaarden 34 % leeftijdskorting. Schijnt ook mogelijk te zijn als je reist met je bankpas, maar dan moet je die eerst aangemeld hebben bij de OV-pay-app (hoorde ik vorige week van mijn buurman). Laten we eerst het saldo maar eens opsnoepen. Tijdens ons dagelijkse serieuze gesprek van tien minuten (W en ik) hebben we elkaar vandaag wel plechtig beloofd een notitie te maken dat we niet vergeten het saldo op de OVkaart terug te vragen wanneer een van ons komt te overlijden.
En toen de daken in Rotterdam. Ons eerste dak was dat van het Maritiem Museum. Leuke tentoonstelling, mooie uitzichten over de Coolsingel en de Leuvehaven (maar dat zie je aan de foto’s) en daarna via een giga-glijbaan van het dak naar beneden roetsjen. Lengte van de glijbaan: 100 meter. Vinkje: de Rotterdam Rooftof Roetsj done! De jeugd dan, opa en oma met de trap, niet omdat we niet durfden maar omdat je een uur in de rij moest staan in de brandende zon.
Kom je beneden zie je Jan Gat, ik bedoel het beeld dat Ossip Zadkine maakte naar aanleiding van het bombardement op Rotterdam. In de loop der jaren is de sculptuur door de Rotterdammers van verschillende namen voorzien. Naast de meest gebruikte "Jan Gat" komen ook "Stad zonder Hart", "Zadkini", "Jan met de Handjes" en "Jan met de Jatjes" voor en dat terwijl het officieel "de verwoeste stad" heet. Het beeld staat er al sinds 1953. Inmiddels een rijksmonument. En dat voor een cadeautje van De Bijenkorf. Die jongens stelden wel als voorwaarde van de schenking dat het beeld op die en enkel die plaats zou blijven staan, dus staat het al meer dan 70 jaar aan de Leuvehaven bij het Maritiem Museum. Zadkine zei zelf het volgende over zijn creatie: "Het [beeld] wil het menselijk lijden belichamen dat een stad moest ondergaan die slechts, met Gods genade, wilde leven en bloeien als een woud. Een kreet van afschuw om de onmenselijke wreedheid van dit beulswerk."
Wel eens gehoord dat je ook in de grote stad kunt surfen? Geloofde het niet, maar vandaag met eigen ogen gezien: RIF010 heet het bedrijf dat in hartje van de stad een surfpool heeft aangelegd waarop je kunt surfen, suppen en kanoën. Indrukwekkend om te zien hoe de golven gemaakt worden.
Op het tweede dak, ergens aan het Hofplein, dronken we een biertje en kregen we een hapje. Om precies te zijn Hofplein 19 in het kantorencomplex van Unilever, verdieping 10 (9 met de lift, de Rooftopbar op 10 met trappen). Hier ook weer een mooi uitzicht. De Rooftop Rotterdam is gevestigd op het dak van het voormalige Shell- gebouw aan het Hofplein. Het is een gelegenheid die je af kunt huren voor een feestje, vergadering en meer van dat soort werk. Het leuke is dat je vanaf het dakterras vrijwel alle gebouwen en bruggen van Rotterdam kunt zien. Aan de westzijde kijk je weg naar Delft en omdat het helder weer was konden we zelfs Den Haag zien liggen. Oudere Rotterdammers hebben het over het voormalige Shell-gebouw, de jongeren hebben het over het hoofdkwartier van Unilever Benelux, dat clubje heeft een groot aantal verdiepingen gehuurd.
Terug in Pijnacker even een half uurtje pauze en daarna op de fiets. We hadden gereserveerd bij Eten & Zo in de buitenwijken van Zoetermeer, zo’n vreetschuur met een bijzonder concept en dan bedoel ik niet het all-you-can-eat-concept dat hier overigens ook van toepassing is. Elders noemen ze het de wereldkeuken. Op de website van de toko kun je het volgende lezen: “In het hart van het restaurant staat een enorme keuken met verschillende kookeilanden waar een team van koks het eten live bereidt. De aparte afdelingen staan voor verschillende keukens uit evenzoveel werelddelen.“
Een mooie dag, een leuke dag, maar vooral een aparte dag. Weer eens wat anders dan gewoon een eindje fietsen. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan terug naar de Achterhoek. De plicht roept tot en met donderdag. Dan gaan we weer op stap: familieweekend. Zin in!