noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 31 mei 2025

jezusklimopdag en zo - 3: de rooftoproetsj

K te W wees me op het artikel “Trekweg langs de Vliet had heel wat voeten in de aarde“ (klikkerdeklik) dat een heel mooi beeld schetst van de trekvaart in de regio waarin we nu zitten. Over een onbelemmerde scheepvaart op de Vliet is ten minste anderhalve eeuw geruzied. Vooral de Leytschen dam was een struikelpunt. Pas in 1636 mocht met de aanleg van een “trekweg worden begonnen. Het artikel laat het gekonkel en de macht van de steden Dordrecht, Gouda en Haarlem zien die zich beriepen op het gewoonterecht: volgens de oude costuymen of gebruiken was de vaart tussen de zeehavens aan de Maas en aan het IJ uitsluitend toegestaan via de steden Dordrecht, Gouda en Haarlem. Deze drie steden verzetten zich fel tegen elke inbreuk op hun privilege op de gecostumeerde binnenvaart. Alle vracht moest de stapelmarkt van Dordrecht passeren. Dat betekende dat alles moest worden uitgeladen en te koop aangeboden. Na opnieuw te zijn geladen, mochten de schepen verder varen, maar alleen via de tol van Gouda bij de Gouwesluis en dan naar Spaarndam, waar Haarlem tol inde. Alle schippers die langs alternatieve routes deze heffingen probeerden te omzeilen, werden flink beboet door uitgezette wachten. Het stedenpact van Dordrecht, Gouda en Haarlem probeerde herhaaldelijk in de Staten van Holland wensen van concurrenten in de binnenvaart te blokkeren. Zo bleef de Leytschen dam eeuwenlang gesloten door herhaalde afwijzing van het verzoek tot het realiseren van een sluis en bleef de scheepvaart over de Vliet beperkt tot lokaal verkeer. Het artikel beschrijft de geschiedenis van het jaagpad“ van Leiden tot de Leidschendam en de trekschuitdiensten naar Delft en Den Haag tussen 1636 en 1638. Leuke kost voor een regenachtige zondagmiddag.

zaterdag 31 mei: @ zoetermeer

Kleinzoon Q appte “Opa je kunt het dak op!“ en aangezien Q een welopgevoede jongeman is (ook in dat opzicht lijkt hij op zijn opa), wist ik dat hij het niet figuurlijk maar letterlijk bedoelde. Kwam natuurlijk ook omdat ik op internet al gelezen had over de Rotterdamse Dakendagen. Je kunt met een kaartje 40 Rotterdamse daken bezoeken (voor elk dakevent wel graag een apart kaartje). “Tijdens zo’n dakbezoek ga je met een begeleider in een kleine groep het dak op, waar je naast een bijzonder uitzicht ook wordt getrakteerd op een goed verhaal, een activiteit of een performance“, beloofde het programmaboekje. Onze Pijnackerse nazaten hadden twee daken gereserveerd, maar daarover later mee.

Eerst maar eens rustig wakker worden op dit plekje in de Driemanspolder. Potje koffie erbij, broodjes afbakken, eitjes koken: we kneuteren wat af op zo’n zaterdagochtend in ons busje. We hadden alle tijd: dochterlief had ons ingefluisterd dat ze ons niet eerder verwachtte dan half twaalf. Kijk: dat soort duidelijke boodschappen, daar hou ik van! 7,5 kilometer is het van ons mobiele huis naar Pijnacker en dat doe je met dit weer natuurlijk op de fiets. Niet alleen ideaal weer om te fietsen maar ook om het dak op te gaan. Kijk maar naar bijgaand overzicht van Buienradar. De laatste kolom geeft de hoeveelheid zon (in procenten) per uur aan.

Eerst gezellie met de metro naar Rotterdam. W en ik reizen nog steeds met de OV-kaart terwijl er inmiddels al voldoende alternatieven zijn (bankpasje en zo). Komt omdat we samen nog steeds zo’n 100 Euro saldo op de kaarten hebben staan. En met de OV-chipkaart krijgen we als bejaarden 34 % leeftijdskorting. Schijnt ook mogelijk te zijn als je reist met je bankpas, maar dan moet je die eerst aangemeld hebben bij de OV-pay-app (hoorde ik vorige week van mijn buurman). Laten we eerst het saldo maar eens opsnoepen. Tijdens ons dagelijkse serieuze gesprek van tien minuten (W en ik) hebben we elkaar vandaag wel plechtig beloofd een notitie te maken dat we niet vergeten het saldo op de OVkaart terug te vragen wanneer een van ons komt te overlijden.

En toen de daken in Rotterdam. Ons eerste dak was dat van het Maritiem Museum. Leuke tentoonstelling, mooie uitzichten over de Coolsingel en de Leuvehaven (maar dat zie je aan de foto’s) en daarna via een giga-glijbaan van het dak naar beneden roetsjen. Lengte van de glijbaan: 100 meter. Vinkje: de Rotterdam Rooftof Roetsj done! De jeugd dan, opa en oma met de trap, niet omdat we niet durfden maar omdat je een uur in de rij moest staan in de brandende zon.




Kom je beneden zie je Jan Gat, ik bedoel het beeld dat Ossip Zadkine maakte naar aanleiding van het bombardement op Rotterdam. In de loop der jaren is de sculptuur door de Rotterdammers van verschillende namen voorzien. Naast de meest gebruikte "Jan Gat" komen ook "Stad zonder Hart", "Zadkini", "Jan met de Handjes" en "Jan met de Jatjes" voor en dat terwijl het officieel "de verwoeste stad" heet. Het beeld staat er al sinds 1953. Inmiddels een rijksmonument. En dat voor een cadeautje van De Bijenkorf. Die jongens stelden wel als voorwaarde van de schenking dat het beeld op die en enkel die plaats zou blijven staan, dus staat het al meer dan 70 jaar aan de Leuvehaven bij het Maritiem Museum. Zadkine zei zelf het volgende over zijn creatie: "Het [beeld] wil het menselijk lijden belichamen dat een stad moest ondergaan die slechts, met Gods genade, wilde leven en bloeien als een woud. Een kreet van afschuw om de onmenselijke wreedheid van dit beulswerk." 

Wel eens gehoord dat je ook in de grote stad kunt surfen? Geloofde het niet, maar vandaag met eigen ogen gezien: RIF010 heet het bedrijf dat in hartje van de stad een surfpool heeft aangelegd waarop je kunt surfen, suppen en kanoën. Indrukwekkend om te zien hoe de golven gemaakt worden.

Op het tweede dak, ergens aan het Hofplein, dronken we een biertje en kregen we een hapje. Om precies te zijn Hofplein 19 in het kantorencomplex van Unilever, verdieping 10 (9 met de lift, de Rooftopbar op 10 met trappen). Hier ook weer een mooi uitzicht. De Rooftop Rotterdam is gevestigd op het dak van het voormalige Shell- gebouw aan het Hofplein. Het is een gelegenheid die je af kunt huren voor een feestje, vergadering en meer van dat soort werk. Het leuke is dat je vanaf het dakterras vrijwel alle gebouwen en bruggen van Rotterdam kunt zien. Aan de westzijde kijk je weg naar Delft en omdat het helder weer was konden we zelfs Den Haag zien liggen. Oudere Rotterdammers hebben het over het voormalige Shell-gebouw, de jongeren hebben het over het hoofdkwartier van Unilever Benelux, dat clubje heeft een groot aantal verdiepingen gehuurd.  

 



Terug in Pijnacker even een half uurtje pauze en daarna op de fiets. We hadden gereserveerd bij Eten & Zo in de buitenwijken van Zoetermeer, zo’n vreetschuur met een bijzonder concept en dan bedoel ik niet het all-you-can-eat-concept dat hier overigens ook van toepassing is. Elders noemen ze het de wereldkeuken. Op de website van de toko kun je het volgende lezen: “In het hart van het restaurant staat een enorme keuken met verschillende kookeilanden waar een team van koks het eten live bereidt. De aparte afdelingen staan voor verschillende keukens uit evenzoveel werelddelen.“

Een mooie dag, een leuke dag, maar vooral een aparte dag. Weer eens wat anders dan gewoon een eindje fietsen. En morgen? Morgen is er weer een dag. We gaan terug naar de Achterhoek. De plicht roept tot en met donderdag. Dan gaan we weer op stap: familieweekend. Zin in!

vrijdag 30 mei 2025

jezusklimopdag en zo - 2: een bbq in pijnacker

Hoe ik toch aan “jezusklimopdag“ kom, vroeg H te L zich af. Het woord speelt al tientallen jaren een rol in de conversaties op de school waar ik vroeger werkte. Een collega, H te W, introduceerde als rasechte atheïst deze benaming op een min of meer roomse school. Jezus ging op Hemelvaartsdag naar boven, dus hij klom hogerop. Simpel toch?

Had het gisteren over de uitdrukking "Kaas marcheert altijd" en schreef dat toe aan Willem Elsschot. Volgens W komt die tekst niet letterlijk voor in de novelle Kaas (1933), waarin Elsschot op satirische wijze beschrijft hoe de klerk Frans Laarmans zich waagt aan de kaashandel, wat leidt tot een reeks komische en tragische gebeurtenissen. Bestseller voor de middelbare scholier dat boek, telt maar 100 tot 120 bladzijden (afhankelijk van welke uitgave en/of druk je hebt). Volgens geleerden (onder andere ChatGPT) moet je de uitspraak "kaas marcheert altijd" zien als "[....] weerspiegeling van de ironie waarmee Elsschot de menselijke neiging tot zelfoverschatting en de absurditeit van het zakenleven beschrijft“. Lust ge nog peultjes? Net zo’n dooddoener als: "een stilstaande klok geeft ook twee keer per dag de juiste tijd aan". En om een lang verhaal kort te houden: de wijze waarop ik de uitdrukking in mijn vorige blog gebruikte, klopt niet.

Kreeg van schoolmeester P te A te horen dat de zin "En dat alles gelardeerd met een mooie weersvoorspelling" misschien in informele context begrijpelijk en stilistisch aantrekkelijk is, maar grammaticaal een beetje rammelt. Het is volgens hem een elliptische zin, dat wil zeggen: er ontbreekt een werkwoord. In geschreven, formele taal zou dat als onvolledig kunnen worden beschouwd, eigenlijk moet je schrijven: "En dat alles is gelardeerd met een mooie weersvoorspelling". Schoolmeesters! Ze weten het altijd beter.

vrijdag 30 mei: @ zoetermeer

"Wil eigenlijk wel net als vorig jaar een tochtje door de duinen fietsen", sprak W toen de bami met omelet (ja met één m) en daarna de vanillevla met perziken (uit blik) op hemelvaartsdag om een uur of half acht achter de kiezen zaten. "Ik doe de afwas wel, komoot jij maar een leuke route“. Door de duinen, dan wordt het Scheveningen - Wassenaarse Slag, heb je min of meer de wind achter. Hebben we al eens eerder gefietst en kwamen toen de watertoren van Scheveningen tegen, zo’n leuk dingetje uit 1874. Nu is het een rijksmonument. We kwamen toen ook door Meijendel, het grootste aaneengesloten duingebied van Zuid-Holland en onderdeel van Nationaal Park Hollandse Duinen. Dit prachtige natuurlandschap ligt ten noorden van Scheveningen gaat na Wassenaar nog een tijdje door richting Katwijk. En ja: Pannenduin zat er toen ook bij. Wil je meer informatie (her)lees dan dit stukje uit mijn blogreeks van 2024. Via Wassenaar en Leidschendam terug, zo’n kleine 50 kilometer waarvan 43 kilometer fietspad. Stap je op de fiets, zet je je phone aan met Komoot, is de route niet opgeslagen. W naar de receptie van de camping om een soortgelijke route te halen, is dan wel zo’n fietsbingoroute. In normaal Nederlands: knooppuntenroute. Best te doen in het buitengebied. In de stad, waar je ook op het verkeer moet letten, mis je nog wel eens zo’n bordje. W wat minder dan ik, maar die is dan ook een stuk jonger en niet aan de ogen geopereerd.

Onze eerste highlight was Leidschendam, een plaats met een lange geschiedenis, die ik ooit nog wel eens zal vertellen als ik meer tijd (en ruimte) heb. Leidschendam heeft haar naam te danken aan een dam in de Vliet, de "Leytsche Dam". De dam werd aangelegd op de scheiding van twee stroomgebieden, de districten Delfland en Rijnland, vanwege het verschil in waterpeil. De dam fungeerde als een oponthoud voor scheepvaart, waardoor er een overstaphalte ontstond en tol werd geheven. Een eerste (kleine) sluis dateert uit 1648. Het grote werk, een echt sluizencomplex, kwam er pas in 1885. Economisch rendabel plekje in de Middeleeuwen want voor alle goederen die de Leytsche Dam passeerden moest tol worden betaald. Daarnaast moesten trekschuitpassagiers hier overstappen: ze strekten even de benen en deden een van de vele herbergen aan. 

In Wassenaar liep de route via een klein deel van het landgoederenfietspad. Er waren nog een aantal pareltjes te koop. Een volgende keer toch de hele route maar eens nafietsen. Wassenaar ging over in de Meijendel, lekker rustig fietsen met flink wat klimmetjes en afdalingen. Er waren behoorlijk wat afgetrainde lijfjes met van die strakke billetjes op kleine zadels. Wielrenners noemen ze zoiets.

 

Toen kregen we Scheveningen voor de kiezen, dat voor een deel nog steeds/opnieuw/voortdurend (doorhalen wat niet wordt gewenst) op zijn kop ligt. Wel wat leuke dingetjes te zien. Leuke dingetjes, nou ja zeg: zandhopen, omgetoverd tot kunstwerken met namen als “Buitengewone beestenboel” en “Buitengewone Beelden aan Zee”. Deelnemende zandmeesters komen uit Duitsland, Polen, Litouwen en Nederland.

 



En regelmatig dacht ik: leefde ik maar zo’n 400 jaar geleden. Toen was het leven minder gehaast en gingen we niet met een vaartje van 130 kilometer per uur van A naar Beter, maar lieten we ons vervoeren door de intercity's van de Nederlandse Republiek: de trekschuiten. Zo verbonden trekschuiten op de Vliet eeuwenlang grote aantallen Zuid-Hollandse steden met elkaar. Een schip met een paard ervoor vervoerde je betaalbaar, snel en betrouwbaar. Met een strak vaarschema en een hoge frequentie aan verbindingen was het een knap staaltje van openbaar vervoer. Tot ver in de negentiende eeuw was de trekschuit in gebruik. Even een paar cijfertjes (bron: www.geschiedenisvanzuidholland.nl): [....] rond 1670 was het vervoer per trekschuit op zijn hoogtepunt. In totaal waren toen 39 steden bereikbaar per trek- schuit en liep 80% van het personenvervoer via de trekvaarten. In de tweede helft van de 17e eeuw passeerden jaarlijks ruim 200.000 mensen Leidschendam, op weg naar één van de steden in de omgeving. De schuit was comfortabeler dan de koets, die destijds nog zonder vering, over de hobbelige en soms modderige zandwegen van stad naar stad reed. Ook was de trekschuit betrouwbaarder dan het zeilschip, waarvan onduidelijk was door de wind en het weer wanneer je precies op je eindbestemming zou aankomen.“

Hoe kom ik hier zo op? Kwam regelmatig tijdens het fietsen nog veel sporen tegen van de voor de trekvaart aangelegde infrastructuur in de vorm van jaagpaden. Vaak zijn die omgebouwd tot fietspaden. Ook kom je nog regelmatig straatnaambordjes tegen die verwijzen naar de oude functie die de weg had: zo stikt het in deze omgeving van de staatnamen die Trekweg heten.

Half drie waren we weer thuis, twee uur recupereren. Temperatuur oplopend tot 21 graden. Wind tijdens het fietsen NW tot W, kracht 4. Half vijf opnieuw op de fiets, nu naar Pijnacker voor een gezellige bbq bij een deel van ons nageslacht. De Achterhoekse vlag hing al fier te wapperen tegen een strakblauwe lucht. Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag, de dag van de rooftoproetsj. Ben benieuwd.







donderdag 29 mei 2025

jezusklimopdag en zo - 1: de aanvliegroute

Inderdaad: heb 2,5 week niks van me laten horen. Had een reden: druk op het museum, want 1.300 kinderen later: 23 voorstellingen van het PEERtoftheater, een tiental rondleidingen, 40 keer het verhaal aangehoord van het wolletje dat langzaam uit elkaar getrokken wordt om zo een draadje te vormen en 30 keer het verhaal verteld dat slaolie niks met sla te maken heeft maar met slaan. Een paar mooie weken, maar nu is het goed: het project heeft voldoende publiciteit en vooral tevreden kindersnuitjes opgeleverd. Op naar de week van de avondvierdaagse. Dat wordt steeds meer ondankbaar werk als je alle verhalen mag geloven. Onlangs stond er een artikel in de Gelderlander over de avonturen van een verkeersregelaar tijdens de avondvierdaagse van Ulft: ”En dan laat hij het verbale geweld nog achterwege. Dat is voor de meeste verkeersregelaars aan de orde van de dag. Als je zo snel mogelijk nieuwe scheldwoorden wil leren, dan kom je als verkeersregelaar heel snel heel ver.”

donderdag 29 mei: @ zoetermeer

Of we even naar het westen kunnen met de camper om een paar leuke en gezellige dingen te doen met een deel van ons nageslacht? Natuurlijk net te laat (is twee weken van tevoren te laat?) om via internet nog een plekje te krijgen op een camping in die contreien. Toch maar even met de Drie Morgen in Zoetermeer gebeld en mooi geregeld: Rob had nog wel een plekje voor ons ergens achteraf zonder stroom en “als er wat vrijkomt kun je doorschuiven“. "Kaas marcheert altijd" (komt dat niet van Elsschot?) Die uitdrukking schoot me te binnen toen ik weer op het rode knopje van mijn telefoon drukte om het gesprek te beëindigen. Weet alleen niet of "kaas marcheert altijd" wel bij deze situatie past. Toch eens uitzoeken.

 

De Drie Morgen nabij Zoetermeer is sinds dochterlief met man en zoon in Pijnacker woont min of meer onze vaste uitvalsbasis geworden. Abtwoudse Hoeve bij Delft is veel mooier maar is een stuk duurder. En als je toch veel “programma“ hebt (dus veel tijd buiten de campingpoort doorbrengt) is de Drie Morgen een goede keus. Want “veel programma“ staat inderdaad op het programma. Even een kort overzicht: een rooftoproetsj, een barbecue, een etentje bij de Wereldkeuken (die in Zoetermeer "Eten en Zo“ heet) en natuurlijk een fietstocht (of twee of .....). En dat alles gelardeerd met een mooie weersvoorspelling. Hooguit een beetje veel wind.

 

Drie campers stonden er begin deze week in onze straat te wachten op het moment dat ze uitgelaten zouden worden. Eentje is er dinsdag vertrokken, wij gingen op donderdag en de laatste gaat zondag Nederland onveilig maken. Komt er weer flink wat parkeerruimte vrij en hebben de boa’s minder kentekenplaten over te schrijven. Ons einddoel vandaag de Nieuwe Driemanspolder bij Zoetermeer, waar in korte tijd een voor Zuid-Holland uniek vogelgebied is ontstaan. De geschiedenis van de Nieuwe Driemanspolder is complex en omvat verschillende fases, van de oorspronkelijke polder tot het huidige recreatiegebied met piekberging. We gaan even met hinstapsprongen door die geschiedenis. In de 17e eeuw was het gebied een moerasgebied dat door de turfwinning werd verwoest. In 1668 begon de droogmakerij met acht windmolens, waardoor vruchtbare grond ontstond op vijf meter onder zeeniveau. De polder kreeg de naam Driemanspolder, naar de drie leden van de directie die het project leidde. De polder werd gebruikt voor verschillende agrarische activiteiten, maar ook voor industrie (de naam Brinkers Margarinefabrieken kom je nog wel eens tegen). Toen de A12 moest worden gepland (en met name het traject tussen Den Haag en Utrecht) was het logisch dat de weg door de polder zou lopen (Zoetermeer stelde toen als plaats nog niks voor). Dit gedeelte van Rijksweg 12 is in de jaren 1933–1940 aangelegd en is daarmee de oudste autosnelweg van Nederland. De toenmalige verharding bestond uit beton en klinkers. De A12 was de eerste autosnelweg ter wereld die uitgerust was met vluchtstroken. Had de bevolking wat te vertellen over de aanleg van de weg? Van echte inspraak was geen sprake, omdat dat doorgaans leidde tot concessies die achteraf dikwijls ongewenst bleken. Na 2017 werd de polder heringericht tot een natuur- en recreatiegebied, inclusief een piekberging voor overtollig water. Het doel van de piekberging is het opvangen van overtollig regenwater bij extreme neerslag. En water, dat trekt vogels aan! W heeft in de afgelopen jaren zelfs lepelaars in de klei zien scheppen. Alleen: waarom ga je mais verbouwen in zo'n prachtige omgeving?

Fietsen, natuurlijk! De tocht die ik al eerder uitgestippeld had onder de naam “mooi om te beginnen“. Allereerst ging het door de polder naar Stompwijk, een dorp en voormalige gemeente, na een aantal fusies inmiddels opgegaan in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Stompwijk is een echt polderdorp, een pluk huizen neergesmeten “ergens“ tussen uitgestrekte polders. Een dorp met veel draai- en ophaalbruggetjes omdat de Stompwijkse Vaart nog tot 1965 door veel binnenschippers gebruikt werd. Het dorp ontstond in de 13de eeuw bij de grootschalige ontginning van het toen nog uit 'wilde venen' bestaande Hollandse binnenland. Stompwijk komen we al tegen in 1285 onder de naam Stompwijc.

 

Ons volgende toeristische hoogtepunt werd gevormd door de huizen van Zoeterwoude-Dorp, een kern van de gemeente Zoeterwoude. Mooi wonen daar, alleen wanneer je een plekje wilt hebben in de woon- en werkgemeenschap Swetterhage (aan de zuidzijde van het dorp) moet je een verstandelijke beperking hebben.

 

En toen kwam Benthuizen aan de beurt. Heb er vorig jaar al het nodige over geschreven, (her)lees eventueel https://berrynales.blogspot.com/2024/10/nog-eentje-dan-nog-eentje-dan-4-een.html. Ook molen de Haas (in elkaar geknutseld in 1772) heeft toen een verbale beurt gehad. Heb in dat blog echter vergeten te vermelden dat Kees van der Staaij (officieel Cornelis Gerrit, geboren in Vlaardingen op 12 september 1968) in Benthuizen woont. Ons Keesje is bekend van de SGP (de Staatkundig Gereformeerde Partij). Geen mens kan zo gereformeerd uit zijn ogen kijken als deze voormalige fractievoorzitter in de Tweede Kamer. In augustus 2023 gaf hij het stokje over aan Chris Stoffer (afkomstig van de Bible Belt in Elspeet). Chris is nog een graadje erger dan ons Keesje: zo pleit hij ondermeer voor de doodstraf. Als laatste middel, dat dan wel weer. Ook ernstig is dat Stoffer het recht wil inperken van actiegroepen die naar de rechter stappen en zo in zijn ogen de politiek dwarsbomen. Of onze Kees goed terecht gekomen is? Maak je maar geen zorgen: vanaf 1 februari 2024 is Van der Staaij gezant maritieme maakindustrie bij de Rijksoverheid. Daarnaast is hij toezichthouder bij Driestar educatief en maatschappelijk raadslid bij Gevangenenzorg Nederland. Vraag me niet wat al die functies inhouden en welke salarisschaal eraan verbonden is. Dochterlief fluisterde me zojuist in het oor dat hij inmiddels ook staatsraad is bij de afdeling advisering van de Raad van State. Ze kan het weten: ze is er senior jurist. En ongetwijfeld doet hij ook nog iets bij zijn kerk, hij is lid van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Zal me niets verbazen dat hij daar ouderling is of zo. Foto in deze alinea heeft in het AD gestaan met als onderschrift ANP. Voldoende bronvermelding toch?

Bijna aan het eind van onze 30 kilometer fietsgeweld kwamen we door de buitenwijken van Zoetermeer en over dat groeidorp kun je boeken schrijven. Weest niet bevreesd: zal het vandaag niet doen. Even in de namiddagstand en voor je het weet sta je weer achter het kabouterfornuisje: bami (restant van maandag, wel bewaard in de diepvries) en een stuk boerenomelet (restant van woensdag). Even het vlammetje eronder en voila: alweer een maaltijd dichter bij de dood. Cijfertjes? V: 215.233, A: 215.406. Die paar kilometer leg je normaal in 7 kwartier af, vandaag deden we er bijna 3 uur over, wat een drukte op de weg. W zei dat ze teksten binnenkreeg van een sketch van Nettey Rosenfeld en Gregor Frenkel Frank. Alleen ging die sketch over Paschen en niet over Christi HimmelfartRijtemperatuur 15 tot 19 graden. Tijdens de fietstocht maximaal 21, straffe wind zuidwest4. Zon op/onder: 05:30/21:48. Een mooie dag! En morgen? Morgen is er weer een dag: we gaan barbecuen in Pijnacker. Maar voor die tijd moet er gefietst worden.



zondag 11 mei 2025

een weekend onder de bomen - 3: de bossen rond doetinchem

Of ik wel eens had nagedacht hoe mijn leven er uit zou hebben gezien als ik in de achttiende eeuw onderwijzer was geweest, vroeg lezer R te K zich af. Dit naar aanleiding van mijn verhaal over de marke van Halle in een vorig blog. Eigenlijk niet, beste R te K. Lijkt me ook niet erg waarschijnlijk en wel om een aantal redenen. Allereerst was het onderwijs vroeger in handen van kerken en met name (na de Reformatie) de protestant-christelijke varianten. Hier in Halle/Zelhem was dat de Neder-Duits-Gereformeerde kerk (na 1816 de Nederlandse Hervormde Kerk, aanvankelijk nog met sch). Pas na de Franse Revolutie mochten de roomsen ook weer een beetje meedoen. Het onderwijs was vooral gericht op de christelijke leer en verder wat de schoolmeester belangrijk vond en zelf beheerste. Ten tweede kwam mijn specialisatie in die periode helemaal niet voor: buitengewoon onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen. Die werden weggemoffeld, thuis opgevangen (moeders zorgden voor hen zolang dat haalbaar was) en als de beperking ernstig was en gepaard ging met opvallend gedrag, werden sommige kinderen aan de rand van de gemeenschap geplaatst. Ze konden als “ongelukkig”, “geestelijk ziek” of zelfs “bezeten” worden beschouwd, afhankelijk van religieuze of culturele overtuigingen. Soms leidde dit tot sociale uitsluiting of verwaarlozing. Veel mensen geloofden dat verstandelijke beperkingen een straf van God waren of een gevolg van zonde, waardoor het stigma groot was. Tegelijkertijd kon religie ook zorgen voor bescherming: sommige mensen zagen kinderen met een beperking als “onschuldig” of “onder Gods hoede”. Dan is er nog een derde reden dat ik in die tijd zeer waarschijnlijk niet gekozen zou hebben voor het onderwijs: de betaling. Kwam een rapport tegen van de Classis Zutphen van de eerdergenoemde Neder Duitse Gereformeerde kerk uit 1793. Hierin wordt verslag gedaan van een onderzoek bij de christelijke scholen in de Achterhoek waarin ook het salaris van onderwijzend personeel werd benoemd. Samenvattend: de beloning van de schoolmeesters was in 1794 heel divers: elk dorp deed maar wat. Een paar voorbeelden: de onderwijzer van Etten kreeg ƒ 68 per jaar. Die van Hummelo ƒ 62 per jaar van de rentmeester en ƒ 50 van de Marke van Hummelo. De meester van Hengelo moest het doen met slechts ƒ 50, geen vrije huisvesting en hofje. Vorden betaalde ook ƒ 50 aan de schoolmeerster maar die kreeg daarbij vrij wonen, een hofje en andere emolumenten. Weet niet in hoeverre er nog schoolgeld betaald moest worden door de kinderen en of de meester dat in zijn rechterbroekzak mocht steken, maar wees niet bang: gaan we opzoeken en er komen nog veel verhaaltjes.

zondag 11 mei: @ halle

Nog iets meer dan een halve dag op Hessenoord; de bus dan, wij zaten het merendeel op de fiets. De dag begon met de overhandiging van het moederdagcadeau van dochterlief, stiekem door mij van een of andere pakketdienst eerder deze week in ontvangst genomen en op een zeer geheime plek bewaard. Lekker: bonbons; vaderdag betekent meestal bijzondere sokken en aparte onderbroeken. Gaat om het feit dat ze aan je denken, weet het. 

Nog zo’n schitterende dag vandaag: temperaturen oplopend tot 24 graden en veel zon. Wind kracht drie uit een oostelijke hoek, tussen de bomen heb je daar niet zo’n last van. Een blik op de details van de route: de ondergrond is voor 10 kilometer onverhard en bestaat voor 8 kilometer uit gravel. Als je dan ook nog weet dat je 22,5 kilometer asfalt onder je wielen hebt dan blijft er 6 kilometer diversen over, waaronder kasseien. Als je goed rekent kom je ergens halverwege de 40 en 50 kilometer uit. Toen W het routekaartje bekeek zei ze: “Ah, lekker lunchen bij de Slangenburg“, maar toen ik de lunchkaart van het koetshuis tevoorschijn toverde en de volgende wervende tekst tegenkwam “Bij ons geniet je van een gevarieerd aanbod: verse broodjes, frisse salades, huisgemaakte soepen en rijkgevulde tosti’s. Liever even ontspannen met een drankje? Kies uit onze kwaliteitskoffie, verfrissende sapjes en natuurlijk iets lekkers erbij. Wil je samen écht even wat bijzonders doen? Laat je verwennen met een van onze gezellige High Teas – perfect voor een middag met familie of vrienden.“, zag W net eerder dan ik dat je op moederdag moet reserveren en helaas: volgeboekt. Dus niks koetshuis, alleen het kasteel van de buitenkant bekijken vandaag. 

Even voor de feitjesfanaten onder jullie: Kasteel Slangenburg is voor het grootste deel gebouwd rond 1700 door en voor Frederik Johan van Baer, edelman en militair. De inrichting komt grotendeels uit de tijd van de laatste eigenaren, de familie Passmann. Waarschijnlijk stond er al in de veertiende eeuw een havezate met deze naam. Die zou eigendom zijn geweest van Maes (Thomas) van Baer. Pas eind vijftiende, begin zestiende eeuw groeide dit landhuis uit tot een groot L-vormig gebouw, met een ronde toren op de westelijke hoek. Laatste tijd behoorlijk wat gedonder geweest over het kasteel. De ellende begon aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. De laatste particuliere eigenaren (familie Passmann) waren Duitsers. Na de oorlog werden alle Duitse bezittingen in Nederland verbeurd verklaard en zo werden het kasteel en de gebouwen binnen de buitengracht eigendom van de Nederlandse staat. Ze werden beheerd door de Rijksgebouwendienst. In 2016 zijn het kasteel en de gebouwen daar omheen door het Rijk overgedragen aan stichting Monumentenbezit. In het het kasteel was sinds ca. 1970 de Stichting Gastenhuis Kasteel Slangenburg gevestigd die in 2023 failliet werd verklaard. Sindsdien wordt de exploitatie gedaan door Monumentenbezit. Het bijbehorende Landgoed Slangenburg wordt beheerd door Staatsbosbeheer. 


Veel bosgebied vandaag. Laat ik me beperken tot het gebied rond Doetinchem, daar tref je niet alleen de Slangenburg aan, maar ook de Wrange en Koekendaal. We beginnen met de Wrange. Rare naam? Eigenlijk niet: vroeger leefden hier veel dassen. Een burcht van een das noemt men een ‘wrange’. Dassen geven de voorkeur aan zandgrond om hun holen te graven, het is dan ook niet verwonderlijk dat ze hier graag leefden. Er is ook een camping/recreatiepark met dezelfde naam, midden in het groen. Speciaal voor W hebben ze er een verwarmd zwembad gebouwd. Wel afgeladen vol en hutjemutje. Wij hebben op Hessenoord duizend keer meer ruimte, maar ja: geen recreatieteam en geen zwembad! Vanaf het recreatiepark loop je zo de Koekendaal in, een park ergens tussen Doetinchem en Gaanderen met een grote speeltuin, een dierenweide en een kruidenboerderij. Meestal erg druk, want je kunt er goed rondstruinen met een kinderwagen, rollator of rolstoel. Jong en oud, ze worden allen op hun wenken bediend. En midden in dat natuurgeweld ligt ‘t Onland, al sinds 1790 een herberg waar handelsreizigers hun paarden lieten rusten en ze zelf een hapje konden eten. Als mens en dier waren aangesterkt, konden ze hun reis voortzetten. Rond 1950 werd (zoals bij veel boerderijen in het oosten van het land) de daele (de deel) omgebouwd tot feestzaal. Jaren later is het boerenbedrijf gestopt om plaats te maken voor het huidige horecabedrijf. Bijna het gehele pand is in 1980 verwoest door een felle brand en herbouwd in originele staat.

Zelfs in de Achterhoek komen we nog regelmatig onbekende dingen tegen. Neem nu vandaag: het Tandembos, restant van het landgoed Tandem. Je zoekt het tussen Varsseveld en Westendorp; Doetinchemseweg aan de ene kant en de A18 aan de andere. Vanaf 1872 zijn de stukken grond bij elkaar gesprokkeld door een advocaat uit Utrecht (mr. Van Eeden). Hij zocht rust en noemde het landgoed Tandem, Latijns (uitgesproken als tan-dem) voor ‘eindelijk’. Na het overlijden van de laatste bewoonster (we schrijven dan 1954) maakten de erfgenamen kleingeld van het landgoed en verkochten alle resterende gronden (voornamelijk bos) aan de toenmalige gemeente Wisch. In 2016 verkocht de (nieuwe) gemeente Oude IJsselstreek het bosgebied aan Geldersch Landschap & Kasteelen. Ook de boerderijen die bij het Tandem hoorden zijn in de vorige eeuw geleidelijk aan verkocht aan de pachters. Kwam ergens het woord “rabattenbos“ tegen. Kon het niet laten. ChatGTP geeft de volgende toelichting: Bij een rabattenbos is sprake van een rabattenstructuur. Rabatten zijn langwerpige ophogingen van grond die tussen greppels liggen. De grond die uit de greppels afkomstig is, wordt gebruikt om het rabat op te hogen. Deze methode wordt in de bosbouw toegepast om droge stroken te verkrijgen waarop de bomen ingeplant worden. De greppels dienen ter ontwatering. Rabatten zijn slechts enkele meters breed maar kunnen tientallen meters lang zijn. Meestal liggen in een rabattenbos veel greppels naast elkaar“. Van de volgende drie plaatjes is de laatste van Nico Kloek.

 




Het laatste gedeelte van de fietstocht was weer gesneden koek: het fietspad langs de Boven-Slinge. De Boven-Slinge is een Achterhoekse beek, die ons land binnenkomt bij Kotten (Winterswijk) en uiteindelijk via de  Bielheimerbeek – een in de middeleeuwen gegraven omleiding – uitmondt in de Oude IJssel bij Gaanderen. Als je het hebt over Boven-Slinge moet er ook een Beneden-Slinge zijn. Dat klopt. Vroeger vormden die twee watertjes samen de Slingebeek. Door het graven van genoemde omleiding werden de twee delen van elkaar gescheiden. De bedoeling van het nieuw gegraven stukje was om water naar de watermolen bij het klooster Betlehem bij Gaanderen te voeren.


Half drie terug van onze fietstocht, nog even relaxen en daarna snel de boel opbreken en terug naar de Kötteldiek. W vond dat ze nog niet voldoende kilometers gemaakt had en trapte terug naar Lichtenvoorde. En toen we thuiskwamen stond er een geleend stoomstrijkijzer en een lief pakketje voor de deur. Andere kind had ook aan zijn moeder gedacht. Met de wijze woorden van Cara Alwill Leyba: ”Fill your life with experiences, not things. Have stories to tell, not stuff to show” konden we weer terugkijken op een mooi weekenduitstapje.