noordpolderzijl

noordpolderzijl

woensdag 9 september 2020

kotten 2020 – 1 

In een “normaal” jaar brengen we twee periodes door op ons buitenverblijf in Kotten. Op het moment dat broer/zwager en schoonzus met hun mobiele huis op pad gaan (zij noemen dat vakantie) mogen wij de honneurs waarnemen op hun landgoed en onze bus daar een paar weken parkeren. Dit jaar mag je geen "normaal” jaar noemen, dus onze aanwezigheid in het buitengebied van Winterswijk beperkt zich tot één keer. Deze keer een extra taak: Bats, Otje, Rosa, Puk en Grietje moeten regelmatig voorzien worden van voer en water. De dames, twee zwarte Barnevelders en drie van het type New Hampshire, beantwoorden de aandacht met veel gekakel en 2,5 ei per dag. 



vrijdag 28 augustus tot vrijdag 4 september: @ kotten 

Van dat Nederlandse nazomerweer: van alles wat. Warm en zon de ene dag, regen en wind een volgende en verder alles wat er tussenin zit. De ene dag alle luiken en ramen open, de volgende dag de kachel af en toe aan. Het betekent dat we elke dag op een andere manier naar het aanpalende maïsveld kijken. Vergelijk bijgaande foto’s maar. 




We hebben het idee dat er dit jaar meer mais verbouwd wordt dan andere jaren. Een nader onderzoek leert dat het met de maisteelt een beetje af en aan gaat. Gemiddeld zitten we in Nederland tegen een oppervlakte van 200.000 ha groengolvend en later bruinwiegend gewas aan te kijken. Uitschieter was 2008, toen werd 275.000 ha volgepropt. In mijn jeugd en jonge jaren was dat heel anders, maar ja: "vroeger!" 

Een beetje onderzoek leert het volgende: maïs komt uit Midden Amerika. Het was Columbus die de eerste maïskorrels meenam naar Europa. Hier is maïs vanaf 1525 in Spanje geteeld. Pas na het mislukken van de aardappeloogsten in de jaren tussen 1800 en 1850 begon de teelt van meer robuuste, beter aan het koude klimaat aangepaste maïssoorten. Cijfers van het CBS geven aan dat er in 1958 nog maar 950 ha geoogst werd, maar doordat men overstapte naar snijmaïs (waarbij de hele plant wordt gebruikt en gehakseld wordt ingekuild) en steeds betere rassen ontwikkelde, zagen we vanaf 1970 steeds minder voederbieten en koren op de landbouwgronden staan. Ik vind het zelf jammer: zie liever korenvelden met klaprozen en zing graag over blauwe korenbloemen die je voor mij plukte. Er is genoeg informatie over maïsteelt op internet te vinden, o.a. een leuk artikel uit augustus 1962 “De maïsteelt in Nederland” van Ir. W.R. Becker. Recentere artikelen bespreken zaken als CCM (corn cob mix, waarbij alleen maiskorrels worden gebruikt) en MKS (mais kolven silage, waarbij alleen de kolven waar de maiskorrels aan vast zitten worden gehakseld). Ik moet stoppen van W: ze vindt dat ik aan het doordraven ben; en misschien heeft ze wel een beetje gelijk. 

Nog één ding: dacht altijd dat je mais met een deelteken moest schrijven, maïs dus. Nu blijkt dat het van Meneer van Dale ook zonder de twee puntjes mag. Mais of maïs, het maakt niets uit. Alleen door elkaar gebruiken van de twee schrijfwijzen is niet erg netjes. Gelukkig ben ik dat ook niet. Je zou door de mais de kolven niet meer zien, of was het iets met bomen en een bos? 

Buiten en binnen koken wisselden elkaar af. Gelukkig konden de traditionele pannenkoeken voor oude oma buiten gefabriekt worden. Scheelt heel wat stinkwerk in de bus. Ons "ik-lijk-op-een-gasbarbecue"-tje kon ook een paar keer gebruikt worden.



Veel fietsen, maar dat had je al verwacht. Leuke tochten met nog mooiere titels “Heeren en horigen” en “het schilderachtige landschap van Winterswijk” lieten ons bekende en zelfs regelmatig onbekende paden in de omgeving zien. Ook het aantal gele smileys op de geocachekaart is weer aardig uitgebreid, deze keer lagen de meesten in het Aaltense. 






En wanneer het helemaal bar en boos wordt met het weer dan pak je de auto en rijd je naar Valkenswaard. W wist te vertellen dat er in het Museum voor Steendrukkunst een expositie was van Alfons Maria Mucha (1860 – 1939), een getalenteerde kunstenaar uit Moravië (maakt tegenwoordig onderdeel uit van Tjechië). Voor wie niet bekend is met steendruk of lithografie: de kunstenaar maakt met een zacht zwart potlood een tekening op een lithosteen. Door de steen met chemicaliën te behandelen hecht de inkt die met rollen wordt aangebracht zich alleen aan de getekende gedeelten. Een blad papier wordt op de steen gelegd en onder grote druk met steen en al door de pers gedraaid. De techniek is rond 1800 ontwikkeld door Aloys Senefelder. Mucha brak door met een affiche voor het toneelstuk Gismonde met de actrice Sara Bernhardt in de hoofdrol (zie afbeelding rechts). 
Behalve affiches heeft de goede man ook veel reclamewerk gemaakt. Jugendstil dus, of Art Nouveau. Heb het verschil nooit helder voor ogen gehad. Het schijnt dat Jugendstil wat hoekiger is en Duits-Oostenrijks georiënteerd, terwijl Art Nouveau in België en Frankrijk opgang vond. 





Op weg naar Valkenswaard probeerde ik me voor de geest te halen waar ik het plaatsje van kende. Dacht eerst aan schoenen, maar na wat speurwerk van W met behulp van haar grote vriend Google kwamen we tot de ontdekking dat Valkenswaard het centrum van de sigarenmakerij is geweest met de bekende merken Hofnar en Willem II. Valkenswaard heeft er zelfs een museum aan gewijd, hetgeen we niet bezocht hebben. 



Wel hebben we nog een bliksembezoek aan het Valkerijmuseum gebracht. Dit museum geeft een beeld van de valkerij uit de periode 1650 tot en met 1850, een periode waarin koningen en hoge adel hun gasten vermaakten met dit “vederspel”. Het Kempische heidegebied gelegen in de trekroute van de slechtvalk, was bij uitstek geschikt voor het vangen van slechtvalken. Een nuttig en vooral interessant dagje en toen het regende zaten we binnen. Op tijd weer thuis (net te laat voor de etappefinish van de Tour, maar vroeg genoeg om de kippen nog een tweede keer voer te geven. “Volgens mij heb je je al verplaatst in het kippenbrein”, sprak W, maar waar ze die wijsheid vandaan heeft? Na de maaltijd konden de kipjes weer op stok en over hun persoonlijkheid nadenken.) 

Het leven is nog steeds goed. “Geluk is denken dat er nog maar één biertje in de ijskast staat en dan blijken het er twee te zijn” (vrij naar mijn scheurkalender van dit jaar). Van dat werk dus!