noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 27 mei 2018

dordt in stoom


Met de tekst “we stoken en smeren, dus kijk uit voor uw kleren” hebben we een we een weekend genoten van dampende en vooral stinkende machines met als centrale thema “stoom”.  Dordt in Stoom is één van de grote evenementen die om het jaar wordt gehouden in Dordrecht en inmiddels toe aan de 18e editie. De Nederlandse Kampeerauto Club had een evenement rond dit evenement georganiseerd, zodat we verzekerd waren van een leuk plekje met ons Puzzeltje.
De stad ligt op de plaats waar de Merwede zich splitst in de Noord en de Oude Maas. Van al dat water word je overigens bijna gek: welke kant je hier ook opkijkt, je ziet water en nog eens water. Dordrecht ligt op het “Eiland van Dordrecht” en dat betekent dat het helemaal omringd is door rivieren. Ik heb het Hollands Diep en de Dortsche Kil nog niet genoemd en om het waterfeest helemaal compleet te maken wordt het eiland nog in tweeën gedeeld door het Wantij. Het Eiland van Dordrecht heeft zijn bestaan te danken aan de Sint Elisabetsvloed (waarvan er overigens begin 15e eeuw een aantal van zijn geweest).


vrijdag 25 mei: vlootschouw
Via een omtrekkende beweging (want we konden pas na half vijf op onze camperplek terecht) richting Dordrecht. Om in de stemming te komen een soepje en een broodje aan de Europakade in Tolkamer en het pontje bij Doornenburg waar het water voor de duidelijkheid geen Rijn meer heet maar Pannerdens kanaal. We misten zo de file op de A12 maar dat gemis werd gecompenseerd door veel langzaam rijdend verkeer op de A15. Vrijdagnamiddag, dan weet je het wel.

Ons onderkomen voor twee nachten konden we stallen op de parkeerplaats bij de Stadswerken op de Kerkeplaat, een eindje buiten de stad Dordrecht maar met drie toeristische attracties om de hoek: de penitiaire inrichting (zeg maar gevangenis), Mc Donalds en de restanten van Huis te Merwede (ook bekend onder de naam Kasteel ter Merwe). Het optrekje (gebouwd 1307 – 1335) werd neergezet op het knooppunt van de rivieren Oude Maas, Noord en Merwede zodat de controle over de waterwegen in deze omgeving optimaal was. Hier werd het stapelrecht toegepast. Dit stapelrecht is zo’n typische uitvinding van de middeleeuwen; het hield in dat alle goederen die langs de stad werden vervoerd eerst in de stad moesten worden opgeslagen en daar te koop worden aangeboden. Het systeem van stapelrecht werd tijdens het Congres van Wenen (1815) wereldwijd afgeschaft.

Het kasteel veranderde in 1418 van vorm: het werd een ruïne nadat tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten ene Jacoba van Beieren het had ingenomen en gebruikte als uitvalbasis voor de pogingen tot inname van de stad. Jacoba kreeg echter geen poot tussen de deuren van de stad en ze werd samen met haar volgelingen verjaagd door de stedelingen die meteen Huize te Merwede maar in puin veranderden. Drie jaar later maakte de Sint Elisabetsvloed het werk af. Zes eeuwen lang stond het enig overgebleven woontorentje (zeg maar donjon) met de voetjes in het water. Pas begin 20e eeuw werd de omgeving ingepolderd en lag de ruïne weer aan de oever van de rivier. In 2010 werden de overgebleven stenen opnieuw gestapeld en aan elkaar geplakt. Men noemt dat restauratie.

Tegen zevenen werden alle camperbewoners (ik schat 35 doosjes met zo’n 70 inwonenden) ingescheept op een partyschip, voorzien van wat consumptiemuntjes en een bordje eten (lasagne of een paprikapastaschotel naar keuze) en al etend en drinkend verplaatst naar de omgeving van de Merwekade waar na een stoomfluitenconcert de vlootschouw kon beginnen. Eerst kwamen zo’n 20 stoomboten voorbij, voornamelijk slepers gevolgd door het nodige andere varend erfgoed zoals klippers, tjalken, vissersschepen, kraanschepen en reddingsvaartuigen.
Twee schepen trokken extra de aandacht. Allereerst was er de Furie, het schip dat in 1976 werd aangekocht door de AVRO die het gebruikte voor de verfilming van Hollands Glorie van Jan den Hartog met Hugo Metsers als Jan Wandelaar in de hoofdrol en met Coen Flink als kapitein met een Russisch tintje. Twaalf delen drama met rederij Kwel als kwade geest en de blote kont van Coen Flink als absoluut hoogtepunt (nou ja). Het schip (gebouwd in 1916) had jaren dienst gedaan in Zweden en werd gebruikt als sleper voor het transport van boomstammen, voornamelijk over de Oostzee. In de bosbouw was het in die tijd de gewoonte om gekapte bomen in de rivier te gooien. Ze dreven dan met de stroom mee naar de monding, waar ze verzameld en gestapeld werden tot vlotten. Slepers zoals de Holmer III (de oorspronkelijke naam van de Furie) brachten de houtvlotten vervolgens naar de papierfabrieken. De Holmer kon tot maximaal 9000 m3 hout slepen, waarbij zo’n sleep 400 meter lang was. Na de opnames van Hollands Glorie zou het schip gesloopt worden, maar de Stichting Hollands Glorie (speciaal opgericht voor het behoud van de Furie) werd de nieuwe eigenaar. In 2016 werd het tijdens de tv-intocht van Sinterklaas in Maassluis nog even Pakjesboot 14.

Het tweede schip dat de aandacht trok deed dat vooral omdat het ons totaal onbekend was. Een aantal jaren geleden is Stichting MATE opgericht. Ze heeft een binnenvaartschip aangekocht dat is omgebouwd tot leer-werkplek voor jongeren die maatschappelijk gezien buiten de boot dreigen te vallen en op dit schip opgeleid worden tot een beroep in de nautische sector. W vatte het kort samen met "varend internaat voor vastgelopen jongeren”.

Toen de voorstelling afgelopen was werden we nog even rondgevaren over de wateren rond Dordrecht. De kapitein deed nog even een poging een oud slepertje te laten zinken maar meer dan een boink-boink en een redelijke dut in de stalen wand van ons schip zat er niet in. De reddingsdienst hoefde niet in actie te komen.

V: 115.128; A: 115.317






 

zaterdag 26 mei: het stoomrondje

Wakker worden met een stoomorgel op de achtergrond; dat is toch iets waar je jarenlang van gedroomd hebt? Naast ons tijdelijke kampeerterrein ligt de hal van Stadswerken waar niet alleen een modelbouwshow wordt gehouden maar ook enkele antieke stoommachines zijn opgesteld onder andere een dorsmachine, een strobalenpers en één van de vele stoomorgels die we dit weekend gezien hebben. Bij een stoomorgel wordt geen lucht maar stoom door de pijpen geblazen waardoor het instrument een (keihard) karakteristiek geluid produceert.
 
In ons arrangement van de NKC waren ook twee VIP-kaartjes begrepen, pasjes die tot vrijwel alles tijdens dit evenement toegang gaven. Voor onze camperdeur startten de pendelbussen naar de Baanhoekweg waar een expositie was van circa 20 oldtimertrucks. Ook op de Baanhoekweg was het tijdelijke station van de stoomtrein naar Dordrecht CS. Twee stoomlocs, 6 zitrijtuigen en 1 restauratiewagen van de Rotterdamse Stoomstichting Nederland reden 8 keer per dag heen en weer tussen CS en. Baanhoekweg. We hadden een luxe 6 persoonscoupé voor ons alleen. Later op de dag puilden de treinen uit.

Van het Centraal Station werden we door één van de tien oldtimerbusssen naar het evenemententerrein aan de havens gereden. Langzaam maar zeker kon je over de koppen lopen, waarbij vermeld moet worden dat iedereen zo’n beetje de schaduwzijde van de straat zocht. Temperatuur in de binnenstad: boven de 30 graden. Leuk was de Wolwevershaven: ingericht in de sfeer van de jaren 30 van de vorige eeuw met een klompenmachine, een maalmolen, brandspuiten en alles natuurlijk op stoom.
Op vijf podia traden shantykoren op. Een optreden van zeemanskoor Onder Zeil hebben we bijna geheel uitgezeten. Op de website van Onder Zeil (uit De Lier – Westland) staat vermeld dat het Zeemanskoor graag opbeurende muziek verzorgt bij vastgelopen relaties en depressies. Ze noemen het “muzikale therapie". Mocht het in één keer niet lukken dan komen ze graag nog een keertje terug. Wel even minimaal zes weken voor aanvang van een depressie boeken. De Lier, bekend van de appeltjesrotonde, waarbij de appeltjes geen appeltjes zijn maar paprika's moeten voorstellen. Je leert wat op zo'n NKC-weekend.

De partyboot van gisteren (met deuk) bracht ons van het Noorderhoofd terug naar de Kerkeplaat waar volwassen kerels met miniatuurtreintjes, Lego en Playmobil mochten spelen.

Nog even de drukte ontvluchten en de kop los laten waaien: een knooppuntenfietstochtje richting Biesbosch met een pontje over de Nieuwe Merwede bij Kop van ’t Land. Aan de overkant ben je in het Brabantse land. Uit-eten bij de Mac en een borrel met alle NKC-ers en al weer is een mooie dag voorbij.
 


 
zondag 27 mei: naar het oosten

Nog even een gezamenlijk koffiemoment met de hele club, daarna een afsluitend fietstochtje via allerlei "drechten", waarbij opgemerkt moet worden dat de toevoeging DRECHT in het westen hetzelfde is als VOORDE in het oosten en DRACHT in het noorden: het duidt op doorwaadbare plaatsen in een rivier of beek.

Het is nu een allegaartje met al die riviertjes in dit deel van Nederland, ten tijde van het Romeinse Rijk was de zuidwestkust van Nederland veel minder versnipperd dan nu. Op slechts drie plaatsen was de duinenrij onderbroken: de Rijn in het noorden, de Schelde in het zuiden en daartussen stroomden de Maas en de Waal gezamenlijk via een breed estuarium de zee in. Deze grote monding werd door de Romeinen het Helinium genoemd, een benaming die tot na de middeleeuwen in gebruik bleef.


Tegen enen terug naar het oosten van het land, waar we op camping De Fontein een compleet veld voor ons alleen kregen. Niks mis met de Achterhoek.