noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 4 juni 2018

de achterhoek



Waer yemand duysend vreugden soek,
Mijn vreugd is in dees’ achter-hoek.
Deze woorden schreef Willem Sluiter, dominee-dichter te Eibergen, in het jaar 1668. Een aantal lieden denkt dat dit de eerste verwijzing is naar het gebied in het oosten van Gelderland dat Achterhoek (of Graafschap) wordt genoemd. Als je een beetje gaat googelen kom je tot de ontdekking dat het woord al lang bestond vóór Sluiter het in zijn gedicht gebruikte. De naam Achterhoek werd oorspronkelijk gebruikt voor het gebied rond Neede, Eibergen, Groenlo en Winterswijk. Vanaf eind 19e eeuw werd het hele gebied ten oosten van de IJssel hier ook onder geschaard, waarbij het trekken van definitieve grenzen moeilijk blijft, misschien een ander keertje meer hierover.

Camping De Fontein in Eibergen werd het dus na ons uitstapje Dordt in Stoom (V: 115.317; A: 115.481) . Handig voor de oppas van de kleinkinderen (mooie plas met water) en de werkzaamheden bij en voor de twee oude moeders: alles op een paar kilometer afstand. Bus geparkeerd onder een grote boom, waardoor het zonnetje pas laat in de middag zijn stralen op het plaatwerk kan laten schijnen. Op zondag nog wat wolken, maar broeiend. De warmste meimaand sinds 1706 en op 28 mei had Hupsel (op twee kilometer afstand) de primeur om als eerste dit jaar de 30 graden op de thermometer aan te tikken. Op die dag hadden we kleinzoon T te logeren, dus veel waterspektakel.
dinsdag 29 mei: fietstocht berkel, zwillbrock, leemputten

Lekker temperatuurtje, in de ochtend met een briesje goed te doen op de fiets. We knoopten letterlijk drie natuurfenomenen aan elkaar. Allereerst de Berkel: 110 kilometer legt dit watertje af van Billerbeck in Duitsland totdat het zijn water bij Zutphen in de IJssel loost. Tot eind 19e eeuw was de Berkel een levendig riviertje dat plaatsen als Rekken, Eibergen en Borculo met elkaar verbond. Berkelzompen (scheepjes met geringe diepgang) zorgden voor het transport van goederen. In de 20e eeuw vond men al dat kronkelende water maar niks en werden rivieren en beken in Nederland rechtgetrokken: kanalisatie was het toverwoord. Gelukkig kwam men aan het einde van de vorige eeuw tot andere inzichten op het gebied van watermanagement en natuurontwikkeling en maakte men van de kanaalachtige Berkel en Slinge in dit gebied weer meanderende riviertjes. Het ziet er een stuk beter uit. Het mooiste stukje Berkel vind je volgens ons tussen de fietsknooppunten 74 (in Rekken) 18 (in het Duitse Oldekotte).
Vanuit Oldekotte pedaleerden we over vrijwel autovrije maar saaie Duitse asfaltwegen zuidwaarts naar het Zwillbrocker Venn (ontstaan door turfwinning), waar veel vogels te vinden zijn en sinds een jaar of dertig zelfs flamingo’s broeden. Waarschijnlijk zijn de eerste vogels ontsnapt uit gevangenschap. Elk jaar “ergens in april” komen ze terug van hun relatief warme overwinterplaats in Zeeland om in het Venn te broeden. Inmiddels is de kolonie meer dan 40 vogels groot. Een andere vogelgroep zit er al langer: een kokmeeuwenkolonie. Schattingen van het aantal meeuwen lopen uiteen, maar 16.000 is een reëel aantal. De uitwerpselen van de meeuwen bemesten het water waardoor er volop organismen ontstaan die de flamingo’s vervolgens uit het water zeven.

Vlak naast het Zwillbrocker Venn liggen op Nederlands grondgebied de leemputten in Zwolle bij Groenlo. Al in de 16e eeuw werd hier in opdracht van Karel V leem afgegraven ten behoeve van de bouw van de stadsmuren van Groenlo. De stenen werden toentertijd gebakken in veldovens. Daar waar geschikte leem werd gevonden werden ovens opgebouwd. In 1892 werd in Groenlo de steenfabriek geopend. Vanaf toen (tot de sluiting van de fabriek in 1975 tijdens een grote saneringsronde in de baksteenindustrie) is er ongeveer 40 ha afgegraven; tot 1931 met de hand, daarna met een graafmachine (moeilijke woord: excavateur). Met kipkarretjes (zeg maar porties)werd de leem over een smalspoorbaan naar de fabriek gebracht; aanvankelijk getrokken door paarden, later door allerlei verschillende soorten locjes (stoom, elektriek, diesel, gas). Na de sluiting  is het is het een natuurgebied geworden.
woensdag 30 mei: fietstochtje berkel, haaksbergerveen

Nog zo’n warme dag, dus al voor negenen op de fiets. Omdat het zo mooi was gisteren, vandaag hetzelfde stukje langs de Berkel (tussen knooppunten 74 en 18), maar wel via een andere “aanvliegroute”. In Oldenkotte naar het noorden, richting Haaksbergerveen.
Zong Reinard Mey (bekend van onder meer “als de dag van toen” en “gute Nacht, Freunde”) tientallen jaren geleden “es gibt keine Maikäfer mehr”, wij constateerden vandaag “er zijn geen weidevogels meer”. Een beetje zoeken op internet staaft onze constatering: de populatie grutto’s, kieviten en ander weidegefladder is grotendeels verdwenen. Vogels kunnen niet meer terecht in de gifgroene graslanden waar insecten verdwenen zijn en boeren elk jaar proberen de eerste snede gras een paar dagen eerder van het land te halen dan het jaar ervoor. Roofvogels hebben een goed uitzicht op de groene biljartlakens. Het dagblad Trouw spreekt in een artikel van 27 maart 2017 over “landschapspijn”: de achteruitgang van biodiversiteit op agrarisch land. Landbouwgrond is veranderd: er is sprake van een ander karakter en een ander uiterlijk. De velden met kruidenrijke gewassen zijn verdwenen, waardoor het voedselaanbod voor vogels is verminderd. Ook zijn er sloten gedempt, oneffenheden geëgaliseerd en heggen en boomsingels verwijderd. Dus weg leuke en vooral veilige plekjes voor de boerenlandvogels om te broeden. Op de barricaden allen!