noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 6 juni 2017

lutterzand

maandag 5 juni: @ De Lutte

Wel eens van een “aardkundig monument” gehoord? Ik niet, tot vandaag. Gelukkig hebben we Tante Google nog. "Een aardkundig monument is een natuurmonument dat zijn belang ontleent aan zijn aardkundige (geologische geomorfologische, bodemkundige) betekenis". Zo: weer wat geleerd. Het Lutterzand, nabij Losser en Oldenzaal in het Twense land, is sinds 2007 een aardkundig monument.
Tweede Pinksterdag: het werkende volk zal de camperplaatsen in de loop van de dag ontvolken en weer vrij baan maken voor de harde werkers van gisteren, de gepensioneerde grijze golf. En onze veronderstelling kwam helemaal uit: toen we tegen ochtendkoffietijd op Erve Velpen in De Lutte (code campercontact 13.898) aankwamen konden we van de 30 plaatsen nog net de laatste in beslag nemen, een uurtje later waren we druk in de weer met het verkassen naar een mooier plekje met (niet gegarandeerd) reezicht aan de rand van de weide en ’s avonds laat bij luikensluittijd waren er nog zo’n tien campertjes over. Voor ons is Erve Velpen een ideaal plekje om de eerste nacht van ons tweedaagse tussendoortje door te brengen.

 
“Er ligt tussen Dinkel en Regge een land: ons schone en nijvere Twente”. Dat is de eerste zin van het Twents volkslied. Twente ligt bij ons in de achtertuin en over een jaartje of zo (wanneer de N18 uit de steigers komt) helemaal “net om de hoek”. Voorlopig wordt er nog druk aan de nieuwe asfaltstrook geknutseld.
Wel een leuk gezicht die ochtendkoffie op een camperplek: je kunt een studie maken van de diversiteit aan thermoskannen. Voor ons was het een moeilijke keuze: omdat ik vorige week nog voor de koffie-en-thee-catering gezorgd had tijdens de jaarlijkse survivalsportdag van mijn oude school, kon ik uit meerdere kleuren kiezen (inderdaad zusjelief: de rommel nog niet helemaal opgeruimd); het werd een zwarte, want die past zo leuk bij de witte koffiekopjes.

Na de koffie en een vluchtige blik in het ’t Luutke (driewekelijks gratis huis-aan-huisblad van de Lutte) geworpen te hebben (alleen de weerspreuk was interessant: “als de schapenscheerderskou in juni niet veel voorstelt, wordt mogelijk een warme zomer voorspeld”) op de fiets. Fietsen in de buurt van Losser en Oldenzaal is als wandelen in Engeland: als er een bult in de omgeving is MOET die bedwongen worden. Laten we nu in deze omgeving behoorlijk wat bulten hebben: ooit – toen we ons nog geen zorgen hoefden te maken over opwarming van de aarde, want we hadden weer eens een ijstijd voor de kiezen – hebben prehistorische bulldozers (noem ze maar gletsjers) een glooiend landschap gevormd. De Tankenberg is met zijn 85 meter de hoogste pukkel van het stuwwallencomplex Oldenzaal – Enschede. De fietsknooppuntenroute ging natuurlijk eerst buitje-op.
En door dat natuurgeweld kronkelt de Dinkel. Hier wel want in Duitsland is het watertje behoorlijk rechtgetrokken. Wij Nederlanders deden dat vroeger ook met water (rechttrekken zo’n geultje), tegenwoordig denken we weer anders over de natuur en kunnen we gelukkig noteren “het meanderende riviertje de Dinkel zoekt zichzelf een weg door de natuur”. De Dinkel ontspringt vlak bij Coesveld, loopt dan 38 kilometer door NordRhein-Westfalen, meandert vervolgens 46 kilometer door Twente en trekt zich vervolgens weer niets van een grens aan want de laatste 9 kilometers worden opnieuw op Duits grondgebied (nu in de deelstaat Nedersachsen) afgelegd. Een beetje dom van de Dinkel: met veel overgave wordt het water bij Neuenhaus in de Vecht gedumpt en waar stroomt de Vecht naar toe? Overigens hebben wij Nederlanders in de buurt van Denekamp de Dinkel niet recht getrokken maar een kanaaltje naast de rivier gegraven: het Omleidingskanaal waardoor het merendeel van het water in een grote boog om het plaatsje heen wordt geleid.

 
Rust aan het Omleidingskanaal
 
 
Beter goed gejat dan slecht geschoten
 
De Dinkel is het mooist in het Lutterzand, een 750 ha groot natuurgebied sorry aardkundig monument. De plaatselijke VVV noteert het volgende “De rivier vormt hier de grillige grens tussen lager gelegen stroomdalgraslanden en een uitgestrekt hoger gelegen stuifzandgebied”. Toerisme wordt in De Lutte met een hoofletter geschreven, je kon (Tweede Pinksterdag en mooi weer) over de koppen lopen. Een drukte van belang in de diverse horecagelegenheden, op landgoedcamping Meuleman (midden in het Lutterzand) en pootjebadende kinderen in de Dinkel zelf. Een foto van de natuur zonder mensen was niet mogelijk, dus maar even snel bovenstaande foto van internet gegapt. De foto's hiernaast en hieronder zijn wel met ons rode Canoncameraatje gemaakt.
 
Het Lutterzand was eeuwenlang markegrond. Een marke omvatte alle woeste en onverdeelde gronden die oorspronkelijk bij een buurtschap hoorden en die gemeenschappelijk gebruikt werden: de boeren haalden er hun brand- en timmerhout vandaan, weiden hun vee en staken turf in de venen. Al die afspraken werden aanvankelijk mondeling overgedragen en vormden samen het markerecht. In de Lutte werden ze in 1440 op papier gezet. De marke was hiermee een van de eersten. Door het min of meer intensieve gebruik van de markegronden veranderde het gebied in de 17e en 18e eeuw in een grote zandvlakte. Bij oostenwind raakten grote delen landbouwgrond onder het stuifzand bedolven. De oogst had daar sterk onder te lijden. Besloten werd dan ook om het Lutterzand te herbebossen. Napoleon zorgde weer eens voor een kentering: hij zorgde ervoor dat mensen anders gingen denken over woeste gronden, van wildernis kon je cultuurlandschap maken. Na 1800 kwam de overheid met regelgeving om de markegronden te verdelen. In 1819 gebeurde dat in De Lutte. Aan het eind van de 19e eeuw waren praktisch alle marken verdeeld.