Een tweetal vrije nachtjes tussen allerlei verplichtingen
door: een mens wordt pas echt druk na zijn pensionering. Een mooie gelegenheid
om een paar dagen naar één van de achtertuinen van de Achterhoek te verkassen
en wel naar de Hof van Twente. Deze gemeente ontstond in 2001 uit een fusie van
Diepenheim, Goor, Markelo en Delden; de dorpen Bentelo en Hengevelde deden
automatisch mee omdat ze deel uitmaakten van één van de betrokken gemeentes.
Een tijdje geleden had ik Camperpark Diepenheim ontdekt: code campercontact
26.994, 30 plaatsen en € 12,50 bijna all-in (douchen kost een Euro). Onder het
motto “rust, ruimte en comfort” vonden we daar een heerlijk plekje. We troffen
er zelfs een koekoek met een spraakgebrek aan: ooit een vogel gehoord die “roekoekoek”
roept. Het ei zal ongetwijfeld in een duivennest uitgebroed zijn.
In de geschiedenis van Diepenheim nemen kastelen en
bijbehorende landgoederen een voorname plaats in. Nu is het wel de vraag: “wanneer
is een kasteel een kasteel”? Als ik nog eens naar de gemaakte foto’s kijk,
lijken het eerder landhuizen. Het kan natuurlijk zijn dat ik een verkeerd beeld
heb bij een kasteel: ridders, torens, schietgaten, slotgrachten en natuurlijk
maagdelijke jonkvrouwen. De zes al-dan-niet-kastelen worden aan elkaar geknoopt
door een bewegwijzerde fietsroute van bijna 30 kilometer lang rondom en door
Diepenheim. Bij de plaatselijke VVV kregen we van een lief juffrouwtje een
kopie van de routebeschrijving: na 31 jaar (zo lang bestaat de
zes-kastelen-fietsroute al) kwam er weer eens een nieuwe herdruk aan. De drie
Euro die we hierdoor uitspaarden hebben we onmiddellijk voor een deel omgezet
in peultjes bij zo’n leuk "winkeltje-aan-de-straatkant".Deze keer geen verhalen over de verschillende bewoners van kasteel Nijenhuis, kasteel Weldam, Havezate Wegdam, kasteel Warmelo, kasteel Westerflier en Huis te Diepenheim. Ook aan jaartallen (bouw, brand, verovering, verkoop en zo) doen we deze keer niet. Behalve één weetje: in 1952 kocht prins Bernhard voor zijn moeder Armgard von Cramm kasteel Warmelo. Het vriendje van prinses Armgard (officiële benaming “huisgenoot”), Alexis Pantchoulidzew, een oorspronkelijk Russische huzaar, woonde bij haar in. Deze Alexis was ook een grote vriend van Prins Bernhard: hij was getuige bij diens huwelijk, kreeg zeer versneld het Nederlandse staatsburgerschap – dankzij onze Bennie, mocht deelnemen aan de Olympische Spelen (onderdeel dressuur) namens Nederland (zonder zich hiervoor te hoeven kwalificeren – ook dankzij onze Bennie) en speelde een belangrijke rol in de financiële transacties bij de Lockheedaffaire. De kleinkinderen van Armgard kwamen graag op het “Warme Lo”, het koude Loo (van oma Wilhelmina) schijnt wat minder in trek te zijn geweest. Het Warmelo staat hierboven, een paar andere luxe optrekjes hieronder. Wat wat is interesseert toch niemand?
Het was een mooie afwisselende fietstocht met aan het begin
een nieuwsgierige ree, een prachtige vijver bij een vlindertuin (nog geen
vlindertijd?) en een park met zo’n 3000 verschillende Hosta’s. Interessant was
ook de op één na oudste watermolen van Nederland, over de Diepenheimse
Molenbeek. De eerste vermelding dateert uit de twaalfde eeuw, de molen en de
bijbehorende Heerlijkheid Diepenheim werd in 1331 gekocht door de bisschop van
Utrecht en kwam uiteindelijk in 1870 in het bezit van Jan Hallers, aan wie de
molen haar naam te danken heeft: watermolen Den Haller.
We verkeren vandaag in het stroomgebied van de Regge en de
Schipbeek. Die laatste is eigenlijk geen echte beek maar bestaat uit een aantal
toenmalige beeklopen die in 1402 “aan elkaar gegraven” zijn. Hierdoor kreeg
Deventer een handelsweg over het water met Westfalen, tot verdriet van onder
meer Zwolle en Zutphen. Vlak achter de camperplaats loopt de Schipbeek die hier
op een aantal plaatsen verbreed is. Het ziet er mooi uit.
Een leuk dagje, wel wat aan de warme kant maar op de fiets was het goed te doen. Toch thuis maar weer even de fietsbroek opzoeken en in de bus leggen: ik mis het zeemleren kruisje.