noordpolderzijl

noordpolderzijl

woensdag 15 juni 2016

vóórzomerreis 2016 – 5: mücken, fliegen und regen am schweringersee


maandag 13 juni: Flessenow am Schweringer See

Een grote pot koffie vormde zoals gewoonlijk het begin van de dag, kwestie van niet flauw op de pootjes staan. De Lüneburgers gingen werken, wij maakten een monsterverplaatsing van 130 kilometer. Veel bomen, bomen en nog eens bomen op de route. W had een camping uitgekozen aan de rand van de Schweringer See: Seecamping Flessenow; ideaal uitgangspunt voor fietstochtjes naar Wismar en Schwerin. Iets na enen werden we op de camping in het Nederlands te woord gestaan en even later zaten we op de fiets voor een “verkennend” rondje. De Schweringer See (21 kilometer lang en 6 km breed) bestaat uit twee delen gescheiden door een dam: de AussenSee (noordelijk deel) en de Innensee (zuidelijk deel). Het meer is aan het eind van de laatste IJstijd ontstaan, een gletsjerbekkenmeer; gelukkig is het ijs verdwenen. Het werd een rondje van 40 kilometer: tour 9 – rundum den Schweringer Aussensee. Ideaal fietsgebied hier, tenminste als je niet alleen van geasfalteerde paden houdt. Grote delen van de route gaan dwars door natuurgebieden en in Duitsland laten ze een bospad in zijn natuurlijke staat en dat betekent af en toe mountainbiken. Helaas mochten we ook een stukje op een fietspad langs een Bundesstrasse peddelen en buiten de bebouwde kom mag je in Duitsland 100 km/uur.
 
Gratis wifi rond de receptie van de camping. Plekje zo uitgekozen dat we met onze antenne voldoende signaal konden ontvangen. Wel goed alle gaten van het busje afsluiten: het stikt hier van de muggen en de vliegen. Die krijg je er gratis bij voor € 17 per nacht.
 
V: 71.856; A: 71.986
dinsdag 14 juni: Wismar
Een paar jaar geleden hebben we Wismar tijdens een autoreisje bezocht (kort want het was hartje winter), deze keer was de fiets het vervoermiddel. De route liet ons eerst het natuurgebied Döpe zien (een paar overzomerende kraanvogels, een ree midden op het pad, een niet-thuis-te-brengen-erg-geel-vogeltje en veel roofvogels) en daarna veel, heel veel bultje-op-bultje-af. Of ganzen zich wat aantrekken van het bord dat aan de kant van het pad stond, weten we niet.
 
De beloofde vloeibare zonneschijn kwam net op het moment dat we Dorf Mecklenburg binnen fietsten en beschutting konden vinden bij de Bahnhof. De spoorbomen gingen nog erg Oost-Duits naar beneden en ook de stationsklok had zijn beste tijd gehad; de treinen zagen er beter uit.
Wismar werd in 1226 gesticht door Lübeckse kolonisten, het sloot in 1259 een handelsverdrag met Lübeck en Rostock. Daarmee was de kiem van de Hanze gelegd. In 1631 werd de stad en het omliggende gebied veroverd door Zweden. Het bleef Zweeds tot 1903 (overigens werd het wel in 1803 voor 100 jaar verpacht aan het groothertogdom Mecklenburg. Er zijn nog veel Zweedse sporen te vinden. W moest echter meer hebben van Italiaanse sporen onder het motto: de belastingdienst betaalt ook deze latte macchiato.






De stad is in de Tweede Wereldoorlog behoorlijk geraakt. Wismar had namelijk een filiaal van de vliegtuigfabriek Dornier en daar wisten de geallieerde bommetjes wel weg mee. In de loop der tijd (vooral na de Wende) zijn de “hoogtepunten” allemaal weer opgebouwd en/of gerestaureerd. Als je liefhebber bent van baksteengotiek kom je hier aardig aan je trekken. Inmiddels hadden we een tweede buitje over ons heen gehad en werd het tijd om de terugreis te aanvaarden. Kort samengevat: het bleef bij drie keer schuilen. Voordeel van de regen: ook de muggen moeten schuilen.
 
 
 
 

woensdag 15 juni: Schwerin

Vandaag naar de stad van de zeven meren. Ook Schwerin hebben we al eens eerder bezocht, maar nooit als onderdeel van de Innenseeradweg: je gaat een eindje fietsen en je krijgt Schwerin als bonus en dat zonder Familycard van de Ikea. Men is aan Schwerin, het kasteel en de Dom ergens rond het jaar 1000 gaan bouwen. De officiële stichting van de stad ligt in de buurt van 1160 en de bouw van het huidige Schloss is rond 1500 begonnen. De vormen van het huidige Sissikasteel (een andere naam is Neuschwannstein des Nordens) kreeg het in de 19e eeuw. Gedurende eeuwen was het de residentie van de hertogen en groothertogen van Mecklenburg en Mecklenburg-Schwerin. Thans wordt het gebruikt als de zetel van het parlement van Mecklenburg-Vorpommern. Het staat overigens al jarenlang voortdurend in de steigers. Ook aan de binnenkant wordt aardig gesleuteld: in de DDR-tijd is het slot gebruikt als opleidingsinstituut voor kleuterleidsters en met heeft toen een groot aantal betonnen muren aangebracht om prettige klaslokaaltjes te krijgen.
Op de Marktplatz staat het oude 14e eeuwse raadhuis en daar is de Tourist Information gevestigd. Hier kregen we een leuke fietsroute door de stad en directe omgeving. Op de terugweg naar de camping werden we overvallen door een paar stevige buien en om het feest compleet te maken “ein kleines Gewitter”. Och: regenjassen moeten ook regelmatig schoongespoeld worden.
 
Toen we vanmorgen vertrokken was onze buurman met zijn schotel aan het worstelen, toen we terugkwamen was hij er weer (of nog steeds) mee bezig. Hij kijkt meewarig naar onze natte kleren, wij denken het onze van zijn schotelhobby.

Het waren een paar mooie dagen aan de Schwerinersee, morgen maar weer eens een deurtje verder.