Toch vreemd: zes weken hou je dagelijks je belevenissen bij
en zo snel je thuis bent is het afgelopen. Het verhaal van “de laatste dag” (de
terugreis) en de evaluatie heeft dus even op zich laten wachten, maar wat in
het vat zit, verzuurt niet.
Bij het maken van dit laatste verslag van onze voorjaarsreis weer een hele discussie met W.
over de vraag of in de titel moet staan “al lang” of “allang”. Gelukkig brengt
internet uitkomst. “Al lang” heeft betrekking op tijd en “allang” heeft de
betekenis heus, echt waar. Maar wat moet je nu schrijven? Ik ben allang of al
lang blij dat ik getrouwd ben.
Het puzzeltje bracht ons uiteindelijk in de loop van de
dinsdag met 37 kilometer op de dagteller weer thuis met de eindstand 69.520.
Totaal gereden 5.037 kilometer in 43 dagen. Gasverbruik: minder dan één (grote)
gasfles. In deze evaluatie enkele hoogte- en dieptepunten.
Het meest
indrukwekkende feest van deze tocht is ongetwijfeld de Fallas in Valencia
geweest. De indrukwekkende poppenbouwsels, het oorverdovende kabaal
van het (dagelijkse) knalvuurwerk en de enorme massa’s mensen staan nog op ons
netvlies (en in het trommelvlies) gebrand. Zie eventueel verslag 3. Valencia is en blijft een mooie stad en met de metro heel goed te doen vanaf de camperplek in Bétera.
De mooiste optocht of
processie hebben we Eerste Paasdag in Cartagena meegemaakt, al hadden we wel
gemengde gevoelens bij de duizenden puntmutsen. Zie eventueel
verslag 7.
De mooiste camperplek
troffen we aan in de boomgaarden van Murcia: Camperpark Huerta de Murcia.
Murcia was tevens ons warmste plekje tijdens de reis. Meer over deze
camperplek in verslag 8. Het fietspad langs de rivier nodigt uit om dagje naar links en een volgend dagje naar rechts te fietsen (omgekeerd mag natuurlijk ook).
Het raarste verhaal
staat in hetzelfde verslag. In Murcia zijn de voorjaarsfeesten die afgesloten
worden met de verbranding van het sardientje. Wij troffen de sardine badend in
het water van de rivier de Segura aan.
De meest geniale
uitvinding van deze tocht was nodig om een keukenlade weer te kunnen gebruiken. Een
pannendeksel was uit de lade gevallen (natuurlijk aan de achterkant) en zorgde
ervoor dat de keukenla niet meer gesloten kon worden. Na diverse attributen
geprobeerd te hebben bestond het reddingsgereedschap uit twee haringen van de
luifel en een stukje duct tape. De la sluit weer goed, het pannendeksel wordt
voortaan ergens anders opgeborgen. We missen nu alleen nog een pakje
knoopcelbatterijen dat niet met het tovergereedschap gered kon worden.
Het hoogste punt
vormde de Puy de Dome met 1464 meter in de Auvergne (Frankrijk). We hebben die
dag ontzettend veel geluk gehad met het weer. Na de “beklimming” en “afdaling” met
het treintje trok het zwerk dicht en kregen we op de (gratis) camperplaats aan
de voet van de bult een flinke regenbui over ons heen. Bijgaande foto is niet van de Puy zelf, maar het uitzicht vanaf de pukkel. Meer
informatie in verslag 15.
Het diepste punt
bereikten we in België in de buurt van Luik. We daalden af naar – 60 meter om
de voormalige mijn van Blegny te bezoeken. Een Vlaamse ex-mijnwerker kon sappig
vertellen over zijn belevenissen “van vroeger”. Dank zij de kachel liet ons
puzzeltje ’s nachts op de gratis camperplaats haar water niet lopen (de
vorstbeveiliging op de boiler staat op 3 graden afgesteld). Onze
belevenissen in de mijn worden beschreven in verslag 18.
Het dieptepunt
van onze tocht werd gevormd door alle problemen met de elektrische fietsen. Het
begon allemaal met het indeuken van het fietsenrek en de op het rek geknoopte Giant aan het begin
van de reis. Een kapotte stroomkabel, een afgeknapte zadelpen, versnellingen
die niet meer deden wat ze moesten doen en een ferme regenbui die het elektriek
van de fietsen verlamde maakten het verhaal compleet. Gelukkig zijn er veel reddende fietsenmakers onderweg.
Het mooiste uitzicht
vanuit de camper hadden we in Miami Platja op camping Miramar (overigens de
enige reden om op deze camping te gaan staan, het sanitair laat behoorlijk te
wensen over). Eén klein duinenrijtje vormde de afscheiding van ons busje met de Middellandse Zee. In verslag 12 kun je lezen hoe gelukkig we daar waren
En tenslotte: het
mooiste strand bestaat niet. Elk plekje aan de Middellandse Zee heeft zo
zijn bekoring. Om toch maar een foto te kunnen plakken heb ik gekozen voor een
stukje boulevard aan het Mar Menor (zie verslag 6).
Het was een mooie reis met (bijna) alleen hoogtepunten. We
hebben genoten en gelukkig had ik niet deze vrouw naast me zitten.