noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 13 mei 2016

hemelvaartweekend (belgië) - 1


De regio Zuid-Holland van de NKC organiseerde met Hemelvaart een weekend in België. Thema scheepsliften en kanalen. Een eerder evenement van de NKC, Sail Amsterdam, vonden we erg leuk, camperen op een uniek plekje. Deze keer een stapje verder: wat meer gemeenschappelijke activiteiten.

donderdag 5 mei: naar Thieu
Erg druk op de weg, vooral op de A12: het lijkt alsof Duitsland massaal naar onze kust wil met dit mooie weer. Na de afslag met de A50 wordt het een stuk rustiger. Om Antwerpen te vermijden kiezen we in Eindhoven om via Hasselt en Leuven te rijden, overigens geen al te best idee. Op de spaghetti rond Eindhoven staat het bumpertje-bumpertje, alleen de N2 (de parallelweg) is nog vlotjes te berijden. Wanneer we in Valkenswaard de gele omleidingsbordjes “België” negeren weten we even later dat we dat voortaan moeten luisteren: het centrum is afgesloten voor zo’n leuke markt of event en iedereen probeert een parkeerplaatsje te vinden. Wij moeten met onze 6.36 meter (en nog iets extra voor de fietsendrager) door de smalle straatjes rond het centrum en proberen de N69 weer te vinden. Dat is na drie kwartier met wat kromme tenen maar zonder deukjes (behalve in het ego en de ziel) inderdaad gelukt. De N69 wordt in België N74. Na een korte stop “ergens onderweg” een eindje voor Hasselt toch maar de snelweg naar Leuven en Brussel gepakt. De R0 leidde ons netjes rond de hoofdstad en langs het bultje van Waterloo.
Vanaf 11.00 uur waren we welkom in Thieu bij de scheepslift, ome Tom gaf bij ons vertrek half één aan als aankomsttijd; het werd uiteindelijk ruim 14.00 uur. Leuk plekje, maar dat laten de foto’s zien. Mooi weer ook, dus ideaal om te fietsen, alleen vreten de bultjes wel accuvonkjes. ’s Avonds een (uitgesteld) happy hour om kennis te maken met de medereizigers. En als de bewoners van een kleine 30 campers zich hebben voorgesteld, het programma nog eens is doorgenomen en een glaasje (of twee) is ingeschonken ben je zo twee truien en een paar uur verder.
 
vrijdag 6 mei: historisch centrumkanaal en de nieuwe scheepslift strépy-thieu
Het Canal du Centre (Centrumkanaal) van België (Hengouwen ten zuiden van Brussel) vervulde vroeger een belangrijke rol in de regio met betrekking tot de mijnindustrie. Het kanaal moest over een afstand van ruim 20 kilometer een hoogteverschil van 88.15 meter overbruggen. Het gebruik van sluizen was niet mogelijk, omdat elke schutting een groot waterverlies zou betekenen. Rond 1900 was de techniek nog niet zover gevorderd dat de terugvoer van al dat water met pompinstallaties gerealiseerd kon worden. Gekozen werd daarom voor het bouwen van vier vrijwel gelijke hydraulische scheepsliften, waarbij bij elke lift twee identieke bakken gebruikt worden. De op dat moment hoogste bak krijgt “wat extra” water, waarna hij naar beneden zakt, terwijl de andere bak stijgt. Uiteraard zit er een uitgekiende techniek achter met zuigers en persen die het systeem laten functioneren. Het gaat te ver om het hele systeem in detail te beschrijven, maar er is genoeg info over te vinden. Het gebruik van de liften kost – door de gehanteerde techniek – erg weinig energie en het waterverlies is vrijwel te verwaarlozen (zeker in vergelijking tot het gebruik van sluizen). De eerste lift was gereed in 1888 en de laatste drie werden in 1917 in gebruik genomen. De liften konden schepen van 350 ton (type Spits) Schutten, of zoals de Belgen zeggen: versassen.
In de tweede helft van de vorige eeuw moesten de scheepvaartwegen geschikt gemaakt worden voor schepen van maximaal 1350 ton. Na veel politiek gekonkel besloot men tot de bouw van de nieuwe kabellift van Strépy-Thieu die in één keer een hoogte van 73 meter kon overbruggen. De twee liften werken onafhankelijk van elkaar en de bakken die de boten omhoog en omlaag brengen worden gecontroleerd door tegengewichten. Naast het oude kanaal (dat vanaf dat moment het historische Centrumkanaal werd genoemd) werd een nieuwe vaargeul gegraven. De uiteindelijke bouwkosten waren een viervoud van de geraamde: 647 miljoen in plaats van 173,5. Met de bouw werd in 1982 begonnen en toen de lift twintig jaar later (2002) werd geopend kon men spreken van één van de modernste waterbouwkundige werken van België. Overigens werd de constructie meteen op de lijst van “meest nutteloze werken van België” geplaatst. Het bouwwerk is het resultaat van de Belgische “wafelijzerpolitiek”: als Vlaanderen wat krijgt (in dit geval de nieuwe haven van Zeebrugge), dan moet Wallonië ook iets leuks mogen doen.  
 


 

Het ochtendprogramma van deze vrijdag bestond uit een tochtje met een boot over het historisch kanaal. De boot vertrok vanaf de nieuwe lift en werd vervolgens door een automatisch sluisje geschut naar het hoger liggende oude kanaal. De doortocht door één van de historische liften (nummer 4) was best spectaculair: een wonder dat al dat oude ijzer nog zijn werk doet. Een meertalige Belgische dame gaf vakkundig toelichting en het mooie weer zorgde er voor dat het een heel prettig vaartochtje werd onder ophaalbruggetjes door naar de machinekamer van lift 2 en 3. Daar kregen we een lichtbeeldenvoorstelling te zien die er voor zorgde dat alles wat we tot op dat moment gesnapt hadden niet meer zo logisch leek. Een kniesoor die daarop let. Een toeristentreintje bracht ons over het jaagpad weer terug naar het uitgangspunt waar een lunch (en een café filtre) voor ons klaar stond.
 
 
 
 
Het middagprogramma werd gevormd door een bezoek aan het spektakelparcours “Land van Uitblinkers”. Spektakelparcours? Het zal wel een typisch Belgisch woord zijn! Het was meer een overzichtstentoonstelling van de werking van de kabellift (met wat toeters en bellen), aangevuld met een film over de totstandkoming van de lift. De herkomst van “land van uitblinkers” heb ik niet kunnen achterhalen. Wat wel uitblonk was het uitzicht over de omgeving. Volgens W. was het net een modelspoorbaan, waarbij je huisjes en boompjes bij de Intertoys kunt bijkopen. Op de fiets hebben we de tocht nog een keer dunnetjes overgedaan, weliswaar nu naast het water. De (gezellige) gezamenlijke koffie 's avonds heb ik maar aan mij voorbij laten gaan. Soms heb je genoeg gegroept. W. heeft we gegroept.