Hadden we zondag al zo’n mammoetverplaatsing van 70
kilometer, vandaag deden we het dunnetjes over met vijf kilometer minder op de
teller. Doel van deze dag: camperpark Area Narejos aan het Mar Menor.
Vóór we daar echter aankwamen kregen we een tropische regenbui
over ons heen in La Marina, gelukkig terwijl we net de plaatselijke Mercadona
aan het plunderen waren. Tja, de lente is begonnen! Nu hebben die Spanjolen
tijdens de Tachtigjarige Oorlog niet goed naar ons Nederlandse afwateringssysteem
gekeken: de meeste wegen hebben namelijk géén afvoer op een rioolsysteem, met
andere woorden de weg mist een paar putten, zodat de neerslag niet afgevoerd
kan worden. Het gevolg is dat er binnen no time 20 cm water op de weg stond en
wij – gewapend met onze nieuwe voorraad – niet met droge voeten in ons
puzzeltje konden komen omdat de lieslaarzen nog in het schoenenkastje (tevens
wijnkelder en groentenvoorraadbak) waren blijven liggen. Het grote voordeel van
zo’n hoosbui is dat de bus een gratis wasbeurt krijgt.
De N332 die ons van Santa Pola naar La Marina had gevoerd,
leidde ons na de vochtige onderbreking via Guardamar del Segura en Torreviega
naar een nieuwe camperplaats in Los Alcázares onder de aanvliegroute van het
kleine vliegveld Murcia-San Javier. We kwamen droog aan, maar schijnbaar vonden
de regenbuien ons lief en kwamen ook hier even kiekeboe spelen.V: 66.834; A: 66.899
dinsdag 22 maart: een
regenachtig dagje
Een stevige wandeling naar de plaatselijke markt en via het
strand weer terug (zo’n 10 kilometer) met als concreet resultaat één grote rode
paprika en vervolgens een kort fietstochtje (snel afgeblazen vanwege een guur
windje) vormden het lichamelijk actieve deel van deze dag. Op onze wandeltocht
kwamen we het monument van de visserij tegen. Geen slecht beroep: zeemeerminnen
vangen.Binnen zitten (wat we hierna moesten) heeft ook zijn positieve kant: met de turbo-wifi-installatie plukten we een fijn internetsignaal van de receptie (zodat we niet met een pluutje in de ene hand en het tablet in de andere op het speciaal voor het browsen en appen neergezette bankje hoefden te zitten) en had ik alle tijd en gelegenheid om “dingen uit te zoeken”, bijvoorbeeld waarom er twee vliegvelden zijn in de omgeving van Murcia (namelijk Murcia-San Janvier en Murcia Convera International Airport. Het blijkt dat dit laatste vliegveld (dat een slordige 266 miljoen Euro gekost heeft) er al een paar jaar ongebruikt bij ligt. De plannen voor de bouw van dit vliegveld ontstonden in 2006 toen het toerisme in deze streek nog booming was en men het idee had dat de bestaande vliegvelden (Murcia-San Javier en Alicante Airport) de passagiersstroom niet aan zouden kunnen. Toen een paar jaar later bleek dat de Eurootjes van de toeristen niet de verwachte vorm van een waterval hadden aangenomen, trok men niet de stekker uit het project, maar bleek de regionale overheid nog ergens een zak met flappen te hebben liggen. Toen het vliegveld in 2012 klaar kwam, was er géén lintjesknipperij en vloeide er geen champagne: het geheel was niet rendabel en tot heden toe is er geen enkel commercieel vliegtuig geland. Intussen heeft vliegveld Murcia-San Javier een nieuwe terminal, landingsbaan en verkeerstoren gekregen (kosten 70 miljoen, maar dat bedrag kwam weer uit een ander potje en doet het ook dienst als militair vliegveld) en last but not least “passenger traffic at San Javier had fallen from two million in 2007 to 1.2 million in 2012”. Hoeveel het dit jaar is weet ik niet, alleen dat er op woensdag 7 bezoekende civiele vliegtuigen waren, met Ryanair als koploper.
De meeste informatie heb ik ontleend aan een artikel van El Pais (februari 2013) met als titel “Corvera the smart new kid on the block in Spain’s empty airports club”. Spanje heeft namelijk nog een aantal van die (duurgebouwde) “spookvliegvelden”: Castillón, Ciudad Real (bij Madrid) en Huesca Airport (omgeving Zaragona). Ciudad Real (bouwkosten 1 miljard) is onlangs gekocht door een Chinese investeringsmaatschappij voor 10.000 €, Huesca Airport kon in 2013 exact 273 passagiers verwerken en Castellón-Costa Azahar werd na de opening in 2011 jarenlang niet gebruikt, maar kent nu een paar vluchten per week van Ryanair naar Londen Stansed en Bristol. Overigens zijn er hardnekkige geruchten dat Ryanair hiervoor “een paar centen” gekregen heeft.
Je steekt nog eens wat op van zo’n dagje regen.
woensdag 23 maart:
een dag met een gouden randje
Er zijn van die dagen waarop alles klopt: je wordt wakker
met een voorzichtig zonnetje op de bus, de koffie is perfect gezet, el panadero
komt met vers brood voor de camperplaats aanrijden, de wasmachine op de
camperplek is op de juiste tijd beschikbaar, er is voldoende wind en zon om de
schone lappen te drogen en de accu’s van de fietsen hebben genoeg spanning om
de omgeving eens grondig te verkennen. Dus niet mijmeren over de (regenachtige) dag van
gisteren en je vooral geen zorgen maken over de dag van morgen, maar al om een
uur of 11 op een leuk terrasje in Santiago de la Ribera genieten van een café
solo en iets wat door moet gaan voor een cappuccino (en dat samen voor de prijs
van € 2,40). De Mar Menor is een groot zoutwatermeer, gescheiden van de
Middellandse Zee door een strook land dat de naam “La Manga del Mar Menor”
meegekregen heeft, 21 kilometer lang is en een breedte heeft van tussen de 100
en 1200 meter. Anderhalf jaar geleden hebben we die strook bezocht (één groot
toeristisch complot), deze keer dus de oever aan het vasteland en die vind ik
persoonlijk een stuk aantrekkelijker: amper hoogbouw, mooie boulevards en
lekker om te fietsen. Van onze camperplek naar camping Mar Menor (vlak bij het
vliegveld) liggen veel rietvelden, door een deel ervan heeft men een mooi
vlonderpad aangelegd. Het eindpunt van de tocht werd gevormd door een grote
pier dwars door het Mar Menor heen (de kennis ontbreekt ons of de overkant ook
per fiets kan worden bereikt: een fietsaccu blijft niet onbeperkt
ondersteunen!)
donderdag 24 maart:
weer die k….fietsen
We zitten nog steeds aan de Costa Cálida, Spaans voor warme
kust. In deze kuststrook van zo’n 250 kilometer in de omgeving van Murcia en
Cartagena is het in de winter het warmst, voor veel camperaars dan ook de
uitgelezen plek om de “over” de winter te komen. Ook is deze streek door de
Wereld Gezondheidsorganisatie uitgeroepen tot één van de gezondste gebieden van
de wereld en tenslotte wordt Mar Menor wel het grootste natuurbad van onze
aardbol genoemd. De lagune bevat uiterst hoge concentraties van minerale zouten
en jodium. Het zou dus goed zijn voor lijf en leden om hier modderbaden te
nemen. Was gisteren het noorden van Los Alcázares het globale doelwit van ons fietstochtje, vandaag was het zuiden aan de beurt. De plaatsjes maakten nog een uitgestorven indruk, heel veel luiken nog dicht en deze keer géén leuk terrasje aan het water gevonden. Op de heenweg even een Chinese winkel aangedaan om onder meer wasknijpers te scoren (wat leuk om in zo’n winkel te snuffelen) en op de terugweg een bezoek gebracht aan de middeleeuwse markt, maar als je het bier in plastic wegwerpbekers schenken en de verklede marktkooplui onder hun lompen wel dure Nikes dragen dan hoeft het voor mij niet meer (W. is overigens later in haar eentje nog een tijdje terug geweest met als motto “je moet langs die dingen heen kijken!”
Op het laatste stukje naar onze mobiele woning gebeurde het weer: de bout van mijn zadel brak af (is al twee keer eerder gebeurd en volgens de leverancier komt dat NOOIT voor), volgens W. was het angstaanjagend gezicht: de fiets ging voorwaarts en ik werd gelanceerd. Al snel omstanders die aan het bekijken waren waarom die rare Nederlander plat op zijn rug op het fietspad lag en goede adviezen gaven over bereikbaarheid van EHBO-posten (of bedoelden ze het plaatselijke mortuarium? Het onderdeel “wat moet je zeggen als je plat op je rug ligt op een Spaans fietspad” wordt behandeld in hoofdstuk 23 van onze cursus). Een paar kilometer fietsen zonder zadel kan ook goed en ’s avonds met een kussen in de rug zitten in je pilotenstoel is ook een aparte ervaring.
Het is me wat dat Spaans. Dacht W. een paar lekkere stukjes
lam gekocht te hebben voor het avondeten, bleken de karbonades plotseling een
metamorfose te hebben ondergaan. “Chuleta de pavo al ajillo” komt in ons land
vooral met kerst op het bord en de Amerikanen eten het met Thanksgivingday.
Een mooie camperplek en vanaf de vierde overnachting betaal je maar een tientje per nacht (inclusief stroom), we komen hier ongetwijfeld nog eens terug.