Een regenachtig begin en een druilerig eind van de dag,
daartussen viel het best mee. Om mijn goede relatie met de N340 te onderhouden
hebben we maar grote stukken van deze carreta nacional gereden, alleen de
laatste 40 kilometer hebben we de A7 gepakt (scheelde een half uur).
De N340 vormt een lange kustroute van Barcelona naar Cadiz
(via Tarregona, Valencia, Alicante, Almeria en Malaga); voor een deel is deze
weg vervangen door de A7. Volgens de Wegenwiki is er van de oorspronkelijke
1250 km nog maar 920 over. Het nadeel van de N340 is dat een groot aantal
plaatsen een snelheidsbeperking van 50 km/u kent.
Volgens Kareltje van de receptie was de kortste wandelweg
naar Bétera “up-up-up and at the split down-down-down to the right” en dat
klopte ook wel zo ongeveer, maar omgekeerd zou het ook weer up zijn om te
beginnen, dus hebben we de metro maar genomen die ons (overigens bovengronds)
één halte verder bracht.
Voor de statistieken:
V: 66.395; A: 66.590
zon op: 7.11; zon onder 19.09
dinsdag 15 maart: ValenciaV: 66.395; A: 66.590
zon op: 7.11; zon onder 19.09
Om twee uur de Mascléta: een knalvuurwerk van zo’n 5
minuten, waarbij alles dreunt, kreunt en steunt.
Uiteindelijk wordt op de laatste dag van de Fallas (de dag
van San José – 19 maart) de hele santenkraam in de hens gestoken met
uitzondering van enkele van de mooiste poppen (ninots) die van de vuurdood
worden gered en tentoongesteld worden in het Fallarmuseum samen met alle
uitverkoren poppen vanaf 1934, posters en schilderijen van de
Fallaskoninginnen.
woensdag 16 maart:
Valencia
de ideale schoonmoeder?
donderdag 17 maart:
Valencia
Niet alleen op het plein voor het gemeentehuis wordt
vuurwerk afgestoken: elke buurt had vandaag zijn eigen mascléta. Dat merkten
we toen we ons door de metro in de buurt van de haven hadden laten afzetten en naar
het centrum terugliepen van beeldengroep naar beeldengroep. Het knalde er behoorlijk
op los, volgens W. was de wereld aan het vergaan.
In het centrum was inmiddels de bloemenprocessie begonnen.
Het hoe en waarom heb ik vorig jaar uitvoerig beschreven, dus deze keer alleen
een paar foto’s.
Op de terugreis naar de camperplek hadden we nog ruzie met
de metro-automaat, bleek dat we verkeerde kaartjes hadden gekocht. Reclameren
bij het loket ging met handen en voeten: onze cursus Spaans behandelt pas in
hoofdstuk 19 het onderwerp “problemen met Spaanse vervoersdiensten” en we zijn
pas bij hoofdstuk 3 met als titel “Vino tinto van onder de Euro per liter is
soms best te pruimen”. In eerste instantie mochten we voor een euro of zeven
Valencia verlaten, maar toen bleek dat ik pensionado was (sorry, maar u ziet er
nog zo jong uit! De slijmjurken), werd de prijs weer gehalveerd. Hoefde ook
hier weer géén legitimatiebewijs te tonen, grenzeloos vertrouwen in de mensheid
hebben die Spanjolen.