Vrijdag 06 maart
Dit was een dag zoals elke dag zou moeten zijn, weliswaar
een koud begin (-3 graden om acht uur buiten). Ondanks dat het zoemertje zachtjes
op de achtergrond wat hete lucht had geproduceerd was de temperatuur binnen
gezakt tot 8 graden). Het zal ongetwijfeld de komende dagen beter worden! Wel
even schrikken toen ik tijdens de koffie de navigatie aan het instellen was: de
sigarettenaansluiting van Chang knalde uit elkaar en was niet meer te
herstellen (heb je met dat goedkope plastic). Och, met een kabeltje van het
schoonmaakapparaat van mijn gehoortoestel gekoppeld aan de usb-poort van mijn
tablet kreeg Chang een bypass en deed verder uitstekend zijn werk. Gelukkig dat
we tegenwoordig beschikken over allerlei kabeltjes en opladers en dat sommige
dingen ook nog uitwisselbaar zijn.
Strakblauw was het, de hele dag. Binnendoor naar de A75 net
onder Clermont-Ferrand en toen de mooiste snelweg die ik ken afgereden, dwars
door de Auvergne met elk ogenblik een ander uitzicht.
Een stop bij het Viaduc de Garabit. Dit viaduct (een
spoorboogbrug) dateert uit de jaren 80 van de negentiende eeuw en is ontworpen
door Eiffel (ja die van het torentje). De brug moest van gietijzer gebouwd
worden, omdat er door de hier vaak aanwezige mistral geen beton gebruikt kon
worden.
De A75 is geheel tolvrij, met uitzondering van het Viaduct
van Millau over de Tarn; dacht dat het zo’n € 13,00 kostte met een campertje.
Een volgende stop bij de Aire de Millau. Volgens mij zijn we er nooit eerder
gestopt. Het viaduct is gereed gekomen in 2004 en is momenteel de hoogste brug
(constructiehoogte) ter wereld. De bouwers mogen 75 jaar lang het viaduct
exploiteren en ik neem aan dat ze wel uit de kosten komen.
Op naar Narbonne. Vanaf Beziers op de parallelweg (D6009),
de oude N9: Pyrejongens vooruit, zee links en aan weerskanten van de weg de
fruitbomen in bloei (zou het hier niet meer vriezen? We merken het vannacht
wel). De buitentemperatuur tijdens het rijden oplopend tot een kleine 20
graden. De korte rokjes stonden weer op de bus te wachten (sommigen hadden
zelfs een stoeltje meegenomen om het lange wachten te veraangenamen): we gaan
immers weer richting Spanje; deze observatie is eigenlijk geheel niet relevant
voor de rest van het verhaal.
De route die ik gereden heb kun je met een gerust hart het
Nomadenpad noemen: erg veel campers op weg van Z naar N. Het schiet lekker op
en op het stukje bij Millau na is het geheel tolvrij (en dat stukje kun je nog
omrijden door het dal). Ik mag niets zeggen, rij namelijk ook tolvrij, maar dan
van N naar Z.
Doorgangscamping in Salses gepakt. Salses ligt een km of
tien voor Perpignan: autosnelweg en het spoor naast de deur, maar met de
gehoorapparaten uit merk je er niets van.
V: 46.472; A: 46.917
Zaterdag 07 maart
Op naar Spanje: de Pyrejongens met de poedersuiker op hun
kopjes eerst pal in het blikveld. Weer die uitbundige “kermis” bij de
grensovergang rond Le Perthus. De diesel is nu niet meer noemenswaardig
goedkoper in Spanje. Via Figueres en Gerona; dan de C25 naar Vic en vervolgens
op de C14 naar het zuiden richting Reus. Volgens de kaart bijna allemaal groene
route en dat was hij: bomen en bulten! Het wordt na een uurtje wel eentonig,
maar de Spanjolen hebben de wegen goed voor elkaar. Opvallend is alleen dat er
op grote stukken géén parkeerplaatsen zijn en dat je voor tankstations naar de
lokale dorpjes verwezen wordt.
Het werd een echte Spaanse camping in Mont-roig del Camp:
camping Miramar. Het uitzicht was gewoon geweldig: eerste rij met blik op zee. Tijd
voor een beetje rust, even gewoon Zijn en de zon speelde daar een heel
belangrijke rol in.
V: 46.917; A: 47.324
Zondag 08 maart
Het is vanuit de camping een kilometer of twee fietsen naar
het dorp, waar de supermarkten niet allemaal geopend zijn, maar er wel eentje
een brood voor mij had. Valt niet veel te beleven in dit gat, behalve
natuurlijk het strand en de eettentjes. Om 11 uur ’s morgens zaten de meeste
terrasjes (in de zon) al vol. Je kunt er ook niet echt een fietstochtje maken,
tenzij je van een drukke verkeersweg houdt of de uitgestorven dorpsstraatjes
wilt bekijken. Het leven speelt zich af aan weerszijden van de N340.
Het sanitair op deze camping is overigens ronduit smerig. De
douches zijn erg primitief met plastic gordijntjes en haken om je kleren op te
hangen ontbreken. Gelukkig was het water warm. De helft van de toiletdeuren kan
niet op slot en de afwasbakken zijn in maanden niet schoongemaakt. Ik ben goed
in het opsparen van vuile vaat, dus dat komt wel een keer goed. Maar eens een
leuke recensie schrijven op de Acsi-site.
In de middag liep de camping leeg: de Spaanse gasten moesten
natuurlijk weer naar huis. Stond in mijn eentje op de toerplekken.
Maandag 09 maart
Bewolkt en frisjes. Volgens Eltiempo.es schijnt meer naar
het zuiden het zonnetje, dus het besluit is snel genomen: en route. Dan maar
een dag eerder dan begroot in Valencia aankomen. Het wordt een routecombinatie
van allereerst de N340 en A7 langs de Ebrodelta. Na de Ebrodelta de eerste
sinaasappelboompjes, daar doen we het allemaal voor. Daarna iets verder van de
kust af de CV10, voor een groot gedeelte vierbaansweg. Om 11 uur ’s ochtends een
groots opgezette alcoholcontrole, toeristen mochten gewoon doorrijden.
Laatste stukje kruip-door-sluip-door naar Bétera, waar Roosje
van Valencia Camper Park me als een oude bekende begroette. Wel twee Euro
duurder geworden sinds oktober. In het zonnetje met een biertje en een siësta. Het
is hier goed Zijn. Na het eten de uitgebreide afwas maar eens gedaan.
V: 47.324; A: 47.562
Dinsdag 10 maart
Dankzij een uitstekende internetverbinding (in ieder geval overdag) begonnen met het acht-uur-journaal van maandag, gevolgd door Nieuwsuur; zo blijven we een beetje op de hoogte met het Nederlandse gebeuren. De bakker komt niet meer voorrijden, maar vanaf 09.00 uur is er brood te krijgen in het restaurant. Tegen 11.00 uur maar eens met de metro naar Valencia, maar net gemist en dus moeten wachten tot 11.55 uur. Op dit moment van de dag gaat er maar één trein per 50 minuten of zo. Och: wachten hoeft ook geen ramp te zijn in het zonnetje.
Feest in Valencia, terwijl de eigenlijke Fallasfeesten nog
moeten beginnen. Het werd voller en voller voor het gemeentehuis op het Plaça
de l’Ajuntament/ Plaza del Ayuntamiento. Om tien voor twee knalde het lied
Valencia door de luidsprekers (en dan niet de Nederlandse versie met “waar de
sinaasappels groeien in de bloedhete zon”, maar ik neem aan de originele
Spaanse versie) en om twee uur knalde het vuurwerk los. Geen siervuurwerk zoals
we dat in Nederland gewend zijn, maar knalvuurwerk (buskruit?): steeds harder
en harder, zodat de vullingen bijna uit je kiezen knalden. Het schijnt de
Mascletà te heten en vindt van 1 tot 19 maart dagelijks plaats. Het zijn rare
jongens die Valencianen.
De Fallas is eigenlijk het feest van het begin van de lente
en vindt zijn oorsprong in het verbranden van de houten planken met kaarsenvet
waar in de wintermaanden (in de donkere dagen) bij gewerkt moest worden. In
latere jaren is dit feest uitgegroeid tot het verbranden van grote sculpturen
van papier-maché, hout, piepschuim. Ik zag er vandaag een paar “in aanbouw”.
Dat verbranden heet de Cremà (nacht van de 19e op 20e maart) en je raadt nooit wie
de hoofdsponsor is van de Cremà! Amstel.es!
De laatste twee foto's geven de lucht aan tijdens de eerste knallen en na het laatste "schot".
Het was één groot feest vandaag in Valencia, alleen: druk,
drukker, drukst. Dus op tijd weer met de (overvolle) metro terug om nog wat
quality time te hebben in het zonnetje.
Woensdag 11 maart
Een dagje niksen, of eigenlijk: hard werken. Om tien uur
hing de was al aan het rekje en had ik het journaal, Nieuwsuur en twee gebakken
eieren al achter de kiezen. Tijd voor het bloggebeuren, beetje poetsen en op de
fiets naar Bétera om boodschappen te doen bij de supermercado. En oeps: fiets ik me daar toch buiten de
bebouwde kom zonder helm op, terwijl dat officieel verplicht is. Heb er gewoon
niet aan gedacht. Maar gelukkig: drie politie-auto’s tegengekomen en geen
enkele is gestopt voor de rare buitenlandse toerist op zijn elektrische
vouwfietsje.
Men begint op een groot aantal plaatsen pionnetjes te
plaatsen: gereserveerde plekken voor de Fallasweek, het zal ongetwijfeld erg
druk worden. Op pionnenplekken mag nu nog maar voor één of twee dagen of
helemaal niet gestaan worden. Er zijn nog een aantal plekken in de
low-cost-zône buiten de poort.