Zaterdag 21 maart
Tanken en boodschappen doen in Gannet. De dieselmeter stond
bijna in het rood, dus weer een flinke aanslag op het reisbudget. Vanuit Gannet
de D2009 (oude N9) naar Moulins. Rond 2006 zijn een groot aantal Franse N-wegen
gedeclasseerd: ze zijn overgedragen aan de diverse departementen, die voortaan
voor de onderhoudskosten konden opdragen. De reden hiervoor was dat het nut van
een groot aantal N-wegen niet meer duidelijk aantoonbaar was; veel N-wegen
waren intussen voorzien van een alternatief, omdat er een autosnelweg langs
liep, denk bijvoorbeeld aan het stuk van Clermont-Ferrand naar Béziers waar de
A75 de rol van de N9 heeft overgenomen. Overigens waren al eerder dan 2006 een aantal
N-wegen omgevormd tot Route Départementale.
De nog bestaande routes nationales zijn vaak belangrijke
schakels op plekken waar geen autoroutes lopen, of juist erg korte
verbindingen, vaak als voortzetting van autoroutes bij steden. Daardoor vormen
routes nationales geen geïntegreerd netwerk meer. Veel voormalige doorgaande
routes zijn thans route départementales waarvan het nummer op de oude route
nationale gebaseerd is. Zo zijn veel routenummers voorzien van één of twee
extra cijfers. De N20 is bijvoorbeeld de D620 of D2020 geworden. De bewegwijzering
is nog wel in stand gelaten, zodat het nog mogelijk is om de oude routes te
rijden via de zogenaamde "groene bestemmingen" (panneaux verts).
Vanaf Moulins de N7 en A77 via Nevers en La Charité. Daarna
de bekende N151 naar Auxerre (er dwars doorheen gaat toch veel sneller dan de
borden “Alle richtingen” volgen). Dan het lange stuk via de N77 naar Troyes:
licht heuvelachtig door de graanschuur van Frankrijk, dwars door veel dorpen.
Vanaf Troyes “binnendoor” naar het Lac du Der.
Ons Sonja die het Chinees van Chang-Chang vertaalt in sappig
Vlaams heeft in ieder geval één spraakgebrek: het heeft me enige tijd gekost
wat ze toch bedoelde met “firde”. Na het zoveelste rondpunt kwam ik er achter
dat ik gewoon de “vierde” afslag moest nemen. Weer wat geleerd.
Soms kom je mooie campertjes tegen. Bekijk de foto van dit
oude Engelse karretje maar eens. Het wordt bewoond door twee oude hippies, die
van hun leven ongetwijfeld een feest maken.
V: 48.655; A: 49.073
Zondag 22 maart
Geen krus/kraantje gezien bij het meer; gisteravond niet bij
zonsondergang en vanmorgen ook niet (misschien was ik wat aan de late kant, het
wordt tegenwoordig ook zo vroeg licht). Later op internet opgezocht hoeveel ik
er eigenlijk had moeten spotten. Gelukkig, mijn ogen zijn nog goed: “Aucun
mouvement signalé ce jour”.
Om 8.15 kwam de bakkerswagen luid toeterend brood brengen.
Mooie service (voor velen een wekservice, maar dit terzijde), zodat ik om half
negen al aan de koffie met een stokbroodje zat. Kacheltje aan, maar pech: wanneer
de temperatuur in het busje de 14 graden heeft bereikt is het gas op! Dus maar
snel vertrekken. Mijn verklikkertje gaf overigens al twee weken aan dat het
propaan op zou zijn, maar ook op dat stukje techniek kun je dus niet
vertrouwen. Op de volgende camping de andere gasfles maar aansluiten.
Rustig toerdagje, waarvan aan het begin de eindbestemming
nog niet vastlag. Via kleine weggetjes naar Saint Dizier. Vandaar via de N4
naar Toul. Dit stuk is grotendeels uitgebouwd tot vierbaansweg, in Frankrijk
gebruiken ze geloof ik de term “voie expresse”. Toch vreemd dat je dan met 110
km per uur fietsers inhaalt. En ben ik dan even blij dat ik die fietser niet
ben!
Vanaf Toul de tolvrije A31 via Nantes en Metz naar
Luxemburg, waar voor net iets meer dan één Euro per liter de dorst van OBBB
gelest werd. Dat noem ik nog eens Tanken met een hoofdletter!
Einddoel voor deze dag maar even bepaald en ingetoetst. Fijn
dat Chang met die coördinaten je exact naar je eindbestemming voert. En die
eindbestemming lag in België, aan de Ourthe. En het is te merken dat je weer in
België bent. Zodra je op een N-weg rijdt weet je dat je onmiddellijk na
aankomst de schroevendraaier kunt gaan gebruiken om alles weer vast te zetten
wat op de gatenkaas van de N89 en de N4 is losgetrild. En wederom veel bordjes
dat het niet best gesteld is met de weg, dat je rekening moet houden met
aquaplaning en meer van dat fraais.
Eindbestemming: camping Eau-Zone in Hotton aan de Ourthe.
Weer zo’n Acsi-camping om in het boekje te noteren “voor later”.
V: 49.073; A: 49.441
Maandag 23 maart
Even een dagje niet rijden. Maar nog zo’n misser van B.:
omdat ik 16 ampère stroom had, gisteren de gasflessen maar niet gewisseld, het
zoemertje hebben we immers niet voor niets gekocht en met 16 amp kan het ding
op vol vermogen zijn werk verrichten. Ik heb het geweten. Zelfs op vol vermogen
is het op elektriek niet snel warm te krijgen en het ergste is: na verloop van
tijd is je koppie wel heet, maar je voeten blijven koud. Gisteravond dus op een
zeer acceptabele tijd onder drie dekbedden gedoken. Vanmorgen (het heeft
redelijk gevroren) maar snel achter in de garage gekropen om te schelden op
linksdraaiende schroefdraden waar je rechtsdraaiende verwacht en omgekeerd.
Hotton (of Houton) is een plaatsje in de buurt van La Roche
en Ardenne. Het heeft een behoorlijk turbulente geschiedenis van Middeleeuwen
tot Tweede Wereldoorlog, maar dit terzijde. Het mooie weer (redelijk blauw)
nodigde uit voor een wandeling langs de Ourthe (je hebt twee oevers, dus als je
nog ergens een brug vindt is dat mooi meegenomen) en een bezoekje aan het
stadje om daar onder meer de plaatselijke “Maison du Pain” te plunderen.
De kachel deed het goed, het internetsignaal was sterk en na
het oplossen van wat tabletproblemen (het kreng wilde graag terug naar
fabrieksinstellingen) kon ik toch nog tv kijken en radio luisteren. Eindelijk
is dan ook Anus Mundi uit.
Dinsdag 24 maart
Je hebt vanuit Hotton een paar route-opties naar de
Achterhoek. Ik had me voorgenomen om blindelings Chang-Chang te volgen en dat
leverde een lekker, redelijk ontspannen ritje op. Gelukkig niet door het
Ruhrgebied. Wel weer dwars door Luik (gezellie op de linker rijstook rechts langs
de Maas blijven rijden) en door de bouwput van Maastricht. Het zal nog wel een
paar jaar duren voor alles daar klaar is, maar dan heb je ook wat!
De Roertunnel en het pijpje bij Swalmen in de A73 gaven ook
geen enkel probleem en voor je het weet zit je op de A50, de A12, de A18 en de
N18 en ben je weer “op de Kötteldiek”, waar de huiskamer (zoals gewoonlijk)
weer veel groter was geworden
V: 49.441; A: 49.751
Tenslotte
Een kleine 4.000 km gereden en dat was goed te doen. Tolvrij
gereden met uitzondering van het viaduct van Millau (€ 11,20 enkele reis). Belangrijke uitgavenpost: brandstof!
Bijzonderheden: in de supermarkt in Bétera verkopen ze
pakken van een liter (redelijk drinkbare) rode wijn voor 60 eurocenten. De
sinaasappels zijn ook niet te versmaden en heel betaalbaar en een kilootje aardbeien
heb je al voor twee Euro. De prijzen van de diesel ontlopen elkaar niet veel in
België, Frankrijk en Spanje; het goedkoopst tank je uiteraard bij de
supermarkten, maar daar heb ik twee keer gehad dat mijn creditcard niet
geaccepteerd werd (bij zo’n zelftank zonder kassa), zodat je alsnog wat anders
mocht opzoeken.
In de buurt van Auxerre verkochten ze (op de terugreis) al
asperges en op de heenreis stonden de bomen in de buurt van Perpignan al in
bloei.
En helemaal tot slot: je moet geluk hebben met het weer in
deze periode van het jaar en je hoort me daarover dan niet klagen (met
uitzondering van die koude voeten).