noordpolderzijl

noordpolderzijl

donderdag 26 maart 2015

fallas valencia (slot)


Zaterdag 21 maart

Tanken en boodschappen doen in Gannet. De dieselmeter stond bijna in het rood, dus weer een flinke aanslag op het reisbudget. Vanuit Gannet de D2009 (oude N9) naar Moulins. Rond 2006 zijn een groot aantal Franse N-wegen gedeclasseerd: ze zijn overgedragen aan de diverse departementen, die voortaan voor de onderhoudskosten konden opdragen. De reden hiervoor was dat het nut van een groot aantal N-wegen niet meer duidelijk aantoonbaar was; veel N-wegen waren intussen voorzien van een alternatief, omdat er een autosnelweg langs liep, denk bijvoorbeeld aan het stuk van Clermont-Ferrand naar Béziers waar de A75 de rol van de N9 heeft overgenomen.  Overigens waren al eerder dan 2006 een aantal N-wegen omgevormd tot Route Départementale.

De nog bestaande routes nationales zijn vaak belangrijke schakels op plekken waar geen autoroutes lopen, of juist erg korte verbindingen, vaak als voortzetting van autoroutes bij steden. Daardoor vormen routes nationales geen geïntegreerd netwerk meer. Veel voormalige doorgaande routes zijn thans route départementales waarvan het nummer op de oude route nationale gebaseerd is. Zo zijn veel routenummers voorzien van één of twee extra cijfers. De N20 is bijvoorbeeld de D620 of D2020 geworden. De bewegwijzering is nog wel in stand gelaten, zodat het nog mogelijk is om de oude routes te rijden via de zogenaamde "groene bestemmingen" (panneaux verts).

Vanaf Moulins de N7 en A77 via Nevers en La Charité. Daarna de bekende N151 naar Auxerre (er dwars doorheen gaat toch veel sneller dan de borden “Alle richtingen” volgen). Dan het lange stuk via de N77 naar Troyes: licht heuvelachtig door de graanschuur van Frankrijk, dwars door veel dorpen. Vanaf Troyes “binnendoor” naar het Lac du Der.

Ons Sonja die het Chinees van Chang-Chang vertaalt in sappig Vlaams heeft in ieder geval één spraakgebrek: het heeft me enige tijd gekost wat ze toch bedoelde met “firde”. Na het zoveelste rondpunt kwam ik er achter dat ik gewoon de “vierde” afslag moest nemen. Weer wat geleerd.

Soms kom je mooie campertjes tegen. Bekijk de foto van dit oude Engelse karretje maar eens. Het wordt bewoond door twee oude hippies, die van hun leven ongetwijfeld een feest maken.

V: 48.655; A: 49.073

Zondag 22 maart

Geen krus/kraantje gezien bij het meer; gisteravond niet bij zonsondergang en vanmorgen ook niet (misschien was ik wat aan de late kant, het wordt tegenwoordig ook zo vroeg licht). Later op internet opgezocht hoeveel ik er eigenlijk had moeten spotten. Gelukkig, mijn ogen zijn nog goed: “Aucun mouvement signalé ce jour”.

Om 8.15 kwam de bakkerswagen luid toeterend brood brengen. Mooie service (voor velen een wekservice, maar dit terzijde), zodat ik om half negen al aan de koffie met een stokbroodje zat. Kacheltje aan, maar pech: wanneer de temperatuur in het busje de 14 graden heeft bereikt is het gas op! Dus maar snel vertrekken. Mijn verklikkertje gaf overigens al twee weken aan dat het propaan op zou zijn, maar ook op dat stukje techniek kun je dus niet vertrouwen. Op de volgende camping de andere gasfles maar aansluiten.

Rustig toerdagje, waarvan aan het begin de eindbestemming nog niet vastlag. Via kleine weggetjes naar Saint Dizier. Vandaar via de N4 naar Toul. Dit stuk is grotendeels uitgebouwd tot vierbaansweg, in Frankrijk gebruiken ze geloof ik de term “voie expresse”. Toch vreemd dat je dan met 110 km per uur fietsers inhaalt. En ben ik dan even blij dat ik die fietser niet ben!

Vanaf Toul de tolvrije A31 via Nantes en Metz naar Luxemburg, waar voor net iets meer dan één Euro per liter de dorst van OBBB gelest werd. Dat noem ik nog eens Tanken met een hoofdletter!

Einddoel voor deze dag maar even bepaald en ingetoetst. Fijn dat Chang met die coördinaten je exact naar je eindbestemming voert. En die eindbestemming lag in België, aan de Ourthe. En het is te merken dat je weer in België bent. Zodra je op een N-weg rijdt weet je dat je onmiddellijk na aankomst de schroevendraaier kunt gaan gebruiken om alles weer vast te zetten wat op de gatenkaas van de N89 en de N4 is losgetrild. En wederom veel bordjes dat het niet best gesteld is met de weg, dat je rekening moet houden met aquaplaning en meer van dat fraais.

Eindbestemming: camping Eau-Zone in Hotton aan de Ourthe. Weer zo’n Acsi-camping om in het boekje te noteren “voor later”.

V: 49.073; A: 49.441

Maandag 23 maart

Even een dagje niet rijden. Maar nog zo’n misser van B.: omdat ik 16 ampère stroom had, gisteren de gasflessen maar niet gewisseld, het zoemertje hebben we immers niet voor niets gekocht en met 16 amp kan het ding op vol vermogen zijn werk verrichten. Ik heb het geweten. Zelfs op vol vermogen is het op elektriek niet snel warm te krijgen en het ergste is: na verloop van tijd is je koppie wel heet, maar je voeten blijven koud. Gisteravond dus op een zeer acceptabele tijd onder drie dekbedden gedoken. Vanmorgen (het heeft redelijk gevroren) maar snel achter in de garage gekropen om te schelden op linksdraaiende schroefdraden waar je rechtsdraaiende verwacht en omgekeerd.  

Hotton (of Houton) is een plaatsje in de buurt van La Roche en Ardenne. Het heeft een behoorlijk turbulente geschiedenis van Middeleeuwen tot Tweede Wereldoorlog, maar dit terzijde. Het mooie weer (redelijk blauw) nodigde uit voor een wandeling langs de Ourthe (je hebt twee oevers, dus als je nog ergens een brug vindt is dat mooi meegenomen) en een bezoekje aan het stadje om daar onder meer de plaatselijke “Maison du Pain” te plunderen.

De kachel deed het goed, het internetsignaal was sterk en na het oplossen van wat tabletproblemen (het kreng wilde graag terug naar fabrieksinstellingen) kon ik toch nog tv kijken en radio luisteren. Eindelijk is dan ook Anus Mundi uit.

Dinsdag 24 maart

Je hebt vanuit Hotton een paar route-opties naar de Achterhoek. Ik had me voorgenomen om blindelings Chang-Chang te volgen en dat leverde een lekker, redelijk ontspannen ritje op. Gelukkig niet door het Ruhrgebied. Wel weer dwars door Luik (gezellie op de linker rijstook rechts langs de Maas blijven rijden) en door de bouwput van Maastricht. Het zal nog wel een paar jaar duren voor alles daar klaar is, maar dan heb je ook wat!

De Roertunnel en het pijpje bij Swalmen in de A73 gaven ook geen enkel probleem en voor je het weet zit je op de A50, de A12, de A18 en de N18 en ben je weer “op de Kötteldiek”, waar de huiskamer (zoals gewoonlijk) weer veel groter was geworden

V: 49.441; A: 49.751

Tenslotte

Een kleine 4.000 km gereden en dat was goed te doen. Tolvrij gereden met uitzondering van het viaduct van Millau (€ 11,20 enkele reis). Belangrijke uitgavenpost: brandstof!

Bijzonderheden: in de supermarkt in Bétera verkopen ze pakken van een liter (redelijk drinkbare) rode wijn voor 60 eurocenten. De sinaasappels zijn ook niet te versmaden en heel betaalbaar en een kilootje aardbeien heb je al voor twee Euro. De prijzen van de diesel ontlopen elkaar niet veel in België, Frankrijk en Spanje; het goedkoopst tank je uiteraard bij de supermarkten, maar daar heb ik twee keer gehad dat mijn creditcard niet geaccepteerd werd (bij zo’n zelftank zonder kassa), zodat je alsnog wat anders mocht opzoeken.

In de buurt van Auxerre verkochten ze (op de terugreis) al asperges en op de heenreis stonden de bomen in de buurt van Perpignan al in bloei.

En helemaal tot slot: je moet geluk hebben met het weer in deze periode van het jaar en je hoort me daarover dan niet klagen (met uitzondering van die koude voeten).

 

vrijdag 20 maart 2015

fallas valencia - 5


Dinsdag 17 maart

Sinds een aantal ochtenden ’s morgens vroeg even het kacheltje aan om de ergste kou uit de bus te krijgen, totdat de zon haar werk kan doen. De koffie is dan inmiddels op en het broodje naar binnen. Toen ik vanmorgen een eitje wilde tikken, bleek ik in de Mercado niet vrije-uitloop-eieren gekocht te hebben (leek me vrij logisch toen ik de verpakking bekeek), maar gekookte eieren. Zal ongetwijfeld niet de eerste zijn die dat overkomen is en ’s avonds noodgedwongen eiersalade moet maken van zijn huevos cocidos.


Nog één keer naar het buskruitvuurwerk. Deze keer waren er nog veel meer mensen. Opvallend is de efficiency van het hele gebeuren. De vuilnismannen en veegauto’s staan al te wachten tot het geknal is afgelopen en terwijl de mensenmassa nog aan het verdwijnen is, wordt alle troep (voornamelijk bierblikjes en verpakkingsmiddelen van etenswaren) vakkundig opgeruimd.

Het voornaamste doel van deze dag was evenwel bloemenprocessie (ofrenda de flores). Vanuit een paar kanten lopen duizenden en duizenden mensen in ouderwets kostuum en met een bosje bloemen in de hand naar het Plaza de Virgen om de “flores” te offeren aan de beschermheilige van Valencia: la Virgen de los Desamparados. Af en toe zie je ook complete kunstwerken van bloemen die getorst worden door stoere mannen. De kostuums (vooral van de dames) zien er zeer indrukwekkend uit. Elke club heeft al maanden geleden een eigen Fallera Mayor en Fallera Mayor Infantil gekozen (zeg maar schoonheidskoningen: eentje van het volwassen soort en een prilleke) en daaruit worden weer de superschoonheidskoningen gekozen, die een belangrijke rol vervullen bij alle officiële gelegenheden (en dat zijn er nogal wat). De processie begon tegen half vier en zou doorgaan tot middernacht, maar dat heb ik maar niet afgewacht. En morgen nog een keer hetzelfde feestje.

Maar datzelfde feestje ga ik niet meer meemaken: het wordt steeds voller in de stad en het weer een stuk minder. Tijd om de neus van het busje noordwaarts te richten. Mis ik het vuurwerk (Nit de foc) en la Crèma (de verbranding), maar beide vinden plaats op een moment dat een normaal mens op één oor ligt en vervoer naar de camperplaats terug niet geheel een probleem vormt maar verduveld laat (of vroeg in de ochtend) plaatsvindt.
 

Woensdag 18 maart

 
Inderdaad: vandaag neus naar het noorden en via een combinatie van de A7 en N340 naar Tarragona, vervolgens om Barcelona heen en via Vic (de C25) naar Gerona om daar de NII op te pakken naar Figueres. Een eindje na die stad is een doorgangscamping in Campani (net onder de Franse grens). Een camping om te onthouden voor latere reisjes.
V: 47.562; A: 48.123

Donderdag 19 maart

Vroeg vertrokken vanaf de Acsi-camping waardoor boodschappen doen in Spanje er niet meer inzat. Ze houden schijnbaar van uitslapen, die Spanjolen.

Voor negenen was ik dus al in la Douce France om het “Nomadenpad” te nemen, maar nu in omgekeerde volgorde: Perpignan, Narbonne, Béziers over de N9 of varianten ervan (D6009, D900 en nog wat van die nummertjes). In Pézenas de A75 op en die vind ik eigenlijk van zuid naar noord een stuk minder spectaculair dan van noord naar zuid. De afdaling naar Lodève is nu een beklimming geworden. Tja en dat de Cevennes dan rechts liggen in plaats van links is maar bijzaak. Ondanks alles toch een aangenaam ritje met redelijk weer, alleen het laatste stukje was behoorlijk bewolkt. Tegen half twaalf brunzen met een broodje en een combinatie van verdikkingsmiddel, smaakstoffen en zout (noemen ze cup-a-soup of zo). En nog wat nieuws gezien? Jazeker: het testparcours van Michellin, waar iemand erg hard banden aan het uitproberen was en een mooi uitzicht op de Allier (rijd je nu een paar kilometer vlak langs als je naar het noorden gaat).

Een leuke (doorgangs)camping gevonden in Blot l’Eglise: La Coccinelle (alweer Nederlandse eigenaren): goedkoop en uitstekend internet. Alleen op weg naar de camping nog een paar venijnige haarspeldbochten. Ook deze camping weer onthouden voor later. Meteen maar voor twee noches (sorry nuits inmiddels) betaald.
Vanavond stamppot wortelen, maar dan zonder uien (zijn op) en zonder stampers. Gelukkig met karboos! Toch maar een stampertje op mijn inpaklijstje zetten.

V: 48.123; A: 48.655

Vrijdag 20 maart

Eigenlijk moet er vandaag een nieuwe sticker op de bus: geen roadcruiser maar rainstayer. Uren achtereen heeft Frankrijk geprobeerd of de bus wel 100 % waterdicht is. Met de dakraampjes dicht, de kachel op 3 (zorgt voor een aangenaam binnentemperatuurtje van zo’n 20 – 21 graad) en een uitstekend internet waardoor het journaal en nieuwsuur van gisteren en nog een tweetal gemiste afleveringen van Rail Away goed te volgen waren, is zo’n dag goed door te komen. Nog een beetje bloggen en proberen het E-book uit te lezen en we kunnen morgen weer een stuk verder richting huis.

 

 

 

 

 

 

maandag 16 maart 2015

fallas valencia - 4


Zaterdag 14 maart


 
Vandaag misschien wel het meest idiote plan uitgevoerd dat ooit in mijn bolle hoofd is opgekomen: met de fiets in de metro tijdens de fallas van Valencia en dat nog wel op primetime op een zaterdag. Ik heb het geweten! Het begin ging goed (net zoals die andere keren dat de fiets in de metro meeging), maar toen kwam het: bij elke halte stapten er meer gekken op de trein die naar het feestje wilden. Vanaf halverwege de rit kon er geen kip meer bij in; duizenden moesten op het perron blijven staan wachten op een volgend treinstel. En middenin die overvolle metro stond die Hollandse gek met zijn elektrieke vouwfietsje. Maar toen kwam het: ik kon er niet meer uit! De bedoeling was dat ik wat zou gaan fietsen in de drooggelegde bedding van de Turia. Maar helaas: bij halte Turia stapte bijna niemand uit, de volgende halte (Angèl Guimera) was het eindpunt voor velen in de trein, maar niet voor allen. Kon er dus niet door en uit met mijn fietsje. Tja Plaza España werd de volgende mogelijkheid: de trein liep leeg (en mijn gemoed bijna over, maar dit terzijde). Opa met fiets op weg naar de lift. Leuk: lift kapot! Tussen duizenden anderen de roltrap op met fiets (overigens anderen ook met kinder- en wandelwagens), lekker halsbrekende toeren uithalen. Boven aangekomen werd ik aangesproken door een officieel uitziend geel hesje: hoe ik het in vredesnaam in mijn hoofd haalde om op dit moment van de dag, op dit moment van het jaar met de fiets de metro in durfde te stappen en dat ik het niet in mijn hoofd moest halen op dezelfde manier terug te gaan (of woorden van gelijke strekking in een combinatie van Spaans, Valenciaans en hier en daar een Engels klinkende term).

Tja, als je dan tijdens het uitstappen gezien hebt dat aan de andere kant van de lijn eenzelfde mensenmassa op de been is, dan gevoel je niet echt de behoefte om hetzelfde spektakel nog eens mee te maken. Crisisberaad (in mijn eentje), conclusie: waarom niet gewoon terugfietsen, beetje de spoorlijn volgen, zal hooguit 20 kilometer zijn. Hoe plannen kunnen veranderen! Het zijn wat meer dan 20 kilometertjes geworden, af en toe de weg kwijt, maar best een leuke tocht en weet je: ook in de buitenwijken hebben ze van die poppenopstellingen.

En het hoogtepunt van de dag: op 300 meter afstand van de trein kon het zadel van mijn Chinese fietsje alle weelde niet meer dragen en gaf mij na een “krak” vriendelijk te kennen dat – wanneer ik verder wilde fietsen – ik de zadelpen maar in mijn anusje moest stoppen. Heb dit even overwogen, maar uiteindelijk toch maar de laatste meters het lijk naar de camping geduwd.

Zondag 15 maart

Je hebt van die dagen dat je door omstandigheden gedwongen je op een dieet moet zetten van stokbrood en slappe thee en je de afstand tot het sanitaire blok tot het uiterste minimum moet beperken. Vandaag was zo’n dag. Oorzaak? Wie weet, misschien wel de emoties van de vorige dag. Ieder nadeel heeft zijn voordeel: eindelijk is Hitler’s pianist uitgelezen en heb ik een begin gemaakt aan Anus Mundi (tussen het slobberen van de thee, het wegkauwen van het stokbrood en dat andere door). Daarnaast een antwoord gezocht op de grote vraag waarom Chinese appeltjes (juist ja: de sinaasappels) oranje zijn. Eigenlijk dus om dezelfde reden dat worteltjes een soortgelijke kleur hebben: caroteen.

Maandag 16 maart

De afgelopen nacht was de nacht van de Plantà: de bouwers hebben de hele nacht doorgewerkt om alle stukken van de “monumenten” op en in elkaar te zetten. Vandaag zijn ze fallas helemaal AF, dus dat moest bekeken worden. En: samen met mij: honderdduizend anderen. Alle ninots (moeilijk te vertalen, maar als het moet: poppen of figuren) zijn op hun plaats gezet en zo vormen ze samen de fallas (vertaald: monument).
 
 
 
 
 
 
Beetje muziek erbij, op gezette tijden een knalletje en het feest kan beginnen. Heb regelmatig op een bankje, een trapje of wat dan ook zitten kijken naar die ongelooflijke massa en opmerkelijk: heel erg veel politie en mensen van het Rode Kruis. Daarnaast duizenden ambulante verkopers van bier, frisdrank, ballonnen, hoedjes, zonnebrillen, sjaaltjes. De meeste terrasjes zitten vol, ook al is het in de schaduw nog best frisjes, maar in het zonnetje soms bloedjeheet. Op dit moment gaat het wel goed met de economie van Valencia en ook wel met mijn “gestel”.
 
 
 
 
Eindelijk gevonden: ninot van de ideale schoonmoeder.
 
 
 
 
 
 
 

 

vrijdag 13 maart 2015

fallas valencia - 3



Donderdag 12 maart

Drie dingen moesten er gedaan worden vandaag: het treinstation moest worden bekeken evenals de ernaast liggende arena (vorig reisje niet aan toegekomen) en een zoektocht naar een aantal fallassculpturen.

Het mocht allemaal in de brandend hete zon gebeuren. Tegen tweeën gaf een thermometer 28 graden aan (ik weet niet hoe ze het meten, maar de trui was al lang uit). Het mocht ook allemaal in de volslagen poppenkast die Valencia deze dagen is, gebeuren. Moeten die honderdduizenden niet gewoon werken?

Uitgestapt op metrostation Plaza España (zullen we vandaag maar weer eens Spaans in plaats van Valenciaans gebruiken?). Daar vlak in de buurt ligt het Estación del Norte. Waarom ze dit station Valencia Noord noemen is mij een volkomen raadsel: het ligt namelijk in het zuiden van de stad. Het dateert uit 1917 en ziet er imposant uit. Als je goed kijkt zie je dat de witte buitenkant versierd is met sinaasappelmotieven. De binnenkant ziet er niet minder mooi uit: vol met marmer, glas en hout. Alleen een verkeerde lichtinval binnen om mooie foto’s te maken.

 Je kunt er in Spanje niet om heen: stierenvechten! Er is in dit land een paar jaar geleden zelfs een wet aangenomen die het stierenvechten tot “immaterieel cultuurgoed” verklaarde. Ook Valencia heeft een Plaza de Toros. De arena uit 1860 of zo is nog steeds in het gebruik en vooral komende week (tijdens de hoogtij van de Fallas) wordt er weer menig stier doodgemaakt (er waren nu al drie loketten geopend om kaartjes te kopen). De arena met 12.000 plaatsen kan bezichtigd worden, maar omdat ook deze weer rond is (net als alle arena’s die ik wel gezien heb) heb ik de tien Euro maar in mijn zak gehouden.






Toen een rondje stad gedaan met als doel zoveel mogelijk sculpturen te ontdekken. En gevonden! Complete straten en pleinen zijn er voor afgezet en het verkeer wordt omgeleid. Elke buurt sponsort zijn eigen falla, vaak met een grote paellatent erbij. Er wordt druk aan gewerkt, vaak staan ze nog in plastic verpakt in onderdelen te wachten op de Plantà (in de nacht van 15 of 16 maart worden ze definitief in elkaar geknutseld). Volgens de Lonely Planet moeten er dan in Valencia alleen al meer dan 350 zijn.

In de buurt van het Plaza del Virgen werd een kudde ouderwets uitgedoste Valencianen losgelaten die in een soortement optocht naar het gemeentehuis gingen voor het dagelijkse knalwerk. Vooral de dames zagen er schitterend uit, maar zouden ze het niet warm hebben?

Vrijdag 13 maart



Ja de sinaasappels groeien nog wel, maar niet meer in de hete zon vandaag. De dag begon bewolkt en pas in de loop van de middag liet de zon af en toe voorzichtig een staaltje zien. De fiets gepakt om een aantal stationnetjes (en vooral de daarbij behorende dorpen) te bekijken die je normaal uit het raam van de sneltram ziet: Masies, Moncada, Mossarrojos en Rocafort. Gewoon leuk om een keer te zien: weer een heel ander stukje Spanje.

 

woensdag 11 maart 2015

fallas valencia 2


 
 Vrijdag 06 maart

Dit was een dag zoals elke dag zou moeten zijn, weliswaar een koud begin (-3 graden om acht uur buiten). Ondanks dat het zoemertje zachtjes op de achtergrond wat hete lucht had geproduceerd was de temperatuur binnen gezakt tot 8 graden). Het zal ongetwijfeld de komende dagen beter worden! Wel even schrikken toen ik tijdens de koffie de navigatie aan het instellen was: de sigarettenaansluiting van Chang knalde uit elkaar en was niet meer te herstellen (heb je met dat goedkope plastic). Och, met een kabeltje van het schoonmaakapparaat van mijn gehoortoestel gekoppeld aan de usb-poort van mijn tablet kreeg Chang een bypass en deed verder uitstekend zijn werk. Gelukkig dat we tegenwoordig beschikken over allerlei kabeltjes en opladers en dat sommige dingen ook nog uitwisselbaar zijn.

Strakblauw was het, de hele dag. Binnendoor naar de A75 net onder Clermont-Ferrand en toen de mooiste snelweg die ik ken afgereden, dwars door de Auvergne met elk ogenblik een ander uitzicht.

Een stop bij het Viaduc de Garabit. Dit viaduct (een spoorboogbrug) dateert uit de jaren 80 van de negentiende eeuw en is ontworpen door Eiffel (ja die van het torentje). De brug moest van gietijzer gebouwd worden, omdat er door de hier vaak aanwezige mistral geen beton gebruikt kon worden.

De A75 is geheel tolvrij, met uitzondering van het Viaduct van Millau over de Tarn; dacht dat het zo’n € 13,00 kostte met een campertje. Een volgende stop bij de Aire de Millau. Volgens mij zijn we er nooit eerder gestopt. Het viaduct is gereed gekomen in 2004 en is momenteel de hoogste brug (constructiehoogte) ter wereld. De bouwers mogen 75 jaar lang het viaduct exploiteren en ik neem aan dat ze wel uit de kosten komen.

Op naar Narbonne. Vanaf Beziers op de parallelweg (D6009), de oude N9: Pyrejongens vooruit, zee links en aan weerskanten van de weg de fruitbomen in bloei (zou het hier niet meer vriezen? We merken het vannacht wel). De buitentemperatuur tijdens het rijden oplopend tot een kleine 20 graden. De korte rokjes stonden weer op de bus te wachten (sommigen hadden zelfs een stoeltje meegenomen om het lange wachten te veraangenamen): we gaan immers weer richting Spanje; deze observatie is eigenlijk geheel niet relevant voor de rest van het verhaal.

De route die ik gereden heb kun je met een gerust hart het Nomadenpad noemen: erg veel campers op weg van Z naar N. Het schiet lekker op en op het stukje bij Millau na is het geheel tolvrij (en dat stukje kun je nog omrijden door het dal). Ik mag niets zeggen, rij namelijk ook tolvrij, maar dan van N naar Z.

Doorgangscamping in Salses gepakt. Salses ligt een km of tien voor Perpignan: autosnelweg en het spoor naast de deur, maar met de gehoorapparaten uit merk je er niets van.

V: 46.472; A: 46.917

Zaterdag 07 maart

Op naar Spanje: de Pyrejongens met de poedersuiker op hun kopjes eerst pal in het blikveld. Weer die uitbundige “kermis” bij de grensovergang rond Le Perthus. De diesel is nu niet meer noemenswaardig goedkoper in Spanje. Via Figueres en Gerona; dan de C25 naar Vic en vervolgens op de C14 naar het zuiden richting Reus. Volgens de kaart bijna allemaal groene route en dat was hij: bomen en bulten! Het wordt na een uurtje wel eentonig, maar de Spanjolen hebben de wegen goed voor elkaar. Opvallend is alleen dat er op grote stukken géén parkeerplaatsen zijn en dat je voor tankstations naar de lokale dorpjes verwezen wordt.

Het werd een echte Spaanse camping in Mont-roig del Camp: camping Miramar. Het uitzicht was gewoon geweldig: eerste rij met blik op zee. Tijd voor een beetje rust, even gewoon Zijn en de zon speelde daar een heel belangrijke rol in.

V: 46.917; A: 47.324

 
 
 
 
Zondag 08 maart

Het is vanuit de camping een kilometer of twee fietsen naar het dorp, waar de supermarkten niet allemaal geopend zijn, maar er wel eentje een brood voor mij had. Valt niet veel te beleven in dit gat, behalve natuurlijk het strand en de eettentjes. Om 11 uur ’s morgens zaten de meeste terrasjes (in de zon) al vol. Je kunt er ook niet echt een fietstochtje maken, tenzij je van een drukke verkeersweg houdt of de uitgestorven dorpsstraatjes wilt bekijken. Het leven speelt zich af aan weerszijden van de N340.

Het sanitair op deze camping is overigens ronduit smerig. De douches zijn erg primitief met plastic gordijntjes en haken om je kleren op te hangen ontbreken. Gelukkig was het water warm. De helft van de toiletdeuren kan niet op slot en de afwasbakken zijn in maanden niet schoongemaakt. Ik ben goed in het opsparen van vuile vaat, dus dat komt wel een keer goed. Maar eens een leuke recensie schrijven op de Acsi-site.

In de middag liep de camping leeg: de Spaanse gasten moesten natuurlijk weer naar huis. Stond in mijn eentje op de toerplekken.

Maandag 09 maart

Bewolkt en frisjes. Volgens Eltiempo.es schijnt meer naar het zuiden het zonnetje, dus het besluit is snel genomen: en route. Dan maar een dag eerder dan begroot in Valencia aankomen. Het wordt een routecombinatie van allereerst de N340 en A7 langs de Ebrodelta. Na de Ebrodelta de eerste sinaasappelboompjes, daar doen we het allemaal voor. Daarna iets verder van de kust af de CV10, voor een groot gedeelte vierbaansweg. Om 11 uur ’s ochtends een groots opgezette alcoholcontrole, toeristen mochten gewoon doorrijden.

Laatste stukje kruip-door-sluip-door naar Bétera, waar Roosje van Valencia Camper Park me als een oude bekende begroette. Wel twee Euro duurder geworden sinds oktober. In het zonnetje met een biertje en een siësta. Het is hier goed Zijn. Na het eten de uitgebreide afwas maar eens gedaan.

V: 47.324; A: 47.562

Dinsdag 10 maart

 Dankzij een uitstekende internetverbinding (in ieder geval overdag) begonnen met het acht-uur-journaal van maandag, gevolgd door Nieuwsuur; zo blijven we een beetje op de hoogte met het Nederlandse gebeuren. De bakker komt niet meer voorrijden, maar vanaf 09.00 uur is er brood te krijgen in het restaurant. Tegen 11.00 uur maar eens met de metro naar Valencia, maar net gemist en dus moeten wachten tot 11.55 uur. Op dit moment van de dag gaat er maar één trein per 50 minuten of zo. Och: wachten hoeft ook geen ramp te zijn in het zonnetje.

Feest in Valencia, terwijl de eigenlijke Fallasfeesten nog moeten beginnen. Het werd voller en voller voor het gemeentehuis op het Plaça de l’Ajuntament/ Plaza del Ayuntamiento. Om tien voor twee knalde het lied Valencia door de luidsprekers (en dan niet de Nederlandse versie met “waar de sinaasappels groeien in de bloedhete zon”, maar ik neem aan de originele Spaanse versie) en om twee uur knalde het vuurwerk los. Geen siervuurwerk zoals we dat in Nederland gewend zijn, maar knalvuurwerk (buskruit?): steeds harder en harder, zodat de vullingen bijna uit je kiezen knalden. Het schijnt de Mascletà te heten en vindt van 1 tot 19 maart dagelijks plaats. Het zijn rare jongens die Valencianen.

De Fallas is eigenlijk het feest van het begin van de lente en vindt zijn oorsprong in het verbranden van de houten planken met kaarsenvet waar in de wintermaanden (in de donkere dagen) bij gewerkt moest worden. In latere jaren is dit feest uitgegroeid tot het verbranden van grote sculpturen van papier-maché, hout, piepschuim. Ik zag er vandaag een paar “in aanbouw”. Dat verbranden heet de Cremà (nacht van de 19e  op 20e maart) en je raadt nooit wie de hoofdsponsor is van de Cremà! Amstel.es!

De laatste twee foto's geven de lucht aan tijdens de eerste knallen en na het laatste "schot".
Het was één groot feest vandaag in Valencia, alleen: druk, drukker, drukst. Dus op tijd weer met de (overvolle) metro terug om nog wat quality time te hebben in het zonnetje.

Woensdag 11 maart

Een dagje niksen, of eigenlijk: hard werken. Om tien uur hing de was al aan het rekje en had ik het journaal, Nieuwsuur en twee gebakken eieren al achter de kiezen. Tijd voor het bloggebeuren, beetje poetsen en op de fiets naar Bétera om boodschappen te doen bij de supermercado.  En oeps: fiets ik me daar toch buiten de bebouwde kom zonder helm op, terwijl dat officieel verplicht is. Heb er gewoon niet aan gedacht. Maar gelukkig: drie politie-auto’s tegengekomen en geen enkele is gestopt voor de rare buitenlandse toerist op zijn elektrische vouwfietsje.

Men begint op een groot aantal plaatsen pionnetjes te plaatsen: gereserveerde plekken voor de Fallasweek, het zal ongetwijfeld erg druk worden. Op pionnenplekken mag nu nog maar voor één of twee dagen of helemaal niet gestaan worden. Er zijn nog een aantal plekken in de low-cost-zône buiten de poort.

 

donderdag 5 maart 2015

naar de fallas in valencia


Dinsdag 03 maart

Tik je het woord Fallas in, maakt de automatische spellingscontrole van Word er onmiddellijk fallus van. Och, wie weet wat ik in Spanje nog tegenkom.

Het leven is goed: de kachel snort op drie, dat betekent een aangename 20 graden in het busje. Het wordt langzaam maar zeker donker hier bij Sjakie van de chocoladefabriek in Verdun. Dragees Braquier maakt de plaatselijke versnaperingen en stelt haar parkeerplaats ter beschikking voor een gratis overnachting van het nomadenvolk (voor de camperaars: campercontactcode 12225). Geen voorzieningen, maar gratis en rustig. Het loopt tegen zevenen en we staan hier met twee mobiele huisjes. Je mag de bonbons kopen (en dat zal de achterliggende gedachte wel zijn), maar dan moet je wel veel flappen meenemen. Mijn moppie moet het maar met een appel doen, of ben ik nu zo’n typische Nederlander?

Het was vandaag een relaxed ritje via de A12, A50, A73  en A2 naar Maastricht. Niet de kortste route vanaf mijn huis, maar leuker om te rijden dan de route door het Ruhrgebied. Brunzen met gebakken eitjes net voor Maastricht. Daarna vond Chang dat de weg dwars door Luik interessanter was dan de Ring om Liège heen en geef hem eens ongelijk. Op de snelweg door de Ardennen kon ik nog genieten van wat sneeuwrestanten aan de kant van de weg: je zit dan ook op 650 meter hoogte.


 
In de aanloop naar de camperplaats kwam ik de afslag naar de slachtvelden van Verdun tegen: een groot gebied met veel monumenten, waarvan ik er maar een paar bekeken heb. Erg indrukwekkend en deprimerend, ondanks de zeer rumoerige Franse en Duitse schoolklassen op hun verplichte (?) schoolreisje. De uitgestrekte velden met witte kruisen maken altijd weer een verpletterende indruk.

Jammer dat de vloeibare zonneschijn (geintje uit Ierland) het niet mogelijk maakte om op het fietsje Verdun te bekijken. Morgen nieuwe kansen op nog meer prijzen! En zo niet: het boekje met “en ook dat hebben we gemist” heeft nog vele blanco pagina’s.

Een of andere Franse radiokabaalzender moet het gemis van de Wereldomroep goed maken. Och wat was het vroeger leuk: in de rij staan om girocheques in te wisselen, vervolgens in de rij staan voor de telefooncel en ’s morgens luisteren naar het weerbericht en de oproepberichten op de Wereldomroep. Zelfs de mededelingen voor land- en tuinbouw (vaste prik om half een ’s middags) bestaan niet meer, maar nu dwaal ik af.

Het eten is gedaan, de afwas niet (sparen we op tot de eerstvolgende camping over een paar dagen). Weet niet of ik het nog negenen zie worden vanavond: het was erg vroeg vanmorgen en een kleine 500 km gaat je ook niet in de koude kleren zitten.

V: 45.433; A: 45.912

Woensdag 04 maart

Nooit geweten dat Verdun aan de Maas ligt, mocht er vanmorgen van Chang-Chang door heen. Vannacht met twee campers op het terrein van Sjakie gestaan. Drie dekbedden, toen werd het behaaglijk en dus tien uur geslapen.
 
Van Verdun naar Bar-le-Duc loopt de Voie Sacrée. In de Eerste Wereldoorlog vervulde deze weg een belangrijke rol, het was de aanvoerweg voor de voorraden naar Verdun dat aan drie kanten omsloten was door Duitse troepen. De weg is sindsdien wel een beetje opgeknapt: je kunt er over het algemeen een aangename 90 km/u aanhouden. Langs de kant van de weg staan van die ouderwetse betonnen kilometerpaaltjes die een helmpje hebben gekregen (helmpje is te klein voor het paaltje, paaltje wordt wel nat).
 
 
 
 
 
 
Daarna via St. Dezier naar het Lac du Der (Air du campingcar Chantecoq nabij Giffaumont-Champaubert). Deze keer was het er erg rustig, we stonden er met vijf karretjes. In het najaar kon ik amper een plek vinden, maar ja: toen waren er ook veel meer kraanvogels (door W. en mij liefdevol “kruzen” genoemd). Gisteren op weg naar de camperplek een vlucht van zo’n 100 stuks gezien, ’s avonds kwam er een twintigtal over de camper vliegen. Het Lac du Der bestaat nog niet zo lang: het stuwmeer werd in 1974 aangelegd om de Marne te reguleren zodat de Fransen wat verder stroomafwaarts droge voeten bleven houden. Ik mag barsten of niet: de keren dat ik er geweest ben was het altijd stervenskoud. Nu stond er ook weer een windje dat er voor zorgde dat je niet te vaak je neus buiten de deur moest steken.

V: 45.912; A: 46.030

Donderdag 05 maart

Het pokkeneindje van gisteren moest gecompenseerd worden met een lange rit vandaag. Anders komen we nooit op tijd voor het feestje in Valencia. Vanmorgen waren opa en de kruzen al vroeg op. Paar graadjes gevroren vannacht, dus weer drie donsdekken en om 06.00 uur vanmorgen was het welgeteld twee graden in de bus. Een paar kraantjes zien vertrekken en om zeven uur (na de koffie) kachel uit en motor aan.

Eerst de bekende weg via Troyes naar Auxerre, daarna de A77/N7 naar La Charité en Moulins om vervolgens verrassend via de N209 en de D906 naar Vichy en Tiers te tuffen. De N7 was vroeger (voor de aanleg van de autosnelwegen naar het zuiden) de aangewezen weg om van Parijs naar de Middellandse Zee te tuffen (en dan nog het liefst in een lelijke eend). De Route Nationale 7 heet dan ook wel de Route des Vacances. De oude luister is weg, er liggen veel verkommerde restaurantjes aan de kant van de weg. Ach ja: de autosnelwegen brengen je sneller bij de zon.

Chang-Chang geeft de voorkeur aan DOOR een stad te rijden in plaats van ER OM HEEN. Zo zie je wel meer van de wereld, maar het is doodvermoeiend. Toch de komende tijden maar meer letten op AUTRES DIRECTIONS.

Sta nu op camping “Le Montbartoux” in Vollere-Ville voor elf Euro (daarvoor hoef je geen bonnetje te verwachten), maar wel all-in, dus inclusief wifi. Beetje rommelig, maar alle voorzieningen zijn oké. Tijd voor onder meer de afwas van drie dagen en een douche.

 V: 46.030; A: 46.472

Februaritripje 2015: Tolkamer en Delft/Rotterdam


Even een koude douche. De startaccu was leeggeraakt in de stalling. Natuurlijk een beetje dom: er zitten wat sluipverbruikers in de bus. Voor de volgende stallingsperiode toch maar maatregelen treffen: afkoppelen of een druppellader of zo. Weer wat om de komende maanden uit te zoeken. Een paar noodzakelijke ritjes gemaakt om de accu goed op te laden (en vooral ook omdat het geinig is om een eindje te rijden).
Zaterdag 14 februari

W. heeft vakantie, dus een uitstekend moment om eens te experimenteren met OBBB in de “winter”. Gasbussen weer aangesloten (moeten er voor de stalling uit: pokkenwerk!) Op naar de Europakade in Tolkamer: een cadeautje deze dag, namelijk stralend weer, al staat er wel een akelig koud windje. Maar zoals bekend: er bestaat geen slecht weer, alleen maar slechte kleding. Lunzen in Tolkamer en daarna een eindje gefietst. In Elten kwamen we midden in het kindercarnaval terecht. Het laatste stuk op de Rijndijk bij Spijk hadden we de zon voor en de wind achter (en dan nog met trapondersteuning): zo hoort fietsen te zijn! Daarna (inmiddels half vijf) de kachel aan en werd het erg behaaglijk in de camper. Het was erg druk met de boten op de Rijn. Overigens ook met ook de campers: er was nog één plekje vrij ’s avonds.

V: 44.586; A: 44.640

Zondag 15 februari
Tien uur geslapen deze nacht. De kachel op standje één laten staan, dus het was vanmorgen om acht uur een “behaaglijke” tien graden. Wel veel condens op het voorraam, dat wordt een trekkertje aanschaffen. Poppie kon het aardig volhouden in haar nestje, dus het duurde even voor we het ontbijt achter de kiezen hadden en “en route” waren. Toch wel weer even aan de vertrekroutine wennen: er stond een keukenlade open, dus een paar honderd meter moest dat probleem eerst verholpen worden. Goed: beter een keukenlade die kleppert dan de inhoud van een koelkast die door de bus lazert.

Na het pontje van Pannerden over het Pannerdens Kanaal (is dat niet gewoon de IJssel?) de A15 op en via Rotterdam naar de Abtwoudse Hoeve in Delft, waar we een warm welkom kregen van John en ons mochten installeren op onze “vaste plek” op de Schinkel. Beetje ver lopen naar de sanitaire voorzieningen omdat er ’s winters maar één toiletgebouw open is. Nog anderhalve bus gas, deze week maar eens kijken wat het verbruik “in de winter” is. ’s Middags een fietstochtje naar Delft voor een diepte-investering: wc-blokjes (twee keer € 1,00) en een raamtrekkertje (€ 0,99). Toeristisch terug.

V: 44.640; A: 44.785

 
 
Maandag 16 t/m vrijdag 20 februari

Onze tweewekelijkse oppasdag op kleinzoon Q. in Delfgauw is in verband met “mantelzorgomstandigheden” uitgelopen tot een weekje. Niet alleen oppassen en koken maar ook nog veel vrije momenten. Lekker weer, wel koud, maar goed om te fietsen.

 
 
 
 
 
 
 
 
Op donderdag een uitje naar Rotterdam: het is wel opvallend dat we veel buitenlandse steden door en door kennen en maar een oppervlakkige weet hebben van bijvoorbeeld Rotterdam. Tijd om deze dag het nieuwe Centraal Station en de markthal op het Blaak te bewonderen. Gelukkig stopt buslijn 40 van Delft naar Rotterdam Centraal bijna voor de camping. Wordt tramlijn 19 van Delft naar de TU ooit doorgetrokken naar Rotterdam?

Weinig weet, dat is het. Zo wist ik bijvoorbeeld niet dat Rotterdam pas vanaf 1953 een soort Centraal Station had, tot die tijd eindigden en begonnen de lijnen op een viertal stations buiten het centrum. Het nieuwe station (geopend in 2014) hadden we al wel een paar keer in allerlei stadia van opbouw gezien maar nog nooit “echt af”. Mooi staaltje werk.

Zo wist ik wel dat er in Rotterdam sprake was van de bouw van een markthal, maar niet dat het zo’n enorme kolos was geworden. Prachtig overigens dat dak. Natuurlijk op de Blaak ook nog even de kubuswoningen bewonderd en na de koopboog moesten we natuurlijk ook even naar de koopgoot.

Retour thuis met kilometerstand 44.960.

De halve bus gas was donderdagmorgen “aan zijn einde”.

epiloog najaarsreis 2014


De 64 tulpen konden niet in één vaas, alweer een jaartje ouder en tijd om nieuwe plannen te maken. Overigens: rozen worden in die aantallen waarschijnlijk te begrotelijk en ik moest het doen met één grote kaars op de verjaardagstaart, maar ik dwaal af. Voor we aan de nieuwe plannen beginnen moet er allereerst nog een belofte ingevuld worden: een terugblik op de najaarsreis van 2014. Bij dezen (moet inderdaad met een N beste oud-collega’s!)

 
 
Bijna 7650 kilometers heeft obbb achter de kiezen in ongeveer zes weken tijd. Duitsland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Spanje, Frankrijk en tenslotte België. W. was er tweeëneenhalve week bij, heel gezellig. Op gepaste wijze mijn pensioen ingeluid. En wat hebben we hiervan geleerd juffrouw Stemband? Allereerst dat mijn Miep-Miep volstrekt onbetrouwbaar was: als ik naar het mens geluisterd had, lag ik nu ergens neergestort op een snelweg omdat ik op een viaduct van haar links af moest slaan dwars door de vangrail. Ook was het volgens haar mogelijk om ergens in de bergen de veerboot te nemen. Ik noem maar een tweetal voorbeelden. Het schatje had er overigens geen schuld aan, want ze was al een paar jaar niet voorzien van een update. De oplossing: een Chang-Chang, het Chinese evenbeeld van de Nederlandse wondertjes der techniek, maar dan tegen afbraakprijzen (inclusief verzendkosten onder de honderd pietermannen). 7-Inch trucknavigatie die rekening houdt met hoogte, breedte en lengte. Het draait allemaal onder Primo op Windows CE. In het begin communiceerde het apparaat met de Nederlandse Marijke, maar die zei te weinig en vooral te laat. 100 Meter voor een afslag vertellen dat je naar links of rechts moet vind ik niet alles wanneer je met 80 kilometer per uur de weg onveilig maakt. Ik las op camperforum dat Vlaamse Sonja het een stuk beter deed en inderdaad (alleen overdrijft ze een beetje door alles een keer of drie te vertellen. Maar: ook dat went.)

Ten tweede: moeilijkheden met de telefoon. Het kreng wilde geen buitenlandse provider roamen (heet toch zo?). Vandaar dat ik in het eerste deel van de reis aangewezen was op campings met wifi om het contact met het thuisfront te onderhouden: er “huppelen” nog vier oudjes van rond de 90 rond en de man met de zeis kan onverwacht in Isfahan staan. Gedurende het tweede en derde deel was er de telefoon van W. Oorzaak van het telefoonprobleem: een defecte SIM-kaart, snel en gratis verholpen eenmaal terug in Nederland.

Ten derde: je sleept veel te veel mee op zo’n reis. Qua kleding kun je het niet voorkomen, immers: je weet niet wat de weergoden voor je in petto hebben. Wel heb ik 80% van de etenswaren ongebruikt de hele reis meegezeuld. En dan maar bang zijn dat je over het maximum toelaatbare gewicht heen komt. Een beetje reservevoer is oké, maar je kunt overdrijven. Dus een volgende reis alleen wat koffie mee.

Het meest is me echter opgevallen het verschil tussen de werkwoorden Zijn en Doen. W. heeft meer op met Doen (tenminste na half elf ’s ochtends), ik ben meer een Zijn-type: er gewoon Zijn (een beetje rommelen, koken, rondhangen) is genoeg en wanneer er wat gedaan moet worden moet het werkwoord Doen voorafgegaan worden door Niks of wanneer dat niet mogelijk is door Zo Weinig Mogelijk. Na 41 jaar echtelijke jaren en één jaar in zonde doorgebracht te hebben was dat al wel redelijk duidelijk, maar op zo’n reis Met en Zonder elkaar komt het zeer nadrukkelijk naar voren.

En dan de categorie Gemist en/of Vergeten. Eigenlijk maar één ding: een citruspersje. In Spanje en Portugal gooien ze je dood met lekkere sinaasappelen en dat voor een zeer laag prijsje (als je tenminste een beetje uitkijkt). Met een persje zijn die dingen gemakkelijk vloeibaar te maken. Dan het aanvullende vermaak: op alle camperplekken en campings zie je al heel vroeg op de dag de deuren dicht en de schotels omhoog gaan. Tot heden toe heb ik een tv niet gemist. Misschien wordt het anders als we in de toekomst wat vaker en langer op reis gaan. Misschien ter overbrugging iets met een DVD-spelertje of zo. TV op het tablet zie ik zo één-twee-drie niet gebeuren. Er zijn nog maar weinig campings waar gratis of betaalbare WIFI aangeboden wordt en dan nog houdt het vaak op met wat mailen en eenvoudig surfen en skypen.

En dan OBBB (opa Berry’s Blauwe Busje), door moppie ook genoemd OBBS (opa Berry’s Blauwe Schatje). Glansrijk de reis doorstaan. Nu hadden we voor de reis al gezorgd dat er 8.000 km meer op de teller stond dan toen we dinges aanschaften, dus er was al sprake van “enige ervaring”. Geen bijzonderheden te melden, heeft zich goed gedragen. Het is natuurlijk wel een groot verschil of je met 130 pk de bult bedwingt of (zoals ons groene monster) met 178 pk en dan nog een duizend kilo minder gewicht. Overigens hangt in OBBB een tekening van het groene klotenbusje, een paar jaar geleden door schoonzus S. gemaakt. Het groene gevaar zal nu wel ergens in Polen rondrijden.

Ook heb ik nog nooit uitgeprobeerd hoe lang ik met mijn zonnepaneeltje zelfvoorzienend kan zijn, heb altijd na twee dagen wel de kriebels gekregen om en route te gaan. Overigens wordt er niet zoveel stroom verbruikt: een beetje lampjes, wat voor de waterpomp en een ietsjepietsje voor de regelpanelen, daarmee houdt het ook wel op. De vele opladers die we bij ons hebben worden alleen gebruikt op campings, wanneer we aan de paal hangen. De omvormer heb ik tot heden toe alleen tijdens het rijden gebruikt.

Tijdens de reis heb ik een halve bus gas (de helft van 11 kilo) verbruikt om praktisch elke dag te koken, de boiler te gebruiken en een aantal dagen voor de koelkast. De verwarming heeft deze weken niet gebrand. Op campings stond de koelkast aan de paal.

Tja en toen schoonmaken van buiten en van binnen en de stalling in, tot? Het voorjaar zal wel weer vroeg beginnen.