noordpolderzijl

noordpolderzijl

donderdag 17 september 2020

rondje nederland – 1: delfzijl, een verkeerde beslissing (?)

Kreeg een geruststellend bericht van vaste lezeres M te W. Zij had via-via vernomen dat onze Kottense oppaskippen de laatste paar dagen “van de leg” waren geweest. Heeft volgens haar alles met de ruiperiode te maken. Kippen gaan in de rui om versleten veren te vervangen en een “wintertruitje” aan te trekken. Hoewel rui geen ziekte is, voelen kippen zich dan niet echt kiplekker. Wil je eieren hebben, dan moet je die in deze periode bij de supermarkt kopen. Het broedseizoen is afgelopen. Wijze woorden van deze dame. En bedankt voor de informatie.

Nog even de bus afgetankt met (Nederlandse) diesel: 1.009 € per liter. Bleek in Duitsland nog een fractie van een eurocent goedkoper te zijn volgens mijn tankapp, maar niet de moeite waard om een paar kilometer om te rijden. Eigenlijk jammer dat we dit jaar niet zoveel kilometers maken, dieselprijstechnisch gezien; ik heb het even niet over het milieu.

woensdag 16 september: @ delfzijl 

Nog even genieten van de Indian Summer. Uit de vier windrichtingen kozen we dus de verkeerde, tenminste voor zover het het weer betrof. We vertrokken met een stralend zonnetje en 22 graden en kwamen aan in een zwaar bewolkt Delfzijl met 19 graden en een gevoelsmatige ijzige wind die schuin over het wad met kracht 4 of zo onze kant op kwam. 

Broer/zwager en schoonzus hadden ons al gewaarschuwd: de grijze koppen hebben hun dozen en sleurhutten uit de schuur gehaald en zijn massaal op pad, met name in het eigen land. Om half een konden we nog net het laatste reguliere plekje van Camperlocatie Eemsdijk in beslag nemen (sitecode Campercontact 78.130, € 12,50 per nacht + 1 € voor 2 kwH vonkjes). Was er in mijn eentje een paar maand geleden geweest, toen waren de plekjes nog voor het uitzoeken. Vannacht stonden er een stuk of 10 meer dan de bedoeling is (het zal wel gedoogd worden).

Met trui en jas en 19 graden op de fiets naar Appingedam, Godlinze, Losdorp, Bierem, Leermens en Oosterwijtwerd (ben de juiste volgorde even kwijt). Eerste hoogtepunt was Appingedam en afgesloten met een rondje Delfzijlhaven. Blikvanger (naast de hangende keukens) in Appingedam is ongetwijfeld de Nicolaïkerk, waaraan geknutseld is van de 13e tot de 16e eeuw en dan vergeten we de verschillende restauraties te benoemen. Voor de geïnteresseerden: het is een romanogotische hallenkerk (vraag me niet wat dat moet voorstellen, heb het ook maar van horen zeggen). Erg leuk: men heeft later een raadhuis tegen de kerk aangebouwd. De overzichtsfoto van kerk-raadhuis-plein heb ik in juli gemaakt, de detailfoto van het raadhuis is tijdens dit fietstochtje door W geschoten. 


Dit gebied van Groningen kent veel mooie en vooral oude kerken. We reden toevallig langs die van Leermens. Deze kerk is een van de oudste van het noorden van Nederland. Altijd fijn dat een bordje vermeldt dat de kerk is opgetrokken uit tufsteen en kloostermoppen. Interessant, maar eigenlijk overbodige informatie. Laat W nu net vandaag uitgelegd hebben dat alles wat voor het woordje “maar” staat in principe gelogen is. Moet ik nog eens ernstig over nadenken. 

De haven van Delfzijl heeft haar glorietijd in de eerste helft van de vorige eeuw gehad. Tallships vol met chilisalpeter (je mag ook natriumnitraat of NaNo3 zeggen en wanneer alle woorden te moeilijk zijn, noem je het witte goedje gewoon kunstmest) gebruikten de haven om dit spul te lossen. Nog een leuke afbeelding opgeduikeld: het Duitse chilischip Erbrin in 1910 in de haven van Delfzijl (bron www.beeldbankgroningen.nl). 


Net op tijd om de laatste kilometers van de touretappe te zien op mijn telefoon. Moet dan regelmatig aan “vroeger” denken. In de tijd dat we geen tv hadden stond bij ons zo’n luidsprekerkastje in de keuken (zie afbeelding onder). Radiodistributie of draadomroep noemde men dat. Uitzendingen werden in een radiocentrale opgevangen door een aantal grote radio’s (die elk continue op één zender afgestemd waren). De uitzendingen werden via een kabel doorgegeven naar de abonnees. Kan me nog herinneren dat we de keuze hadden uit vier zenders: Hilversum 1, Hilversum 2 en op bepaalde uren van de dag de RONO (RadioOmroep Noord en Oost, de voorloper van alle provinciale radiozenders in noord en oost Nederland). Op vier zat geloof ik een buitenlandse zender met klassieke muziek. 


Geslapen als een roosje, van 22.30 tot 08.30. De oudjes zullen het wel nodig gehad hebben. 

V: 152.427; A: 152.623.

dinsdag 15 september 2020

kotten 2020 - 2

Ook het tweede gedeelte van ons verblijf in Kotten zit er op. Het wordt ook tijd: het gras is hoog. Nog even en ik zou me verplicht voelen de zitmaaier te gebruiken. Er is maar één jammer hier: met een watertemperatuur van de rond de 17 graden nodigt de zwemvijver niet echt uit voor een verfrissende onderdompeling. Volgend jaar beter, zullen we maar zeggen. De verwarmingsbollen liggen al klaar om aangesloten te worden. De waterpret beperkte zich tot het bladvrij houden van de vijver.

Het gaat snel voorbij, zo’n oppasmoment. “Het ligt in de aard van de Tijd dat hij omvliegt”; woorden van tovenaar Merlijn in het boek Arthur van T.H. White (een te dik kinderboek volgens mijn zwager), maar daarover in een later blog meer. 

zaterdag 5 tot maandag 14 september: @ kotten 

Deze week een aantal uitstapjes gemaakt (op de fiets) naar ons buurland. Helaas is het niet zo dat de grond een andere kleur krijgt wanneer je de grens oversteekt. Iets dat ik vroeger in al mijn onschuld op de lagere school dacht wanneer ik de landkaart voor in de klas bestudeerde. 

Toch gek: we woonden hemelsbreed misschien vijf kilometer van de grens, maar het duurde tot mijn tiende of mijn elfde voor ik de eerste keer voet op Duitse bodem zette en tot de ontdekking kwam dat de kleur van de aarde precies hetzelfde was als die in Nederland. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog hadden we in Nederland een ontzettende hekel aan “de Moffen”, al was het in het westen erger dan bij ons in de buurt. Misschien speelde dat een rol? 

De taal was geen probleem: de Duitse tv had meer amusementswaarde dan de Nederlandse (die volgens mij pas heel laat op de avond begon en in het begin zelfs één dag in de week geen uitzending had. Even nagezocht: pas in 1960 werd er elke dag uitgezonden, gewoonlijk van 20.00 – 22.30 uur en wat middaguitzendingen voor kinderen; in totaal 30 uur Nederlandse tv per week). Keek in die tijd tv bij mijn oma, onder andere naar een zes weken durende serie met de titel “so weit die Füsse tragen”, een verhaal over een uit een Siberisch kamp ontsnapte krijgsgevangene. Adembenemend! Toen de serie een tiental jaren later herhaald werd heb ik de knop na tien minuten omgedraaid: allemaal studiowerk, iets wat me de eerste keer helemaal niet opgevallen was. De Duitse televisie leerde mij de woorden, de middelbare school een paar jaar later de grammatica.

Nu we het toch over grenzen hebben: in Dinxperlo het Grenslandmuseum bezocht, een klein kneuterig gevalletje in het oudste pand van het dorp, naast de kerk. Dinxperlo en Süderwick zijn tegenwoordig een twee-eenheid, de denkbeeldige grens loopt over de stoep. Süderwick is van 1949 tot 1963 Nederlands geweest. De regering in Den Haag was van mening dat Duitsland land moest afstaan ter compensatie van de enorme oorlogsschade. In eerste instantie wilde men zo’n beetje half Duitsland annexeren (zie bijgaande “plannen”), het bleef beperkt tot enkele vierkante kilometers. Bij ons in de buurt waren Elten en Süderwick zo (on)gelukkig om plotseling tot Nederlands grondgebied gerekend te worden. Bij de laatste plaats ging het om 0,64 km2 en 353 inwoners. In 1963 was de definitieve schadevergoeding geregeld via een Nederlands-Duits staatsverdrag en konden de grenspaaltjes weer worden verzet. 



Nog zo’n grensgeval: de grens met Duitsland is een tijdlang ook een geloofsgrens geweest. Aan de ene kant lag het protestantse Nederland, waar de katholieken hun geloof niet in gebedsdaden mochten omzetten; aan de andere kant lag het bisdom Münster dat aan de grens een groot aantal “missieposten” stichtte met leuke kapelletjes en kerken waar de Nederlandse katholiek ter kerke kon gaan. In blogs van voorgaande jaren heb ik de kerk in Zwillbrock genoemd, vandaag is Hemden aan de beurt. Hemden ligt bij de grensovergang Aalten – Bocholt. In 1675 werd hier de Kreuzkapelle gebouwd, een soort vluchterk. Toen rond 1800 de katholieken hun eigen kerken weer mochten bouwen werd de Kreuzkapelle overbodig en werd de parochie samengevoegd met Barlo, waar in 1823 een nieuwe kerk (de Helenakerk) werd gebouwd. Nieuw is overigens betrekkelijk: er werd veel materiaal (onder meer het altaar) van de Kreuzkapelle gebruikt. In Hemden werd op de plek van de kapel een kruis opgericht om de aanwezigheid van de kapel te gedenken. 

Vaste lezeres L te D vroeg of onze oppaskippen bruine of witte eieren legden. Antwoord: bruin en daarvoor hoef ik niet eens naar de eieren te kijken. Het is namelijk genetisch bepaald welke kleur ei een kip legt. Kippen met rode oorlellen leggen bruine, kippen met witte lellen leggen witte eieren.

Tijdens onze fietstochten zijn we een paar keer langs de steengroeven gereden. Dit is een dagbouwmijn in Ratum waar voornamelijk kalksteen wordt gewonnen. Het gesteente is zo'n 240 miljoen jaar oud. Er wordt sinds 1932 gegraven. Van de drie groeven is er nog eentje in gebruik, de andere twee zijn beschermd natuurgebied. Het gebied is ook bekend om zijn vondsten van fossielen en het Steengroevetheater. Eens per jaar (in de vakantieperiode van de fabriek) wordt het grote gat omgetoverd in een openluchttheater.


Een tijd geleden is de Stichting Terra Temporalis opgericht. Deze stichting wil een bezoekerscentrum bouwen aan de rand van de groeve. Het moet de uitvalsbasis worden voor geolosche activiteiten en rondleidingen. Gekscherend wordt gesproken over de "Universiteit van Ratum" omdat er ook presentaties en cursussen verzorgd worden. De omwonenden zijn het niet zo eens met al deze plannen, want te grootschalig (zie afbeelding die ook op de website van de stichting staat). De horecapoot zal het centrum financieel draaiende moeten houden. Voor de gemeente is Terra Temporalis een prestigeproject waarvoor 1,1 miljoen Euro is uitgetrokken op voorwaarde dat de Stichting hetzelfde bedrag op tafel legt. Wordt vervolgd.


Veel fietsen dus de afgelopen weken. Ook veel tijd doorgebracht op ons "landgoed". Ik volsta met wat "sfeerbeelden". Aan elke afbeelding kleeft een verhaal. Helaas: teveel om te vertellen. 

Het was weer mooi. Even naar huis en dan weer op pad. Waarheen? Teveel mogelijkheden!











woensdag 9 september 2020

kotten 2020 – 1 

In een “normaal” jaar brengen we twee periodes door op ons buitenverblijf in Kotten. Op het moment dat broer/zwager en schoonzus met hun mobiele huis op pad gaan (zij noemen dat vakantie) mogen wij de honneurs waarnemen op hun landgoed en onze bus daar een paar weken parkeren. Dit jaar mag je geen "normaal” jaar noemen, dus onze aanwezigheid in het buitengebied van Winterswijk beperkt zich tot één keer. Deze keer een extra taak: Bats, Otje, Rosa, Puk en Grietje moeten regelmatig voorzien worden van voer en water. De dames, twee zwarte Barnevelders en drie van het type New Hampshire, beantwoorden de aandacht met veel gekakel en 2,5 ei per dag. 



vrijdag 28 augustus tot vrijdag 4 september: @ kotten 

Van dat Nederlandse nazomerweer: van alles wat. Warm en zon de ene dag, regen en wind een volgende en verder alles wat er tussenin zit. De ene dag alle luiken en ramen open, de volgende dag de kachel af en toe aan. Het betekent dat we elke dag op een andere manier naar het aanpalende maïsveld kijken. Vergelijk bijgaande foto’s maar. 




We hebben het idee dat er dit jaar meer mais verbouwd wordt dan andere jaren. Een nader onderzoek leert dat het met de maisteelt een beetje af en aan gaat. Gemiddeld zitten we in Nederland tegen een oppervlakte van 200.000 ha groengolvend en later bruinwiegend gewas aan te kijken. Uitschieter was 2008, toen werd 275.000 ha volgepropt. In mijn jeugd en jonge jaren was dat heel anders, maar ja: "vroeger!" 

Een beetje onderzoek leert het volgende: maïs komt uit Midden Amerika. Het was Columbus die de eerste maïskorrels meenam naar Europa. Hier is maïs vanaf 1525 in Spanje geteeld. Pas na het mislukken van de aardappeloogsten in de jaren tussen 1800 en 1850 begon de teelt van meer robuuste, beter aan het koude klimaat aangepaste maïssoorten. Cijfers van het CBS geven aan dat er in 1958 nog maar 950 ha geoogst werd, maar doordat men overstapte naar snijmaïs (waarbij de hele plant wordt gebruikt en gehakseld wordt ingekuild) en steeds betere rassen ontwikkelde, zagen we vanaf 1970 steeds minder voederbieten en koren op de landbouwgronden staan. Ik vind het zelf jammer: zie liever korenvelden met klaprozen en zing graag over blauwe korenbloemen die je voor mij plukte. Er is genoeg informatie over maïsteelt op internet te vinden, o.a. een leuk artikel uit augustus 1962 “De maïsteelt in Nederland” van Ir. W.R. Becker. Recentere artikelen bespreken zaken als CCM (corn cob mix, waarbij alleen maiskorrels worden gebruikt) en MKS (mais kolven silage, waarbij alleen de kolven waar de maiskorrels aan vast zitten worden gehakseld). Ik moet stoppen van W: ze vindt dat ik aan het doordraven ben; en misschien heeft ze wel een beetje gelijk. 

Nog één ding: dacht altijd dat je mais met een deelteken moest schrijven, maïs dus. Nu blijkt dat het van Meneer van Dale ook zonder de twee puntjes mag. Mais of maïs, het maakt niets uit. Alleen door elkaar gebruiken van de twee schrijfwijzen is niet erg netjes. Gelukkig ben ik dat ook niet. Je zou door de mais de kolven niet meer zien, of was het iets met bomen en een bos? 

Buiten en binnen koken wisselden elkaar af. Gelukkig konden de traditionele pannenkoeken voor oude oma buiten gefabriekt worden. Scheelt heel wat stinkwerk in de bus. Ons "ik-lijk-op-een-gasbarbecue"-tje kon ook een paar keer gebruikt worden.



Veel fietsen, maar dat had je al verwacht. Leuke tochten met nog mooiere titels “Heeren en horigen” en “het schilderachtige landschap van Winterswijk” lieten ons bekende en zelfs regelmatig onbekende paden in de omgeving zien. Ook het aantal gele smileys op de geocachekaart is weer aardig uitgebreid, deze keer lagen de meesten in het Aaltense. 






En wanneer het helemaal bar en boos wordt met het weer dan pak je de auto en rijd je naar Valkenswaard. W wist te vertellen dat er in het Museum voor Steendrukkunst een expositie was van Alfons Maria Mucha (1860 – 1939), een getalenteerde kunstenaar uit Moravië (maakt tegenwoordig onderdeel uit van Tjechië). Voor wie niet bekend is met steendruk of lithografie: de kunstenaar maakt met een zacht zwart potlood een tekening op een lithosteen. Door de steen met chemicaliën te behandelen hecht de inkt die met rollen wordt aangebracht zich alleen aan de getekende gedeelten. Een blad papier wordt op de steen gelegd en onder grote druk met steen en al door de pers gedraaid. De techniek is rond 1800 ontwikkeld door Aloys Senefelder. Mucha brak door met een affiche voor het toneelstuk Gismonde met de actrice Sara Bernhardt in de hoofdrol (zie afbeelding rechts). 
Behalve affiches heeft de goede man ook veel reclamewerk gemaakt. Jugendstil dus, of Art Nouveau. Heb het verschil nooit helder voor ogen gehad. Het schijnt dat Jugendstil wat hoekiger is en Duits-Oostenrijks georiënteerd, terwijl Art Nouveau in België en Frankrijk opgang vond. 





Op weg naar Valkenswaard probeerde ik me voor de geest te halen waar ik het plaatsje van kende. Dacht eerst aan schoenen, maar na wat speurwerk van W met behulp van haar grote vriend Google kwamen we tot de ontdekking dat Valkenswaard het centrum van de sigarenmakerij is geweest met de bekende merken Hofnar en Willem II. Valkenswaard heeft er zelfs een museum aan gewijd, hetgeen we niet bezocht hebben. 



Wel hebben we nog een bliksembezoek aan het Valkerijmuseum gebracht. Dit museum geeft een beeld van de valkerij uit de periode 1650 tot en met 1850, een periode waarin koningen en hoge adel hun gasten vermaakten met dit “vederspel”. Het Kempische heidegebied gelegen in de trekroute van de slechtvalk, was bij uitstek geschikt voor het vangen van slechtvalken. Een nuttig en vooral interessant dagje en toen het regende zaten we binnen. Op tijd weer thuis (net te laat voor de etappefinish van de Tour, maar vroeg genoeg om de kippen nog een tweede keer voer te geven. “Volgens mij heb je je al verplaatst in het kippenbrein”, sprak W, maar waar ze die wijsheid vandaan heeft? Na de maaltijd konden de kipjes weer op stok en over hun persoonlijkheid nadenken.) 

Het leven is nog steeds goed. “Geluk is denken dat er nog maar één biertje in de ijskast staat en dan blijken het er twee te zijn” (vrij naar mijn scheurkalender van dit jaar). Van dat werk dus!












vrijdag 28 augustus 2020

wordt “ons plekske” ons plekje? 

“Je moet eens even in Brabant camperplaats Ons Plekse verkennen”. Nee, geen opdracht maar een voorstel van W. En natuurlijk doe ik dat met veel plezier. Twee dagen te gaan tot we tot oppasouders in Kotten worden bevorderd. Een ideaal moment om het Brabantse land opnieuw te verkennen. 

woensdag 26 augustus: @ vianen bij cuijk 

Heb nooit geweten dat er behalve Vianen in Utrecht ook nog een Vianen in Noord-Brabant bestaat. Zo zie je maar weer dat je nooit te oud bent om te leren. Naar de omgeving van Cuijk dus (waar je ook nog een Katwijk hebt, niet aan de zee, maar aan de Maas). Wel met een omtrekkende beweging: even kijken hoe het aan de Europakade in Tolkamer is. Nou: winderig! Zeg maar gerust: zeer winderig. Zodanig dat je bijna zeeziek wordt in het busje. Leuk met de veer over het Pannerdens Kanaal. “Ik ken geen buscampers! Ik ken campers en ik ken busjes en jij hebt een busje” waren de wijze woorden van de veerman waardoor ik maar zo 50 cent uitspaarde: campers betalen € 3,50 en busjes € 3,00. Pik binnen, al is het nog lang geen winter. 

Winderig en regenachtig, dat is kort samengevat het weerbericht voor heel Nederland voor deze woensdag. Temperatuur? 15 – 16 graden of zo. Ideale omstandigheden om de dag door te brengen met een goed boek in het busje. “Ons Plekske” dus, in Vianen bij Cuijk. Code Campercontact 25.035. Waardering 9,5 en volkomen terecht: alles is perfect. Misschien een beetje veel ons-kent-ons, maar dat zie je wel vaker op “perfecte” camperplaatsen: mensen komen graag terug en vinden het prettig om gelijkgestemden te ontmoeten. Ik heb daar niet zo’n last van: zoek meestal het stilste plekje op een camperplaats; liefst in de hoek, dan heb je hooguit één buurman. Dus het “gezellige ontmoetingspunt” met koelkast-met-drankjes werd me tijdens de prettige ontvangst wel getoond maar ik dacht: heb zelf bier koud staan en dat kan ik drinken zonder mijn gehoorapparaten in te hoeven doen. Beetje achterstallig leeswerk dus, “de erfenis van Mozart” van Femke Roobol. Geen wanklank? Nou ja, een grasmaaier tijdens dutjestijd en overscheurende straaljagers, maar eigenlijk is dat muggenzifterij. 




Vliegenmepper kwijt. Hoe kleiner de ruimte, hoe eerder iets zoek raakt. Hij was nodig, maar ook de Achterhoek Vakantiekrant (uitgave augustus, dus lekker dik) kan goed meppen en binnen afzienbare tijd was het één groot kerkhof. Je mept je bijna een slijmbeursontsteking. Zag er allemaal niet zo smakelijk uit die zwarte lijken, maar wel duizend keer beter dan die vieze kleverige vliegenvangers die we vroeger thuis hadden hangen. De mepper overigens later wel teruggevonden. 

V: 152.136; A: 152.246

donderdag 27 augustus: @ vianen bij cuijk 

Ander weer dan woensdag, vooral droger. Het Chinese wonder uit het achteronder gehaald voor een rondje Kraaijenbergse Plassen. In totaal 9 stukken water ontstaan door zand- en grindafgravingen (1960 – 2010). Totaal 400 ha, voor een deel bestemd voor recreatie (zwemmen, zeilen, surfen en vissen) en voor een deel natuurgebied, onder meer bedoeld als winterrustplaats voor watervogels. Fietspaden langs en door het gebied. 

Al fietsend nog twee andere camperplaatsen tegengekomen: De Kleine Geest en Jachthaven ’t Loo, beide in Linden. Ben hier vijf jaar geleden ook in de buurt geweest tijdens mijn ritje van de bron tot de monding van de Maas, dus Cuijk, Katwijk en de Beerse Overlaat kwamen bekend voor. De kerk van Cuijk werd toen we mooier uitgelicht door de zon, vergelijk beide foto’s maar. Dat zonnetje kwam er ’s middags wel, toen ik de accu na dertig km aan de oplader had hangen. Ook niks mis mee: stoel naar buiten en bruin bakken. Temperatuur volgens een van mijn appjes oplopend naar 22 graden. 










vrijdag 28 augustus: @ kotten 

Al om acht uur anroet, via @home naar Kotten, waar we de komende tijd de kippen gaan voeren. Gisteravond al afgerekend: 2 x € 13,00 (prijs voor één persoon, met zijn tweetjes ben je 2 pietermannen per nacht meer kwijt.

V: 152.246; A (Kotten): 152.373;