noordpolderzijl

noordpolderzijl

donderdag 31 juli 2025

bestemming (on)bekend - 1: het is oirschot geworden!

Onregelmatige lezeres S te W vroeg me onlangs waarom dat ik een blog bijhoud. Eigenlijk is daar maar één antwoord op te geven beste S te W: ik vind het gewoon leuk om aan het eind van de dag mijn gedachten en belevenissen van me af te schrijven. Leuk dat er mensen zijn die me volgen, maar daar doe ik het niet voor. Hou wel een beetje rekening met mijn lezers: heb liefhebbers van foto’s, tegeltjes en er is zelfs een drietal dat meer achtergrondinformatie wil. “Niet nog meer zwamverhalen“, is dan onmiddellijk het antwoord van W. Blogger, waar ik vanaf het begin mijn verhaaltjes op publiceer (en dat is inmiddels al elf jaar) houdt mijn lezers bij. Kijk maar eens naar bijgaand grafiekje.

Een andere lezer vroeg of ik het niet vervelend vond dat ik zo druk was met vrijwilligerswerk dat het camperen een soort ondergeschoven kindje is geworden. Breek me de bek niet open over de term “ondergeschoven kindje“: komt elke keer tijdens een rondleiding op het museum aan de orde en is niet het meest leuke verhaal. Nee, beste K te W (steller van de vraag): vind op dit ogenblik bezig zijn nog erg leuk en heb onlangs met Wim (voorzitter van het museum) afgesproken dat we het pas na onze dood rustig aan gaan doen.

donderdag 31 juli: @ oirschot

Het mooie van een camper is dat er een motor in en wielen onder zitten. Toen ik gisteren op de bejaardengym vertelde dat ik de eerstvolgende keer niet aanwezig zou zijn, vroeg iedereen: “En waar gaat de reis naartoe?“ Er werd vreemd opgekeken toen ik dat niet kon vertellen, om de doodeenvoudige reden dat ik het niet wist. Kan het je nog sterker vertellen: zelfs toen we naar bed gingen was zelfs de richting waarin we zouden vertrekken nog niet bekend. Er waren wel een aantal opties, Brabant was bijna besloten tot W het weerbericht van de NOS zag en de beslissing tot vanmorgen uitgesteld werd. Is ook eigenlijk helemaal niet belangrijk welke kant we opgaan, overal is wel wat leuks te doen. Een jaar of tig geleden zouden we voor een vakantie van 14 dagen nog naar het zuiden van Frankrijk zijn getuft. Één nachtje heen en eentje terug, de rest gewoon gezellig genieten op een Franse camping aan de Cèze of zo, maar ja: toen dacht ik dat ik dingen wist, nu hoop ik dat ik sommige dingen weet. Schiet me plotseling “Remia campingmargarine“ te binnen. Staat er tegenwoordig op je paklijst een telefoonoplader, tablet of misschien wel een airfryer, een jaar of veertig geleden ging je niet op vakantie zonder blikjes Smac voor door de macaroni en hagelslag of pindakaas voor op het brood. Wij gingen nooit weg zonder campingmargarine in blik. Weet niet meer of het margarine was of boter, speciale zooi voor als je in de zomer ging kamperen en geen koelkast had. Boter of margarine uit blik, met nog een extra plastic deksel erop. Kan me de vieze zoutige smaak nog goed voor de geest halen. Heb me altijd afgevraagd hoe die campingboter altijd hard maar toch ook smeerbaar bleef, in alle temperaturen. In die tijd stond nog niet op de verpakking vermeld welke chemicaliën de maker in het product gestopt had. Maar we zijn er nooit ziek van geworden en achteraf gezien is dat al heel wat.

Vanmorgen ging de kogel door de kerk: een paar dagen Oirschot, dan naar Roermond en als er plek is op de camperplaats doen we daar de fietsvierdaagse en vervolgens op een mooie plek een paar warme zomerdagen doorbrengen. Is er geen plek in Roermond dan passen we de planning aan. Nu Oirschot dus, beetje dom rijden (A18, A12, A50). Extra dom in Eindhoven waar ik in de spaghetti een afslag miste en zo 15 minuten minuten extra reistijd aan mijn broek kreeg. Camperplaats Oirschot heet het hier. Niks niet idyllisch: grind om te parkeren, stukje gras om in een stoeltje te gaan zitten, je voeten te laten afkoelen in het groen en een hekje om de fietsen tegenaan te zetten. Sanitair keurig. We tarten het lot door op plek 13 te gaan staan. Handhaving rijdt af en toe over het terrein, weet niet of dat een geruststellende gedachte moet zijn. Fietsen maar goed vastzetten. Uitzicht op het Wilhelminakanaal.

Bij aankomst een zacht buitje dat een uurtje aanhield. Tijd voor koffie en het uizoeken van een fietsroute. Vandaag een tocht die door een ander in elkaar is geknutseld. Eerst een stuk langs het Wilhelminakanaal, vervolgens een afzakkertje over de Oirschotse Heide, een stuk langs Eindhoven Airport (en aanverwante artikelen), prima fietspad langs het Beatrixkanaal (de bomen hielden de meeste druppels tegen) en uiteindelijk weer een klein stukje langs het Wilhelminakanaal.

De Oirschotse Heide liet nog geen heide zien, misschien dat we door het verkeerde stukje fietsten. Crossbaan voor de soldaten want militair oefenterrein. Schijnt dat alles wat een beetje naar leger ruikt hier oefent: landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee.

 

Aan het eind van Eindhoven Airport bij de ingang van het militaire gedeelte kwamen we het gedenkteken MH17 tegen. Je mag niet spreken van een monument want het officiële Nederlandse monument dat het neerhalen van het vliegtuig met vluchtnummer MH17 herdenkt staat in Vijfhuizen. Hier in Veldhoven staat een eenvoudige beeld met de naam “de Verbinding“. Het is een gebaar naar iedereen die nauw betrokken was bij de aankomst van de slachtoffers van de ramp op de militaire vliegbasis Eindhoven. Volgens de officiële beschrijving heeft “het gedenkteken [....] de vorm van een wereldbol met daarop enkele teksten waaronder “Ik zal je nooit vergeten” en de tijd van het neerhalen van het toestel. De wereldbol rust op drie pijlers die de verbinding symboliseren tussen de slachtoffers, de nabestaanden en de hulpverleners. De sokkel, waarop het gedenkteken staat, bevat 298 tegels voor elke slachtoffer één. De open ruimte in de bol symboliseert de blijvende leegte die achterblijft bij de nabestaanden“. 




Net voor de grote bui draaiden we de camperplaats weer op en konden we in de avondstand. De eigenaar van de toko kwam nog even zijn centen innen (€ 23,00 per nacht, all-in) en de accu’s konden weer aan de oplader omdat ze morgen weer dienst moeten doen. V: 216.827; A: 217.007. Rijtemperatuur aan het jojoën tussen 21 en 23 graden. Wind west 3. Zon op/onder: 06:00/21:29 (gegevens Oirschot). Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. De bestemming is bekend: we blijven hier. W heeft zojuist voor drie nachten afgerekend.

dinsdag 29 juli 2025

de stilte voor de storm - 3: nog eentje dan, nog eentje dan en dan gaan wij naar huis

“Komen jullie vaak op dezelfde plaats?“ was de vraag van regelmatige lezer D te W. Hij doelde op de foto’s van de watermolen in Oele. Jazeker, regelmatige lezer D te W, vaak komen we op dezelfde plekken uit maar meestal via een andere route. Om me te beperken tot de Oldemeule, ook bekend als de Oeler watermolen: ik vond in de archieven een foto van W uit juni 2017. Ze had een leuk regenjasje aan en mijn schoonheid was toen ook al egaal grijs. Ik noteerde toen het volgende Een derde toppertje: de Oldemeule in de Oelerbeek. Oorspronkelijke datering 1334, het huidige molengebouw stamt uit 1690. Een gevelsteen herinnert aan de bouwactiviteiten. Het ziet er tip-top uit na een restauratie die zo’n 40 jaar geleden plaatsvond.“ Had toen nog kunnen vermelden dat het complex oorspronkelijk uit twee molens bestond, namelijk een korenmolen aan de rechteroever en een oliemolen aan de linkerkant; de oliemolen verdween rond 1900, maar schijnbaar was ik in 2017 niet zo lang van stof. Maak je een fiets- of wandeltocht door de omgeving (bijvoorbeeld het Rondje Oele) dan kom je ongetwijfeld langs de Oelerbeek, midden in het schilderachtige landschap van Oele: met beuken, eiken, weilanden en meertjes en de watermolen als trots middelpunt.

En nu we het toch over Oele hebben, het mooiste stukje is het Oelerschoolpad, een oud pad dat schoolkinderen van de buurtschap Oele vroeger gebruikten. Het maakt tegenwoordig deel uit van verschillende wandel- en fietsroutes. In een vroeger blog heb ik een paar foto’s geplaatst, één van die plaatjes zal ik hier opnieuw weergeven.

 

L te D vroeg me of we nog wat gemerkt hadden van vluchtelingen die worden opgevangen in Hotel Bad Boekelo. Volgens mij is dat inmiddels achterhaald nieuws, tenminste kon er niks meer over vinden in de kranten van de afgelopen weken. Wel een artikel in de Tubantia uit maart van dit jaar met als kop “Bad Boekelo al veel langer onderkomen voor gezinnen van vluchtelingen, opvang per direct stopgezet“. Korte strekking: geen nieuwe vluchtelingen meer. Wie nu nog in hotel Bad Boekelo wordt opgevangen kan blijven, maar daarna is het afgelopen. De gemeente Enschede is overvallen door de langdurige opvang van vluchtelingen die in Boekelo wachten op gezinshereniging en stelt paal en perk aan de instroom. Het blijkt dat al sinds mei vorig jaar er vluchtelingen met een verblijfsstatus opgevangen worden in Hotel Resort Bad Boekelo. Het gaat om vier grote gezinnen. Er was geen plek voor hen op de opvanglocatie voor gezinshereniging in Zevenaar.

dinsdag 29 juli: @ bentelo, later @ kötteldiek

Onze laatste dag in Bentelo. Nog even een eind fietsen en dan naar de Kötteldiek, waar nog een paar verplichtingen op ons wachten. Donderdag kunnen we een iets groter rondje maken. Drie weken geleden heb ik een poging ondernomen om met de kleine vouwfiets de zesdastelenroute rond Diepenheim te volgen. Kwam op een bepaald moment met een lege accu te staan en neem van mij aan dat dat vervelend fietsen is. Het hele verhaal kun je hier (her)lezen. Vandaag doen we opnieuw een poging: W op de vouwfiets (scheelt een paar kilo) en ik op de Trek. Route ietsjes aangepast en natuurlijk op het eind totaal anders: een paar weken geleden moest ik via de kortste weg terug. Het begin van de route is ongeveer hetzelfde als die van drie weken geleden, dus ik kan me beperken tot het bespreken van de kastelen/landhuizen/havezaten die ik vorige keer niet bewonderd heb, namelijk Weldam en Wegdam.

Heb me altijd afgevraagd waarom zo’n klein stadje als Diepenheim een relatief groot aantal kastelen en buitenplaatsen heeft. Als je je een beetje in de materie gaat verdiepen vind je dat de reden hiervoor ligt in een combinatie van historische, geografische en sociale factoren: allereerst kom je tot de ontdekking dat Diepenheim in een gebied ligt dat in de middeleeuwen al aantrekkelijk was voor adel en rijke families vanwege de vruchtbare grond, strategische ligging en rustige omgeving. In die tijd was het gebruikelijk dat rijke families buitenplaatsen of havezaten (versterkte huizen) bouwden op het platteland. In deze regio moesten edelen een zogenoemde havezate bezitten om toegang te krijgen tot de Ridderschap, en daarmee tot het bestuur van de provincie. Een havezate was een soort kasteel of versterkt huis op het platteland. Adellijke families bouwden hier hun kastelen en landgoederen, en gaven die van generatie op generatie door. Door het rustige en veilige karakter van het gebied bleven veel van deze kastelen goed bewaard.

Als je aan ChatGPT vraagt naar het verschil tussen een kasteel en een havezate krijg je als antwoord dat dat vooral ligt in functie, status en bouwkundige kenmerken, hoewel er soms overlap is. Kort samengevat: een kasteel is vooral militair van aard en is goed te verdedigen; bij een havezate ligt de nadruk minder op de verdediging, er is sprake van een adellijk landhuis met politieke status.

Vorige keer kon ik Warmelo niet goed op de foto krijgen omdat men een of andere fair aan het opzetten was: vrachtauto’s en stapels hekken verstopten het kasteel. Vandaag kon dat goedgemaakt worden. Hiernaast de poging van vandaag, hierboven een afbeelding uit 1890.

 

Na een kleine 26 kilometer konden we de wielen laten stoppen bij kasteel Weldam. Het is één van de grotere landgoederen van Oost- Nederland. Het eeuwenoude landgoed, met het kasteel en tuinen als middelpunt, bestaat uit bossen, akkers, weilanden, beken, karakteristieke lanen, monumentale huizen en boerderijen. Aan de luiken, geschilderd in de kleuren zwart en geel kan men herkennen dat men te maken heeft met een gebouw van het landgoed. De oorsprong moet gezocht worden rond 1380 toen ene Wolter van Weldamme van de Bisschop van Utrecht een lapje grond te leen kreeg dat werd omschreven als “den Weldam vor des Stichts leen – gheleghen in den kerspel van Gore”. Onze Wolter kon echter niet zo goed met geld omgaan want negen jaar later stak hij zich in de schulden bij zijn schoonzoon en gaf huis Weldam als onderpand. Het bewijs daarvan (een zogenaamd charter) bevindt zich nog steeds in het huisarchief (zie afbeelding). We maken even een heel grote sprong: in 1879 werd het huis geheel verbouwd en werden de tuinen opnieuw aangelegd en aan de achterzijde van het kasteel verrezen een vierkante en een achtkantige toren.

En dan hebben we alleen nog Wegdam over, maar een paar kilometer verder. Bijna net zo oud als Weldam: het wordt voor het eerst genoemd in 1400, al was het toen nog een gewone boerderij. Pas een eeuw later werd er door de familie van Coevorden iets “adellijks“ gebouwd. Uiteraard werd het een paar keer goed vertimmerd. In de tweede helft van de negentiende eeuw is het verkocht en van af dat moment valt het onder Weldam. Aan de foto's zie je dat het gaandeweg onze tocht onbewolkter werd.

Na 36 kilometer draaiden we de Bentelose Esch weer op, konden we een hapje eten, de boel opruimen, afwassen, lozen en vervolgens via de bekende weg terug. Even twee nachten aan de Kötteldiek slapen en dan een dag of twaalf met de bus naar “bestemming we zien wel“. Je hoort van ons.


maandag 28 juli 2025

de stilte voor de storm - 2: een rustige verjaardag

Bentelo: het is niet zo veel. Eigenlijk al eeuwen niet. Als je ChatGPT de vraag stelt hoe de omgeving van Bentelo er rond 1800 uitzag krijg je ongeveer hetzelfde antwoord als wanneer je een soortgelijke vraag stelt over Lichtenvoorde: sterk agrarisch en landelijk met veel heidevelden en bossen. Van beide plaatsen wordt aangegeven dat er sprake was van een kleinschalig en vrij geïsoleerd landschap. Bentelo had evenwel nog geen echte kern en het dagelijks leven speelde zich vooral af binnen de gemeenschap van boeren en ambachtslieden, Lichtenvoorde was al eeuwen een echt dorp. Eigenlijk liepen de landschappen van Twente en de Achterhoek naadloos in elkaar over en veel van het gebied was nog onontgonnen; ontginningen begonnen pas echt grootschalig in de 19e en 20e eeuw. De infrastructuur was primitief: het verkeer ging over onverharde zandwegen en kerkenpaden. Een deel is nog ongeveer zoals in 1800 en daar maken we met de fiets dankbaar gebruik van. Denk alleen dat er in 1800 geen min of meer verhard fietspad naast de zandweg lag.

maandag 28 juli: @ bentelo

Rustig wakker worden naast een jarige job die de ogen pas een uurtje later open deed en dat terwijl ik met half negen al aan de late kant was. De oogleden worden zwaarder met het voortschrijden der jaren zullen we maar zeggen. We konden het rustig aan blijven doen omdat een aantal buien ons zouden bewateren. Eigenlijk moeten we ons van dat soort info niks meer aantrekken: in negen van de tien gevallen klopt het niet, voor de verandering deze keer wel. Tijd genoeg voor het tackelen van taalproblemen als hbo-instituut en zzp’er bij de twee taaltesten van maandag. Doet me denken aan het feit dat iemand me onlangs probeerde duidelijk te maken dat ik woorden gebruikte die ik niet beheerste. Helaas struikelde de boef zelf over het woord “oxymoron“, dus geen wonder dat de term niet correct maar verhaspeld bij mij binnenkwam.

Had de route van de fietstocht die ik exact twee weken geleden gemaakt heb “iets“ op de computer bewerkt zodat we wat meer kilometers zouden maken en ook station Boekelo eens niet vanuit de trein zouden kunnen bekijken. De spoorwegovergang in Boekelo is onderdeel van de Museum Buurtspoorweg (MBS), een museumspoorlijn tussen Haaksbergen en Boekelo. Het stationsgebouw van Boekelo, dat bewaard is gebleven, is van het kleinste type dat de Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij (GOLS) liet bouwen. Het museum rijdt op reguliere rijdagen met een stoomtrein tussen Haaksbergen en Boekelo […]“. Het stationsgebouw is nu een woonhuis. De spoorlijn tussen Boekelo en Hengelo is in 1942 gesloten, maar een deel van het tracé is nog herkenbaar en toegankelijk voor wandelaars. 

De kerk van Bentelo (Onze Lieve Vrouwekerk) kreeg ook nog een zwaai van ons mee. Weer zo’n kerk-die-geen-kerk-meer-is. Dateert uit de jaren vijftig van de vorige eeuw en nog geen 75 jaar later (in 2023) aan de eredienst onttrokken. De oorspronkelijk bij de kerk behorende parochie (Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand) was in 2010 al opgeheven en vormde samen met vijf omliggende parochies de Heilige Geestparochie. Mooie toren naast de kerk, later bijgebouwd. Weet niet wat de kerk op dit ogenblik voor functie heeft. Het dorp wil het pand graag behouden voor een ander doel, maar de Benteloërs krijgen ‘hun’ kerk niet voor een appel en een ei terug. Het bisdom wil geld zien. Tenminste: dat zijn de laatste bij mij bekende berichten.

Net als gisteren kwamen we regelmatig de Hagmolenbeek tegen. Deze beek is voor Bentelo belangrijk: vroeger lag hier aan de Hagmolenbeek de havezate Hagmeule, genoemd naar de bijbehorende watermolen. De havezate verdween in de achttiende eeuw, de molen in de negentiende eeuw. In Bentelo stond jarenlang een kroeg met de naam De Hagmoll, tegenwoordig heet het naar de eigenaar Spoolders. De beek ontspringt ten westen van Ahaus in Duitsland. Sinds de jaren dertig van de twintigste eeuw mondt het watertje uit in het Twentekanaal nabij de sluis van Delden. Oorspronkelijk liep de beek nog tien kilometer door om in de Regge uit te komen.

“Wat een mooie route“, sprak W terwijl we nog maar tien kilometer gevorderd waren. Ze had inmiddels drie reeën, twintig kieviten en een groene specht gezien. De dertig spreeuwen (vogels)  en de reuzenbalsemien (een plant) van mij telden niet mee. Daarnaast wist ik dat we langs een heel mooie begraafplaats zouden komen, in gebruik genomen omstreeks 1848 en sinds augustus 1972 een officieel rijksmonument. In 1992 is het gerestaureerd dankzij de inzet van Alex en Benny Groenheim. Hun namen zijn aangebracht op de pijlers van het toegangshek.


Als je naar het routekaartje hieronder kijkt zie je dat bovenstaande highlights niet in de juiste volgorde zijn weergegeven, maar is dat een groot probleem? Een mooie dag. W wil haar verjaardag wel vaker zo vieren. En morgen? Morgen is er weer een dag. Het blijft zoals het er nu uitziet droog, dus ik ga een leuke fietstocht in elkaar knutselen. Daarna naar huis want om 18:00 moet mijn prettige lichaam in het zwembad liggen.






zondag 27 juli 2025

de stilte voor de storm - 1: met zijn tweeën naar bentelo

Drukke tijd achter de rug: beetje kleinkindoppascentrale, verjaardag van W gevierd, eindmusical groep 8 van kleinzoon, wat (veel) elektrocarwerk, open dag en een paar keer gidsen op het museum. Dat soort werk. Tussen de bedrijven door af en toe een blik op de Tour geworpen. “Zie die groene man nooit meer“, hoorde ik deze week van W. Wist onmiddellijk dat het om Peter Sagan ging, de koning van het puntenklassement en dus de drager van heel veel groene truien (zeven keer het eindpodium in Parijs mogen beklimmen om de groene trui als klassementswinnaar aan te mogen trekken). Ook nog drie keer wereldkampioen geworden. Heeft zijn beroepsfiets inmiddels aan de wilgen gehangen en verdient zijn geld met wat ambassadeursschap (eSports WK Wielrennen) en heeft (niet geheel belangeloos) deelgenomen aan de Slowaakse versie van “Dancing with the Stars“. Inderdaad: te jong om achter de geraniums te gaan zitten (geboortedatum 26 januari 1990).

Nog een paar keer een leuke fietstocht gemaakt vanuit Lichtenvoorde. Één tocht sprong er tussenuit vanwege het bezoek aan de Natuurtuin de Weerkamp. Die vind je ergens in het buitengebied tussen Groenlo, Eibergen, Borculo en Beltrum. W had er eerder een officiële rondleiding gehad van eigenaar Henk Lammers zelf. Ze wilde het feest van planten, vlinders, insecten, vogels en waterflora nog wel een keer zien en vooral mij overuigen van het mooie en nut van deze aan de bosrand gelegen tuin. Nam de korte wandeling (zonder stokken) voor lief en kon uiteindelijk (terwijl W de smartphone overuren liet maken door tientallen foto’s te knippen) uitpuffen op een bankje in de sfeervolle ‘hooiberg’. Geoorloofd want er werd een video getoond over de tuin, haar bewoners en de totstandkoming van het geheel. Aanrader, dus bezoeken (maar dat zie je ongetwijfeld aan bijgaande foto’s).


Af en toe een dag tussendoor met wat minder activiteiten. Lekker lezen (W de e-reader en ik allerlei blogs op het laptopscherm); rustig aan; we zijn tenslotte bejaard. Maar relatieve “rustdagen“ mogen van W absoluut geen gewoonte worden.

 



zondag 27 juli: @ bentelo

Een klein gaatje gevonden. De grotere (gaten) komen later (de volgende maand). Even een paar dagen ertussenuit. Het weer? Daar trekken we ons niet zoveel van aan: het zal ongetwijfeld geen 24 uur per dag regenen. Hopen we. Buienalarm kan ons nog altijd “belubberen“. Voor degene die niet weet dat “belubberen“ hetzelfde is als belazeren even wat achtergrondinformatie. Marcel van Dam aan het woord, toen nog van de PvdA. Als oppositiewoordvoerder tegen het kabinet-Lubbers (het waren er meerdere want onze Ruud had de eer om ministerpresident te zijn van 4 november 1982 tot 22 augustus 1994) viel hij op door zijn plastisch taalgebruik en belubberen was er een voorbeeld van. “Alweer Bentelo?“, vraag je je misschien af. Je bent niet alleen hoor: twee minuten voordat we vertrokken kwam buurvrouw R. L. (te L) met de opmerking “Bentelo, daar kom je net vandaan“ (of zoiets). Antwoord op de vraag “Alweer Bentelo?“ is een volmondig JA. Op de Bentelose Esch kun je aankomen wanneer je wilt en eigenlijk ook vertrekken wanneer het je uitkomt (wel voor 17:00 anders mag je voor een nieuwe overnachting betalen of je moet net voor die tijd uitgecheckt zijn). Heel wat anders dan al die andere plekken met een aankomsttijd ná 14:00 en een vertrektijd vóór 12:00 uur en vaak nog eerder. W had liever kersen gegeten bij de Kersenpit in Werkhoven maar dat vond ik voor anderhalve dag te ver, ook omdat we pas tegen een uur of drie konden vertrekken.



Maar eerst “even“ verjaardag van W vieren (in kleine kring). Familiewerk, nee: niet de kinderen en de kleinkinderen, die hebben (o)ma vorige week al op de stoel gezet. Beetje broers, zussen en aanhang. Ook gezellig. Laatste foto’s, rouwpost, geldkistje (leeg inmiddels) en erespeldjes van mijn ouders (met name mijn vader) verdeeld. Al een paar jaar dood, maar af en toe komen er nog wat spullen bovendrijven. Koffie, borrel, schaaltje bruin fruit, soep en een broodje en zo vieren we dat W weer een jaar dichter bij de dood is aanbeland. De andere aanwezigen overigens ook: "Ave Caesar, morituri te salutant" of als je geen Latijn gehad hebt op de middelbare school “zij die gaan sterven groeten u“.

Half drie konden we op pad, Puzzel kent de weg inmiddels wel. Even bijkomen van alle emoties en dan een fietstochtje, niet te ver: een uurtje. En warempel: weer nieuwe dingen ontdekt. Zal me proberen te beperken tot één bijzonderheid: “Saksische Boerderij Erve Brummelhoes”, waarvan een afdruk van een prentbriefkaart in deze alinea. Deze kaart schijnt in 1971 uitgegeven te zijn. Het gaat om het ‘lös hoes’ Groot Brummelhuis, in onze buurt hebben we het over een “los hoes“, dus zonder de twee puntjes. We mochten het erf niet op, maar van een afstandje konden we het een beetje bekijken en de verklarende tekstborden bestuderen. In een oorspronkelijk los hoes is geen afscheiding tussen het woon- en bedrijfsgedeelte te vinden. Mens en vee leven samen in één grote ruimte. Vaak is er eeuwen later wel een brandmuur geplaatst. Het erve komt in 1398 voor het eerst in de bronnen voor, dus behoorlijk “old grei“.

Een mooie dag. En morgen? Morgen is er weer een dag. We blijven nog een dagje op de Bentelose Esch. Uitrusten en fietsen.