noordpolderzijl

noordpolderzijl

woensdag 23 september 2020

rondje nederland – 4: bos en water

We hebben vier mooie nachten gehad aan de Kraaijenbergse Plassen nabij Cuijk en vier klaverblaadjes gefietst. Tijd om eens wat anders te doen. W kwam met Hierden op de proppen. Laat ik nou net niet weten waar ik dat zoeken moet. Geen schande overigens: het is een gat van iets meer dan 3.000 inwoners en hoort bij de gemeente Harderwijk. De gebroeders Brouwer (het trompetduo weet je wel) zijn er geboren en wat later Jan Bos, de schaatser. Ze hebben er warempel ook nog een Spar (met inpandige slager, warme bakker, postkantoor, stoomservice en meer van dat soort dingen; precies wat een buurtwinkel een buurtwinkel maakt). En: je kunt er fietsen; bij mooi weer langs het water en bij wat minder zonneschijn door de bossen en over de heide. En heel belangrijk: in Harderwijk staat het museum van Marius van Dokkum. 

maandag 21 september: @ hierden 

Even afrekenen op de Kleine Geest: 50 € rond voor vier nachten, kun je helemaal niks van zeggen. Sommige tankjes leeg en andere juist weer vol en anroet. Via de A73, A50, (verrassend linsaf) A12, A30, A1, A28 en tenslotte een paar boerenpaden naar camperplaats De Doornekamp, “waar rust en cultuur elkaar ontmoeten” (volgens het foldertje). Aan de sitecode van Campercontact (92.653) kun je zien dat het een gloednieuwe plek moet zijn. Plexat. Nog iets uit het foldertje (of was het de website?): “Op de plaats waar het water van het Veluwemeer overgaat in de uitgestrekte bossen van de Veluwe ligt het monumentale dorp Hierden. Het dorp werd voor het eerst genoemd in het jaar 1331 en is samengesteld uit een aantal buurtschappen. Hierden is van oudsher agrarisch en daarvan zijn met bijna vijftig rijks- en stadsmonumenten de sporen duidelijk zichtbaar.” 

“Zullen we eens een eindje gaan fietsen?” was de retorische vraag van W. De route was snel bepaald: in het zonnetje langs het water. Vanuit Harderwijk over het oude land heen tot aan de brug en sluizen bij de haven van Nijkerk en dan via het nieuwe land via Zeewolde terug naar de brug/sluizen van de Knardijk in Harlingen. Tochtje gevonden via mijn knooppuntenprogramma onder de naam “Fietsen langs het Wolderwijd en Nuldernauw”. Mooi tochtje, weinig wind. Prettig fietsen langs en door de oude Zuiderzee en natuurlijk mocht een muzikale ondersteuning niet ontbreken: “Opa kijk ik vond op zolder, een foto van een oude boot. Is dat nog van voor de polder, van die oude vissersvloot”. En als je zo’n wijsje eenmaal in je hoofd hebt zitten ben je het nog lang niet kwijt. Dat W vertelde dat we door de verkeerde polder gingen (het lied gaat over de Noordoostpolder) mocht de pret niet drukken: ik bleef doorzingen. 

Er waren verschillende gebeurtenissen en beslissingen die hebben geleid tot het ontstaan van de jongste provincie van Nederland. Ongetwijfeld was de stormvloed in de nacht van 13 op 14 januari 1916 wel de belangrijkste. In deze nacht braken verschillende zuiderzeedijken door met als gevolg 19 doden op het land en nog eens 32 op het water. De Zuiderzeewet kwam er. Aan dit hele feest lag een plan van ingenieur Lely uit 1891 ten grondslag: maak van de Zuiderzee land. De voornaamste redenen waren veiligheid en voedselvoorziening. Wat dat laatste betreft: er was extra landbouwgrond in Nederland nodig om de groeiende bevolking van eten te kunnen voorzien. Onder het motto “nooit meer honger” werd de schop in de grond gestoken nadat eerst de nodige dijken waren aangelegd en het water weggepompt. Na afloop kon men zeggen: “God schiep de aarde en de Nederlanders schiepen Flevoland”. Lely zelf heeft het allemaal niet meer meegemaakt, hij overleed in 1929. 

De belangrijkste mijlpalen van de Zuiderzeewerken:
- Wieringermeerpolder (1930)
- Afsluitdijk (1932)
- Noordoostpolder (1942)
- Oostelijk Flevoland (1957)
- Zuidelijk Flevoland (1968) 

In 1976 waren ook de dijken klaar die voor de inpoldering van de Markerwaard nodig waren, maar “voortschrijdend inzicht” weerhield ons ervan ook die laatste plas water leeg te pompen. Inmiddels hadden we landbouwgrond genoeg en voldoende ruimte om huizen te bouwen voor de Randstedelingen en speelde natuurbeheer een belangrijke dwarsliggende rol in de plannenmakerij. 


Fietsen dus over de bodem van de zee, naar verluidt op – 4 meter, maar ik kijk niet op een metertje meer of minder: zolang de voeten maar droog blijven. 


De lunch werd vandaag verzorgd door medewerkers van camping/jachthaven/restaurant Erkemederstrand. Een noodgreep, want W zou de supermarkt in Zeewolde niet meer halen: al fietsend flauwvallen. Ons eten werd in ieder geval erg leuk opgediend, een keer wat anders dan een koffiebroodje op een bankje. 


We hadden ons rondje kunnen verkorten door bij Strand-Horst gebruik te maken van het Horsterveer. Dit voetfietsveer vaart al sinds 1993 tussen Zeewolde en Strand-Horst, vaartijd ongeveer tien minuten. We zagen de boot vertrekken vanuit de haven aan de Flevolandse kant. 

Vanaf Zeewolde hadden we een mooi uitzicht op de skyline van Harderwijk met voortdurend een markant wit geval dat boven de bebouwing uitstak. Een woontoren volgens W, een vuurtoren volgens mij. W had deze keer iets meer gelijk al draagt de woontoren de naam “De Vuurtoren”. Gevonden: “Waar andere vuurtorens waarschuwen voor het naderen van de kust, heet De Vuurtoren u van harte welkom”. Zon stond verkeerd voor een foto, dus eentje geleend; ongetwijfeld van een makelaar. In het echt was de lucht vandaag blauwer. Over de prijzen van de appartementen zullen we het maar even niet hebben. 


Uiteindelijk 54 kilometer op de fietsteller. 

Temperatuur 24 graden en een wolkeloze hemel. 

V: 152.880; A: 152.999 

dinsdag 22 september: @ hierden 

De wereld was heel erg klein vanochtend, we waren inmiddels vergeten hoe mist eruit ziet. Een zeer rustig begin van de dag dus. “Het wordt herfst”, sprak W en maakte een foto van een spinnenweb. “Het blijft een mooi ding”, sprak ik en maakte de zoveelste foto van het busje. 


Om half elf brak de zon door en na de koffie had de omgeving een fietsbaar temperatuurtje aangenomen. Korte broek, sandalenvoeten, maar wel een trui aan. Bos, heide en zandverstuivingen waren de componenten van de fietstocht die route.nl en ik samen hadden uitgestippeld. Fijn programma, alleen weet zij van route.nl vaak het verschil niet tussen links en rechts; dus steeds uitkijken geblazen. 

Al snel mochten we de spoorlijn naar Zwolle en de A28 oversteken en meteen daarna werden we getrakteerd op onze eerste zandverstuiving, het Hulshorsterzand. Deed men er vroeger alles aan om zandverstuivingen tegen te gaan, tegenwoordig probeert men ze juist te behouden. Even wat cijfers: begin 19e eeuw hadden we 78.600 ha stuifzand, in 2015 was daar nog 1400 ha van over. We hebben er op de Veluwe veel bos voor teruggekregen. 

Er wordt wel gezegd dat de Veluwe het mooiste fietsgebied van Nederland heeft. Kan kloppen: strakke asfaltpaden dwars door de bossen en langs de heide. Eén nadeel: je bent er nooit alleen. Vandaag had de overheid weer een paar blikken bijna-dementen-op-elektrieke-fiets losgetrokken. Wat een drukte! Maar kijk je langs de grijze koppen heen is het een mooi fietsgebied. Bijgaand plaatje is gemaakt door Marius van Dokkum. Morgen gaan we bij hem (in zijn museum dus) op visite. 

Landgoed Staverden, die van de witte pauwen, was ons volgende ijkpunt. Een paar jaar geleden stond het kasteel met koetshuis nog in de verkoop. De toenmalige eigenaar kon de hypotheeklasten niet betalen en de Rabobank was van plan de toko via een executieveiling aan de man te brengen. Op het laatste moment deed Stichting Geldersch Landschap en Kastelen een aantrekkelijk bod (ik dacht 1,3 miljoen gelezen te hebben) en de bank mocht van de rechter toehappen. 

AH in Ermelo verzorgde vandaag onze lunch (dat van dat niet-geheel-belangeloos ken je inmiddels wel) en bij de muziekkoepel in Ermelo vonden we een fijn bankje in de schaduw voor het verorberwerk. 

Via een omtrekkende beweging naar Harderwijk, waar we de Vischpoort nog even op de gevoelige digitale plaat moesten vastleggen. Dit leuke poortje (gebouwd eind 14e eeuw) is de enig overgebleven stadspoort aan de waterkant. De naam heeft de poort te danken aan de vele kilo’s vis die door deze poort naar de markt werden gebracht. De vuurtoren die boven op de poort werd gebouwd verloor door het afsluiten van de Zuiderzee en de aanleg van de polders zijn betekenis en schijnt al ruim 70 jaar niet meer. Correctie: bij speciale gelegenheden doet men het lampje eventjes aan. 

Nog even wat boodschappen bij de Spar in Hierden en na 50 kilometer konden we in de kiepstoelstand.

woensdag 23 september: museum marius van dokkum en @ home

Nog één keer een kopje thee op bed, nog één keer een stevig ontbijt en nog één activiteit to go: het Marius van Dokkummuseum. "Een museum waar hardop gelachen wordt, waar wildvreemden met elkaar in gesprek raken voor een schilderij en waar kinderen net zo veel plezier aan kunst beleven als grote mensen. Dat is uniek. Dat is het Marius van Dokkum Museum. Het enige geregistreerde museum in Nederland van een levende kunstenaar", aldus de website van het museum. Wel even een tijdslot reserveren. Midden in de week keuze genoeg, in het weekend wat problematisch. Je kunt discussiëren over de vraag of dit kunst is of niet, maar dat neemt niet weg dat het gewoon leuk is. Puzzels, kaartjes en reproducties. Weer wat nieuws geleerd: glicées. De glicéetechniek wordt tegenwoordig veelvuldig gebruikt voor het vermenigvuldigen van geschilderde of getekende kunstwerken. Nadat het werk met een speciale camera gedigitaliseerd is, wordt het met een grootformaat inkjetprinter gedrukt. Overigens alle afdrukken hieronder zijn geleend. De wandeling door het museum(pje) werd begeleid door verklarende teksten van de schilder/illustrator zelf. Op die manier krijg je een wat andere kijk op de kunstwerken.







En toen terug naar ons stenen huis. Het was een fijne week. Minpuntjes? Eentje maar in de vorm van veel: vliegen dus, heel veel vliegen, waar we ook waren. Weet nu wel waar de uitdrukking "twee vliegen in één klap" vandaan komt. Da's dan wel weer een voordeel. Extra lichaamsbeweging, dat meppen.

V: 152.999; A: 153.117

zondag 20 september 2020

rondje nederland – 3: nog steeds in cuijk 

Op de manier waarop we nu reizen is er geen sprake van een “rondje” Nederland: we staan namelijk al een paar dagen stil. In deze tijd van overvolle campings en camperplaatsen hebben we een mooi plekje gevonden en onder het motto “hebben is hebben en krijgen is de kunst” genieten we van het Land van Cuijk. Per 1 januari 2022 wordt dat ook de naam van de nieuwe gemeente waarin niet alleen Cuijk (met Sint Agatha, Beers en Haps) maar ook Boxmeer, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis in participeren. Mogelijk dat in de nabije toekomst ook Grave hier deel van uit gaat maken. 

zaterdag 19 september: @ cp de kleine geest, nabij cuijk 

Weer zo’n zonovergoten dag met temperaturen die tegen de 25 graden aanschurken. ’s Morgens bij het opstaan wel een stuk frisser, pas tegen een uur of 11 is het verantwoord om met blote benen en sandalenvoeten (dus geen sokken) op de fiets te stappen. De ochtend komen we ook wel op een prettige wijze door, je hoeft (nog) geen medelijden met ons te hebben. Volgens W fietsten we vandaag ons derde klaverblad, richting Boxmeer en Gennep. 

De eerste 20 kilometers waren wel prettig maar niet adembenemend (behalve dan de tegenwind). Pas toen we in de buurt van de Maas kwamen begon het landschappelijk aantrekkelijk te worden. Tot die tijd fietsten we van kerktoren naar kerktoren. Een van de mooiste is toch wel de 120-jarige Nicolaaskerk van Haps met zijn 45 meter hoge toren. De bijgaande foto heb ik vijf jaar geleden gemaakt tijdens mijn tocht van de bron naar de monding van de Maas. Zou de foto vandaag gemaakt zijn zou het plukje wolken niet te zien zijn. 

Boxmeer hebben we “geschampt”, dat wil zeggen: alleen de buitenwijken gezien. Je moet toch wat bewaren voor een volgende keer? Pauze aan de oevers van de Oude Maas. De Maas was in deze omgeving vroeger zo ondiep dat je de rivier hier kon oversteken, de Romeinen er een wachtpost bouwden en er bij Gennep een burcht geplaatst werd. Voor de scheepvaart zijn er later stuwen geplaatst en bochten uit de Maas gehaald.


Tussen Boxmeer en Gennep worden de percelen weiland niet gescheiden door prikkeldraad maar door heggen van sleedoorn- en meidoornstruiken. Vroeger stonden er veel meer van zulke heggen in Nederland, alleen hier in dit deel van het Brabantse land hebben ze de landbouwmechanisering, de ruilverkaveling en meer van dat soort dingen overleefd. De perceelafscheidingen hebben de toepasselijke naam “maasheggen” gekregen en het gebied heet Maasheggen (met een hoofdletter). Het moet er nog indrukwekkender uitzien wanneer de doornenstruiken in bloei staan. En sinds 2018 staan de stekelheggen ook nog eens op de Unescolijst. Wat wil een mens nog meer? De zwarte streep aan de bovenzijde van de foto is de onderkant van een viaduct van de A77; het is maar dat je het weet.

AH in Gennep verzorgde vandaag (wederom niet geheel belangeloos) onze lunch, waarbij we tot de ontdekking kwamen dat de smoothie van W behoorlijk wat meer suiker bevatte dan de mijne. Mooi stadje, dat Gennep. Leuke terrassen en een mooi raadhuis waar de VVV kantoor houdt. 


De lunch verorberden we op een historische plek in de buurt van Gennep, namelijk de plek waar vroeger het Gennepperhuis stond. De Romeinen schijnen een wachtpost gehad te hebben op de plek waar de Niers in de Maas stroomt en rond 900 deden de Middeleeuwers het nog eens dunnetjes over. Verschillende versies van het Huys van Gennep stonden er op deze plek totdat Franse troepen de laatste in 1713 volledig opbliezen. De burcht komt nadrukkelijk voor in het volkslied van Gennep, waarvan ik je de eerste vier regels niet wil onhouden: 

Waar de Niers langs kronkelwegen
Bij een burcht de Maas ontmoet,
Wenkt U Gennep vriendelijk tegen,
Biedt U zijnen welkomstgroet. 

Je moet je fantasie tegenwoordig goed gebruiken wil je je hier een burcht voorstellen of de 15 kilometer lange circumvallentielinie die Frederik Hendrik rondom de gebouwen liet aanleggen. Deze linie moest de Staatse troepen beschermen tegen Spaanse aanvallen. We lezen dan het jaartal 1641 op de kalender af. 

Langs de rechteroever van de Maas terug richting Cuijk waar de kerk er weer zo mooi bij lag dat we het weer niet konden weerstaan een foto te nemen. 

De veerman van de pont deed erg goede zaken en via de Jumbo en de Kraaijenbergse Plassen ging het terug naar onze camperplaats waar we 53 kilometer in ons balboekje konden noteren. De boer kookte vanavond, beter gezegd: hij had zijn vrouwvolk opdracht gegeven pizza’s te bakken. De kok van het busje had dus een avondje vrij en de pizza’s waren lekker (tonijn voor W, kip voor mij). Wat anders dan de broodjes met knakworst en zuurkool van vrijdag. Weer zo’n dag in een gouden lijstje (en dat lag niet alleen aan de pizza's).


zondag 20 september: @ cp de kleine geest, nabij cuijk

Het houdt niet op: buienradar geeft deze dag een 9 over-all, met een 10 voor fietsen en ook een 10 voor barbeque. Temperatuur 26 graden en dat in de tweede helft van september. Kalm aan beginnen, we hebben geen haast. Vandaag het laatste klaverblad om te fietsen en uiteraard bij terugkomst de aankomst van de Tour in Parijs.

Rondje Mook, Groesbeek, zuidwijken van Nijmegen, Overasselt, Nederasselt en via Grave terug. Allereerst het pontje bij Cuijk. Net als gisteren betaalden we 80 cent per persoon, je kunt er niet voor zwemmen.


Na Mook de Mookerheide. Het was een behoorlijke klim. W kende de weg: twee keer gelopen met de Vierdaagse van Nijmegen; ik moet er niet aan denken. Voordeel is wel dat ik het idee had dat het de rest van de tocht bultafwaarts ging. Mooie knooppuntenroute naar Groesbeek waar vandaag Jan Linders de eer had onze lunch te verzorgen, ook deze supermarkt deed het niet geheel belangeloos. W inkopen doen en ik rusten onder het beeld "marskramer met hond" van Ed van Teeseling (geplaatst 1988).


Toen we dachten de Maas over te steken bleek dat het Maas-Waalkanaal te zijn, ik vond het al zo'n recht watertje. De Maas liet nog even op zich wachten, die zagen we pas in de buurt van Heumen toen we besloten nog een paar kilometers extra te maken, namelijk een tocht over de dijk aan de Gelderse kant van de Maas. Vandaag wel even gekeken bij de sluis van Grave: mooi pauzeplekje.


En toen was het nog een kleine tien kilometer naar onze camperplaats, waar we de weekendgasten zagen vertrekken. Heel veel ruimte dus voor ons (kleine) busje. Plek genoeg om buiten te koken. Weer een mooie dag en 55  kilometers op de fietsteller. Het leven kan erg mooi zijn.





vrijdag 18 september 2020

rondje nederland – 2: cuijk, een juiste beslissing! 

Soms moet je ronduit erkennen dat je een foute keuze hebt gemaakt. Toen ik vanmorgen na een zeer verkwikkende nachtrust van 10 uur de kop even buiten de deur stak, dacht ik “Nee, dit gaan we niet nog een dagje doen!” Wel volop zon en de wind was wat gaan liggen (het voelde vannacht af en toe aan of we op een deinende zee aan het varen waren), maar niet om te zeggen: “Oh wat fijn”. 50 procent van ons sputterde nog even tegen, maar 100 procent was uiteindelijk in het Brabantse land 100 procent tevreden. 


donderdag 17 september: @ cp de kleine geest, nabij cuijk 

Wel eerst koffie, thee, een boterhammetje of twee en een glaasje sap en de stroomkabels naar binnen gewerkt en anroet naar het zuiden. Inderdaad krijgen in deze periode alle bejaardentehuizen, aanleunwoningen en seniorenflats een grote schoonmaak en stuurt men de oudjes met hun camper of caravan de straat op: wat een recreatieverkeer en wat moet je moeite doen om een staplaats te krijgen als je niet gereserveerd hebt (iets wat we eigenlijk zo'n beetje uit principe niet doen). Nu is het bordje “vol” of “complet” voor W altijd een uitdaging. Betekent “vol” voor bijna iedereen dat je er niet meer bij kunt, voor W is het een signaal dat je extra je best moet doen om een plaatsje te krijgen. Bij de eerste cp (“Ons Plekske”) had ze geen succes, maar bij de tweede (waar je kon zien dat het toch wel erg vol was) leverde haar charmeoffensief een staplaats-voor-één-nacht op. Moraal: nooit vooraf bellen, gewoon proberen! Eigenlijk ook idioot dat je een camperplaats tegenwoordig kunt en eigenlijk moet reserveren. 

Voor die tijd hadden we nog een paar kilometers af te leggen. Ga je naar het buitenland, dan vind je zo'n afstand peanuts. Blijf je in Nederland dan is 2:45 uur dieselen ineens veel. We waren er zo: W aan het rijden en ik achter het stuur. Camperplaats De Kleine Geest werd het dus, vlak aan de Kraaijenbergse Plassen, een gebied waar ik een paar weken geleden samen met mezelf geweest ben. Het voordeel is dan dat je de weg kent. Sitecode Campercontact 54.857; we betaalden € 13,00 per nacht, inclusief stroom. Foto: Campercontact. Attente beheerder. Je moet wel een fiets bij je hebben of van flinke einden wandelen houden, want Cuijk en Grave liggen beide op 7 km afstand en de gaten die wat dichterbij liggen (zoals Linden, Beers en Vianen) hebben behalve een patattent inkooptechnisch niet zoveel te bieden. 

Het werd een uitgebreid rondje Kraaijenbergse Plassen (30 kilometer), een variant op de tocht die ik een paar weken geleden gemaakt heb. De neogotische kruisbasiliek, de Martinuskerk, stond nog steeds op dezelfde plek in Cuijk. Vandaag maar eens een foto gemaakt van de voorkant. Neogotisch, dan weet je dat het bouwwerk zo rond de 100 jaar oud moet zijn. Met W bij je zie wel andere dingen tijdens zo'n fietstocht: vogelkijkhutten, diverse soorten eenden, een ingepakte kerk in Katwijk aan de Maas; van dat soort dingen dus. Weer op tijd terug om de wielrenners in Frankrijk over het grind te zien rijden en vroeg in de avondstand: het wordt al snel behoorlijk frisjes met dit heldere weer. 






V: 152.623 : A: 152.880 

Rijtemperatuur 16 tot 19 graden en veel warmer dan 20 graden werd het vandaag ook niet. Strakblauw, dat dan weer wel. Een juiste beslissing om naar het zuiden te vertrekken.

vrijdag 18 september: @ cp de kleine geest, nabij cuijk

Een babbel met de beheerder, de bus iets verplaatsen en we zijn gegarandeerd van een plek voor zolang we willen. Niet vanwege de mooie ogen van W, maar het formaat van ons busje. Met 6.40 meter vallen we in de categorie "erg klein". Fijn dat ik onlangs bij Obelink wat metertjes stroomkabel heb bijgekocht, was nu nodig (evenals in Delfzijl). Met 2 x 20 meter komen we een heel eind.

Even wat foto's van onze luxe-villa-op-wielen vóór en na de verplaatsing.



Beetje frigo vanochtend. Toen ik om 7 uur wakker werd was het amper 11 graden in de bus. Gelukkig net voorzien van nieuw gas, dus laat maar branden die kachel. Om 9 uur nam de zon het verwarmingswerk over.

Tegen elven een fietstochtje. Deze keer waren de Maas en de Oude Maas hoofdrolspelers. Eerste hoogtepunt Grave, een "pittoresk vestingstadje aan de Maas dat in de afgelopen eeuwen menig bezoeker verrast heeft. Vandaag de dag wachten haar monumenten, festivals en evenementen, karakteristieke winkeltjes, terrasjes en restaurants u op. Kom en beleef historisch Grave!". Het VVV-foldertje vergeet te vertellen dat juist tijdens ons bezoek het grootste deel van de binnenstad één grote bouwput was en dat het gedeelte dat nog wel begaanbaar was ingenomen werd door een markt met de borden "fietsen aan de hand niet toegestaan". Ondanks al die ellende hebben we toch nog kennisgemaakt met een aantal oudheden van Grave, zoals daar zijn de Sint Elisabethkerk (oorspronkelijk 1250), het historisch stadhuis (deze dateert uit 1730), het Belfort (naoorlogs bouwwerk). Persoonlijk vond ik de sluizen in de Maas veel interessanter, maar zo heeft iedereen zijn dingetje.


.



Langs de Maas ging het verder naar Ravenstein, ook een vestingstad aan het water. W toonde nog enige belangstelling voor de bouwwerken, ik had meer interesse voor de plaatselijke COOP, die deze dag (zoals gewoonlijk niet geheel belangeloos) de lunch verzorgde. Mooi stadje, maar niet als je trek hebt in een frikadellenbroodje, dat we op een zonnig bankje bij de Oude Maas hebben verorberd. 


Op de terugweg kwamen we op het gebied van het Brabants Landschap in een verrassend stukje natuur tussen Mill en Gassel kasteel Tongelaar tegen. Op de plaats van het kasteel lag al in de 9e eeuw een vluchtburcht of motte. In zijn huidige vorm dateert het uit de 15e eeuw. Goed gerestaureerd want het doet tegenwoordig dienst als feest- en trouwlocatie. Voor "los bezoek" helaas alleen op woensdag en zondag geopend, zodat W de koffie en ik de ridderzaal misliep. Je kunt niet alles hebben in dit leven.


Vier uur en 53 kilometer later kon W in haar kiepstoel de zon in en ik in de schaduw van de bus kijken naar de Tour. Een broodje zuurkool met knakworst en de persconferentie van Mark en Hugo (en gelukkig voor een deel "ondertiteld" door Irma) luidden de avondstand in.

Temperatuur: maximaal 23 graden. Goed te doen op de fiets, ondanks het matige windje.