noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 8 november 2020

einde van het seizoen

Het begint er serieus op te lijken dat het camperseizoen 2020 is afgelopen. Het beddengoed en de etenswaren zijn uit de bus en het wachten is nu op goede zin om Puzzel een grote poetsbeurt te geven. Een beetje een raar jaar: niks buitenland behalve een enkele overnachting net over de grens. Ook veel minder nachten doorgebracht in de bus. Tikten we vorig jaar net niet de 200 aan, dit jaar bleven we bij 115 overnachtingen steken. Opvallend was dat we daarbij in 59% van de gevallen gebruik gemaakt hebben van een betaalde camperplaats en 21% van de tijd gratis overnacht hebben. Over de gereden kilometers heb ik het al eens eerder gehad. Corona heeft in ieder geval twee voordelen: het is een goedkoop camperjaar geweest ėn het levert mooie plaatjes op.

vrijdag 6 november: @ de brinkheurne bij winterswijk 

Ook vannacht de kachel maar aan gelaten op het camperpark in Blesdijke: het vroor nog net niet maar het scheelde niet veel. Een langzame start. Ook de gordijntjes bij de overburen, bij zus en zwager, bleven nog lang dicht. Zwager had wat moeite met de formule Watt = Volt x Ampère. Een waterkoker en een elektrisch kacheltje op standje levensgevaarlijk kunnen niet samen op 6 A. Hij mag dus op hangende pootjes naar de beheerder of een ander stroompunt selecteren. 

Maakte geen goede beurt bij W. Toen ze net na negenen het bed uitkroop gaf ik liefdevol te kennen dat ze al aardig wat rimpels begon te krijgen. Kreeg toen de wind van voren en of ik maar wilde onthouden dat er maar één vrouw in Nederland rondliep met een echte rimpelkop en dat zij dat niet was maar Sonja Barend. Ik moet toegeven: Sonja heeft inderdaad een rimpelkop. Dacht altijd dat er maar drie dingen echt vaststonden in dit leven (1: de paus is katholiek; 2: we gaan uiteindelijk allemaal dood; 3: bij het voetballen scoren de Duitsers altijd in de laatste minuut), maar moet dus nu punt 4 bijschrijven: mijn vrouw heeft altijd gelijk! 

Terug naar de Achterhoek in verband met wat verplichtingen, had graag nog een paar dagen in deze omgeving doorgebracht, maar het camperleven is soms afzien. Vanaf Zwolle “binnendoor” naar huis: duurt een minuut of tien langer dan via de A50 – A12 – A18, maar scheelt zo’n 40 kilometer. Even thuis snel wat nieuw nat en droog ingeslagen en doorgereden naar de camperplaats van camping Het Winkel in de Brinkheurne bij Winterswijk, code Campercontact 14.799. Kosten € 10,00 per 24 uur, inclusief stroom. We stonden er eerst alleen, op zaterdag bleek dat er nog een (Duits) busje de grote stilte had opgezocht. W kon van hieruit fijn op de fiets naar haar oude moedertje. Na de boerenkool met rookworst (worst van de Lidl, die van de Hema is toch een tikje lekkerder, maar 61 cent duurder) konden we met moeite de ogen openhouden tot half elf. 


V: 155.653; A: 155.799 

Zeer zonnig; rijtemperatuur tussen 9 en 14 graden. 

zaterdag 7 november: @ home 

Na een uitgebreid ontbijt op de fiets een stuk Winterswijks landschap herontdekt. Mooi, maar toch frisjes. W had koude handen, ik koude voeten (en buiten plassen is ook geen onverdeeld genoegen meer). Na ampel beraad besloten om voor dit jaar een punt te zetten achter het camperjaar. Mooi geweest dit jaar, maar wel “anders”. 

V: 155.799; A:155.819

vrijdag 6 november 2020

de kop van overijssel

Een paar mooie dagen en steeds meer besmettingen in de Achterhoek, dus wat kun je beter doen dan de quarantaine van de camper opzoeken. W wilde naar de Kop van Overijssel om er een beetje te fietsen in het Nationaal Park Weerribben-Wieden. Uit het foldertje: hoe ongerept het gebied er ook uit mag zien, het is voor het grootste deel door mensenhanden gemaakt. Mensen trokken hier vroeger veen omhoog uit het water en legden het te drogen. De turf die ontstond, werd gebruikt als brandstof. Overal in het Nationaal Park is het patroon van trekgaten en legakkers terug te vinden. Op sommige plaatsen werd teveel veen weggehaald. Onder invloed van wind en golven ontstonden daardoor grote meren. 

Misschien dat de blog van vandaag er wat anders uitziet, het externe toetsenbord van mijn tablet heeft kuren en de tekst wordt vandaag niet ingetypt maar ingesproken. 

woensdag 4 november: @ blesdijke 

W wist een leuke camperplaats in de omgeving van Steenwijk: CP Stoutenburght vlak naast het gelijknamige kasteel waaraan Gregorius Halman in 1990 is begonnen te bouwen. Olt Stoutenburght heet zijn levenswerk dat maximaal 27 meter hoog mag worden. Het is vernoemd naar Toutenburgh, de middeleeuwse kasteelkazerne in het Land van Vollenhove gebouwd rond 1500, waarvan enkel nog een kleine ruïne rest. De bouwvergunning werd pas 2 jaar na aanvang verleend. Het kasteel wordt gebouwd van oude bouwmaterialen zoals bakstenen. “Ik zie er wat Romaanse trekken in” zei W. Ik vind het maar een rommeltje. 

De camperplaats is er eentje van de club Bij Ons. Het is met liefde aangelegd en voor €14 ben je van alle gemakken voorzien. Alleen ligt Blesdijke niet meer in de Kop van Overijssel maar net in Friesland, in de gemeente Weststellingwerf. Een kniesoor die daarop let. Voor de camperaars onder ons: code Campercontact 45.556. 




Na installatie van de camper moest er natuurlijk gefietst worden in het grootste veengebied van Noordwest-Europa. Het Nationale Park telt 105 km2 en bestaat uit meren, sloten, vaarten, uitgestrekte rietlanden, hooilanden, weilanden, mysterieus ogende moerasbossen en trilvenen. Een trilveen is een zompige massa dat net beloopbaar is of net niet. Oorspronkelijk bestond het Nationaal Park alleen uit de Weerribben, in 2009 kwam daar het gebied van de Wieden bij. 

Er waren twee zaken die ervoor zorgden dat de fietstocht qua kilometers beperkt moest blijve
n: allereerst kwamen we tot de ontdekking dat één accu van mijn fiets niet was opgeladen, ook meende de gemeente Steenwijkerland dat op een aantal plekken eenrichtingsverkeer moest gelden in verband met Corona. Nu kan ik me daar wel wat bij voorstellen want een groot aantal fietspaden was zo smal dat een enkele fiets al moeite had om op de weg te blijven, een tegenligger zou echt voor problemen zorgen. 

Na 35 km werd het toch nog gezellig in het busje, vooral toen de zon onder ging en het kacheltje aan mocht. Voor de zekerheid had ik wel een nieuwe gasbus aangesloten. 

V: 155.492; A: 155.653 
Rijtemperatuur tussen de 9 en 13 graden; overwegend zonnig. 

donderdag 5 november: blesdijke 

Vandaag wat minder weer, morgen krijgen we weer meer weer. Met de handschoenen aan op de fiets met als eerste ijkpunt Willemsoord. In het begin van de 19e eeuw richtte generaal Johannes van den Bosch de Maatschappij voor Weldadigheid op. Deze club probeerde kansarme gezinnen uit het westen van Nederland de gelegenheid te bieden een nieuw bestaan op te bouwen op de woeste gronden van deze omgeving. Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord waren zogenaamde vrije koloniën. Dit in tegenstelling tot strafkolonies zoals Veenhuizen. Het regime in beide typen koloniën was hetzelfde: zeer streng. De koloniën van weldadigheid worden in de zomer van 2021 mogelijk op de werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst. Museum proefkolonie Frederiksoord geeft een mooi overzicht van de tijd waarin de westerlingen naar deze streek kwamen. Helaas gesloten. 


Steenwijk vormde het volgende punt op onze fietskaart. Het is van oudsher een oude vestingstad: de grachten en stadswallen stammen uit de tijd van de Tachtigjarige Oorlog toen Steenwijk een strategische plaats was in de strijd tussen de Republiek en Spanje. Bijgaande kaart laat zien hoe de stad er in 1592 uitzag. 


W had vijftig-jaar-oude herinneringen aan Rams Woerthe en het 10 hectare grote stadspark. In 1899 liet Jan Hendrik Tromp Meesters een leuk stulpje optrekken in Art-nouveau stijl. Na een paar jaar ging ons Jantje de pijp uit, wilde de weduwe Tromp niet in haar eentje alle vertrekken (laten) schoonhouden en verpatste huis en park aan de gemeente Steenwijk die het jarenlang als gemeentehuis gebruikte. 


De Jumbo van Steenwijk verzorgde vandaag zoals gewoonlijk niet geheel belangeloos onze lunch die veel voedzame stoffen bevatte maar vooral niet gezond genoemd mag worden. De smurrie in de kaasbroodjes smaakte naar kaas en op de sappen was niks aan te merken behalve de chemische kleur: gifgeel en gifpaars. 

Toen we net in een heftige discussie waren verwikkeld over de logica van de nummering van fietsknooppunten kwam Giethoorn in zicht. Nu bestaat Giethoorn uit drie delen: Noordeinde, Middenbuurt en Zuideinde. De laatste twee delen hebben we niet gezien, tot groot verdriet van W. Niet assertief genoeg? 




Normaal kun je in Giethoorn over de koppen lopen, vandaag zagen we een eenzame fietser, twee wandelende verliefden en drie mensen in een pruttelend bootje. Het moet een verademing voor de inwoners van Giethoorn zijn, deze tijd. Giethoorn schijnt gesticht te zijn door flagellanten, mannen die het leuk vinden om een zweep over hun rug te halen. Bekijk het schilderij van Francisco de Goya maar. 


Het schijnt dat zij ook de tjaskers hebben ontwikkeld: molens waarmee de trekgaten werden drooggemalen. 


Na het Giethoornsche meer kwamen we in de buurt van Kalenberg terecht. Na de turfmakerij was visserij en rietteelt de inkomstenbron van veel Kalenbergers. Het riet wordt nog steeds gesneden en wordt beschouwd als het beste van Europa voor het dekken van rieten daken.

Na 45 km pedaleren stond het Dickenmarjanneke van zus en zwager te wachten op de camperplaats, Waarna W na de barre fietstocht nog een aantal kilometers te voet mocht afleggen vergezeld door de familieleden van de kolde kante. Ik mocht de forten bewaken. Een gezamenlijk happy hour zat er niet in: de grootte van onze campers liet dat niet toe en buiten was het inmiddels te koud.




woensdag 28 oktober 2020

over inundatie en zo – 6: fort bij vechten

Een tijdje geleden hebben we al eens kennis gemaakt met inundatiewerken en dan met name de Nieuwe Hollandsche Waterlinie. Vandaag (op weg naar huis) moest Fort bij Vechten (gebouwd tussen 1867 en 1870) met het Waterliniemuseum eraan geloven. 

dinsdag 27 oktober: via het waterliniemuseum naar huis 

Aanvankelijk wilden we ons tochtje nog een paar dagen laten voortduren, maar een blik op de weerkaart deed ons beiden inzien dat langdurige en veelvuldige regenbuien beter op meer vierkante meters kunnen worden afgewacht dan de (pak ‘m beet) 6 die ons busje aan daadwerkelijke leefruimte biedt. Jammer, maar het is niet anders. Ons verblijf op camperplaats “Aan het Dorp” kostte 2 x € 17,00; bij drie of meer dagen betaal je maar € 15,00. Mooi plekje, maar we hadden andere plannen: naar huis. 

Wel hadden we gisteren al het Waterliniemuseum gereserveerd. Jawel: de museumkaart heeft dit jaar zijn geld wel opgebracht. Uit het foldertje: “Het Waterliniemuseum is gevestigd op één van de grootste forten van de Nieuwe Waterlinie. Op deze plek, gelegen op de grens van de Romeinse Limes en de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, komen cultuur en natuur samen. In het Waterliniemuseum kom je tijdens een interactieve ontdekkingstocht alles te weten over de waterlinie en het gebruik van deze historische plek vanaf de Romeinse tid tot en met de Tweede Wereldoorlog.” 

De vaste tentoonstelling heeft de titel “Sterk Water”. W kon het niet laten om een “spannende Virtual Reality-parachutesprong over Nederland” te maken, maar was meer tijd kwijt aan het ontsmetten van alle spullen dan het daadwerkelijk springen. Ik had een goede smoes om niet te hoeven: ben ooit al eens een keer op Texel uit een vliegtuig gesprongen. Dat was echt en niet “virtueel”. 

Museum met onze jaarkaart gratis, maar wel een parkeermunt à € 4,00 aanschaffen, anders kom je de parkeerplaats niet meer af. Best interessant museum. Veel zaken die we het afgelopen jaar gezien hebben kwamen terug: de verschillende forten, het Muiderslot, vesting Naarden, Slot Loevesteijn, de Stelling van Amsterdam. Wat dat betreft is 2020 een heel “nat” jaar geweest. Een korte wandeling over het terrein maakte ons bezoek compleet en even na de noen kon de inhoud van de ene koelkast verplaats worden naar de andere. Mooi tochtje. 






Kreeg nog een vraagje van lezeres K te W: “Wat versta je nu eigenlijk onder een voedzame maaltijd?”. Met W een hele boom opgezet over voedzaam en gezond, met name over de overeenkomsten en de verschillen tussen die twee begrippen. In mijn ogen is voedzaam eten niets anders dan eten dat vult. Dat het gezond is, is mooi meegenomen; dat je er niet dik van wordt eveneens, maar “lekker” is belangrijker. Met andere woorden: eten moet voldoende voedingsstoffen bevatten en goed binnen te houden zijn. En of groente uit de diepvries nu beter of slechter is dan verse groente wird mir Wurst sein. Voor de volledigheid: het frikadellenbroodje van Appie gisteren tijdens de fietstocht, weggespoeld met een smoothy vond ik voedzaam, maar niet gezond. Voldoende, K te W? 

V: 155.196; A: 155.316
Rijtemperatuur: tussen 10 en 12 graden; zwaar bewolkt en winderig.

maandag 26 oktober 2020

kromme rijn en utrechtse heuvelrug 


Vooruit: nog maar een ritje. Op naar de Kromme Rijn en de Utrechtse Heuvelrug. W zag een zonnig gaatje in een stormachtige herfstweek. Wordt het slecht weer dan is het “gedeelde smart is halve smart”, in alle andere gevallen “gedeelde vreugd is dubbele vreugd”. De bestemming werd snel bepaald: één van de terreinen van de club “Bij Ons” aan de rand van de Utrechtse Heuvelrug. De naam van de camperplaats “Aan het dorp” is goed gekozen, het ligt namelijk 500 meter van het dorp Werkhoven af. Sitecode NKC 54.263 en voorzien van alle gemakken. 

zondag 25 oktober: @ werkhoven 

Na de noen vertrokken, want eerst het zondagochtendbezoekje aan mijn oude moeder. Daarna “dom” maar snel rijden over de A18 en A12 en bij Bunnik de binnenlanden in en na precies 110 kilometer mochten we Puzzel parkeren op het grind. Zuslief M had samen met zwager D en hun nieuwste DickenMarianneke een tussenstop gemaakt op de CP om ons van koffie te voorzien en in de lounge van “Aan het dorp” bij een elektriek kacheltje konden we een half uurtje bijpraten, gezellig. Een afbeelding van het nieuwe campertje mag niet ontbreken.

Zij verder richting huis en wij op de fiets voor een verkennende ronde van een kleine 30 kilometer door de omgeving. Handschoenen aan en muts op. Het gebied tussen Utrecht en Wijk bij Duurstede vormt de bakermat van ridderhofsteden en kastelen die zijn gebouwd vanaf de 13e eeuw. Een deel is later ontstaan zoals de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen. We fietsten langs de kastelen Beverweerd, Sterkenburg, Hindersteijn en Rhijnestein. Alle stulpjes zagen er picobello uit, al hadden enkele kastelen wel een hoog legostenengehalte. We waren al eerder in dit gebied (februari 2019) maar hebben toen voornamelijk het gebied ten zuiden van Wijk bij Duurstede bekeken. 


Een gedeelte van de tocht ging langs de Kromme Rijn die zo’n 26 kilometer lang is. Ooit was het (toen nog veel breder) watertje een onderdeel van de hoofdroute van de Rijn en de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Ook vormde het eeuwenlang een belangrijke verbindingsroute tussen Utrecht en Dorestad. Vanaf 838 verlegde de Rijn haar loop en werd de Lek belangrijker. In 1122 vond de Utrechtse bisschop Godebold dat de Rijn bij Wijk bij Duurstede moest worden afgedamd zodat al het Rijnwater via de Lek richting zee zou stromen. Hierdoor werd het gebied beter beschermd tegen overstromingen en kwam er vruchtbaar land ter beschikking. De Kromme Rijn verzandde en Utrecht was vanaf dat moment niet meer aangesloten op een hoofdrivier. Onderstaande afbeelding is de kop van een zeer interessante site over de Kromme Rijn, waar ik ook bovenstaande informatie vandaan gehaald heb.

Een aantal bakjes-geplunderd-uit-de-diepvries-thuis lagen aan de basis van een redelijk acceptabele maaltijd en toen om half tien de e-reader een paar keer uit mijn handen was gevallen vond W dat het tijd werd dat ik alvast naar bed ging, zodat zij rustig Zondag met Lubach kon afkijken. En wat doet een man dan? Luisteren! En zo zie je maar weer: ouderdom ligt niet op de loer maar is er al.

V: 155.086; A: 155.196
Rijtemperatuur 12 tot 14 graden; in de Achterhoek ruitenwisserweer, op de A12 werd het droog. 

maandag 26 oktober: @ werkhoven 

Werkhoven duikt in het jaar 914 op in de boeken als Uuerken en als Wercundia. Een oud dorpje dus. 

Tien uur nadat mijn ogen dichtvielen deed ik ze weer open en ik kan echt niet beweren dat ik de hele nacht wakker heb gelegen. Gevolg van een weekje oppasopa spelen in combinatie met het ingaan van de wintertijd? W hield het nog langer vol in bed, overigens niet met gesloten ogen maar met telefoon, e-reader en een kopje thee onder handbereik. Het ontbijt was dus aan de zeer late kant. 

Toen – hoe kan het anders? – op de fiets met wat we de “tocht der missingen” genoemd hebben. De officiële naam van de route is overigens “door de bossen en polders bij Utrecht”. Wat we niet gemist hebben is de Utrechtse Heuvelrug en Boswachterij Austerlitz. Wel gemist: een aantal kastelen en de piramide die je (heel vreemd) als Pyramide moet schrijven. Dat we dit monument niet tegenkwamen kwam vooral omdat het symbooltje verkeerd op de routekaart stond afgebeeld. De foto hebben we dus niet zelf genomen maar geleend. Achteraf lazen we dat we de bult toch niet hadden kunnen beklimmen, want wintersluiting. De AH in Kerkebosch hebben we niet gemist, waardoor we in ieder geval niet met lege maag verder hoefden te fietsen. Kasteel Kerckebosch wel (ja met een c), maar dat schijnt niet zo erg te zijn omdat het bouwwerk omgetoverd is tot een luxe hotel. 

Ruim 40 kilometer op de teller en ondanks de “missingen” leuk gefietst, al was het onderdeel “bossen” veel interessanter dan het gedeelte “polders”, windkracht 4 zal bij deze conclusie ongetwijfeld een ernstige rol gespeeld hebben. Terug bij de bus mocht ik nog even een uitstapje maken naar de dagwinkel van Arno, omdat de koelkast leeg was. Met een beetje fantasie kon uit het beperkte versassortiment toch nog een voedzame maaltijd worden samengesteld. Het is vooral fijn dat er in zo’n dorp nog een winkel te vinden is. W deed daarna nog een wandelrondje dorp, niet alleen om haar rug te rechten maar ook om dit verhaal van foto’s te kunnen voorzien.




maandag 19 oktober 2020

de laatste ronde – 4: de twee eindetappes 

Beetje frisjes vannacht in Delfzijl. Voor het eerst deze tocht onder de 10 graden bij het opstaan. Snel de kachel aan en warme koffie! Binnen een half uurtje is het maar zo tien graden warmer. De 2 kwH stroom die ik kreeg voor 1 € was om 8:03 uur vanmorgen verbruikt, tenminste: dat vond de blauwe paal en weigerde nog elektriciteit door te geven. Die twee kilowattuur voornamelijk besteed aan het opladen van allerlei accu’s, het laten draaien van de koelkast en de verlichting. Alles weer goed vol, dus opnieuw een Euro in de gleuf gooien is niet nodig. De havenmeester had gisteravond al 12,50 € stageld geïncasseerd. Volgens Buienalarm was het droog vanmorgen, maar ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat er druppels op de bus vielen en dat die druppels beslist niet van een sproeiinstallatie afkomstig waren. 

Alle 25-of-zo plaatsen op de camperplaats waren bezet vannacht en er stond precies één Duitse camper. Veel vroege vertrekkers, misschien wel net zo snel als onze koning en zijn gevolg uit Griekenland. Nog een keer zo’n blunder en we gaan met zijn allen “Willempie….” zingen. Voorlopig houden we het maar op “Hij was weer eens een keertje een beetje dom”. W is het helemaal niet met me eens, waarvan akte. Hebben we er nog een extra gespreksonderwerp bij.

zondag 18 oktober: @ bentelo 

Richting huis, einddoel voor vandaag: Bentelo in het Twentse land. Het begin (door Groningen) en het eind (door Overijssel) snelwegvermijdend om leuke weggetjes te kunnen rijden, het stuk door Drenthe van Assen tot Hoogeveen via de A28, anders zou het helemaal niet opschieten. Vertrokken in de regen, toen kwam de zon die voor een dauwsluier over de velden zorgde en Nederland weer eens heel mooi maakte. In Drenthe werd de wereld heel klein en pas in de buurt van de Lemelerberg, de Holterberg en de Hellendoornse berg werd het zicht weer beter. 

John van de Bentelosche Esch incasseerde 15 € en wenste me alvast een prettige jaarwisseling, nadat ik hem verteld had dat ik dit jaar niet aan kerstkaartjes zou doen. Je kunt het toch niet altijd over je kleinkinderen hebben? Voor het eerst sinds een paar jaar het “zoemertje” voor de dag gehaald, vooral om te kijken of hij het nog doet. Hou niet zo van elektrisch verwarmen, de warmte die je krijgt is van het type “hete kop en koude poten”. Volgens W is dat een fabeltje, maar ik ben serieus van plan om het proefondervindelijk vast te stellen door een aantal thermometers op verschillende hoogtes in de bus te hangen. En waarom zou de gasverwarming in de bus al zijn openingen bij de bodem hebben, toch? 

Zondag, dus de meeste weekendgasten vertrokken. Een zeer vaste gast bleef staan, heeft waarschijnlijk iets meer ruimte in zijn camper dan ik heb.



Beetje bloggen, beetje lezen, beetje puzzelen, een immens grote afwas wegwerken (hier hebben ze een afwasbak met warm water binnen in het sanitairgebouw!), beetje poetswerk en voor de verandering stond er weer eens pasta op het menu, nu in de variant met doperwtjes. En voor je het weet is het weer een latertje geworden, dus een uur of elf. 

V: 154.876; A: 155.048
Rijtemperatuur tussen de 9 en 10 graden; wisselvallig ruitenwisserwerk 

maandag 19 oktober: @ home 

Wakker worden met een brievenbus vol mailtjes. Zou het verhaal over de punaises van gisteren nog erg kunnen uitbreiden. Er werden per digitale post voldoende suggesties gegeven. Ik zou ondermeer de volgende termen aan een nadere inspectie kunnen onderwerpen: punaisepoetser, punaisezeiker, kommaneuker, azijnpisser, mierenneuker en de Achterhoekse namen voor punaises: duumspieker en doemspieker (afhankelijk in welke regio je woont). Ook zou ik kunnen vermelden dat iedereen die het niet met mij eens is volslagen krankzinnig is. Ook zo'n fijne uitspraak van Maarten van Rossem. Geen zin in. Naar huis, want het is herfstvakantie en dat betekent dat de kleinkinderen wachten. 

Zat nog een beetje tegen: Rijkswaterstaat had besloten de N315 af te sluiten en vergeten Miep van Google Maps daarover een berichtje te sturen. Kleine 10 kilometer omgereden, niet erg: weer nieuwe wegnamen aan mijn verzameling toegevoegd. En na de kleinkinderenoppascentraleperiode? Alvast de kerstboom opzetten om het thuis nog gezelliger te maken, jezelf afsluiten van de buitenwereld en gaan wachten op de onvermijdelijke faillissementsgolf die er komt? (Net als Mathilde Bezema uit Assen. Ja, in Groningen en Drenthe moet je het Nieuwsblad van het Noorden lezen, kom je dit soort interessante informatie tegen.) Is een optie. Maar misschien komt er nog wel een allerlaatste ronde door Nederland, samen met W: de avonden worden erg lang. 

V: 155.048; A: 155.086
Rijtemperatuur: 9 graden.

zondag 18 oktober 2020

de laatste ronde – 3: delfzijl 

Er zijn van die dagen dat je niet zoveel te melden hebt. Vandaag was er één van. Je kunt wel een onderwerp bij de kop pakken en daar een hele verhandeling over afsteken om wat bladvullig te krijgen, maar dat is ook niet alles. Zei beroepsmopperaar Maarten van Rossem in een interview jaren geleden niet dat je overal een proefschrift over kunt schrijven, zelfs over doorzichtig plakband? Mijn proefschrift zou overigens gaan over de geschiedenis van de punaise, want daar bestaat een groot misverstand over! Volgens Wikipedia is de punaise uitgevonden door ene Mick Clay in Engeland in het jaar 1903. Dat kan evenwel helemaal niet kloppen want het woord duimspijker, aka punaise komt al in de Van Dale van 1884 voor met als omschrijving “klein koperen stiftje met grooten platten kop”. Dwaal ik toch weer ernstig af. 

zaterdag 17 oktober: @ delfzijl 

Alle tijd in Franeker: de receptie van camping Bloemketerp wilde me pas om 10.00 uur te woord staan, cq mijn penningen in ontvangst nemen. Dus even naar de Lidl gewandeld voor walnotenbroodjes en ossenworst. De combinatie heb ik ter plekke verzonnen en neem van mij aan: goed binnen te houden. Toen de Lidldelicatessen en de koffie op waren en ik inmiddels het tegeltje op het toilet van de camping had bewonderd (“maakt u hier na een lange zit, het porselein weer helder wit?”) kon ik bij de receptie 35,10 € aftikken. Valt reuze mee voor twee dagen. Hoe ze aan het bedrag komen is me een raadsel, immers het ACSI-tarief is 18 € per nacht. Rekening niet meegenomen, dus we zullen het nooit weten. Zeer acceptabel prijsje, er zijn inmiddels camperplaatsen die met veel minder voorzieningen meer rekenen. Voordeel van deze camping is ook dat ze tegen de stad aanschurkt. 

Een ritje “vermijd de Friese en Groningse snelwegen” bracht me langs de waddenkust naar Delfzijl. Beetje modderige wegen: men is druk aan het oogsten (ik rook regelmatig uien) en in combinatie met wat regen levert dat een heel mooi lichtbruin busje op. Even een uitstapje gemaakt naar de pier van Holwerd waar de boot naar Ameland vertrekt. Wat een vreselijk zakelijke bedoening eigenlijk: hier krijg je echt geen vakantiewaddengevoel van. Via Lauwersoog waar de boot naar Schiermonnikoog nog vriendelijk naar me toeterde (doet hij trouwens ook als ik er niet ben) naar Delfzijl. Las in het Nieuwsblad van het Noorden dat Schiermonnikoog maandenlang de enige coronavrije gemeente van Nederland was, maar dat er nu één besmetting geconstateerd is. 


Het was best aangenaam op de camperplaats in Delfzijl. Een paar diehards zaten nog op hun stoeltjes van het af-en-toe-wil-ik-wel-schijnen-zonnetje te genieten. Veel verder dan de zeedijk ben ik niet gekomen en het stoeltje buitenzetten was me teveel werk, ja: zo'n dag!



Wanneer de zon er definitief voor kiest om naar bed te gaan is het binnen een kwartier drie graden kouder in de bus. Geen ramp: daarvoor hebben we onze Trumakachel. Laat nu het systeem me duidelijk proberen te maken dat het gas op is. Had ik eigenlijk wel zo’n beetje verwacht. Nadat ik onder veel gemopper de fiets uit de garage had verwijderd, teneinde op een verantwoorde manier de gasbussen te kunnen verwisselen (altijd een erg vervelende klus), bedacht ik me ineens dat het opendraaien van de gaskraan ook wel eens zou kunnen helpen. Dus geen bussen verwisselen maar kraan opendraaien, fiets terugzetten en “floep” deed de kachel. Knop ergens tussen standje 2 en 3 zetten om de ideale temperatuur van 20,5 graden te halen en laat maar komen die warmte. Voor de verandering stond er pasta op het menu. 

V: 154.751; A: 154.876 
Rijtemperatuur tussen 10 en 12 graden; wisselend bewolkt, af en toe een paar drupjes.

vrijdag 16 oktober 2020

de laatste ronde – 2: franeker

Het stond al een jaar of twintig op mijn todo-lijstje: Franeker. Niet omdat bootvriend D hier groot geworden is, ook niet omdat hier van 1585 tot 1811 de Academia Franekerensis (zeg maar: universiteit van Franeker) was gevestigd, maar omdat ene Eise Eisinga in deze plaats in zijn woonhuis het inmiddels wereldberoemde planetarium heeft gebouwd. W is niet zo geïnteresseerd in dat soort dingen en kleinzoon Q (die feilloos weet te vertellen dat Pluto inmiddels geen planeet meer is) was niet voorhanden, dus ik mocht met mijn andere ik naar het planetarium. Gelukkig hoefde ik maar één kaartje te reserveren en te betalen. Heb wel voor twee genoten, maar daarover later meer. 

donderdag 15 oktober: @ franeker 

Mocht in Emmeloord (code Campercontact 26.484) 10 € betalen: acht voor de overnachting in mijn eentje en twee voor de aansluiting op het stroomnet. Niks mis mee, maar erg luxueus was het nu ook weer niet. Goed voor een nachtje. Het feit dat er geen toilet was wist ik te tackelen: even geen viooltjesgeur in de bus, maar ook daar is overheen te komen. Een paar maanden geleden toen al het sanitair op campings op slot was wisten we niet beter. Op naar de provincie waar een aquaduct nog gewoon akwadukt heet. Nee: niks moderne spelling, gewoon Fries. 

Ried, een gehucht onder de rook van Franeker, was het einddoel van deze dag: een schitterende camping/camperplaats bij een jachthaven, op een plek waar je niet tot de ontdekking moet komen dat je het zout of de suiker bent vergeten. Open tot 1 november volgens Campercontact. Helaas, aangekomen op jachthaven It Kattegat zag het er wel erg gesloten uit en bleek inderdaad het idyllische plekje fermé per 1 oktober, vanwege “einde van het vaarseizoen”.

Ook een aantal boerencampings van de SVR-club vielen af vanwege “dicht”, dus bleef er niets anders over dan de stadscamping van Franeker, waar twee lieftallige dames uit hun neus zaten te consumeren omdat er bijna helemaal niks te doen was. “Morgen zijn er weer een paar huisjes verhuurd” vertelde de mooiste van het tweetal terwijl ze me overlaadde met informatie waarmee ik uren zoet zou zijn; niet om alle activiteiten uit te voeren, maar alleen al om het papierwerk door te nemen. Gelukkig doet de camping aan afvalscheiding en is er een ruime papierbak voorhanden. Het schatje van de receptie wist ook te vertellen dat er voor vandaag van Eise Eisinga geen sprake meer kon zijn. Volgeboekt, alleen nog een reservering te maken voor 16.00 uur. Als je weet dat het museum een uurtje later dicht gaat weet je voldoende. Niet erg: het miezerde toch. De foto van de bus op de camping is overigens van vrijdag toen het zonnetje scheen. De Truma (de kachel) en Spotify (de muziek) aan, een goed boek op de e-reader en het werd warempel nog gezellig ook. Vergat nog te melden dat ik eigenlijk helemaal niet in het museum zou worden toegelaten, want al een paar dagen snotterig, warm voorhoofd en koude oren. Geen koorts dus, alleen een beetje belabberd. 

V: 154.664; A: 154.751
De thermometer gaf bij vertrek 10 graden aan en stond bij aankomst nog op dezelfde waarde. Nee: niet stuk. Af en toe de ruitenwissers gebruikt. 

vrijdag 16 oktober: @ franeker

De zon doet haar best, de zakdoeken kunnen in de kast blijven. De ziekte waaraan veel oudere mannen op bepaalde tijden lijden, PHPD, schijnt weer eens overwonnen te zijn. Voor de niet-oudere-mannen onder ons: PHPD staat voor pijntje hier, pijntje daar. Gebakken eieren met spek doet ook wonderen, ook al is het brood van de Aldi inmiddels een paar dagen oud. Via de poort aan de achterzijde van de camping (met geheime code) sta je zo bij de Lidl en de AH op de stoep en vandaaruit is het nog maar een klein eindje naar het centrum van Franeker (Frjentsjer op zijn Fries, maar de uitspraak is weer heel anders). Leuk stadje. Dacht dat we ooit met het skûtsje voor de kerk van Franeker hadden gelegen, maar de bruggen kunnen niet open en voor de kerk ligt geen water. Zal dus wel een ander stadje geweest zijn, Dokkum of zo. Foto’s aan het eind van dit verhaal. Zal je niet vermoeien met details: een oud stadje, ontstaan rond 800, de rest van de geschiedenis vind je op Wikipedia. 

Het planetarium dus. Moest er voor betalen, museumkaart niet geldig. Over 6 € kom je ook snel heen. Eise Eisinga bouwde zijn planetarium in de periode tussen 1774 en 1781. Men was pas een paar eeuwen eerder tot de ontdekking gekomen dat niet de aarde het middelpunt van het universum was maar dat er een lading planeten (waaronder die aarde) draaide om de zon. De kerk had er wat moeite mee, maar dat terzijde (“Ook rijst de zon op, en de zon gaat onder, en zij hijgt naar haar plaats, waar zij oprees”). Dat de zon niet het middelpunt van ons heelal is kwam men pas weer eeuwen later tot de ontdekking. In 1774 stonden een aantal planeten (en onze maan) verduveld dicht bij elkaar, gezien met het blote oog. Ene meneer Eelto Alta (predikant te Bozum) dacht dat het einde der tijden nabij was omdat de planeten en de maan zouden botsen en de aarde naar de zon zou worden geslingerd om daar te verbranden. Om de mensen een juist beeld van het zonnestelsel te kunnen laten zien en om aan te tonen dat Alta alleen maar flauwekul vertelde, bouwde Eise in zijn woonkamer een model van het zonnestelsel. Aangedreven door een slingeruurwerk geeft het sinds de voltooiing in 1781 de actuele positie van de planeten aan. Het is het oudste werkende planetarium ter wereld. Overigens is het planetarium niet compleet: er werden later nieuwe planeten ontdekt. Gelukkig voor Eise trouwens: Uranus en Neptunus zouden niet in zijn woonkamer passen ondanks de door hem gehanteerde schaal van 1 op 1.000.000.000.000. In normaal Nederlands: 1 meter in zijn woonkamer komt overeen met 1 miljard kilometer in de ruimte. Kwam door een beetje neuzen op internet tot de ontdekking dat ook in de Achterhoek een planetarium is. Wordt vervolgd. 





Bijna 7.000 stappen later was het nog te vroeg om toe te geven aan de uitspraak “de beste vergrootglazen voor de vreugde zijn die waaruit je kunt drinken” (Joachim Ringelnatz) en mocht dus het Chinese wonder op twee wielen ruim 30 kilometer zijn of haar werk doen. De route was al voor mij uitgezet op Routenet.nl en had de titel “Sexbierum, Wijnaldum en Franeker”. Mooie tocht, geen wind, prettig zonnetje. En toen de torenklok van Wijnaldum het vierde uur van de middag sloeg voelde ik me intens gelukkig op een halfrond bankje in het “centrum” van dat gat. Bijna volmaakt gelukkig dan, want het aantal streepjes op het display van de fiets was behoorlijk gedaald en: hoe minder streepjes, hoe zwaarder je moet trappen. Nog een minpunt: heb vijf kilometer langs de Waddenzee gefietst, maar de zee niet gezien. Een dijk benam me het uitzicht en geen mogelijkheid om even bovenop dat bultje te komen en het zilte nat te aanschouwen. Andere keer beter. 

Nog meer te vertellen? Alleen dat het vandaag de derde dag pasta op een rijtje was. Vandaag in de variant kipfilet met kerriesaus. Genoeg over voor nog een dag: gooien we er geraspte kaas over, weer eens wat anders.

Morgen een deurtje verder!