noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 9 november 2019

op stal 

Het camperjaar zit er weet op, Puzzel staat “op stal”. Ruim 22.000 kilometer heeft het beestje afgelegd in de periode 15 februari tot 2 november en we mochten 191 overnachtingen in ons spreadsheet noteren. Net niet de doelstelling (200) gehaald. Volgend jaar nog meer camperen (zeg ik) of de doelstelling bijstellen (zegt W). 


Nog even een paar daagjes weg (woensdag 30 oktober naar Bocholt, CP aan de Aasee en donderdag 31 oktober naar Winterswijk, CP bij recreatiecentrum Het Winkel). Niks bijzonders te melden, hooguit dat de CP bij Winterswijk in de late donderdagmiddag en -avond overstroomde met Duitse campers. Allerheiligen (1 november) schijnt bij onze Nachbarn een vrije dag te zijn. De CP met 23 plekken stond vol en op het aangrenzende parkeerterrein telde ik er nog eens 17. Deze doosjes zullen wel niet betaald hebben. Zag trouwens dat er verschillende plekken op de CP zelf ook niet betaald waren (kun je zien op de parkeerzuilen die je mag “voeden” met een tientje aan muntstukken). 

Vrijdag 1 november trok (een deel van) ons kroost in hun nieuwe huis. Opa was ingehuurd om voor 15 personen te koken, met plezier gedaan. Camper kon meteen wennen aan zijn toekomstige “zomerstalling”, hoeven we niet meer bang te zijn voor de blauwe jongens van Handhaving wanneer Puzzeltje weer eens wat langer dan drie dagen geparkeerd staat in de buurt. Meteen maar uitgeprobeerd hoe het met de stilte op de “nieuwe camping” gesteld was. 


Het is een mooi camperjaar geweest met drie min of meer lange reizen: een voorjaarstocht naar Spanje en Portugal volgens het fly-drive-concept (W legt een deel van de tocht per vliegtuig af en ik doe de drive), een zomerreis naar Slovenië en Slowakije en tenslotte een najaarsreis naar Frankrijk en het noorden van Spanje. Daarnaast een tijdje in ons campertje gewoond vanwege het feit dat zoonlief en gezin ons stenen huis hadden gekraakt. Tenslotte nog een groot aantal tussendoortjes, waarbij het opa/omaweekend in de Noordoostpolder en de luchtmachtdagen bij Volkel wel genoemd mogen worden. 



Enkele opvallende zaken: fietsen en camperen ging dit jaar niet goed samen bij ons. Het begon al met een gesneuveld onderdeel van de fietsdrager en een gestolen vouwfiets tijdens de eerste reis. Tijdens de zomertocht werden we geconfronteerd met een lekke band in Dietmannsried en vervolgens in Maribor (Slovenie). Nieuwe binnen- en buitenbanden, het mocht allemaal niet baten: een fietstochtje in Duitsland (net over de grens) werd vroegtijdig beeindigd omdat een roestige spijker roet in het eten gooide en tijdens de najaarstocht kregen we eerst te maken met een ontbrekende tegel bij een putje in Montpellier en een paar weken later ruïneerde een afgebroken koplamp niet alleen de fiets, het lijf maar vooral het ego van de bestuurder die een doodsmak maakte op een stenig pad langs de oevers van de Garonne bij Toulouse. Tussen al die ellende door hebben we nog leuk kunnen fietsen. 

Tom-Tom hebben we ingeruild voor zij-van-Google-Maps. Handig: de files worden gemeld voordat de gebruiker erin terecht komt. Onze Ome Tom kent die luxe niet. Hij wordt nog niet bij het grof vuil geplaatst, misschien komen we in de toekomst in landen waar onze bel/databundels niet gelden en je grof geld mag betalen voor elke verstookte megabyte. Zij-van-Google-Maps heeft trouwens wel dezelfde nare eigenschap als haar voorganger: voor een minuutje snelheidswinst laat ze je gerust 50 kilometer omrijden. 

Het was een heel mooi jaar en we zitten nog steeds met plezier naast elkaar. Een paar maanden niet met de camper weg, de kerstboom weer aan en de fik in de Actionkaarsen. En dat allemaal onder het motto “Wie zich niet ergert maar verwondert, wordt geen tachtig maar minstens honderd”. Op naar een nieuw camperjaar. Ik hou me op de been met de wetenschap dat het voorbereiden al een reis op zich is.  



dinsdag 29 oktober 2019

najaarstocht 2019 – 16: en weer thuis 

Het wordt traditie: al lang weer thuis en het laatste verhaal van de tocht laat maar op zich wachten. Vaste lezeres F te D dacht dat ik het deed om de bezoekersaantallen aan mijn site een beetje op te krikken: twee keer per dag even kijken en de teller loopt maar op. Denk dat het uitstelgedrag meer te maken heeft met het niet willen accepteren dat er weer een camperjaar achter de rug ligt. Bijna dan, nog een paar kleine “uitspattingen”. W heeft dat een stuk minder: het kroost dat acht weken ons huis bewoonde was nog maar amper airborn (want een weekje Gran Canaria) of ze draaide de huisdeursleutel al om en een half uur later draaide het eerste wasje al. Ze had het wel gehad met haar “klein hoekje” in het busje: “Ik wil weer meters in het vierkant, geen centimeters!”. Wat ze dan wel weer mist is het kopje thee op bed; ja, er zijn grenzen: elke ochtend een keertje extra de trap op (en af) gaan we niet doen. 

donderdag 17 oktober: @ tolkamer 


“We gaan naar Tolkamer, want ik moet naar de kapper”, alsof alleen Tolkamer een kapper heeft. Moet wel toegeven dat het eindresultaat fantastisch was. Dus potje legen in Ittervoort, een paar liter water innemen en het afrekenenvelopje vullen met 2 x 12 € voor de overnachtingen en 2 x 3 € voor de vonkjes. Niet moeilijk doen en zo vlug mogelijk de A73 op, daarna de A77 die bij de grens de Duitse 57 wordt. Tenslotte via Kleef en Emmeritsj (zo spreekt zij van Google Maps Emmerich uit, mooi op zijn Engels) en rond de noen konden we Puzzel parkeren op de Europakade aan de Rijn die een paar meter verder de Waal wordt. Dicht bij de stroomverdeler zodat we ons geen zorgen hoefden te maken voor het leegraken van accu’s van smartphones en tablets. Eigenlijk volkomen flauwekul want we kunnen best een paar dagen vrij staan vóór de huishoudaccu’s in het rood springen. Gemak dient de mens zullen we maar zeggen. W naar de kapper en ik bootjes kijken in een zwak zonnetje dat tegen een uur of vier achter de wolken verdween. Kosten van dit feest? 9 € en 2 keer 1,05 toeristenbelasting (wie verzint zo’n bedrag?). Vergeet nog die ene Euro die in de stroompaal mocht. De foto is van twee jaar geleden, maar wel van eigen hand. 

V: 146.317; A: 146.457 
Droog, af en toe een voorzichtig zonnetje. Temperatuur rond de 16 graden. 

vrijdag 18 oktober: @ home 


Goed geslapen aan de kade in Tolkamer, waarschijnlijk omdat er vannacht weinig boten aangelegd hebben aan de autosteiger. Het broembroemen van de dieselmotoren terwijl de kraan een auto van of aan boord takelt is achterwege gebleven (of hebben we niet gehoord). Wel gewekt door de fabriekstoeter van De Hoop, maar toen was het al bijna half acht. Laatste broodjes afbakken, nog één keer uitgebreid ontbijten, zorgen dat de vaat schoon in de kast zit en de koelkast een grondige beurt geven: scheelt thuis weer een behoorlijke hoeveelheid werk. Ons Omnia-oventje heeft voortdurend goed werk geleverd, al hebben we in Frankrijk en Spanje weinig afbakbroodjes in de supermarkt kunnen ontdekken; misschien niet goed gezocht? 

V: 146.457; A: 146.536 
Gewoon koud, maar binnen was het goed uit te houden. 

maandag 21 oktober: @ winterswijk 

Dit weekend de beide moeders met een bezoekje vereerd, camper uitgepakt, uitgesopt en na een vergadering op het gemeentehuis (in verband met vrijwilligerswerk) met schoon beddengoed vertrokken om even te “ontechten”, met andere woorden: kijken hoe het is om alleen in het busje te wonen. W had haar balboekje weer vol vriendinnenafspraken staan en ik mocht van haar even een paar dagen “afkicken”. Jawel, ons huwelijk is na 46 jaar nog steeds uitstekend. 


Het is de camperplaats bij camping Het Winkel in Winterswijk geworden, campercontact 14.799. Een tientje, inclusief stroom en toeristenbelasting. Wel zorgen voor voldoende munten om in de paal te gooien. 22 mooie plekken buiten de slagboom van de camping. Sommige recensenten op Campercontact schreven over problemen met de betaalautomaat. Oplossing is heel simpel: als er nog geld in de paal zit van de vorige bezoeker er vooral niks bij gooien en wachten tot de vorige 24 uur verstreken zijn. Een bijkomend voordeel van deze camperplaats: de camping beschikt over uitstekende toiletten. Wil je douchen zul je even bij de receptie een sepkey moeten halen. De plek raakte in de loop van de middag behoorlijk vol. Ook ’s avonds laat kwamen er nog witte dozen aan. Je mag er officieel 24 uur staan, maar of er gecontroleerd wordt en zo ja: gehandhaafd, is mij niet bekend. Ook hier weer een goede 4G-verbinding. We hebben onze gehele reis prettig kunnen internetten en W kon via mijn hotspotje haar dagelijkse portie informatie (noem het maar tv-kijken) kunnen ophalen: zij is van het journaal, de slimste mens, 2 voor 12, sterren op het doek en dat soort dingen. Op slechts één (afgelegen) plek in Spanje kreeg ik niet voldoende signaal binnen via mijn KPN-abonnement, maar leverde de smartphone van W (zij doet het met T-Mobile) ruimschoots power en in een paar uurtjes stook je niet de zes gigabyte op die ze per maand in het buitenland mag verbruiken. Van alle Europese landen die we de laatste tijd hebben bezocht heeft alleen Duitsland een zeer matige 4G-dekking. 

Gelukkig zat er nog gas in de bus, voldoende om te koken en vooral om de temperatuur in het busje met de Truma tot een aangename waarde op te krikken. 

V: 146.536; A: 146.564 
Frisjes, kachel aan 

dinsdag 22 oktober: @ uelsen 

Je kunt een camperseizoen toch niet beter afsluiten dan in Uelsen, Duitsland. Het is een eindje rijden, maar Puzzel is daarvoor gemaakt. Uiteindelijk brachten we de nacht door met vier units, er kunnen er 13 staan. De 4g-verbinding was zo belabberd dat zelfs een klein fotootje met Whatsapp niet doorgestuurd kon worden, met de wifi van de camperplaats lukte dat nog net. Gelukkig heb ik nog 1200 boeken op mijn reader staan, dus vervelen was er niet bij en vooral geen reden om een eind te moeten wandelen. Het zonnetje zorgde voor een aangenaam temperatuurtje in de camper. Niks mis met dit leven. 





V: 146.564; A: 146.666 

woensdag 23 oktober: @ home 

En na een rustige nacht, een grote pot koffie en het nodige poets- en afwaswerk kreeg de bus voorlopig voor de laatste keer de sporen en konden we bij een kilometerstand van 146.751 na 5.421 kilometer ons huis op vier wielen aan de Kötteldiek parkeren. In twee maanden tijd 57 overnachtingen: 16 op een camperplaats, 14 op het erf van broer/zwager/schoonzus, 6 svr-camping, 19 met de acsi-kaart en 2 op een nfn-terrein. Het was een fijne reis, waarbij eigenlijk vooraf niet veel vast stond: we hebben ons laten leiden door het weer, ons gemoed en regelmatig een beetje snuffelen in de aantekenboekjes met ervaringen-van-andere-reizigers. De eerste paar weken op verschillende plekken in de omgeving doorgebracht, waarbij Kotten de meeste overnachtingen telde. 

Omdat we moesten wachten op de levering van een roetfiltersensor konden we pas op dinsdag 17 september aan onze najaarsreis beginnen. De eerste dagen brachten we door in Budel, waar we leuk gefietst hebben. 




De Elzas stond al langer op het wensenlijstje en we komen er zeker nog eens terug: mooie dorpjes en steden met vakwerkhuizen, prettige fietspaden. Uiteraard speelde ook de aanwezigheid van het zonnetje een belangrijke rol al hebben we wel regelmatig een dikke trui en/of jas aangehad. Heel verrassend was Vichy, waar we tijdens een van onze eerste vakantiereizen geweest zijn. Heb het betreffende plakboek er nog even bij gezocht: donderdag 24 en vrijdag 25 juli 1975. Heerlijk, zo’n boek met kleurenfoto’s die nu bruin geworden zijn en veel ansichtkaarten omdat dat nu eenmaal een stuk goedkoper was. Ik citeer “Gestaan aan de oevers van de Allier, enkele rustige dagen. Erg vreemd deden de verlepte oude vrouwtjes in Vichy aan, het toppunt van ellende”. Nu weet ik niet of ik met “toppunt van ellende” die vrouwtjes of Vichy bedoelde, maar je proeft de sfeer. Verrassend om na een kleine 45 jaar sommige dingen wel en sommige dingen niet te herkennen. 

De Indian Summer begon in Vias Plage waar we naar een paar dagen noodgedwongen van de camping moesten, want: sluiting in verband met einde seizoen. Verhuisd naar Palavas-les-Flots waar we verder gingen met in-tshirt-fietsen en plonzen-in-zee. Dieptepunt was een tochtje naar Montpeillier waar mijn fiets kennis maakte met een putje: 7 kilometer fietsduwen was het resultaat, maar op het eind van de middag ook een nieuwe band. 



Pineda de Mar werd ons volgende doel, we zitten dan inmiddels in Spanje. Vanuit Pineda hebben we de trein naar Girona gepakt, een verrassend leuk oud stadje. Veel trappen, hoge bultjes, een vis met veel graten en een toeristentreintje dat niet meer reed; voor de rest was het gezellig! Weer een mooi stukje Spanje dat we nog niet kenden. 



Daarna, omdat het er altijd leuk is, naar de Ebro Delta, naar l’Ampolla. De rijstoogst was in volle gang en uitgebreid bekeken hoe grote machines zo’n veld in een paar minuten kaalvreten. Prettige temperaturen, maar op het laatst werden we gezandstraald daar in de Ebro Delta. 



We besloten om het binnenland in te gaan naar “het mooiste plaatsje van Spanje”, Albarracín. Prachtig, deed me denken aan de Chinese Muur. Mooi gewandeld. Fijne temperaturen overdag, ’s nachts fris (want in de bergen). 



Via een paar pittige Pyreneeënetappes naar Toulouse waar we tijdens een zeer mooie fietstocht geconfronteerd werden met een minder prettige gebeurtenis: voorlamp brak af en kwam in het wiel terecht. Leuke buiteling gemaakt. Man heel, maar fiets stuk. Een paar etappes brachten ons via een min of meer bekende route terug naar huis (Creuse Nature, Lac du Der, Ittervoort en Tolkamer). 

Acht weken duurde ons camperverblijf, een maand lang waren we in het buitenland op pad. Mooie tijd, veel gezien, goed weer gehad (het werd natuurlijk steeds frisser tijdens onze reis naar het noorden). Nog één keer Confusius: “Over de dingen die voorbij zijn is het nutteloos te praten” en daar ben ik het dan een keer helemaal niet mee eens. 


En nu? We gaan ons weer bezighouden met belangrijk nieuws. Nieuws zoals het verdwijnen van frietkramen in Nederland en België. Nieuws zoals het noodweer dat een paar dagen geleden in Montpellier gewoed heeft, je weet wel: het 30-graden-Montpellier van mijn duwfiets. En natuurlijk nieuws van de musea, zoals Huis van het Boek dat tot maart een tentoonstelling heeft onder de titel “Foute boeken?”. Heb vroeger zonder problemen het schitterende boekje van onderwijzer Henri Arnoldus met de fijne titel “Oki en Doki bij de nikkers” gelezen (boek voor het eerst uitgegeven in 1957). Begin jaren 70 (voortschrijdend inzicht?) kreeg het de titel “Oki en Doki bij de negers” en in 1982 werd het definitief “Oki en Doki op een eiland”. Toch geweldig de volgende tekst? En waren we in 1957 racist? Absoluut niet! In het volgende stukje (uitgave 70er jaren) is het woord nikker al structureel veranderd in neger. Toch de tentoonstelling maar eens bezoeken. 

De sloep komt met een schok tegen de wal aan. 
Flap tuimelt haast in het water. 
Oki en Doki springen uit de sloep. 
Flap gaat zijn baasje achterna. 
Oki loopt voorop. 
Hij draagt een geweer over zijn schouder, net als een echte jager. 
Doki stapt achter hem aan. 
Doki voelt zich niet helemaal prettig. 
Het is hier muisstil. 
Waar zijn de negers? 
Zitten die al in hun hutten? 
Slapen ze al? 

Nee de negers slapen niet. 
“We hebben veel verdiend”, zegt het zwarte opperhoofd. 
“Jammer dat de blanke mensen niet op ons eiland komen anders…” 
“Anders aten we ze op!” roepen de negers, die rond de hut van het opperhoofd zitten.
“Blanke mensen smaken fijn”, zegt het opperhoofd. 
Hij likt zijn lippen eens af. 

Opeens kijkt het opperhoofd naar de zee. 
“Zie ik het goed”, fluistert hij. 
“Er ligt een boot dicht bij de kant. Aha!” 
Alle negers kijken nu naar de zee. 
Als de maan zo helder schijnt, kun je alles goed zien. 
Er springen twee mannen uit de sloep. 
Twee mannen met een hond. 
“Wat komen die doen?” vraagt het opperhoofd zacht. 
“Wacht negers. We pakken ze en we nemen ze mee naar het bos.” 
De negers weten wat er gaat gebeuren. 
Ze moeten die twee blanke mannen pakken en dan… 
Ja, ja, die boze negers weten het wel. 
Het zijn boze mannetjes.     

Voor de kenners: AVI-5. 

woensdag 16 oktober 2019

najaarstocht 2019 – 15: ittervoort en roermond 

Onze najaarstocht is bijna voltooid, nog een paar dagen en we kunnen onze eigen (stenen) woning weer betrekken, de tijdelijke bewoners zijn dan vertrokken. W is aan het aftellen, van mij mag het nog wel een maandje duren: als we thuis zijn komen er weer allerlei verplichtingen op ons af. De eerste afspraak (vergadering inzake vrijwilligerswerk op het gemeentehuis) staat al voor maandagmorgen half tien in de agenda. 

dinsdag 15 oktober: @ ittervoort 


Tegen achten was het voor de kraanvogels voldoende licht om massaal hun dagverblijven (voornamelijk maïsvelden) op te zoeken. Even de buikjes goed vullen voor de barre tocht naar het zuiden. Gelukkig was het net droog geworden, zodat ik met een kopje koffie in de hand de vertrekkende vogels kon bewonderen. W was weer naar het meer gelopen: “daar zie je ze alle kanten opvliegen”, het zij zo: ik had genoeg aan de duizenden die over ons busje vlogen. Een kleine twintig minuten en toen werd het stil, tenminste: de vogels krus-krusten niet meer. De regen daarentegen begon weer zachtjes op het camperdak te tikken. We mochten met de creditcard 4 € betalen voor de overnachting, overdag sta je gratis. 
Ruitenwissers aan en die nuttige accessoires zijn pas in Ittervoort definitief tot stilstand gekomen. Over de reis van het Lac du Der naar Ittervoort valt weinig te vertellen. We hebben al vele malen dit stuk afgelegd met steeds wisselende varianten. Tanken langs de autoweg in Luxemburg (€ 1,129 per liter), later kwamen we tientallen tankstations tegen langs de N4 van Arlon naar Bastogne: bij Martelange (en met name in het gehucht Haut Martelange) is de N4 grensweg: aan de oostkant ligt Luxemburg met prettig geprijsde brandstof, sigaretten en drank). Onthouden voor een volgend tochtje. Onze voorlaatste stop bij onze reisjes vanuit het zuiden is meestal de camperplaats in Ittervoort: fijne regendouche en een fantastische porseleinen troon. We hadden het rijk bijna voor ons alleen. Grootste verandering ten opzichte van het voorjaar (toen we er voor het laatst waren): de koeien waren geverfd, nu roodbont in plaats van zwartbont, volgens Jan (een van de twee eigenaren) vanwege het feit dat in Limburg praktisch geen zwartbont vee voorkomt. W tussen de buien door even naar Jan Linders gewandeld om noodzakelijke ingrediënten voor de pannenkoekenmaaltijd in te slaan. Kacheltje aan, koud in Nederland! We zagen overigens dat het op camping Creuse Nature, waar we maandagmorgen nog waren, vandaag niet warmer is geworden dan 10 graden. We mogen niet klagen. 

V: 145.880; A: 146.317 

Rijtemperatuur: tot aan Luik 12-13 graden, daarna 15. Regen. 

woensdag 16 oktober: 10.000 stappen door roermond 


Roermond is niet alleen de stad van de martelaren (in 1572 veroverden troepen van Willem van Oranje Roermond en Willem stond toe dat de stad geplunderd werd. Het meest viel te halen in kerken en kloosters en wie een pij aanhad en in de weg liep werd een kopje kleiner gemaakt). 

Roermond is vooral de geboorte- en sterfplaats van Pierre Cuypers, de architect. Bekend van het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam, maar vooral bouwer en restaurateur van kerken. Een paar kilometer van onze woonplaats verwijderd ligt Kranenburg. In opdracht van telgen uit het geslacht Van Dorth tot Medler bouwde hij daar onder meer de Sint Antonius van Paduakerk, nu in gebruik als Museum voor Heiligenbeelden. Een paar jaar geleden (augustus 2016) hebben we Kasteel de Haar bezocht, het vroegere optrekje van baron Etiënne van Zuylen-van Nijevelt. Dit sprookjespaleis is ook ontworpen door onze Pierre (en zijn zoon Jos). Het was toen een heldere dag zodat we mooie foto’s hebben kunnen maken. 




Met de bus naar Roermond. Onze relatie met bussen en dan vooral met dienstregelingen van bussen is een beetje gestoord. Keurig op tijd bij de halte van lijn 73. Bus vertrekt elk half uur… behalve in de herfstvakantie. Laat het nu net in Limburg herfstvakantie zijn. Dus een half uur mogen wachten op de uurdienst. Ruim dertig minuten het wilde Limburg mogen bewonderen vanuit de Arivabus. Op naar het Cuypershuis, oorspronkelijk het woonhuis en de werkplaatsen van Pierre Cuypers, nu omgebouwd tot museum met aandacht voor het werk van de architect. 




Ook was er een tijdelijke tentoonstelling “atelier F. Nicolas en Zonen”, een firma die gespecialiseerd was in het maken van gebrandschilderd glas en glas-in-loodramen. De onderneming heeft bestaan van 1855 tot 1939. In dat laatste jaar vertrok Joep Nicolas naar Amerika om daar het werk voort te zetten. Hij kwam in de jaren vijftig terug naar Nederland. 

Naar het Munsterplein om te zien hoe Cuypers de Onze Lieve Vrouwe Munsterkerk (daterend uit de 13e eeuw) heeft ontdaan van alle toevoegingen uit met name de 17e eeuw en vervolgens heeft voorzien van vier gloednieuwe torens. Er is behoorlijk wat commentaar geweest op deze restauratie/renovatie. De kerk staat op dit moment opnieuw in de steigers, ik kon de foto nog net zo maken dat het blauwe plastic niet te zien is. 





Nabij het Munsterplein is Bufkes, een prettige broodjeszaak, te vinden. Nog nooit van gehoord, maar wel lekker: een piegata, W met ham en mozzarella, ik met gegrilde kip en bacon. Nog even naar de outlet en via de Roer terug naar het station, waar de bus (op deze tijd van de dag wel een halfuursdienst) bijna op ons stond te wachten. W deed de boodschappen bij Jan Linders en het werd verrassend een broodje knakworst met zuurkool. 



Niet warmer dan 15 graden, tijdens de regenbui zaten we in het museum.      

dinsdag 15 oktober 2019

najaarstocht 2019 – 14: kraanvogels kijken 

maandag 14 oktober: @ lac du der 


Langzaam maar zeker vertrekt iedereen van Creuse Nature, wij dus ook. Niet alleen gaat de camping in winterslaap, maar er komt ook ander weer aan. Even afrekenen: 20 € per dag plus 2 x 33 cent toeristenbelasting. Brood was niet meer op de camping te krijgen, gisteren nog wel en daar hadden we nog een restantje van overgehouden. Beetje ruim beleggen en dan is het ook weg te pruimen. W heeft vannacht een uurtje wakker gelegen, een stel uilen waren druk bezig kabaal te maken. Tijdens het eerste gedeelte van onze rit (binnendoor van Boussac naar La Charité sur Loire) mocht ik een uur lang luisteren naar verschillende uilengeluiden, toch fijn dat je overal en altijd internet hebt. Ransuilen, steenuilen, kerkuilen en nog een hele rits kwamen voorbij: blaffen, kwaken, miauwen en uiteindelijk werd de conclusie getrokken dat het bosuilen geweest moeten zijn die mijn teerbeminde een tijdje uit haar slaap hebben gehouden. Was te verwachten: de camping ligt in een bos. Foto Wikipedia.

Het stukje binnendoor naar La Charité hebben we nog nooit gereden en om eerlijk te zijn: we zullen het ook nooit meer onvoorbereid doen. Normaal weet zij van Google Maps alles over de route en met name over afsluitingen, maar deze keer had ze geen rekening gehouden met witte weggetjes met dunne rode streepjes (de legenda van onze Frankrijkatlas van Michelin vertelt dat dit “beperkt opengestelde wegen” zijn). Inderdaad beperkt opengesteld: we kwamen een paar keer vrolijke slagbomen tegen (die uiteraard een horizontale positie hadden ingenomen). Een vriendelijke Française vertelde ons dat er op dit ogenblik legeroefeningen bezig waren, dat daarom het militaire terrein waar de weg doorheen liep was afgesloten en dat we òf konden wachten tot vrijdagmiddag douze heures òf een eindje om konden rijden. We hebben maar gekozen voor het laatste. Kwamen nog regelmatig afwegen met slagboompjes tegen en ook nog een keer een met prikkeldraad afgebakend terrein dat de 702 Avord Air Base moest voorstellen (later opgezocht). 


Vanaf La Charité sur Loire was het bekende koek, we rijden het zo’n twee keer per jaar: de N151 via Clamency aan de Yonne (winkelen en tanken bij E Leclerc, W had nog wat “speciale” dingen nodig die ze bij onze huissuper niet verkopen) naar Auxerre (niet door de stad maar door de kersenboomgaarden); dan de N77 naar Troyes (met een leuke stopplek langs de Route Nationale), de D960 en D400 naar Montier en Der en dan is het nog maar een klein stukje naar Giffaumont-Champaubert: Aire de Camping-Car Chantecoq, code Campercontact 1176. 



Onze vaste lezers weten dat we hier zeer regelmatig komen en we vinden het nog altijd super. We dachten eerst dat we voor de kraanvogels wat aan de vroege kant waren, maar dat viel reuze mee. We hebben er duizenden gezien. W - gewapend met vergrootogen zodat ze ver kon kijken - zocht het meer op; ik zag ze vanuit mijn stoeltje bij de camper (gewapend met een blikje bier) ook terugkeren naar hun slaapplaatsen en tussen het geschreeuw van de vogels door kon ik een eenvoudige-doch-voedzame maaltijd bereiden: speklapjes, gebakken aardappelen, kidneybonen met gebakken ui. Het leven kan simpel zijn en toch geweldig!



De grote trek van de kraanvogels is inmiddels begonnen: de fladderaars starten vanaf hun geboortegrond in de Scandinavische landen met als eindpunt Zuid-Afrika. Om deze lange en vermoeiende tocht te onderbreken nemen ze een tussenstop bij het Lac du Der, een kunstmatig meer aangelegd om de jongens en meisjes in Parijs droge voeten te laten houden. Sommige vogels blijven plakken tot de lente (en soms nog langer), andere vliegen door naar het zonnige zuiden. In het voorjaar herhaalt zich dit spektakel maar dan fladderen de beestjes de andere kant op. Zie het kaartje met (een deel van) de trekroute. Veel vogelaars zijn ook fotograaf en hebben grote toeters bij zich. Ons telefoontoestel kan daar niet tegenop. Zie het verschil tussen een foto die door mij gemaakt is en een door ene C. Tomassen (foto staat op de website van Champagne Ardennen toerisme). 




V: 145.472; A: 145.880 
Rijtemperatuur tussen 17 en 26 graden; sluierbewolking - ander weer op komst.  

zondag 13 oktober 2019

najaarstocht 2019 – 13: wonden likken in de creuse 

Beetje bont en blauw wakker geworden met een rechter knieschijf die vijf graden warmer aanvoelt dan de linker. Leuke bloeduitstorting rond de navel waar het stuur mijn arme buikje geraakt heeft, pijnlijke elleboog en polsgewricht. De voornaamste schade: een geknakt ego. Voilà het resultaat van een leuk fietstochtje. Kon er nog wel mee autorijden, weer een geluk voor W. 

zaterdag 12 oktober: @ boussac 

Vandaag een groot gedeelte gedaan van de voormalige N20, weer zo’n heerlijke route die vroeger Parijs verbond met het zuiden, één van de vier noord-zuidverbindingen van Frankrijk. Er is niet veel meer van overgebleven: tegenwoordig mag alleen nog een klein stukje in de Pyreneeën de naam N20 dragen, de rest is geen Route Nationale meer maar is overgedragen aan de verschillende departementen en draagt dus een D-nummer. Wij pakten de route van de voormalige N20 op in Toulouse en volgden deze via de D820 omdat de A20 tot aan Brive het etiket peage draagt (zuinige Nederlanders dus). De D820 was ook goed te doen: over Montauban, Cahors (daar ooit een keer een etappe van de Tour de France gezien, maar dat was nog in de tijd van het groene busje), Souillac (midden in de Dordogne) en bij Brive-la-Gaillarde werd de A20 die parallel aan ons asfalt liep en soms links en soms rechts van het busje had gelegen gratis, dus konden we met goed fatsoen en gesloten portemonnee de autosnelweg pakken. De A20 is voor het grootste deel in de jaren 90 aangelegd, maar de laatste stukken zijn pas in 2003 geopend. In de buurt van La Souterraine verlieten we de A20 om op een heel prettige vierbaansweg (N145) richting Montluçon te karren tot het blikken stemmetje van Google Maps ons opdracht gaf om de laatste kilometers via kleine binnenweggetjes naar Boussac te rijden. 



Het jachtseizoen is geopend, tegenwoordig rijden jagers niet meer te paard maar in stevige 4wheeldrives. De jachthonden mochten nog wel te poot en op een bepaald moment versperde een meute ons de weg. Regelmatig waren er geweerschoten te horen. 

Nadat we in de loop van de dag de Garonne, de Tarn, de Lot en de Dordogne waren overgestoken (en sommige rivieren meerdere keren) kwamen we in de loop van de middag in het gebied van de Creuse aan. Bijgaand kaartje laat zien dat de rivier de Creuse tot het stroomgebied van de Loire hoort. 

Creuse is ook de naam van het departement, waarvan de inwoners Creusois genoemd worden. De economie van die gebied wordt gedomineerd door de landbouw. Er is sprake van een flinke ontvolking: veel jongeren die geen werk vinden in de landbouw trekken weg. In de periode 1962 tot 2013 is de bevolking met 25 % gedaald. De Creuse ligt midden in Frankrijk en midden in de Creuse ligt de camping van Els en Reinier: camping Creuse Nature (campercontact 59.391). 



Bijkomen en een trommeltje was (laten) draaien. En voor W: een binnenzwembad(je). 



V: 145.044; A: 145.472 
Rijtemperatuur: tussen 17 en 25 graden, op de camping nog even een graadje warmer. 

zondag 13 oktober: @ boussac 

Boussac ligt in het hart van de Creuze. Twee jaar geleden zijn we naar het stadje gewandeld en kwamen veel gesloten panden tegen. Vandaag zijn we niet buiten de poort van de camping geweest (alleen W drie meter, maar daarover later meer). De belangrijkste attractie van Boussac is het kasteel (voornamelijk 15e eeuw). Privé-eigendom, je zult het maar moeten onderhouden en verwarmen (foto toeristendienst Boussac). 



We hebben de dag in alle rust doorgebracht, in het zonnetje met maximaal 28 graden (volgens de app van onze Huawei’s; ze gaven beide hetzelfde aan, da’s dan wel weer fijn). Beetje over het terrein sjoksen, W zwemmen (buitenbad was net een paar dagen geleden "ontmanteld" en in de vijver mag niet gezwommen worden, maar het binnenbad was nog open), veel lezen, zelfs nog een cache gevonden net buiten de poort van de camping en natuurlijk plannen maken voor de rest van de week. MeteoFrance liet weer eens zien dat het vandaag nog goed toeven is in deze omgeving, maar dat het maandag in de loop van de dag een stuk minder wordt (Meteosat 11, satellietfoto van 13 oktober 12:00 uur). Voorlopig hebben we het niet slecht, morgen toch maar een rijdagje. Theoretisch zouden we nog een dagje kunnen blijven, want de camping sluit pas dinsdag haar poorten.




     

vrijdag 11 oktober 2019

najaarstocht 2019 – 12: fietsen nabij toulouse 

vrijdag 11 oktober: @ toulouse 

Er heeft een verkeerd kaartje bij het vorige verslag gestaan, ongetwijfeld heeft niemand dat gemerkt. We zaten namelijk niet meer in de regio Aragón, maar precies 200 meter over de grens: Cataloniė. Aragón of Catalonië, het was er koud vannacht. Vanmorgen om half acht bij het opstaan gaf de thermometer binnen 7,9 graden aan en buiten 4. Gelukkig hebben we nog genoeg gas, dus branden met die kachel. Dit soort temperaturen kun je verwachten in deze tijd van het jaar op 988 meter hoogte. Tijdens het rijden werd het nog een graadje kouder, dus de autoverwarming een tijd aangehad. 

Onze route naar Frankrijk ging via de Vielhatunnel, een tunnel die onder de 2290 meter hoge Port de Vielha ligt. Over dit pasje is nooit een weg aangelegd, wel over de Port de La Bonaigua (2072 meter hoog), een paar kilometer naar het oosten. Even heb ik de mogelijkheid geopperd om die route te nemen, maar toen W de specificaties van de weg zag vond ze het nemen van dit pasje een serieuze reden tot echtscheiding. Heb dus maar eieren voor mijn geld gekozen en na de leuke weggetjes van gisteren moet ik haar eigenlijk gelijk geven. 

De tunnel van Vielha/Viella verbindt de Val de Arran in het noorden met de rest van de provincie Lleida in het zuiden. De Val de Arran ligt dus aan de noordkant van de Pyreneeën en is daarmee een vreemde eend in de bijt. Bij de Vrede van de Pyreneeën (7 november 1659) kwam er een eind aan de Spaans-Franse conflicten die voortvloeien uit de Dertigjarige Oorlog (1618 – 1648). Gedurende die periode lag heel Europa met elkaar overhoop, inclusief de overzeese gebiedsdelen. Eigenlijk de allereerste wereldoorlog dus. De Dertigjarige Oorlog veranderde de geopolitieke situatie in Europa voorgoed. De Vrede van Münster regelde veel zaken, zoals de onafhankelijkheid van Nederland van Spanje. De Spanjaarden en de Fransen waren nog niet uitgeravot, dit duurde nog een paar jaar. In 1659 kreeg Frankrijk Spanje eindelijk op de knieën en werd de Vrede van de Pyreneeën gesloten. In het verdrag werd vastgelegd dat de waterscheiding van de Pyreneeën de grens tussen beide landen zou vormen. Dit betekende dat het deel van het gebergte waar de rivieren naar het noorden stroomden voortaan bij Frankrijk zou horen. Het gevolg was dat op sommige plaatsen de grens daarmee tot 40 kilometer naar het zuiden verschoof. Om een of andere duistere reden werd Val de Aran Spaans (was Frans). Het is daarmee een uitzondering op de regel van de waterscheiding want de Garonne/Garona stroomde en stroomt toch echt richting Frankrijk, tenminste als Bordeaux nog steeds bij Frankrijk hoort. Dit stukje Spanje in Frankrijk werd pas in 1925 op het Spaanse wegennet aangesloten door de aanleg van de C28 over de Bonaiguapas. In 1948 kwam de eerste Vielhatunnel gereed, die in 2007 werd vervangen door een nieuwe. Stelde niks voor die tunnel, met een poep en een zucht zaten we aan de andere kant. 


Een rustig tochtje door Frankrijk, vanaf de grens de N125 en daarna een combinatie van D-wegen en een stukje gratis autoweg (A64). Alleen de rit rond en door Toulouse was ronduit vervelend. We zijn aanbeland op camping Le Rupé in Toulouse (code Campercontact 26.830). Zwaar beveiligd, zelfs als voetganger of fietser moet je met een code door de poort. Misschien te maken met een erg groot gens de voyage-terrein op een paar honderd meter afstand? 18 € en 2 x 66 cent toeristenbelasting. Goed sanitair. 

Je kunt met de fiets langs het Canal Latéral à la Garonne naar het centrum van Toulouse. Volgens berichten is dit een mooi tochtje van zo’n 8 kilometer. Wij hebben wel datzelfde jaagpad langs het lateraalkanaal genomen maar de andere kant op. Even genoeg steden gezien. Leuk tochtje, eerst langs het kanaal, daarna langs de Garonne. 




Tot… Een fiets heeft een voorlicht, de mijne ook (beter gezegd: had). De lamp zit aan de stuurkolom vast met een stukje kunststof. Fiets is inmiddels tien jaar oud, stukje kunststof dus ook. Je snapt het al: een variant op metaalmoeheid. Als iets valt, valt het meestal naar beneden. Onder de stuurkolom draait een wiel. Weet je wat voor effect een koplamp kan hebben wanneer het in een draaiend wiel terecht komt? W reed achter me en is zich een hoedje geschrokken. Niets nieuws trouwens: ik heb wel vaker zo’n fietsavontuur en W rijdt altijd achter me, dus gemiddeld twee keer per jaar schrikt ze zich het apezuur. Kan ze mooi zien hoe ik halve salto’s maak en goed hard onderuit ga. In ieder geval: niet alleen koplamp stuk maar ook de elektrische aandrijving defect. Gelukkig is mijn lijf nog heel. “Fijn dat je een lange broek aan had: heb je geen schaafplekken op je benen, maar doe volgende keer als je gaat fietsen maar een harnas aan”, waren de troostende woorden van mijn wederhelft. 

De verkorte rit naar ons busje ging volgens de kaart van ons wonderappje Guru Maps over een pad, in werkelijkheid was het een (bijna) drooggevallen riviertje. 



Het waren weer leuke dingen voor de mensen. 

V: 144.840; A: 145.044 

Rijtemperatuur: 3 tot 23 graden; later op de camping nog een paar graad warmer.