Voor de jeugdige lezers die nog nooit van deze
carnavalskraker van La Bloemendaal gehoord hebben volgt hier het eerste
couplet. Wil je de tekst van het geheel, google maar even.
We kwamen uit de
kroeg, ik denk: De vloer die loopt wat schuin
D'r stond een hele grote paarse krokus in de tuin
Ik was misschien het spoor een beetje bijster
Want in de la, daar lag die dooie lijster
Dus vraag ik aan mijn man
"Lou, begrijp je daar wat van?"
donderdag 31 mei: fronleichnam
Het was zo mooi rustig op ons veldje: helemaal alleen
(behalve dan een eekhoorn, die lijster en wat ander beestenspul). Vandaag wordt
het drukker, volgens de beheerder van de camping, want feest in Duitsland. In
Nederland noemen we het Sacramentsdag, in Duitsland Fronleichnam. Overigens
alleen een (kerkelijke) feestdag voor de katholieke Duitsers. Gevierd wordt dat
de paus en zijn hulptroepen in 1215 tijdens het concilie van Lateranen besloten
dat tijdens elke eucharistie brood en wijn worden veranderd in lichaam en bloed
van Christus. Iets waar later de protestanten fel op tegen waren. Het verhaal
gaat dat protestantse boeren op Fronleichnam hun landerijen goed gingen
bemesten met gier zodat de katholieken tijdens de processie die op die dag
gehouden werd hun neus moesten dichtknijpen.D'r stond een hele grote paarse krokus in de tuin
Ik was misschien het spoor een beetje bijster
Want in de la, daar lag die dooie lijster
Dus vraag ik aan mijn man
"Lou, begrijp je daar wat van?"
donderdag 31 mei: fronleichnam
Duitsers in ons grensgebied hebben een lang weekend en wat
is er dan leuker dan een gezellige familiebijeenkomst te houden op dat veldje
waar dat kleine campertje staat. Resultaat: we zijn ingebouwd door Zelte,
Wohnwagen und Wohnmobile alle met RE van Recklinghausen op het Kenzeichen. “Kom
Kees, het is maar tijdelijk, ’t zal wel weer over gaan” (tekst Annie M.G.
Schmidt, muziek Harry Banning). De enige stroomkast op het veld moest overuren maken, maar heeft zich kranig gedragen.
We hadden ook andere “zorgen” aan ons hoofd: ’s
morgens kleinzoon T, ’s middags de twee kleindochters erbij en later op de dag
hun ouders om een vorkje mee te prikken. Wij waren aan het barbecueën, de
Duitsers aan het grillen: verschil moet er zijn, terwijl we toch ongeveer
hetzelfde deden. Later op de avond: kinderen en kleinkinderen weg, opa en oma bekaf maar voldaan
en tevreden en inslapen met Duitse kampvuurliedjes op de achtergrond. Het leven
kan mooi zijn.
Regen: een zegen voor de boeren. Schijnbaar niet genoeg,
want ze gingen stug door met het zelf beregenen van hun landerijen: je hebt zo’n
ding aangeschaft, dus moet je het gebruiken ook. De restanten van de barbecue
van donderdag bij ons (schoon)moeders verwerkt tot een eenvoudige doch voedzame
maaltijd en daarna op de camping ervaren dat een luifeltje niet alleen prettig
is om de zon te weren: je kunt buiten zitten zonder nat te worden.
Even een beetje achtergrondinformatie: Eibergen wordt in
1188 voor het eerst vermeld onder de naam Eckberghe. Het “hof van Eckberghe” (een
belevingspark met binnen- en buitenspeeltuinen en mini-zoo) verwijst naar deze
oude naam. Eibergen was in die tijd een kerspel (zeg maar parochie) waar een
groot aantal buurschappen zoals Hupsel, Mallem en Rekken toebehoorden.
Wereldlijk was het gebied onderdeel van de Heerlijkheid Borculo. In de 15e
eeuw kreeg het enkele stadsrechten, maar het is nooit een volledige stad (zoals
bijvoorbeeld Groenlo) geworden. Bovenstaande kaart geeft de situatie van het Kwartier van Zutphen weer in het jaar 1741
Dan nog wat over de term “buurschap” (zonder T). Een vrijwel
volledig verdwenen woord, omdat buurschappen (in de oorspronkelijke betekenis)
eigenlijk niet meer bestaan. Een buurschap werd gevormd door de eigenaren van
gronden en boerderijen in de buurt (de eigenerfden), verenigd in een samenwerkingsverband.
Buurschappen waren de grondslag van de middeleeuwse samenleving, belast met
onder meer rechtspraak, onderhoud van wegen en onderwijs. De vergadering van de
buurschap werd buurspraak genoemd. Een buurtschap (met een T) daarentegen is
een kleine bewoonde plaats of gebied met een eigen naam maar vaak zonder
duidelijk middelpunt zoals een kerk of een marktplein. Wanneer zo’n gemeenschap
wel een kerk heeft spreekt men van een kerkdorp. Zo heeft de gemeente
Oost-Gelre de buurtschap Zwolle en de kerkdorpen Vragender, Lievelde,
Harreveld, Zieuwent en Mariënvelde. Een buurtschap wordt aangeduid met een wit
bord met blauwe letters, een kerkdorp (net als andere plaatsen) met een blauw
bord met witte letters.
zaterdag 2 juni:
fietstocht neede en het needse achterveld

De bovenste foto hebben we niet zelf gemaakt, de foto van de dame in het blauwe fleecevest wel.
Onderweg zagen we een opvallend vogeltje met een rood staartje: inderdaad een gekraagde roodstaart. Weg voordat we zelfs maar aan het fototoestel konden denken, dus een afbeelding van internet geleend.
zondag 3 juni: zon, water
en spelende kleinkinderen