noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 5 juni 2018

de achterhoek – 2

Nog steeds op de Fontein in Eibergen en dat zal waarschijnlijk nog wel een paar daagjes duren. Niks mis met deze plek: konijntjes huppelen rond, we hebben een huiseekhoorn die zich elke dag komt melden, de duiven schijten ons dak onder (het gaat wel weer regenen, eens) en het stikt van het gefladderte van verschillend pluimage. Een nadeel van al die vogels: W begint tien keer per dag spontaan “Lou, d’r ligt een lijster in de la” te zingen, wanneer ze weer zo’n broertje of zusje (of is het neefje/nichtje) van de merel spot. Persoonlijk vind ik het geluid dat wijlen Adèle produceerde iets beter te pruimen (insiders weten dat W in haar eentje driestemmig kan zingen), maar “smaken verschillen” zullen we maar zeggen.

Voor de jeugdige lezers die nog nooit van deze carnavalskraker van La Bloemendaal gehoord hebben volgt hier het eerste couplet. Wil je de tekst van het geheel, google maar even.

We kwamen uit de kroeg, ik denk: De vloer die loopt wat schuin
D'r stond een hele grote paarse krokus in de tuin
Ik was misschien het spoor een beetje bijster
Want in de la, daar lag die dooie lijster
Dus vraag ik aan mijn man
"Lou, begrijp je daar wat van?"

donderdag 31 mei: fronleichnam

Het was zo mooi rustig op ons veldje: helemaal alleen (behalve dan een eekhoorn, die lijster en wat ander beestenspul). Vandaag wordt het drukker, volgens de beheerder van de camping, want feest in Duitsland. In Nederland noemen we het Sacramentsdag, in Duitsland Fronleichnam. Overigens alleen een (kerkelijke) feestdag voor de katholieke Duitsers. Gevierd wordt dat de paus en zijn hulptroepen in 1215 tijdens het concilie van Lateranen besloten dat tijdens elke eucharistie brood en wijn worden veranderd in lichaam en bloed van Christus. Iets waar later de protestanten fel op tegen waren. Het verhaal gaat dat protestantse boeren op Fronleichnam hun landerijen goed gingen bemesten met gier zodat de katholieken tijdens de processie die op die dag gehouden werd hun neus moesten dichtknijpen.

Duitsers in ons grensgebied hebben een lang weekend en wat is er dan leuker dan een gezellige familiebijeenkomst te houden op dat veldje waar dat kleine campertje staat. Resultaat: we zijn ingebouwd door Zelte, Wohnwagen und Wohnmobile alle met RE van Recklinghausen op het Kenzeichen. “Kom Kees, het is maar tijdelijk, ’t zal wel weer over gaan” (tekst Annie M.G. Schmidt, muziek Harry Banning). De enige stroomkast op het veld moest overuren maken, maar heeft zich kranig gedragen.
We hadden ook andere “zorgen” aan ons hoofd: ’s morgens kleinzoon T, ’s middags de twee kleindochters erbij en later op de dag hun ouders om een vorkje mee te prikken. Wij waren aan het barbecueën, de Duitsers aan het grillen: verschil moet er zijn, terwijl we toch ongeveer hetzelfde deden. Later op de avond: kinderen en kleinkinderen weg, opa en oma bekaf maar voldaan en tevreden en inslapen met Duitse kampvuurliedjes op de achtergrond. Het leven kan mooi zijn.
vrijdag 1 juni: rust en regen

Regen: een zegen voor de boeren. Schijnbaar niet genoeg, want ze gingen stug door met het zelf beregenen van hun landerijen: je hebt zo’n ding aangeschaft, dus moet je het gebruiken ook. De restanten van de barbecue van donderdag bij ons (schoon)moeders verwerkt tot een eenvoudige doch voedzame maaltijd en daarna op de camping ervaren dat een luifeltje niet alleen prettig is om de zon te weren: je kunt buiten zitten zonder nat te worden.

Even een beetje achtergrondinformatie: Eibergen wordt in 1188 voor het eerst vermeld onder de naam Eckberghe. Het “hof van Eckberghe” (een belevingspark met binnen- en buitenspeeltuinen en mini-zoo) verwijst naar deze oude naam. Eibergen was in die tijd een kerspel (zeg maar parochie) waar een groot aantal buurschappen zoals Hupsel, Mallem en Rekken toebehoorden. Wereldlijk was het gebied onderdeel van de Heerlijkheid Borculo. In de 15e eeuw kreeg het enkele stadsrechten, maar het is nooit een volledige stad (zoals bijvoorbeeld Groenlo) geworden. Bovenstaande kaart geeft de situatie van het Kwartier van Zutphen weer in het jaar 1741
Dan nog wat over de term “buurschap” (zonder T). Een vrijwel volledig verdwenen woord, omdat buurschappen (in de oorspronkelijke betekenis) eigenlijk niet meer bestaan. Een buurschap werd gevormd door de eigenaren van gronden en boerderijen in de buurt (de eigenerfden), verenigd in een samenwerkingsverband. Buurschappen waren de grondslag van de middeleeuwse samenleving, belast met onder meer rechtspraak, onderhoud van wegen en onderwijs. De vergadering van de buurschap werd buurspraak genoemd. Een buurtschap (met een T) daarentegen is een kleine bewoonde plaats of gebied met een eigen naam maar vaak zonder duidelijk middelpunt zoals een kerk of een marktplein. Wanneer zo’n gemeenschap wel een kerk heeft spreekt men van een kerkdorp. Zo heeft de gemeente Oost-Gelre de buurtschap Zwolle en de kerkdorpen Vragender, Lievelde, Harreveld, Zieuwent en Mariënvelde. Een buurtschap wordt aangeduid met een wit bord met blauwe letters, een kerkdorp (net als andere plaatsen) met een blauw bord met witte letters.

zaterdag 2 juni: fietstocht neede en het needse achterveld

Bewolkt, maar temperaturen oplopend naar 25 graden en meer. Tijd voor een fietstochtje. Deze keer de kant van Neede op met de beklimming van de Needse Berg. Op 33 meter hoogte aangekomen blijk je sinds begin dit jaar nog een extra 14 meter te kunnen klimmen. Er staat namelijk boven op de Needse Berg een uitkijktoren met 52 traptreden. Als je al die treden hebt beklommen mag je hopen dat je helder weer hebt: je kunt dan Eibergen, Rietmolen en Borculo zien. Na de Needse Berg een mooi pad door het voormalige zwembad “de Vleer”. Het natuurbad werd in 1934 in gebruik genomen (zand op de bodem en het water werd aangeleverd door de Schipbeek). Toen het bad in 1992 werd opgedoekt, besloot men het gebied terug te geven aan de natuur. Kort geleden heeft men er een kikkerpoel van gemaakt door de bodem te verhogen waardoor het bassin ondieper werd. Daarna een mooie route door het Needse Achterveld, een 110 hectare groot natuurgebied dat uniek is omdat er een van de laatste stukjes natte heideveld in Nederland te vinden is.
 
 
De bovenste foto hebben we niet zelf gemaakt, de foto van de dame in het blauwe fleecevest wel.
Onderweg zagen we een opvallend vogeltje met een rood staartje: inderdaad een gekraagde roodstaart. Weg voordat we zelfs maar aan het fototoestel konden denken, dus een afbeelding van internet geleend.
 
En toen kwam er een bericht dat drie kleinkinderen met hun papa en mama de tent zouden opzetten op onze camping. Leuk, dus maar versneld terug naar ons huis op wielen. Dat had nogal wat voeten in de aarde. De N18 is een schitterende weg (voor auto’s) maar als een soort ijzeren gordijn scheidt deze strook asfalt het westen van het oosten. Daar waar je vroeger honderden wegen tot je beschikking had zijn slechts een paar viaducten en fietstunnels over en onder de autoweg aangelegd. De rest van de wegen loopt dood. Als je je dan ook nog bedenkt dat er nog steeds veel aan de wegen in de Achterhoek wordt vertimmerd (dus veel afsluitingen en omleidingen, met name in Neede en de directe omgeving) dan is het een hele klus om zonder kaart en knooppunten “op het gevoel” de weg te bepalen. Heb ik al verteld dat de bermen van de nieuwe weg en de op- en afritten zo mooi zijn? Ingezaaid met een mix van onder meer rogge, klaprozen en korenbloemen. Zo zag de Achterhoek er in mijn jeugd en jonge jaren uit (maar dan hele akkers en niet alleen stukjes berm). De namiddag en avond doorgebracht in de schoot van de familie, waarbij natuurlijk pannenkoeken niet konden ontbreken.
 
 
zondag 3 juni: zon, water en spelende kleinkinderen
Eigenlijk valt er niet veel meer te vertellen dan wat er in de titel staat. Iedereen vermaakte zich uitstekend, waarbij de rol van oma vooral uit meespelen bestond en opa een ieder regelmatig voorzag van wat te eten en te drinken. Tussendoor moest er nog even geoefend worden voor de Achterhoekse kampioenschappen stoelenmatten. De Duitse enclave deed er uren over om op te breken en om ons heen verdwenen ook langzaam maar zeker de onderkomens die door andere vakantiegangers voor één of twee nachtjes waren opgebouwd. Om een uur of zes waren we weer (bijna) alleen. Een mooi weekend.