de laatste dagen op de fontein
Aan alle leuke dingen komt een eind, zo ook ons (relatief
lange) bezoek op camping de Fontein. Prima camping, met maar twee minpunten: sinds mei
van dit jaar ligt het pal naast de nieuwe N18 waardoor de absolute stilte van
voorgaande jaren verdwenen is èn het ligt in een gebied waar het 4G-netwerk
niet al te stabiel is, waardoor we af en toe een rammelende internetverbinding
hadden. Nu heeft de Fontein wel internet via Wifitenne, maar daarvoor moet je
voor een gratis signaal naar de receptie of je mag betalen wanneer je internet tot in je
huisje wilt hebben.
Een aantal dagen stonden in het teken van mantelzorgen: twee
(schoon)moeders van boven de 90 vergen de nodige aandacht, de een momenteel wat
meer dan de ander. Woensdag 6 juni konden we weer op de pedalen. Deze keer stonden de kerkepaden van Beltrum centraal. De rooms-katholieke kerk van Beltrum werd in 1847 in gebruik genomen. Toen Beltrum nog geen eigen kerk had bezochten veel kerkgangers de kerk in Zwillbrock (net over de Duitse grens). De reden van het kerkbezoek over de grens was dat in 1648 in de hele Republiek der Verenigde Nederlanden de katholieke eredienst verboden werd (tot 1795); bestaande kerken moesten worden afgestaan. Om bij de kerk in Zwillbrock te komen volgden de gelovigen de vele kerkepaden die spontaan ontstonden vanaf boerderijen langs beken, essen (hooggelegen akkergronden) door bossen en langs weilanden. Rekken (een Nederlands grensplaatsje) vervulde een soortgelijke functie: hier gingen de protestantse Duitsers ter kerke.
Veel kerkepaden in de Achterhoek zijn inmiddels in ere hersteld en worden ten behoeve van fietsers en wandelaars onderhouden door vrijwilligers. Een mooie fietsroute die ons eerst langs de oeverzwaluwenmuur en vleermuizenkelder bracht, ons vervolgens uitnodigde voor een kopje koffie op het terras van recreatiecentrum het Marveld in Groenlo (het Marveld vierde onlangs zijn 50-jarig bestaan; snel even een foto gemaakt van de nieuwe serie recreatiebungalows) en langs de Slinge via Beltrum ons weer bij ons mobiele huis afleverde.
Warm, 30 graden. De boeren waren druk in de weer om het gras binnen te halen, kale gifgroene velden blijven daarbij achter. Het woord “grasfalt” schoot me te binnen, maar toen ik dit woord later opzocht bleek het juist een milieuvriendelijk tintje te hebben: asfalt vermengd met olifantengras, waardoor bepaalde giftige bindingsmiddelen in het asfalt achterwege gelaten kunnen worden.
de Heerlijkheid Borculo
We hebben 12 dagen doorgebracht in de “Heerlijkheid Borculo”,
een gebied dat ruwweg Borculo, Eibergen, Neede, Rekken en Geesteren omvat.
Lichtenvoorde hoorde er soms ook bij, al was het een eigen “Heerlijkheid”.
Groenlo ontbreekt in dit rijtje, omdat het staatkundig vanaf 1236 een aparte
plaats inneemt. De Heerlijkheid Borculo hoorde eerst tot het graafschap Lohn
(van Stadtlohn en Südlohn) maar ging al snel over in handen van het vorstbisdom
Münster (Groenlo werd in 1236 gekocht door Graaf Otto II van Gelre) en bleef
dat tot 1615. Toen zei Gelre na een ruim 50-jarig getouwtrek met als centrale
thema erfopvolging: pik binnen, ’t is winter. Beetje tricky allemaal want het
vonnis tot toewijzing aan Gelre werd geveld door het Hof van Gelderland. Nevenstaande foto laat de laatste bladzijde van dit vonnis zien. Zonder dat vonnis
zou dit gedeelte van de Achterhoek zeer waarschijnlijk nu Duits grondgebied
zijn. De vorstbisschoppen van Münster hebben nog wel geprobeerd dit landjepik
ongedaan te maken. Berucht was vooral Bernard van Galen (bijgenaamd Bommen
Berend) die nog twee korte oorlogen voerde om het gebied terug te krijgen in
Münsterse handen, maar het mocht niet baten.
Woensdagavond werden we verrast door de komst van de camper
van broer/zwager en schoonzus en hun kwispelgeval. Zij gaan een dag of 10 op stap en de bedoeling
is dat wij hun erf gaan bewaken en de jonge aanplant nathouden. Het werd warempel weer even "druk" op ons veldje. Even de laatste zaken doornemen tijdens een
prettige barbecue. Je kunt merken dat we allemaal een jaartje ouder worden: het
werd niet eens zo heel erg laat.
Nog één keer (donderdag) de kleinkinderen op visite: je kunt
zo lekker zwemmen bij opa en oma en dan op vrijdag in de stromende regen naar
Kotten, een buurtschap van Winterswijk. Daarover een volgende keer meer. We hebben fijne dagen gehad in Eibergen, waarbij het weer natuurlijk ook meegespeeld heeft. En dan moet nog even het oventje dat ik van de kinderen op mijn laatste verjaardag kreeg, vermeld worden: de eerste keer walmen en verbranden, maar vanaf de tweede keer kwamen de broodjes op een prettige wijze uit de ovenpan. Dat donkere op de foto is slechts schaduw! Binnenkort maar eens ovenfriet proberen.