noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 24 juni 2017

sail en marinedagen den helder

donderdag 22 tot zondag 25 juni: @ den helder

In augustus 2015 hebben we goede ervaringen opgedaan met een evenement van de NKC, de “vakbond voor camperaars”, toen we met deze club Sail Amsterdam bezochten. Zie eventueel http://berrynales.blogspot.nl/2015/08/sail-amsterdam.html. Dit jaar was het de beurt aan een soortgelijk evenement in Den Helder, waarbij niet alleen ruim dertig windjammers te zien waren, maar ook de Koninklijke Marine zich van haar beste kant toonde (marinedagen). Ook deze keer verzekerden we ons van een overnachtingsplek door weer met de NKC in zee te gaan. 252 Kilometer en een kleine drie uur na vertrek (ja: een beetje verreden rond Amsterdam) konden we Puzzel parkeren op Jachtwerf Den Helder aan het Arsenaal, een uitstekende plek op een kilometertje afstand van het feestgebeuren. Daar waar een tijdje geleden nog boten gestald stonden, was nu plek vrij gemaakt voor een 40-tal campers (de buscampertjes waren weer beduidend in de minderheid).
 
Op donderdagmiddag een verkennend rondje om onder meer de tall ships op de rede van Den Helder en Texel te zien liggen, een bezoek aan een booreiland (we dachten dat we een rondleiding over afvalverwerking met behulp van boten zouden krijgen, maar we namen het verkeerde toegangspoortje) en een fietstocht door de havens, eerst met en later zonder een zonnetje. We moesten de telefoon van W gebruiken om de weg terug te vinden, de meeuwen hadden de broodkruimels opgegeten. Net voor een gezellig buitje bereikten we onze vier (eigenlijk vijf) wieltjes, zodat de druppels wel op de bus maar niet op de bewoners vielen. Het happy hour duurde voor ons maar drie kwartier en de wijntjes midden op de middag zorgden ervoor dat we een gat in de avond sliepen, zodat het al tien uur was voor borden en bestek weer waren ingeruimd.
 


Vrijdag was de dag van de 18.775 stappen, omgerekend 13,1 kilometer. Ook de dag van “het-is-tien-graden-kouder-dan-gisteren”. Op de fiets naar de Nieuwe Haven (sinds 1958 de hoofdhaven van de Koninklijke Marine); het is de thuishaven voor alle Nederlandse marineschepen en hun ondersteuning (zeg maar: onderhoudsdiensten). De marine moet meer de eigen broek ophouden, vindt onze regering, dus sloot men in 2013 een overeenkomst met de Haven van Den Helder. Er zijn afspraken gemaakt om ook civiele schepen af te meren en te servicen in de marinehaven. Onze eerste activiteit was een rondleiding (in een marinebusje-met-kuren) door het havengebied en “wilt u géén foto’s maken a.u.b.”. Wel interessant maar veel technische informatie. Als je weet dat ik niet verder kom dan het (bijna) juiste gebruik van hamer en schroevendraaier moet je niet proberen het verschil uit te leggen tussen hoog- en laagvoltage radar. Daarna was het water in het duikbassin van de Marine niet echt aan ons besteed: zo'n heisa om je om te kleden.

Ook de compound van het Korps Mariniers hebben we maar overgeslagen: klimmen, tokkelen, skiën, hindernisbaan afleggen, met losse flodder schieten, gecamoufleerd worden, rijden in rupsvoertuigen en het afleggen van een survivalparcours stonden niet gepland voor vandaag. In plaats daarvan bezochten we Zr. Ms. Rotterdam LPD, waar Zr. Ms. staat voor Zijner Majesteits en LPD voor Landing Platform Dock (in de ogen van W een kruising tussen een veerboot en een dok). De website van de marine geeft de volgende omschrijving: “het vormt een combinatie van een vliegveld, haven, parkeergarage, ziekenhuis, hotel en communicatiecentrum”. Doel van het schip: zelfstandig kunnen afzetten van een grote groep mariniers (600 man) met de daarbij behorende uitrusting en voorraden middels landingsvaartuigen en/of helikopters. Een groot deel van het schip was te bezoeken, inclusief de operatiekamer, de intensive care en de noodziekenboeg. Het schip wordt sinds 1998 ingezet voor internationale vredesoperaties en voor humanitaire doeleinden, dus niet alleen om ons land te verdedigen tussen 9.00 en 16.00 uur. De foto hierboven is eigendom van de Koninklijke Marine (geloof ik).
 
 

We moesten snel fietsen om nog een staartje van de crewparade mee te kunnen maken in het centrum van Den Helder. Opvallend veel jonge Russische knullen: een groot aantal bemanningsleden heeft nog nooit een scheermes aangeraakt. De bemanning van het schip uit Oman was mooier om te zien, dus de fotokeuze was niet moeilijk. En na de parade mochten we alweer “uit-eten”!

 

De middag werd afgesloten met een vaartochtje in een oude reddingsboot van de club van Doris Rijker. Drie kwartier lang konden we foto’s schieten van elkaar en van de boten aan de kade. Nu kan ik van elk schip een verhaal van een paar pagina’s schrijven, maar daar is niemand (behalve ikzelf) in geïnteresseerd volgens W. Eén klein dingetje dan, omdat ik het niet laten kan: het Spaanse zeilschip Noa Victoria heeft eerder deze week een aanvaring gehad in de haven van Oudeschild (op Texel) en is flink beschadigd geraakt. De stuurman van het Bulgaarse tallship Royal Helena wist het verschil niet meer tussen koppeling en rem (of zoiets) en voer recht tegen de zijkant van het Spaanse bootje aan en omdat de zijkant (net als de rest van de boot) van hout was, gaf het veel splinterwerk.
Omdat we ’s middags pas aan de 10 kilometer loopwerk zaten, mochten we ’s avonds nog even (wandelend) naar de lampjes en het vuurwerk kijken. Het werd een latertje.

 

Gelukkig dat we de voornaamste bezichtigingen al achter de kiezen hadden, omdat het zaterdag erg druk in de havens werd. Gelukkig konden we nog zonder in de rij te hoeven staan het Nederlands Lichtschip Texel (lichtschip nr. 10) bezichtigen. Het schip was in dienst van 1952 tot 1992. Eigenlijk is het een vuurtoren op een boot. Aanvankelijk telde de Texel 11 bemanningsleden, maar in 1976 werd het volledig geautomatiseerd. Of de opvarenden toen in de WW terechtgekomen zijn vertelt het verhaal niet. Sinds 1996 ligt het in de museumhaven van Willemsoord, wordt door vrijwilligers weer helemaal in de oorspronkelijke staat teruggebracht en kan door belangstellenden bekeken worden.







Een tweede bootje dat we zonder eerst te moeten que-en mochten bekijken was het oudste nog bestaande Nederlandse marineschip dat in Nederland is gebouwd. De Zr. Ms. Bonaire dateert uit 1877. Het schip had drie masten, maar als de wind wat ongunstig werd kon het ook voortbewogen worden door een stoomgedreven schroef. Het lag oorspronkelijk als wrak in dok 1 van de Oude Rijkswerf Willemsoord te wachten op geldschieters die een restauratie zouden bekostigen. In 2005 was er eindelijk zicht op voldoende pecunia en begon men met de restauratie. Het schip zal niet meer gaan varen. Masten en tuigen worden wel geplaatst, maar de zeilen (en ook de motor) zullen ontbreken. Het schip zal permanent droog liggen in het Oude Dok (uit 1822).
Uiteindelijk zijn we de drukte ontvlucht en hebben een mooie knooppuntentocht gefietst door de duinen en langs de Noordzeedijk.

We sloten Sail en de Marinedagen af onder het motto “het is geen feest als Imca niet is geweest”. Het optreden van Imca Marina viel echter samen met de barbecue van het NKC--gezelschap. We laten in het midden waarvoor we uiteindelijk gekozen hebben. Het waren erg indrukwekkende dagen. We hebben weer genoten.    
  
 
 
 
 
 
 
 
  
 
 
 
 
 

woensdag 21 juni 2017

de schaduw in

zondag 18 tot woensdag 21 juni: @ eibergen

Tegen de langste dag van het jaar aan: zon op 5:13, zon onder 21:57 en dat blijft nog wel een paar dagen. Wat ook een paar dagen blijft is de slogan “zoek vooral de zon niet op” want zelfs in de schaduw is het puffen. Laten we nu in onze achtertuin een camping hebben waar je (een groot deel van de dag) in de schaduw van een paar robuuste dennen kunt staan, waardoor het niet alleen overdag een stuk aangenamer is, maar ook de temperatuur in het puzzeltje niet te hoog oploopt, zodat de nachten niet echt fris zijn maar wel draaglijk. Daarbij: camping de Fontein in Eibergen heeft een heerlijke plas water. In de loop van zondag vertrokken alle weekendgasten, zodat we een complete kampeerweide voor ons alleen hadden. Overigens staat nadrukkelijk in het campingreglement dat naakt zwemmen niet is geoorloofd en dat je ook op de rest van de camping de broek aan moet houden. Voor de Duitse gasten (tijdens vakanties veel!) is het ook nog eens in hun eigen taal vermeld.
 
Een rustig plekje daar aan het “Gat van Vruggink” zoals de zandafgraving in de volksmond heet. Alleen wat gevogelte, waaronder een roekoekoek zonder roe, een groene specht (die qua kleurstelling beter gele specht zou kunnen heten, maar dat terzijde), een grote haas met van die mooie lepeloren (geen vogel dus) en op woensdagmorgen een vuilniswagen die meende om 06:55 uur de glasbak te moeten leegstorten (een vreemde vogel?). De vraag is of de rust blijft: aannemerscombinatie Noaber 18 (Volker Wessels heeft een behoorlijke vinger in de pap) is druk bezig 27 kilometer nieuwe weg aan te leggen tussen Groenlo en Enschede ter vervanging van de oude N18 die dwars door de kernen Eibergen, Haaksbergen en Usselo snijdt. Het wordt een leuke racebaan waar je 100 km per uur mag gaan rijden, want ongelijkvloerse kruisingen. Alleen: de weg komt pal langs de camping te lopen. De oude toegangsweg is al afgesloten en de Fontein is nu via een nieuwe “oprijlaan” te benaderen. Niet iedereen is gelukkig met de nieuwe weg, in ieder geval niet met het gekozen tracé. In de tweede helft van 2018 hoopt Rijkswaterstaat het asfalt op te leveren.

 
Bijna gooiden vleermuizen nog roet in het eten. Vleermuizen horen tot een beschermde diersoort (steenmarters trouwens ook, maar dat is een verhaal voor later), dus moest Rijkswaterstaat vóór ze aan de werkzaamheden kon beginnen zorgen voor een nieuw onderdak. Door de afbraak van een aantal oude boerderijen in Twente en de Achterhoek zouden de beestjes “dakloos” worden. De verhuizing schijnt volledig geslaagd te zijn. Een ander vleermuisprobleem is de oversteek van de N18 door die beestjes. Volgens deskundigen is vooral de grootoorvleermuis (ik had er nog nooit van gehoord) een gewild aanrijdingsslachtoffer. Door de aanleg van zogenaamde hop-overs (bomenrijen, zie de afbeelding die ik van de site van Rijkswaterstaat “geleend” heb) kunnen de beestjes met behulp van hun sonar de bomenrij als vliegroute gebruiken.
 
 

En wat doen opa en oma dan op momenten dat het niet al te warm is (in de vroege ochtend en/of de late avond)? Jawel: fietsen. We kunnen nog steeds plekjes in de omgeving vinden waar we nog nooit eerder geweest zijn en zien dingen waarvan we het bestaan niet wisten. Wel eens gehoord van havezate “De Kamp”? De eerste stenen werden gestapeld in waarschijnlijk de 13e eeuw. Uiteindelijk kwam het complex (met authentieke put) in handen van de toenmalige gemeente Neede, die het eind vorige eeuw leuk heeft laten opknappen. In 2005 is Neede opgegaan in de gemeente Berkelland. De nieuwe gemeente besloot om de panden die in gemeentelijk eigendom waren en geen directe functie hadden af te stoten. In 2014 werd het rijksmonument eindelijk verkocht aan de Nystaetegroep die er een kleinschalige overnachtings- en congreslocatie van gaat maken. Het fototoestel hadden we zondagavond niet bij ons, maar de nieuwe eigenaar zal waarschijnlijk niet boos worden als ik een foto van zijn website gebruik. Ik reken tenslotte ook niets voor de reclameboodschap.
Maandag stonden de Needse Berg (een bultje van zo’n 35 meter in de buurtschap Lochuizen) en het Needse Achterveld op het fietsprogramma. De Needse Berg is een beetje lang geleden door zo’n gletsjerbulldozer gemaakt en wordt daarom ook wel stuwwal genoemd. Tussen 1825 en 1954 werd hier klei en zand gewonnen voor de fabricage van stenen en dakpannen. Het Needse Achterveld is een 110 ha groot natuurgebied in de driehoek Lochuizen, Markvelde en Rietmolen. Het gebied is uniek omdat er één van de laatste stukjes “natte heidevelden” in Nederland te vinden is. We waren vroeg, misschien daarom werden we aangegaapt door een ree. Een (erg donker) eekhoorntje kon zich nog net in veiligheid brengen: een paar tellen later en het was aan een gruwelijk einde gekomen door een niet-vriendelijk-uit-de-ogen-kijkende lapjeskat. De grote berenklauw staat in dit gebied mooi in bloei.
 
 
Soms kom je merkwaardige dingen tegen. Deze keer was het een bushalte midden in de wildernis. Overblijfsel van een oude weg of als kunstwerk geplaatst door een liefhebber?
 
Een ander "kunstwerk" konden we wel thuisbrengen: een duikplank van het oude zwembad 't Vleet, ergens halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw teruggegeven aan de natuur en nu een eldorado voor kikkers. Of de kikkers de springplank ook gebruiken vertelt de historie niet. Een verrassend pad door een verrassend mooi stukje natuur.
 
 
 
 
 
Dinsdag stond in het teken van een drie-kinder-oppas. Junior wilde wel door opa van de peuterspeelzaal gehaald worden, maar alleen wanneer het transport gebeurde met de camper. De twee dames waren wat minder kieskeurig en wilden wel in het kleine prutsautootje van oma mee. Goed ingesmeerd en met een lang T-shirt aan bracht de waterplas verkoeling. Op de terugweg naar huis vielen ze bijna in slaap. Opa en oma later op de avond (op weg naar hun huis-op-wielen) overigens ook.
Het waren weer mooie dagen.

 

vrijdag 16 juni 2017

hof van twente – 2

vrijdag 16 juni: @ Bentelo

Een rustige nacht op Camperplaats Diepenheim, alleen in de vroege ochtend werden we uit de slaap gerukt door die roekoekoek (zie eventueel het verslag van gisteren). W was behoorlijk onthand omdat de Iphone niet wilde opladen (de schuld werd gegeven aan het Actionkabeltje). De verplaatsing naar Bentelo werd dus met een aantal kilometers uitgebreid omdat Google beloofde dat in de City of Goor twee telefoonboeren zouden zitten. W had aan één boertje (en trouwens ook één kabeltje - en zelfs dat niet!) genoeg. Na een flinke reset bleek de accu vol te zijn, dus heeft W nu een reservekabeltje. Overigens blijkt ook Bol.com Iphone-5-kabeltjes te verkopen en: behoorlijk voordeliger dan de telefoonboer in Goor.
Zowel Diepenheim als Bentelo horen tot de gemeente “Hof van Twente”, een gemeente waar de combinatie CDA en VVD een krappe meerderheid in de raad heeft (9+4=13 van de 25 zetels).

John van de Bentelose Esch (campercontact 50.505, € 15,00 all-in, waardering 9,4) wist mijn naam op te hoesten (heb ik na twee bezoeken al zo’n verpletterende indruk achtergelaten of is ons busje zo mooi?). In de kantine van deze campercamping zijn wandel- en fietstochten te vinden. Wij kozen voor de tocht met de toepasselijke naam “Bentelose Esch”, een tocht van zo’n 34 kilometer over voornamelijk het landgoed Twickel. Geen wonder overigens: Twickel is zo’n 4.100 ha groot en kent zo’n 150 pachtboerderijen, alle herkenbaar aan de zwart-witte luiken. Tegenwoordig zijn er nog 50 als agrarisch bedrijf in gebruik. Het kasteel zelf bewaren we voor een volgende keer, een mens moet tenslotte nog wat te wensen hebben. Het mooie plaatsje Beckum hebben we tijdens de tocht twee keer gezien, maar steeds met een andere aanvliegroute, dus géén doublures.
Hoogtepunten van de tocht? Allereerst de Hagmolenbeek, zo’n beek die tot voor kort een rechtgetrokken sloot was om de landbouw te dienen en nu (door gewijzigde inzichten) weer in de oorspronkelijke staat terug is gebracht.

Een volgende verrassing was de Joodse begraafplaats Deldeneresch, een plek in de bossen van landgoed Twickel. Het is sinds de jaren 70 van de 20e eeuw een rijksmonument vanwege de “oudheidkundige en volkskundige waarde”, aldus de rijksmonumentenbobo’s. De begraafplaats is in 1991 gerestaureerd door een van de broertjes Groenheim. De naam op de poort is van de andere broer. Beiden liggen inmiddels achter de poort te rusten.
 
Een derde toppertje: de Oldemeule in de Oelerbeek. Oorspronkelijke datering 1334, het huidige molengebouw stamt uit 1690. Een gevelsteen herinnert aan de bouwactiviteiten. Het ziet er tip-top uit na een restauratie die zo’n 40 jaar geleden plaatsvond.


 

Vandaag was het zo’n tien graden kouder dan gisteren, maar de buienradar beloofde dat het droog zou blijven de hele dag. Tja: vroeger keek je naar boven wanneer je wilde weten wat voor weer je kon verwachten. Tegenwoordig hebben we daar verschillende apps en websites voor en als ik naar bijgaande foto kijk (gemaakt bij de Oldemeule bij Oelen) dan zie ik toch echt druppels in het water vallen. Gelukkig had W een regenjasje ingepakt. De vraag is alleen waarom ik haar niet “majesteit” mag noemen.



Morgenvroeg huiswaarts: de installateur komt een (andere) witte doos brengen (nee: géén camper)en kleinzoon Q komt (hij neemt ook zijn ouders mee). Het waren weer leuke daagjes.