noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 23 mei 2016

drie tussendoortjes

Het grote voordeel van niet meer hoeven te werken is dat je even een “break” kunt nemen wanneer je daar zin in hebt. In anderhalve week hebben we dat drie keer gedaan. Geen lange verslagen dit keer, alleen korte vermeldingen van overnachtingsplaatsen en bijzonderheden en (wanneer ik er aan gedacht heb) een foto.

11-13/5: Roerdinkhof – Winterswijk/Woold
De broer van W. (met vrouw en hond) kwamen terug van een vakantie naar Zuid-Frankrijk. Even de familiebanden verstevigen op een leuke kleine camping in de omgeving van Winterswijk. Roerdinkhof is een oud Scholtegoed en heeft naast een mini-camping ook groepsaccommodatie en een boerderijrestaurant. En gelukkig: de wifi deed het weer. 15€ per nacht, douchen 50 ct.
 
 
 
15-17/5: het Höfte – Saasveld (gelukkig hebben we de kachel nog!)
Kleindochter één afgezwommen, kleindochter twee vier geworden, kleinzoon één na een weekendje logeren weer naar huis en W. een drukke agenda; dus: tijd om (in mijn eentje) een paar dagen helemaal niets te doen. Toevallig het Höfke in Saasveld tegengekomen, een SVR-camping met als extra een paar goed verharde camperplaatsen met een fantastisch uitzicht. Voor 15 € all-in per nacht (inclusief wifi) sta je heerlijk rustig en kun je gebruik maken van de faciliteiten van de camping. Alleen jammer dat op dinsdag om 7.00 uur een grote witte doos meende te moeten vertrekken en vertrekkende grote witte dozen zijn zelfs zonder gehoorapparaten goed hoorbaar.
19-22/5: tusken de marren – Akkrum
 
 
 

Vriendje is 65 geworden en krijgt van de naaste familie een zeilweekend op de Weduwe (een grote tjalk) aangeboden. Vriendjes en buren mogen op zaterdag meevaren. Net twee dagen druk geweest voor de blauwwitte petjes (leuk hoor dat vrijwilligerswerk) dus in de late namiddag afgereisd naar Akkrum. Camping/jachthaven Tusken de Marren heeft sinds kort een aantal camperplaatsen aan de havenrand waar je tegen afdracht van € 15 per nacht (en eventueel € 2 voor stroom) kunt genieten van het afwisselende Friese weer: donderdag lekker met een heerlijk zonnetje, op vrijdag is – volgens een Fries die ik tegenkwam bij het toiletgebouw – de weersvoorspelling door een Groninger gemaakt (er wordt van alles beloofd maar er klopt niets van) en zaterdag uitstekend weer voor een leuk vaartochtje over het Snekermeer. Op zondagmorgen mogen we al weer naar de Achterhoek voor een ander feestje.

zondag 15 mei 2016

hemelvaartweekend (belgië/nederland) – 3


zondag 8 mei: van Antwerpen naar Bergen op Zoom

Om 10.00 uur een afsluitende en evaluerende koffiebijeenkomst op Vogelzang, het weekend van de NKC is officieel ten einde. Gisteravond al een gezamenlijke borrel gehad, dus voorlopig voldoende in een kring gezeten. Overigens: alles tijdens dit weekend was tot in de puntjes georganiseerd en op het programma en het organiserend team is niets aan te merken. Voor de prijs hoef je het ook niet te laten. En wanneer er een volgende keer een event is waarbij alleen een leuke plek gereserveerd is met weinig gemeenschappelijke activiteiten (zoals Sail afgelopen jaar), zijn wij de eersten om in te schrijven. Maar kringgesprekken? Die hebben we in onze onderwijstijd genoeg geleid.
Nog een dagje Antwerpen zagen we – gezien de hoge temperaturen – niet zitten, zaterdag was leuk geweest in de stad: met de tram naar het Centraal Station, met de benenwagen naar de Grote Markt, met het toeristenboemeltje een rondtochtje, een pizzaatje in een zijstraatje en met lijn 22 (de bus) weer terug naar de Expo (de halte bij de camperplaats). Antwerpen doen we nog wel eens dunnetjes over.

Tijdens het weekend gebabbeld met mensen uit Tholen. Dus die richting op want enthousiasme moet beloond worden;  een ommetje gemaakt om vanaf de snelweg vanuit Zuid-Beverland via de Oesterdam het eiland op te rijden. De Oesterdam (ruim 10 km lang) is samen met onder meer de Markiezaatskade aangelegd om de Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren te verdelen in compartimenten ten behoeve van de waterhuishouding en de scheepvaart. Dit gedeelte van de Deltawerken kwam gereed in 1989 toen de N659 over de dam werd geopend. Naast de dam loopt het Schelde-Rijnkanaal. De foto’s van de Oesterdam zijn overigens niet door één van mijn drones gemaakt maar geplukt van internet.
De camperplaats in de haven van de plaats Tholen vonden we beiden drie keer niks (soms heb je dat), terwijl er zeer waarschijnlijk niets mis mee is (de gemiddelde waardering op campercontact is een 8). Voor maar een paar Euro meer stonden we zeer gerieflijk op Acsi-camping Uit en Thuis in Bergen op Zoom. Het verschil tussen 14 en 17 Euro kan soms erg groot zijn. Ik vind trouwens dat camperplekken (in welk land dan ook) vaak overbetaald moeten worden: weinig service voor relatief veel geld. Een fietstochtje (uiteindelijk nog 45 km) rondom Bergen op Zoom bracht ons drie keer DOOR Bergen op Zoom (rammelende bewegwijzering of verkeerd richtingsgevoel van uw scribent?), maar uiteindelijk hebben we de Markizaatskade (klaar in 1983 en 4 km lang) toch gevonden: lekker voortdurend de wind op de kop (zowel naar het noorden, oosten, zuiden en westen)!

maandag 9 mei: Tolkamer
Lange tijd niet hier geweest. Nadat de plaatselijke Jumbo bereid was tegen afdracht van enkele Euri wat elementaire levensmiddelen aan ons af te staan, werd puzzeltje op de Europakade geplaatst, de fietsen af- en uitgeladen, W. uitgelaten en ’s avonds de zonsondergang bewonderd. Met andere woorden: Tolkamer zoals Tolkamer hoort te zijn. Je betaalt een paar cent voor het uitzicht, maar voorzieningen zijn niet in de prijs inbegrepen (tenzij je vlak bij de autokade staat en een muntje in de prijzige stroompaal gooit). Een stevig windje maakte het leven “dragelijk”.



Dinsdag 10 mei: terug op het honk
Aan het begin van het weekend op donderdag vertrokken met km-stand 69.904, op dinsdag terug met 70.650. Leuk lang weekend, waarbij we inmiddels weten dat “ecologische ontsnippering” eigenlijk niets anders is dan de aanleg van een ecoduct, de Vlamingen niet uitstappen maar van de tram afstappen en in België het bordje “gereserveerd” niet bestaat, maar twee kanten heeft: “voorbehouden” en “reservé”. We hebben het goed en het leven is mooi, vooral als de zon schijnt.

 
 
 

vrijdag 13 mei 2016

hemelvaartweekend (belgië) -2

zaterdag  7 mei: Ronquières en Antwerpen
Om tien uur vertrokken we van onze camperplaats onder de “rook” van de scheepslift in Thieu voor een kort tochtje naar Ronquières, waar we een volgend scheepvaartwonder gingen bewonderen: het hellend vlak. Om een hoogteverschil van 68 meter te overbruggen en te voldoen aan de eis om schepen tot 1350 ton over de Belgische wateren te kunnen laten varen werd in 1968 het Hellend Vlak van Ronquières in het kanaal Charlerois – Brussel opgeleverd. Over een afstand van 1432 meter dalen of klimmen twee bakken met een helling van 5 procent. Een schip vaart in een bak en wordt naar boven of beneden gebracht. Na de sluiting van de Waalse steenkoolmijnen nam de functie van het hellend vlak langzaam af voor de beroepsvaart, waardoor ook het Hellend Vlak bijgeschreven werd op het lijstje van de “grote nutteloze werken van België”.




Eén voordeel: er wordt tegenwoordig behoorlijk verdiend aan toeristen. Behalve de bekende spektakelkoers (deze keer “een boot, een leven”, over het leven van de binnenvaartschippers) is er ook een panoramatoren.

 
Na het bezoek van het hellend vlak ging de tocht naar Antwerpen, waar plaatsen gereserveerd waren op de voormalige camping Vogelzang. Ik volsta met enkele foto’s van Antwerpen, we komen er ongetwijfeld op korte termijn terug.


 


hemelvaartweekend (belgië) - 1


De regio Zuid-Holland van de NKC organiseerde met Hemelvaart een weekend in België. Thema scheepsliften en kanalen. Een eerder evenement van de NKC, Sail Amsterdam, vonden we erg leuk, camperen op een uniek plekje. Deze keer een stapje verder: wat meer gemeenschappelijke activiteiten.

donderdag 5 mei: naar Thieu
Erg druk op de weg, vooral op de A12: het lijkt alsof Duitsland massaal naar onze kust wil met dit mooie weer. Na de afslag met de A50 wordt het een stuk rustiger. Om Antwerpen te vermijden kiezen we in Eindhoven om via Hasselt en Leuven te rijden, overigens geen al te best idee. Op de spaghetti rond Eindhoven staat het bumpertje-bumpertje, alleen de N2 (de parallelweg) is nog vlotjes te berijden. Wanneer we in Valkenswaard de gele omleidingsbordjes “België” negeren weten we even later dat we dat voortaan moeten luisteren: het centrum is afgesloten voor zo’n leuke markt of event en iedereen probeert een parkeerplaatsje te vinden. Wij moeten met onze 6.36 meter (en nog iets extra voor de fietsendrager) door de smalle straatjes rond het centrum en proberen de N69 weer te vinden. Dat is na drie kwartier met wat kromme tenen maar zonder deukjes (behalve in het ego en de ziel) inderdaad gelukt. De N69 wordt in België N74. Na een korte stop “ergens onderweg” een eindje voor Hasselt toch maar de snelweg naar Leuven en Brussel gepakt. De R0 leidde ons netjes rond de hoofdstad en langs het bultje van Waterloo.
Vanaf 11.00 uur waren we welkom in Thieu bij de scheepslift, ome Tom gaf bij ons vertrek half één aan als aankomsttijd; het werd uiteindelijk ruim 14.00 uur. Leuk plekje, maar dat laten de foto’s zien. Mooi weer ook, dus ideaal om te fietsen, alleen vreten de bultjes wel accuvonkjes. ’s Avonds een (uitgesteld) happy hour om kennis te maken met de medereizigers. En als de bewoners van een kleine 30 campers zich hebben voorgesteld, het programma nog eens is doorgenomen en een glaasje (of twee) is ingeschonken ben je zo twee truien en een paar uur verder.
 
vrijdag 6 mei: historisch centrumkanaal en de nieuwe scheepslift strépy-thieu
Het Canal du Centre (Centrumkanaal) van België (Hengouwen ten zuiden van Brussel) vervulde vroeger een belangrijke rol in de regio met betrekking tot de mijnindustrie. Het kanaal moest over een afstand van ruim 20 kilometer een hoogteverschil van 88.15 meter overbruggen. Het gebruik van sluizen was niet mogelijk, omdat elke schutting een groot waterverlies zou betekenen. Rond 1900 was de techniek nog niet zover gevorderd dat de terugvoer van al dat water met pompinstallaties gerealiseerd kon worden. Gekozen werd daarom voor het bouwen van vier vrijwel gelijke hydraulische scheepsliften, waarbij bij elke lift twee identieke bakken gebruikt worden. De op dat moment hoogste bak krijgt “wat extra” water, waarna hij naar beneden zakt, terwijl de andere bak stijgt. Uiteraard zit er een uitgekiende techniek achter met zuigers en persen die het systeem laten functioneren. Het gaat te ver om het hele systeem in detail te beschrijven, maar er is genoeg info over te vinden. Het gebruik van de liften kost – door de gehanteerde techniek – erg weinig energie en het waterverlies is vrijwel te verwaarlozen (zeker in vergelijking tot het gebruik van sluizen). De eerste lift was gereed in 1888 en de laatste drie werden in 1917 in gebruik genomen. De liften konden schepen van 350 ton (type Spits) Schutten, of zoals de Belgen zeggen: versassen.
In de tweede helft van de vorige eeuw moesten de scheepvaartwegen geschikt gemaakt worden voor schepen van maximaal 1350 ton. Na veel politiek gekonkel besloot men tot de bouw van de nieuwe kabellift van Strépy-Thieu die in één keer een hoogte van 73 meter kon overbruggen. De twee liften werken onafhankelijk van elkaar en de bakken die de boten omhoog en omlaag brengen worden gecontroleerd door tegengewichten. Naast het oude kanaal (dat vanaf dat moment het historische Centrumkanaal werd genoemd) werd een nieuwe vaargeul gegraven. De uiteindelijke bouwkosten waren een viervoud van de geraamde: 647 miljoen in plaats van 173,5. Met de bouw werd in 1982 begonnen en toen de lift twintig jaar later (2002) werd geopend kon men spreken van één van de modernste waterbouwkundige werken van België. Overigens werd de constructie meteen op de lijst van “meest nutteloze werken van België” geplaatst. Het bouwwerk is het resultaat van de Belgische “wafelijzerpolitiek”: als Vlaanderen wat krijgt (in dit geval de nieuwe haven van Zeebrugge), dan moet Wallonië ook iets leuks mogen doen.  
 


 

Het ochtendprogramma van deze vrijdag bestond uit een tochtje met een boot over het historisch kanaal. De boot vertrok vanaf de nieuwe lift en werd vervolgens door een automatisch sluisje geschut naar het hoger liggende oude kanaal. De doortocht door één van de historische liften (nummer 4) was best spectaculair: een wonder dat al dat oude ijzer nog zijn werk doet. Een meertalige Belgische dame gaf vakkundig toelichting en het mooie weer zorgde er voor dat het een heel prettig vaartochtje werd onder ophaalbruggetjes door naar de machinekamer van lift 2 en 3. Daar kregen we een lichtbeeldenvoorstelling te zien die er voor zorgde dat alles wat we tot op dat moment gesnapt hadden niet meer zo logisch leek. Een kniesoor die daarop let. Een toeristentreintje bracht ons over het jaagpad weer terug naar het uitgangspunt waar een lunch (en een café filtre) voor ons klaar stond.
 
 
 
 
Het middagprogramma werd gevormd door een bezoek aan het spektakelparcours “Land van Uitblinkers”. Spektakelparcours? Het zal wel een typisch Belgisch woord zijn! Het was meer een overzichtstentoonstelling van de werking van de kabellift (met wat toeters en bellen), aangevuld met een film over de totstandkoming van de lift. De herkomst van “land van uitblinkers” heb ik niet kunnen achterhalen. Wat wel uitblonk was het uitzicht over de omgeving. Volgens W. was het net een modelspoorbaan, waarbij je huisjes en boompjes bij de Intertoys kunt bijkopen. Op de fiets hebben we de tocht nog een keer dunnetjes overgedaan, weliswaar nu naast het water. De (gezellige) gezamenlijke koffie 's avonds heb ik maar aan mij voorbij laten gaan. Soms heb je genoeg gegroept. W. heeft we gegroept.
 

donderdag 12 mei 2016

problemen met de koelkast

Tijdens ons reisje naar Spanje bleek de koelkast kuren te vertonen: van de drie standen waren er nog maar twee mogelijkheden overgebleven en juist de derde mogelijkheid (koelen op gas) zouden we het komend Hemelvaartweekend nodig hebben, immers een camperplek zonder wat voor voorzieningen dan ook. En zoals dat meestal gaat: je verslonst het een en ander zodat je niet meer op het laatste moment bij de dealer terecht kunt. In het blad van de NKC was me ooit een keer een advertentie opgevallen van een camper pitstop service in het Brabantse land, dus omdat W. heel dringend wat vriendschapsbanden moest aanhalen het nuttige met het aangename verenigd: de nodige spullen ingepakt en er in mijn eentje een leuk tripje van gemaakt.

Maandag 1 t/m woensdag 3 mei: Liempde, Ittervoort, Schloss Moyland

Op maandag al vroeg op pad, immers voor de pitstop service kun je je niet aanmelden maar geldt first in, first out. Door een pechgeval op de A12 en de logische korte file was ik dus nummer twee in het rijtje bij Liba Campers. Laat nu nummer één de tijd tot aan de koffiepauze nodig hebben! Het wachten wordt aangenaam gemaakt door het verstrekken van goede koffie en het leveren van gratis wifi. Duurt het langer dan dat je kunt stilzitten, kun je gebruik maken van een leenfiets om de omgeving onveilig te maken. Na de koffiepauze was het puzzeltje aan de beurt: het kost een beetje, maar dan heb je ook wat. Voor noodgevallen een aanrader: liba camper pitstop service in Liempde. Op maandag, woensdag en vrijdag in het voor- en naseizoen kun je er zonder afspraak terecht. Kijk wel eerst even op libacampers.nl of ze open zijn: feestdagen en vakanties vallen namelijk buiten de openingsperiode. Verder geldt: het gaat om kleine noodwerkzaamheden van maximaal twee uur. In alle andere gevallen eerst een afspraak maken.
Rond kwart voor twaalf stonden puzzel en ik weer voor het hek: puzzel met een gerepareerde koelkast en ik met een betaalde rekening. In ieder geval verzekerd van koud bier het komend weekend (overigens: onbedorven eten is ook een pré).

Op naar Ittervoort voor een (herhaald) bezoek aan de camperplaats daar: redelijk goedkoop, alle voorzieningen (ook wifi) en (wat het belangrijkst is) een rustige, gemoedelijke sfeer. De plaatselijke Jan Linders geplunderd en voor de rest: niets!


Dinsdag een rustig tochtje  van Ittervoort naar Schloss Moyland. Nog niet druk op de camperplaats, maar wel reeds een groot aantal gereserveerde plekken voor het aanstaande weekend. Op hoogtijdagen ziet het er uit als op bijgaande foto, nu telde ik 10 campers op het terrein. Een (Nederlands) heethoofd vond hier nog dat ik mijn stekker in het verkeerde contact gestopt had, maar moet je daar over vallen als er nog vijf gaten in dezelfde paal vrij zijn, de nummertjes amper leesbaar en de plaatsaanduidingen niet helder? Thuis aangekomen puzzel nog even laten schoonspuiten door de boys van de plaatselijke wash-and-go en dan staat niets een prettig reisje naar België nog in de weg.

 

Op naar de zon 20: al lang weer thuis

dinsdag 19 april: van Schloss Moyland naar huis en een korte terugblik

Toch vreemd: zes weken hou je dagelijks je belevenissen bij en zo snel je thuis bent is het afgelopen. Het verhaal van “de laatste dag” (de terugreis) en de evaluatie heeft dus even op zich laten wachten, maar wat in het vat zit, verzuurt niet.
Bij het maken van dit laatste verslag van onze voorjaarsreis weer een hele discussie met W. over de vraag of in de titel moet staan “al lang” of “allang”. Gelukkig brengt internet uitkomst. “Al lang” heeft betrekking op tijd en “allang” heeft de betekenis heus, echt waar. Maar wat moet je nu schrijven? Ik ben allang of al lang blij dat ik getrouwd ben.
Het puzzeltje bracht ons uiteindelijk in de loop van de dinsdag met 37 kilometer op de dagteller weer thuis met de eindstand 69.520. Totaal gereden 5.037 kilometer in 43 dagen. Gasverbruik: minder dan één (grote) gasfles. In deze evaluatie enkele hoogte- en dieptepunten.
 
Het meest indrukwekkende feest  van deze tocht is ongetwijfeld de Fallas in Valencia geweest. De indrukwekkende poppenbouwsels, het oorverdovende kabaal van het (dagelijkse) knalvuurwerk en de enorme massa’s mensen staan nog op ons netvlies (en in het trommelvlies) gebrand. Zie eventueel verslag 3. Valencia is en blijft een mooie stad en met de metro heel goed te doen vanaf de camperplek in Bétera.
 
 

De mooiste optocht of processie hebben we Eerste Paasdag in Cartagena meegemaakt, al hadden we wel gemengde gevoelens bij de duizenden puntmutsen. Zie eventueel verslag 7.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

De mooiste camperplek troffen we aan in de boomgaarden van Murcia: Camperpark Huerta de Murcia. Murcia was tevens ons warmste plekje tijdens de reis. Meer over deze camperplek in verslag 8. Het fietspad langs de rivier nodigt uit om dagje naar links en een volgend dagje naar rechts te fietsen (omgekeerd mag natuurlijk ook).

 
 
 
Het raarste verhaal staat in hetzelfde verslag. In Murcia zijn de voorjaarsfeesten die afgesloten worden met de verbranding van het sardientje. Wij troffen de sardine badend in het water van de rivier de Segura aan.

 
 
 
 
 
 
De meest geniale uitvinding van deze tocht was nodig om een keukenlade weer te kunnen gebruiken. Een pannendeksel was uit de lade gevallen (natuurlijk aan de achterkant) en zorgde ervoor dat de keukenla niet meer gesloten kon worden. Na diverse attributen geprobeerd te hebben bestond het reddingsgereedschap uit twee haringen van de luifel en een stukje duct tape. De la sluit weer goed, het pannendeksel wordt voortaan ergens anders opgeborgen. We missen nu alleen nog een pakje knoopcelbatterijen dat niet met het tovergereedschap gered kon worden.
Het hoogste punt vormde de Puy de Dome met 1464 meter in de Auvergne (Frankrijk). We hebben die dag ontzettend veel geluk gehad met het weer. Na de “beklimming” en “afdaling” met het treintje trok het zwerk dicht en kregen we op de (gratis) camperplaats aan de voet van de bult een flinke regenbui over ons heen. Bijgaande foto is niet van de Puy zelf, maar het uitzicht vanaf de pukkel. Meer informatie in verslag 15.

 
 
Het diepste punt bereikten we in België in de buurt van Luik. We daalden af naar – 60 meter om de voormalige mijn van Blegny te bezoeken. Een Vlaamse ex-mijnwerker kon sappig vertellen over zijn belevenissen “van vroeger”. Dank zij de kachel liet ons puzzeltje ’s nachts op de gratis camperplaats haar water niet lopen (de vorstbeveiliging op de boiler staat op 3 graden afgesteld). Onze belevenissen in de mijn worden beschreven in verslag 18.

 
 
 
 
 
 
 
Het dieptepunt van onze tocht werd gevormd door alle problemen met de elektrische fietsen. Het begon allemaal met het indeuken van het fietsenrek en de op het rek geknoopte Giant aan het begin van de reis. Een kapotte stroomkabel, een afgeknapte zadelpen, versnellingen die niet meer deden wat ze moesten doen en een ferme regenbui die het elektriek van de fietsen verlamde maakten het verhaal compleet. Gelukkig zijn er veel reddende fietsenmakers onderweg.

 
 
 
 
 
 
 
Het mooiste uitzicht vanuit de camper hadden we in Miami Platja op camping Miramar (overigens de enige reden om op deze camping te gaan staan, het sanitair laat behoorlijk te wensen over). Eén klein duinenrijtje vormde de afscheiding van ons busje met de Middellandse Zee. In verslag 12 kun je lezen hoe gelukkig we daar waren
 
 
 
 
En tenslotte: het mooiste strand bestaat niet. Elk plekje aan de Middellandse Zee heeft zo zijn bekoring. Om toch maar een foto te kunnen plakken heb ik gekozen voor een stukje boulevard aan het Mar Menor (zie verslag 6).
 
 
 
 
 
 
 
 
Het was een mooie reis met (bijna) alleen hoogtepunten. We hebben genoten en gelukkig had ik niet deze vrouw naast me zitten.