Zo’n vier weken lang is “thuis” daar-waar-ons-busje-staat.
De neus is naar het zuiden geplaatst en gestopt wordt daar waar het
aantrekkelijk is om te stoppen. Emmerich ligt dan wel niet helemaal op een
zuidelijke koers, maar het is wel aantrekkelijk om daar bij de OBI te stoppen
voor een Duits busje propaan (hoera alweer een Euro goedkoper); we hebben een van oorsprong Duits busje, dus ook Duitse gasflessen.
Een beetje dom
rijden door Duitsland brengt ons uiteindelijk op de juiste weg: de A73 van Venlo naar
Maastricht. Vroeger zag je op wegwijzers overal Luik staan, tegenwoordig is dat meestal
Liège, er zal wel een afspraak zijn gemaakt om voortaan plaatsnamen in hun lokale
vorm op de borden te zetten. Het is onze eerste gezamenlijke pensionadoreis “van
betekenis”. Het is wel een apart gezicht om twee bejaarden-in-wording naast
elkaar in de bus te zien zitten: W. met de walkmandopjes in de oren om zoveel
mogelijk geluid op te vangen en B. met de gehoorapparaten in het opbergvak om
maar zo min mogelijk hinderlijke bijgeluiden te horen; vooral het dakraam zorgt
met apparaten in de oren voor een irritant kabaal wanneer de snelheid boven de 100 km
per uur komt. Een oud bootlied bezingt het al “een goed gesprek te voeren is
alles wat ons rest”. Toch maar eens nazoeken of een spoilertje voor het dakraam
een oplossing is.
Einddoel van deze dag is de camperplaats bij het stuwmeer
van Nisramont, in de buurt van La Roche en Ardennes. De dam is aangelegd op de
plek waar de twee Ourthes (de westelijke en de oostelijke) besloten hebben
voortaan als één rivier samen door het leven te gaan tot de Maas in Luik een
einde aan hun leven maakt. Bij de dam is een waterzuiveringsinstallatie gebouwd
en een hydro-elektrische centrale maakt het plaatje bijna compleet: het is
België, dus moet er nog een kroeg bij! De camperplaats is gratis en dat weten acht
campers te waarderen. Ik heb nog een uurtje voor klimgeit gespeeld, W. noemt
dat wandelen.
V: 59.646; A: 59.940