Baden Powell vertelde ons vroeger: “Als je ergens gekampeerd
heb moet je twee dingen achterlaten; ten eerste: niets en ten tweede: je
dankbaarheid”. We hebben niet helemaal geleefd volgens de regels van onze grote
verkenner, immers: de gemeente had niet voor niets om de tien meter een
prullenbak geplaatst. Overigens: de dankbaarheid werd daardoor ineens een stuk
groter!
Je moet er wat voor over hebben om goedkoop de dieseltank in
Luxemburg te willen vullen en Miep-Miep (inmiddels behoorlijk bejaard en
absoluut niet meer bij de tijd) blindelings vertrouwen (overigens: Chang
heeft het inmiddels begeven, ons Chineesje heeft het niet lang volgehouden!).
Het grote voordeel van dit alles is dat je Luxemburg van een onbekende kant
ziet, een aantal keren de grens met België passeert en dus op het eind van de
rit een groot aantal sms-jes van de kpn hebt: dit bedrijf vermeldt elke keer
weer heel vriendelijk dat je een grens bent overgestoken en dat ze leuke
tarieven voor je in de aanbieding hebben, zowel in België als in Luxemburg en
wat later op de dag heeft de kpn ook nog Frankrijk-aanbiedingen. Overigens shoppen
in een grote Luxemburgse mall (paradijsje voor iemand die van sterke drank
houdt) bevordert de doorstroomsnelheid ook niet. Wat er overigens precies
bedoeld wordt met de wegmarkering op de parkeerplaats (zie foto) is ons niet
geheel duidelijk. Intussen wel een aantal ideetjes opgedaan voor volgende
tochten: plaatsen die we altijd links (of rechts) laten liggen (Metz, Nancy,
Toul) en “alle Neuf-Chateauxtjes van Frankrijk in één reisje”.
Camping Navarre in Langres was het einddoel van de dag.
Langres ligt aan het eind van de D74 die door de Val de Meuse gaat (zie verslag
30 en 31 mei van dit jaar: “de Maas van bron tot monding”). Het sanitair was
een stuk smeriger dan een paar maanden geleden, maar het einde van het seizoen
nadert: de tent gaat 1 november dicht tot half maart volgend jaar, dan kan de hogedrukspuit er eens goed door. Langres, de
stad van de ramparts en Diderot (intussen zo’n bekende dat ik Denis mag
zeggen). Genoten van de hardlopers die over onze camping naar de ramparts renden,
liepen, schuifelden, waggelden (afhankelijk van de conditie en het gewicht).
Wel eens draadloos internet gezien?
V: 59.940; A: 60.290
zondag 27 september: langres
W. en ik hebben een iets ander ochtendritme, het scheelt
ongeveer een uur. We kunnen er overigens beiden goed mee leven.
Een wandeling van zo’n 3,5 km over de wallen (je ziet elke
keer nieuwe dingen) en een fietstocht door de stad (het duurt even voor je door
al dat eenrichtingsverkeer door hebt hoe het straatpatroon in elkaar zit) waren
de fysieke activiteiten van de dag. Geestelijk was er veel meer beweging: wat
vind je van een boek over en van iemand die na jarenlang de hele wereld te
hebben afgereisd, zich van de wereld heeft afgezonderd en zes maanden in een
blokhut in Siberië aan het Baikalmeer gaat wonen. De man vindt het vreemd dat
zijn liefje (die in Frankrijk is achtergebleven) intussen gaat drossen.
Gelukkig heeft de schrijver voldoende wodka en sigaren op voorraad om zijn
verdriet te verwerken. W. heeft de dag benut om ideeën op te doen voor het
vervolg van onze tocht.
Ik moet er aan wennen dat mijn linker pols weer is
voorzien van een horloge, een erfstuk van mijn vader: kijk nog steeds op
allerlei andere plekken om te zien hoe laat het is.