noordpolderzijl

noordpolderzijl

dinsdag 29 september 2015

najaarstocht 3: langres

zaterdag 26/09: van nisramont naar langres

Baden Powell vertelde ons vroeger: “Als je ergens gekampeerd heb moet je twee dingen achterlaten; ten eerste: niets en ten tweede: je dankbaarheid”. We hebben niet helemaal geleefd volgens de regels van onze grote verkenner, immers: de gemeente had niet voor niets om de tien meter een prullenbak geplaatst. Overigens: de dankbaarheid werd daardoor ineens een stuk groter!

Je moet er wat voor over hebben om goedkoop de dieseltank in Luxemburg te willen vullen en Miep-Miep (inmiddels behoorlijk bejaard en absoluut niet meer bij de tijd) blindelings vertrouwen (overigens: Chang heeft het inmiddels begeven, ons Chineesje heeft het niet lang volgehouden!). Het grote voordeel van dit alles is dat je Luxemburg van een onbekende kant ziet, een aantal keren de grens met België passeert en dus op het eind van de rit een groot aantal sms-jes van de kpn hebt: dit bedrijf vermeldt elke keer weer heel vriendelijk dat je een grens bent overgestoken en dat ze leuke tarieven voor je in de aanbieding hebben, zowel in België als in Luxemburg en wat later op de dag heeft de kpn ook nog Frankrijk-aanbiedingen. Overigens shoppen in een grote Luxemburgse mall (paradijsje voor iemand die van sterke drank houdt) bevordert de doorstroomsnelheid ook niet. Wat er overigens precies bedoeld wordt met de wegmarkering op de parkeerplaats (zie foto) is ons niet geheel duidelijk. Intussen wel een aantal ideetjes opgedaan voor volgende tochten: plaatsen die we altijd links (of rechts) laten liggen (Metz, Nancy, Toul) en “alle Neuf-Chateauxtjes van Frankrijk in één reisje”.

Camping Navarre in Langres was het einddoel van de dag. Langres ligt aan het eind van de D74 die door de Val de Meuse gaat (zie verslag 30 en 31 mei van dit jaar: “de Maas van bron tot monding”). Het sanitair was een stuk smeriger dan een paar maanden geleden, maar het einde van het seizoen nadert: de tent gaat 1 november dicht tot half maart volgend jaar, dan kan de hogedrukspuit er eens goed door. Langres, de stad van de ramparts en Diderot (intussen zo’n bekende dat ik Denis mag zeggen). Genoten van de hardlopers die over onze camping naar de ramparts renden, liepen, schuifelden, waggelden (afhankelijk van de conditie en het gewicht).
 
 
 
 
Wel eens draadloos internet gezien?
V: 59.940; A: 60.290

zondag 27 september: langres

W. en ik hebben een iets ander ochtendritme, het scheelt ongeveer een uur. We kunnen er overigens beiden goed mee leven.

Een wandeling van zo’n 3,5 km over de wallen (je ziet elke keer nieuwe dingen) en een fietstocht door de stad (het duurt even voor je door al dat eenrichtingsverkeer door hebt hoe het straatpatroon in elkaar zit) waren de fysieke activiteiten van de dag. Geestelijk was er veel meer beweging: wat vind je van een boek over en van iemand die na jarenlang de hele wereld te hebben afgereisd, zich van de wereld heeft afgezonderd en zes maanden in een blokhut in Siberië aan het Baikalmeer gaat wonen. De man vindt het vreemd dat zijn liefje (die in Frankrijk is achtergebleven) intussen gaat drossen. Gelukkig heeft de schrijver voldoende wodka en sigaren op voorraad om zijn verdriet te verwerken. W. heeft de dag benut om ideeën op te doen voor het vervolg van onze tocht.
Ik moet er aan wennen dat mijn linker pols weer is voorzien van een horloge, een erfstuk van mijn vader: kijk nog steeds op allerlei andere plekken om te zien hoe laat het is.