noordpolderzijl

noordpolderzijl

maandag 12 augustus 2019

zomerreis 2019 – 6: terug naar huis 

Besloten om in drie etappes van Tsjechië terug te keren naar de Achterhoek, waardoor we ’s morgens kunnen rijden en ’s middags enige activiteiten ontplooien. 

zaterdag 10 augustus: @ bad kösen

Dertig Euro per nacht kostte de camping in Vojkov, we hebben het met plezier betaald. Van alle gemakken voorzien en voor W een fijn zwembad. “Opa houdt alleen van zwemmen als het water niet nat is” is een gevleugelde uitspraak van onze oudste kleindochter. Op naar Duitsland: de bedoeling was om “links om Praag” heen te rijden, het werd links van de Moldau (die ze hier de Vltava noemen) dwars door Praag. Goed te doen trouwens en we hebben grote delen van Praag of de buitenwijken (wijken 6, 7 en 8) van de onderkant gezien (een tunnel uit drie delen van een kleine zes kilometer die in 2015 gereed kwam). De D8 in Tsjechië werd de A17 in Duitsland (richting Dresden), maar beide E55. Via de A14 (Leipzig), een stukje A38 en de A9 mochten we tenslotte het laatste stukje “binnendoor” naar Naumburg, waar we wilden overnachten op de Vogelwiese, een mixparking vlak bij het centrum. 


Twee jaar geleden (zie eventueel blog van 5 augustus 2017) was er op de parkeerplaats een rommelmarkt. Deze keer hadden we weer pech, nu werd er een foodfestival gehouden. Evenals vorige keer maar doorgereden naar camperplaats Am Saalebogen, code CamperContact 12.371, waar net een Duitser het laatste plekje op de eerste rang (aan het water op het gras) in beslag nam en wij genoegen moesten nemen met een Platz auf dem Kies (dus gezellig op het knisperende grind). Camperen is soms afzien! Weekend en vakantie, dus kun je verwachten dat je niet alleen staat op zo’n ontspannen plek. We betaalden € 10 plus twee flappen voor de stroom voor dit plekje in Stendorf bij Saaleck, dat op zijn beurt weer bij Bad Kösen ligt en dus tot de gemeente Naumburg hoort. Ingewikkeld? 


We maakten een wandelingetje van zo’n kleine twee uur via twee Saalebrücken en gekeken naar bootjes die op het water dobberden. De opvarenden hoefden hun peddels bijna niet te gebruiken: de stroming bracht hen wel bij het eindpunt. Boven op de bulten, zo’n 85 meter boven de Saale, liggen twee kasteelruïnes (beide uit de 12e eeuw, maar toen waren ze nog “heel”), in de middeleeuwen aangelegd om de handelswegen (de Via Regia – koninklijke weg – van de Rijn naar Silezië) te beschermen. De Rudelsburg is aangelegd door de bisschoppen van Naumburg. Vervolgens dachten de Marktgrafen von Meissen: wat die bisschoppen kunnen, kunnen wij ook en knutselden een bultje verder Burg Saaleck voor hun nageslacht; het kan ook zijn dat het net andersom was, dus dat Saaleck wat ouder is; eigenlijk helemaal niet interessant. W maakte een foto en later kwamen we tot de ontdekking dat de tekst op het raam de eerste regel is van een gedicht dat Franz Kugler in 1826 gemaakt heeft (ik volsta met het eerste couplet): 

An der Saale hellem Strande 
Stehen Burgen stolz und kühn, 
Ihre Dächer sind zerfallen, 
Und der Wind streicht dur die Hallen, 
Wolken ziehen d’rüberhin. 

Het hele verhaal is op muziek gezet en onder meer ons aller Heino (de albino met de zonnebril) heeft het vertolkt. Het kaartje laat Stendorf aan de bocht in de Saale zien waar we op de camperplaats stonden. De foto van de burchtruïne onder het kaartje is "geleend", maar dat zie je eigenlijk al aan de blauwe lucht.






V: 140.007; A: 140.409 

Rijtemperatuur: tussen 20 en 25 graden. Wisselend bewolkt, later een voorzichtig zonnetje en 26 graden. 

Er was gewaarschuwd voor Zwarte Zaterdag, maar daar hebben we helemaal niets van gemerkt: erg rustig op de weg.

zondag 11 augustus: @ soest 

Niet alleen Nederland kent een Soest, Duitsland is ook van voorzien van een stadje met dezelfde naam. Je spreekt het alleen uit als Zoost. Durf er een goede fles wijn onder te verwedden dat die twee plaatsen een “stedenband” hebben. Stadje door W uitgezocht omdat het op de overzichtskaart van de ANWB omkaderd was, dus wunderschön. 

Via de A4 en de A7 naar Kassel, onderweg oude herinneringen omhalend bij elke afslag: Weimar (die van de republiek), Erfurt (wat was dat toen een nare stad om te rijden), Gotha (leuke cp bij een slot), Eisenach (dat nare bultje waar de Wartburg op ligt, het kasteel waar Luther een tijdje ondergedoken heeft gezeten). Tenslotte de A44 naar Soest, waar we Puzzel dropten op een schitterende Wohmobilplatz am City Motel, CC-code 852, 8 € + een paar muntjes voor de vonkjes. Een goede plek om het stadscentrum te verkennen (de cp ligt net buiten de binnenstad). 



In de vroege middeleeuwen was Soest een hanzestad aan een belangrijke handelsroute van het westen (Oud-Homberg aan de Rijn) naar het oosten van Duitsland (de Abdij van Corvey aan de rivier de Weser), de Westfaalse Hellweg. Deze route is meer dan 5.000 jaar oud. Soest was in 1200 met 10.000 inwoners na Keulen en Regensburg de derde stad van Duitsland. Soest groeide daarna nog wel, maar andere steden groeiden sneller zodat de stad kelderde op de ranglijst. De 30-jarige oorlog (beëindigd in 1648) was catastrofaal voor Soest; het bevolkingsaantal daalde dramatisch tot enkele duizenden en vanaf dat moment was het slechts een stadje van provinciale betekenis. Onze wandeling bracht ons snel naar een pleintje waar een afgetobde serveerster ons voorzag van “ein kleiner Radler und ein grosses Bier” (weet niet of de naamvallen wel correct zijn, maar als je Durst hebt is dat niet zo belangrijk) en daarna ein Flamkuchen voor W en Wurstsalat mit Brot und Butter voor mij. Na deze late lunch (het liep al tegen drieën) konden we de grote wereld, de kleine stad en de vele vakwerkhuizen weer helemaal aan. 



Soest heeft in vroegere tijden geen gebrek aan gelovigen en zeker geen gebrek aan geld gehad: het staat vol met kerken. We bekeken allereerst de Sankt Maria zur Wiese, een gotisch geval dat in de steigers staat en zeer grondig wordt gerestaureerd: het stulpje is gemaakt van mergelkalksteen en die steensoort heeft één grote vijand, namelijk zure regen. Nu schijnt dat we het probleemvan de zure regen zo’n beetje opgelost hebben (je hoort er weinig meer van), maar de Mariakerk zit nog wel met de gevolgen. Ook de binnenkant is best interessant. 





Er zijn nog een aantal kerken te vinden onder andere de Sankt Petri, een Romaanse kerk en een paar waarvan de namen ons zijn ontschoten, maar die we wel op foto hebben staan. Daarnaast is driekwart van de muren van de stad nog intakt, hoewel er nog maar  één van de acht poorten bewaard is gebleven, namelijk de Osthofenpoort.








V: 140.409; A: 140.759 

Rijtemperatuur: 20 tot 25 graden. 

maandag 12 augustus: @ home 

Kerken hebben klokken, veel kerken betekent dus veel klokken. Om zeven uur vanmorgen begonnen ze tegelijkertijd te beieren en om acht uur deden ze dat nog eens dunnetjes over. Op hetzelfde moment probeerden treinen (zowel die van het goederen- als van het personensoort) door ons campertje te denderen (dat deden ze de hele nacht al volgens W). Gevolg: de afbakbroodjes lagen al vroeg in het Omnia-oventje en om half negen begonnen we aan de laatste etappe naar huis. Niet over de aanbevolen route door het Ruhrgebied, maar wat meer toeristisch over Münster en Coesfeld en: inderdaad geen files. 

V: 140.759; A: 140.926 

Rijtemperartuur: 18 tot 21 graden  

We kijken terug op een mooie reis die het voordeel van het reizen met een camper weer eens duidelijk laat zien: staat het je ergens wat minder aan dan stel je je plannen bij. Aan het begin van onze tocht hebben we een paar dagen doorgebracht in Zuid-Duitsland (omgeving Memmingen); niet gepland maar een paar dagen rust ingelast vanwege de hitte. In Oostenrijk was het hoogtepunt de Grossglockner Hochalpenstrasse, we hadden een mooie dag met helder weer. Slovenië doen we nog eens een keertje dunnetjes over, maar dan buiten het hoogseizoen. Wel heel fijn was dat dochterlief met man en zoon daar zaten, vooral fijn omdat ze ons met hun auto meesleepten. De toeristengebieden in dat land doe je in deze tijd van het jaar niet “even” met je campertje. Als dank hebben we een dagje op kleinzoon Q gepast. Slowakije was verrassend en erg goedkoop; komen we ongetwijfeld nog eens, maar dan iets beter voorbereid. Tsjechië was bekend terrein, maar het blijft een mooi land. 

Het prettigste land om met de camper te reizen is evenwel Duitsland: goede camperplaatsen voor acceptabele prijzen en ondanks hoogseizoen en/of weekenden altijd wel een plekje te vinden. Voor een camperplaats betaalden we meestal een bedrag rond een tientje (met soms een paar Euro meer voor de stroom), we hebben zelf gratis gestaan; de duurste camping was aan de Keutschacher See in Oostenrijk voor 40 € per nacht. 

Totaal gereden deze reis 3.478 kilometer. De brandstofprijs ontliep elkaar niet veel in de verschillende landen. In Oostenrijk het goedkoopst getankt voor € 1,19/liter, in andere landen betaalden we rond € 1,25. Vanmorgen aan de grens met Nederland maar nog op Duits grondgebied € 1,199. 

Puzzel liet na de Grossglockner het motormanagementlampje zien, na twee dagen verdween dat vanzelf. De bekende bureaulamethode heeft dus weer eens geholpen. Wat niet vanzelf verdween waren twee lekke banden. De eerste keer in Zuid-Duitsland werd mijn Fahrrad voorzien van een nieuwe binnen- en buitenband op het voorwiel. In Maribor (Slovenië) kreeg de achterband een gaatje. De fiets is daarna netjes op de standaard gebleven en zal binnenkort door een plaatselijke fietsenboer gerepareerd worden. 

Samenvattend: het was een geweldige tocht. We hebben weer heel veel gezien en door informatie te zoeken op internet veel geleerd. Hoop dat mijn verhalen niet te vermoeiend waren, eens een schoolmeester..... En nu: even een weekje thuis.