We hadden onlangs een uitzending gezien van “Ik vertrek” over Margo en Mark die in Slowakije een nieuw bestaan hebben opgebouwd door er met vallen en opstaan een camping te beginnen. “Waarom niet even een kijkje nemen?” vroegen we ons af. Dus op naar Dobrá Luká in Pliešovce, “ergens” in de binnenlanden, ver van de bewoonde wereld.
De Slowaken vormen weer zo’n volk dat deel heeft uitgemaakt van veel landen. Het langst viel het onder de Habsburgse kroon (vanaf 1526). Toen in 1918 het Oostenrijks-Hongaarse Rijk uit elkaar viel bouwde men van Bohemen, Moravië en Slowakije een nieuwe natie: Tsjecho-Slowakije, weer zo’n land (net als Joegoslavië) dat gedoemd was uit elkaar te vallen, maar daarover later meer.
Slowakije dus, het land van Peter Sagan, de eeuwige groene-truidrager van de Tour de France. Het land waarvan we de naam schrijven met een W, terwijl Slovenië met een V wordt geschreven. In het Engels beide met een V (waardoor George Bush een paar keer op zijn bek ging omdat hij Slovakia en Slovenia weer eens door elkaar haalde), terwijl net over onze grens onze Nachbarn beide landen met een W schrijven. Maar nu dwaal ik weer eens ernstig af. Bijgaande foto heeft de ANWB op al haar Slowakije-pagina’s staan.
vrijdag 2 augustus: van slovenië naar slowakije
Bij het opladen van de fiets op de drager constateerden we weer eens een lekke band: steentjeswegen in combinatie met hitte. Nu was het de achterband. Voorlopig komt er niks van fietsen, daarvoor is het gebied waar we heengaan te heuvelachtig. Volgens Google Maps hadden we twee opties om naar het geografische centrum van Slowakije te rijden. Optie 1 door Hongarije viel af: weliswaar minder kilometers, maar een langere reistijd en een Hongaars tolvignet (21 €, waar we dan maar één dag gebruik van zouden maken). Het werd dus optie 2: Graz, Wenen, Bratislava, Nitra, Zvolen en dan de binnenlanden in. Veel snelwegen en nog even een flinke file in Slovenië. Ons vignet voor Oostenrijk was nog geldig, mooi meegenomen. Voor je het weet ben je 550 kilometers verder. Bij de grens met Slowakije nog even een tolvignet scoren: modern, een e-vignet; kenteken wordt geregistreerd, 10 € betalen (contant, dat dan wel weer) en je mag 10 dagen over de Slowaakse wegen rijden. In Zvolen, zo’n 30 kilometer voor onze eindbestemming de koelkast aangevuld, waarbij we constateerden dat de prijzen hier een stuk lager liggen dan in Nederland, het is hier gemiddeld 37 % goedkoper, met als uitschieters restaurants (- 59 %) en openbaar vervoer (-75 %). Bron: landenkompas.nl. Slowakije is sinds 2009 een Euroland
en is in 2004 toegetreden tot de EU.
Bij Bratislava (nee, niet bezocht) hielden al onze papieren kaarten op en waren we overgeleverd aan Google Maps op de telefoon. Ome Tom hebben we al een paar dagen vrijaf gegeven, die wil ons overal elk karrespoor laten volgen. Tegen half vijf kwamen we aan op de camping bij “een oude boerderij met rustieke elementen”, wat moet het een puinhoop geweest zijn toen men hier in 2011 begon. De camping ligt midden in de ongerepte natuur, waar reeën, vossen en wilde zwijnen voorkomen. “Gelukkig geen beren”, zei W en voerde vervolgens de varkens, aaide de geiten en schapen en liep tenslotte met een grote boog om de kippen en parelhoenders heen. Alle dieren hier hebben een naam die begint met een H, da’s om het de campinggasten gemakkelijk te maken, maar wie nu Hannibal en wie Henkie is?
V: 138.922; A: 139.470
Temperatuur rond de 23 graden; tijdens het rijden zo goed als droog. ’s Avonds een buitje op de camping.
zaterdag 3 augustus: @ pliešovce (wandeling)
Margo had een leuke wandeling voor ons in de aanbieding: ongeveer 8 kilometer door de heuvels in de omgeving. Het zijn er een paar meer geworden (kilometertjes dan), toch de volgende keer W maar niet meer de cruising laten doen. Als een moderne Hans en Grietje konden we dank zij de app Guru Maps op mijn telefoon weer op het juiste pad komen. Het werd nog wel een beetje spannend toen het accuniveau van mijn smartphone onder de 10% kwam. W had aanvankelijk ernstige bedenkingen bij de we-zijn-de-weg-kwijt-route, maar ik steeg in haar achting toen we de juiste markeringen weer tegenkwamen (of was het Guru Maps die ze zo bewonderde?). Een mooie route, een beetje hilly vooral de lange klim door een weiland. Deze keer kwam ik niet strompelend over de eindstreep, maar was het de beurt aan mijn sportieve wederhelft (last van de rug).
Als je W kent weet je dat een dag doorbrengen in een kiepstoel er niet in zit: zij wil “programma”. Dus alles zeilvast gemaakt in ons Puzzeltje en gereden naar het 30 kilometer verder liggende Zvolen, waar we de trein gepakt hebben naar Banská Bystrica. Ik had al vermeld dat het openbaar vervoer in Slowakije stukken goedkoper is dan in Nederland. We betaalden voor 40 kilometer (20 heen en 20 terug) € 2,00 per persoon. Het bewijs is hiernaast afgedrukt. Op de heenreis een gloednieuwe trein die voor een Spurt van Arriva niet onderdoet. Op de terugreis zo’n ding van net na het stoomtijdperk, waarbij je moeite moet doen om in- en uit te stappen. Elk stationnetje (hoe klein ook) heeft nog een stationschef compleet met rode pet en ook op elk station een kaartjesverkoper. De trein loopt door het dal van de Hron, waarbij je de H uitspreekt als een G. De Hron mondt in Hongarije uit in de Donau.
In de verte landde een militair vliegtuig op Sliač Airport, ook bekend onder de naam Letiko Zvolen. Aangelegd in de jaren 30 van de vorige eeuw, lange tijd een Russische basis en tegenwoordig schijnt de NAVO wat in de melk te brokkelen te hebben. Regelmatig vliegt er een vreemde formatie over: een straaljager, een transportvliegtuig en een klein verkenningsgevalletje, steeds keurig naast elkaar. Het vliegveld wordt ook gebruikt door vakantiecharters, voornamelijk naar Antalya, Boergas (aan de Zwarte Zee in Bulgarije) en Hughada; meestal 1 tot 3 vluchten per dag, dus geen vetpot.
Behalve kastelen en openluchtmusea moet Slowakijke het hebben van het natuurschoon en een enkele verdwaalde bezienswaardige stad. Eén van die steden is Banská Bystrica, groot geworden door de mijnbouw en bekend van de Slowaakse opstand van 29 augustus 1944. De geschiedenis van Slowakije is niet helemaal fris. Toen in 1938 Hitler-Duitsland het Sudetenland annexeerde (overigens met internationale instemming – Verdrag van München) en gelijk maar de rest van Tsjechië inpikte en er het “Protectoraat Bohemen en Moravië” van maakte, verklaarde Slowakije zich onafhankelijk, maar werkte onder president Jozef Tiso nauw samen met Duitsland. Tiso is later geëxecuteerd onder meer vanwege zijn rol bij de deportatie van de Slowaakse Joden. In 1944 was Banská Bystrica het centrum van de nationale opstand tegen de totalitaire regering van het land en haar alliantie met Duitsland. Het centrale plein van de stad werd een verzamelplaats voor de opstand. Uiteindelijk werden de meeste rebellen een kopje kleiner gemaakt. Mooi pleintje dat Námestie Slovenskéo Pavstania (plein van de nationale Slowaakse opstand), afgekort SNP-plein, vol met restaurantjes, cafés, winkeltjes (wel dicht want zondag) en leuke optrekjes. Op één van de terrasjes hebben we geluncht, wel goedkoop maar we hebben wel eens beter gegeten. Er kwam een overheerlijk glas bier voorbij, helaas niet voor mij: Slowakije hanteert de 0-promille regeling en ik mocht nog dertig kilometer rijden.
Slowakije is een "binnenstaat", een land zonder kusten. Het grenst aan Tsjechië, Polen, Oekraïne, Hongarije en Oostenrijk.
V: 139.470; A: 139.531
40 kilometer met de trein
8,6 kilometer gewandeld.
Zonnig weer met af en toe een spettertje; 26 graden maximaal.
maandag 5 augustus: @ pliešovce (bijna een kiepstoeldag)
Vermoeide lijven hebben rust nodig. Op een wandeling na (2.22 km naar beneden om een witte kool en een ijsje te scoren bij de plaatselijke kruidenier en vervolgens 2.22 km weer omhoog; gegevens verzameld door runkeeper) de tijd doorgebracht rond en later, toen het wat frisjes werd, in ons campertje. Niks mis mee. Eindelijk het laatste deel van het drieluik over de Wullinks (Henk Krosenbrink) uit kunnen lezen.
Max 26 graden, zon en wolken wisselden elkaar af.
dinsdag 6 augustus: wijnproeverij
We sluiten ons bezoek aan Dobrá Lúka af met een wijnproeverij. Met twaalf drinkers en drie chauffeurs rijden we naar het wijndorpje Stará Hora vlak bij het dorp Sebechleby (nabij de Hongaarse grens). Het dorpje bestaat uit ruim 100 huisjes (met een of twee kamers en een kelder) uit de 18e en 19e eeuw. Onze excursie begon met een bezoek aan een tot museum omgebouwd huisje. Een lang verhaal over folklore, tradities en kostuums met kleurrijke borduurwerk. Vervolgens een verhaal hoe men in dit deel van Slowakije leefde in de jaren 30 van de vorige eeuw. Allemaal interessant, maar uiteindelijk kwamen we voor de wijn! Tien stuks mochten we proeven en eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat de bijgeleverde hapjes lekkerder waren dan de Slowaakse wijnen. Van de tien wijnen die Jozef Husák van Pivnica (= kelder) Konkordia ons voorschotelde kon er maar eentje een plusje scoren: de Bouvierovo hrozno, waarvan een flesje meegenomen voor eventuele moeilijke tijden. Het was een hele plezante middag met boeiende gesprekken. Temperatuur: oplopend tot 28 graden; zon en wolken. Opvallend: voor het eerst ’s avonds niet frisjes; moesten we voorgaande dagen tegen zessen een dikke trui aan of naar binnen, deze avond konden we nog lang buiten zitten. Later op de avond de dag binnen afgesloten met aflevering drie van “we zijn er bijna”. Het was weer een mooie dag.