noordpolderzijl

noordpolderzijl

vrijdag 26 juli 2019

zomerreis 2019 – 2: door de alpen 

Twee dagen denken we nodig te hebben om het groene land met bergen en dalen, Oostenrijk dus, te doorkruisen. Wensjes? Jazeker: de Gerlos Pas met de Krimmler Wasserfälle en de Grossglockner, tenminste als het weer het toelaat.

vrijdag 26 juni: @ wald im pinzgau 


Jammer dat we Haldenmühle (gemeente Dietmannsried, waarvan hiernaast het leuke wapen) moesten verlaten, maar: de koelkast leeg, de voorraden op, een fiets met een lekke band en Slovenië is nog ver. € 23 per nacht mochten we aftikken bij Thomas, die ons ook voorzien heeft van het adres van een fietsenmaker gespecialiseerd in e-bikes. Even terug naar het noorden naar Bad Grönenbach waar Zweirad Låmmle gevestigd is. Helaas pas open tegen tienen, dus uitgebreid boodschappen kunnen doen bij de Netto. Niet helemaal mijn winkel, beetje chaotisch en van de groente werd ik niet erg enthousiast. Toch nat en droog goed aan kunnen vullen en daarna de fiets laten repareren. 

W had wat moeite met termen als Schlauch en Reifen. Vreemd: er gaat bijna geen vakantie in Duitsland voorbij of ze maakt kennis met een plaatselijke Fahrradhersteller. 

“Es dauert eine Stunde” werd een beetje meer, maar na anderhalf uur konden we toch op weg richting Fernpass. 




De bultjes toonden vandaag wat minder witte vlekken dan op deze (geleende) foto. Ook was het veel en veel drukker.

Bij Reutte kwamen we in een soort Eftelingfile terecht. Natuurlijk ligt hier geen Efteling maar wel worden in de buurt van Ehrenberg de jaarlijkse Ritterspiele gehouden. Dit jaar van 26 tot 28 juli; het zal best mooi en interessant zijn, maar aan ons niet besteed. De file namen we voor lief. Jammer was wel dat Highlight 179 niet bezocht kon worden: een reusachtige loopbrug met een spanwijdte van maar liefst 405 meter over de rivier de Lech. De parkeerplaatsen in de omgeving waren alle vol vanwege de Römer- und Ritterspiele. We koesteren ons met de gedachte dat vroeger alleen heksen en tovenaars van kasteel naar kasteel konden zweven en dat ook Harry Potter geen Hängebrücke nodig had. Misschien iets voor een volgend reisje, want het blijft wel kietelen. 


De Fernpas viel tegen, daarentegen was de Gerlos Alpenstrastrasse (die officieel loopt van Zell am Ziller tot Mittersill over een afstand van 61 kilometer) een juweeltje. We hebben de tolweg genomen omdat je dan een paar keer een fantastisch uitzicht op de Krimmler watervallen hebt. In drie stappen overbrugt het water een hoogte van 380 meter. Er is ook nog een “oude” weg, ontoegankelijk voor voertuigen met aanhangers en vrachtwagens. De nieuwe pasweg zorgde er al voor dat de remblokjes goed te ruiken waren. Uiteindelijk kwamen we tegen half vijf terecht op Camping Viktoria in Wald im Pinzgau, kleine camping maar een beetje overvol. 27,60 € per nacht (inclusief toeristenbelasting en milieuheffing - Umweltabgabe klinkt dan veel vriendelijker); beetje veel voor het gebodene, maar vergeleken met andere campings en camperplaatsen in de buurt in deze tijd van het jaar aan de goedkope kant. Code Campercontact 66.402. 

V: 138.142; A: 138.413 
Rijtemperatuur: maximaal 34 graden.  



zaterdag 27 juli: @ keutschach am see 

Een waar kunstwerk was het brood dat W gisteren bij de receptie had besteld. Het had de vorm van een tulband. Nu moet ik eerlijkheidshalve vermelden dat het er beter uitzag dan dat het smaakte: beetje zurig en baksteenachtig. Het meel waarmee het rondje bestrooid was kwamen we later wel nog overal tegen, vooral in de kleren. 


Het weer bekeken we op twee manieren: een blik naar boven (naar de lucht) en eentje naar beneden (op het tablet) en we kwamen tot de conclusie dat de Grossglockner vandaag doenbaar was, dus rond negenen op pad. In Mittersill deed de gemeente de Krimmler Wasserfälle nog eens dunnetjes over. Op een rotonde was een beeld geplaatst met de fantastische naam Pinkelgate: een plassende man terwijl een vrouw toekijkt. Jaloers omdat mannen staand kunnen pinkeln? Of vol verwondering over het feit dat een piemel in een dergelijke staat van opwinding nog urine kan produceren? Stoppen was geen optie, dus zul je het weer eens moeten doen met een geleende foto. 


Voor de Grossglockner Hochalpenstrasse mag je tegenwoordig met een auto of camper € 36,50 neertellen, maar het was de moeite waard. Het was lange tijd (tot 1967) de enige noord-zuidroute door de Alpen. Bouwbegin 1930, geopend in 1935. Tegenwoordig heb je nog andere alternatieven om aan de andere kant van de bulten te komen, zoals de Tauern- en Felbertauerntunnel, sneller en goedkoper. De Grossglockner Hochalpenstrasse is daardoor meer een excursieweg geworden, vooral bereden vanwege de mooie uitzichten. Je kunt tijdens die kleine 50 kilometer ook verschillende tentoonstellingen en infopunten bekijken, waardoor je er gemakkelijk een hele dag kunt doorbrengen. Onze grote pauze hielden we op de Edelweissspitze, met 2571 meter het hoogste punt van de tocht. Van hieruit heb je een mooi uitzicht over meer dan dertig “Drietauzender”. De Grossglockner is met zijn hoogte va 3.798 meter de hoogste van de keten en ook de hoogste berg van Oostenrijk. We waren niet alleen op de bult. Naast auto’s met veelal een Duits of Nederlands kenteken een verdwaalde camper, veel motoren en opvallend veel fietsers (met of zonder ondersteuning). 






Puzzel kreeg het flink voor de kiezen, zelfs een oude bekende kwam zich melden: het lampje van het motormanagement en de mededeling “laat motor controleren”. We hebben daar ooit eens een halve dag voor bij een Franse garage gestaan (vier uur wachten voor we aan de beurt waren) en uiteindelijk te horen gekregen dat er niks aan de hand was. Voorlopig passen we de bureaulamethode toe (even laten liggen, vaak lost het zich vanzelf wel op). Geruststellende gedachte: aan het eind van de bergweg stonden in Heiligenblut voldoende afsleepwagens gereed. 

Eindpunt van de dag was nog niet bepaald, dus toen we vlak bij Lienz alle noodzakelijke bultjes gehad hadden hebben we ome Tom maar ingesteld op snelste weg naar Keutschach am See (zeg maar tussen Villach en Klagenfurt) waar we om half drie neerstreken op camping Müllerhof, ook een oude bekende. Hoogseizoen, dus aftikken: 40 € voor één nachtje. We zullen dat soort prijzen nog wel vaker tegenkomen. De rustige middag in het zonnetje veranderde in een regenachtige avond, maar met een uitstekende 4G-verbinding konden we “live” naar “Ik vertrek” kijken. 

V: 138.413; A: 138.676 

Rijtemperatuur: tot 32 graden (op de Grossglockner minimaal 16). 

donderdag 25 juli 2019

zomerreis 2019 - 1: duitsland

Ruim drie weken “ruimte” in de agenda. Uiteindelijk doel: Slovenië, een land dat we alleen kennen uit de tijd dat het nog bij Joegoslavië hoorde en we met een Lelijke Eend de Würzenpas bedwongen; af en toe een eindje achteruit en op een vlak stuk een aanloopje nemen om in de één boven te komen. Tijdens een vakantie in Oostenrijk (ruim dertig jaar geleden) hebben we nog eens een tochtje gemaakt: via de Würzenpas heen en via de Loibl weer terug. Was niets spannends meer aan met ons dieseltje. Wie weet wordt het binnenkort weer natte-okselwerk met de camper? 

maandag 22 juli: @ wertheim 

Voorgenomen om de eerste twee dagen een redelijke afstand af te leggen. Dat betekent (na het omzeilen van de alcoholcontrolefuik van de Zwarte-Cross-uittocht) bij Hamminkeln de A3 op om er pas bij Wertheim weer af te gaan. Niet logisch is om bij Kreuz Oberhausen een afslag te moeten nemen om op de A3 te kunnen blijven. In de verkeerskunde noemen ze zoiets een TOTSO (Turn Off To Stay On). Als je het niet weet kom je misschien in verwarring: een mens verwacht rechtdoor te moeten rijden om op dezelfde weg te blijven. De A3 is berucht om zijn vele files; deze waren er vandaag ook, maar ze stonden allemaal aan de andere kant van de vangrail. 


De namiddag en nacht doorgebracht bij Erwin Hymer World, een grote parkeerplaats bij de showroom van Hymer – een grote campingboer. Hymer is overigens vorig jaar verkocht aan Thor Industries, een grote pief op het gebied van RV’s (recreation vihicles) in Amerika. De familie Hymer schijnt uitbetaald te zijn in aandelen Thor en zich niet meer met de business bezig te houden. Gratis plek (alleen als je stroom wilt moet je betalen). Veel dozen en slagschepen komen nog ’s avonds laat aan en anderen vertrekken al weer vrij vroeg. We hebben hier al eens eerder gestaan (mei 2018); code CamperContact 5.709. Bijgaande foto geeft niet de actuele situatie weer: inmiddels zijn de bouwactiviteiten afgerond. 

V: 137.448; A: 137.845 
Temperatuur onderweg: begonnen met 21, oplopend tot 32 en de laatste kilometers zakkend naar 28 graden. 

dinsdag 23 juli: dietmannsried 


Terwijl ik Puzzel een slokje liet drinken (oeps 2 cent duurder dan gisteren, toch een dagje eerder moeten tanken), maakte W een foto van het Toppelhaus, het onderstebovenhuis, gemaakt met als motto “Seh die Welt aus einer anderen Perspektive”. Vervolgens een stukje A3. Achter Würzburg kwamen we op de langste Bundesautobahn van Duitsland, de A7. Die loopt van Denemarken (nabij Flensburg) tot Oostenrijk (vlakbij Füssen). Het stukje asfalt is maar liefst 962 kilometer lang, we hoefden maar een deel. Gelukkig want het is een aardige bonke-bonkweg. 


Omdat de komende dagen heet dreigden te worden, hebben we de plannen bijgesteld en een camping gezocht met veel schaduw en zwemwater. Het werd er eentje van het type waar je gekleed in zonnebril, horloge en sandalen overdressed bent. Campingplatz Haldenmühle in Dietmansried, zo’n 20 kilometer ten zuiden van Memmingen. Het terrein is eigendom van een vereniging en dat betekent altijd kraakhelder sanitair. Langs de camping stroomt de Iller, waarin je niet kunt/mag zwemmen. Het oude waterreservoir van de molen dient als zwemvijver. 




V: 137.845; A: 138.142 
Rijtemperatuur: voor tienen al 27 graden; oplopend tot 34, maar lang leve de airco. 




dinsdag 23 tot vrijdag 26 juli: @ campingplatz haldenmühle 

We zitten aan het riviertje de Iller in de Oberallgåu. De Winkler Prins (uitgave 1870) vertelt het volgende over het riviertje (originele spelling): 

"Iller (De), eene rivier in het zuidwesten van Beijeren, ontstaat uit drie bronnen, de Breitach, de Stillach en de Trettach, die door naauwe, woeste dalen stroomen en zich bij Oberstdorf vereenigen. De rivier stroomt nu noordwaarts, verlaat bij Immenstadt het gebergte, wordt bij Kempten bevaarbaar, vormt voorts de grenzen tusschen Beijeren en Würtemberg en stort, na een loop van 22 geografische mijl, boven Ulm zich uit in de Donau. Het dal der Iller heeft dikwijls veel te lijden van overstroomingen”. 


Voor de duidelijkheid: een geografische mijl meet ruim 7400 meter (het vijftiende deel van elke lengtegraad op de evenaar). 

Op woensdagmorgen hebben we een leuk voettochtje gemaakt naar de “hangbrug van Fischers naar Pfosen”. Tot 2001 was op deze plek een kleine veer in de vaart die de wandelpaden aan weerszijden van de Iller verbond. Toen de kapitein het welletjes vond, kon er geen opvolger gevonden worden. De gemeenten Altusried en Dietmansried staken de koppen bij elkaar en met hulp van een aantal enthousiaste burgers en een zak met geld uit één van de potjes van de EU kwam “die Blaue Bruck” tot stand die tegenwoordig niet alleen gebruikt wordt als oeverbinding maar een echte toeristische attractie geworden is. 


Nu ligt onze camping wel aan de Iller en de brug een eindje verder over dezelfde Iller, maar er is geen jaagpad te bekennen en om van punt A naar B te komen mochten we een heel leuk pukkeltje over. De 45 minuten die aangegeven stond voor deze wandeling (en waarvan ik stiekem hoopte dat het 45 minuten retour zou zijn) bleek in werkelijkheid 1:15 uur enkele reis te zijn) waardoor we toch nog een heet deel van de dag meemaakten. 13.000 Stappen zei de teller, maar vertelde er niet bij dat een groot deel van die stappen erg kleine pasjes waren. Het was de moeite waard. We hebben tegenwoordig een redelijk excuus om regelmatig te stoppen. Zowel W als ik hebben een plantenapp op onze foon: maak een foto, stuur hem op en na vergelijk met de database krijg je de Latijnse en Nederlandse naam als antwoord. Het mooie blauwe bloempje dat we tegenkwamen bleek de Cichorium Intibus L te zijn, in gewoon Nederlands: de Wilde Cichorei. 


De rest van de wandeltocht werd een makkie want via surrogaatkoffie (van de wortels van deze plant werd in tijd van koffieschaarste – ondermeer tijdens de Tweede Wereldoorlog – namaakkoffie gemaakt) kwamen we bij het blauwe busje Buisman uit, een smaakversterker die in onze jeugd en jonge jaren gebruikt werd om koffiebonen uit te sparen (geen pot koffie zonder schepje Buisman) en voor we het wisten zagen we ons huisje op wielen al weer staan. Leuke wandeling en volstrekt nutteloze gesprekken.


Op donderdagmorgen stond er een fietstocht gepland. Mijn routeapp werkt zelfs in het buitenland (al kennen ze hier in de Oberallgäu geen knooppunten. Het mocht echter niet zo zijn. Om uit het dal te komen mocht ik eerst mijn fiets 800 meter naar boven schuiven (de fiets van W heeft een wat betere motor en die kon met maximale ondersteuning en een klein verzet fietsend de bult bedwingen) en eenmaal boven konden we precies 1,6 kilometer pedaleren tot mijn voorband pfff sprak. Het betekende dus 2,4 kilometer terugduwen (om het leed te delen hebben we afgewisseld). We missen dus de foto’s van een groot aantal plaatsjes en gehuchten die op Ried eindigen. Schijnt “ontgonnen gebied, waar de bomen gerooid zijn” te betekenen. Morgen eerst maar een fietsenmaker opzoeken en dan verder. Het weer schijnt hier “in te storten”.  

vrijdag 19 juli 2019

alde feanen

maandag 15 tot vrijdag 19 juni: eernewoude en bentelo 

“In het hart van Fryslân ligt het prachtige waterrijke Nationale Park De Alde Feanen. Hier vind je water in al zijn facetten, van besloten vaarten en plassen tot grote open meren. Het gebied is uitermate geschikt om te verkennen per boot, maar ook de fiets- en wandelliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen”. Niet van mij deze prachtige woorden maar uit een brochure van de toeristische dienst, die niet alleen mooie woorden kende maar ook een paar leuke fietsroutes bevatte (de ideeën voor een vaartochtje of een wandeling heb ik maar overgeslagen). 



Volgende week op reis naar Slovenië, dus had W de handen vol aan al haar vriendinnen zodat ik een paar dagen vrij spel had. Het werd Parking jachthaven Earnewâld (code campercontact 11490) die voor € 5,40 een standplaats, stroom, water, loosmogelijkheden, een wc en een (muntjes)douche leverde. Toegegeven: de gemeente Tytsjerksteradiel waar Eernewoude bijhoort wil ook een eurootje toeristenbelasting per persoon vangen. Alles goed voor elkaar, weliswaar geen plek direct aan het water maar wel bijna-direct. Supermarkt op loopafstand. Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik één nachtje zou blijven, het werden er uiteindelijk drie. Meer mocht niet want maximaal 3 x 24 uur. Terecht voor zo’n plekje. 

Eernewoude kende ik vooral vanaf het water. Toen de skûtsje De Nieuwe Zorgen nog in Drachten lag afgemeerd kwamen we er vrijwel doorheen om op het Prinses Margrietkanaal te komen. Toen de boot later een nieuwe plek kreeg in Akkrum liep de route naar het noorden buiten de Oude Venen om. Leuk om het gebied nu eens vanaf de wal te mogen bekijken. De Alde Feanen heeft zijn vele gezichten te danken aan de vervening (lees: turfafgraving) in het verleden. Het gebied is zo’n 4.000 hectare groot en wordt grotendeels beheerd door It Fryske Gea, de Friese provinciale instantie voor natuurbescherming. Volgens de boekjes moet je versteld staan van de veenmosrietlanden, de blauwgraslanden en de dotterbloemhooilanden. Ongetwijfeld, maar ik keek liever uit naar de Big Five: zeearend, ree, roerdomp, aalscholver en ooievaar. Het werd deze keer de Big One: alleen de ooievaar heb ik gespot (en die dan weer vele keren, dat wel). Dat komt omdat hier het ooievaarsbuitenstation It Eibertshiem in de buurt ligt. 

Twee keer een uitgebreide fietstocht uitgestippeld. Veel water, dus als je niet van zwemmen houdt moet je een brug nemen of daar waar geen brug aanwezig is een pontje of veer. Van april tot oktober bemannen vrijwilligers een groot aantal voet-/fietsveren met mooie namen als “de Oerhaal” en “Hin en Weer”. Elke keer een Euro, alleen de autopont Burt bij Grou was wat duurder. Geen geld voor zo'n pontje, maar op de eerste dag zaten er 5 van die overzetgevallen in mijn route; je zult maar een groot gezin hebben en om kosten te besparen op fietsvakantie gaan. Buiten de vaartijd is het oppassen geblazen met het uitstippelen van een fietsroute.




Je kent Eernewoude natuurlijk van het jaarlijkse Nationale Kampioenschap Parapluhangen (laatste week van de bouwvak). Anders ken je het plaatsje van de letter E in het zeil van het skûtsje Twee Gebroeders, één van de 14 min of meer historische boten die elkaar het bloed onder de nagels weghalen bij het jaarlijkse skûtsjesilen. Eernewoude is ook etappeplaats in deze meerdaagse strijd (in 2019 van 27 juli tot 9 augustus, dat voor diegenen die nog geen vakantieplannen hebben). Alle skûtsjes zijn tegenwoordig in een stichting ondergebracht, het schijnt de grootste garantie te zijn op het voortbestaan van de sport. 

Goede 4G telefoonverbinding heeft de KPN in Eernewoude. Kon daardoor prima de Tour volgen. Een uurtje livestreamen kost je wel een dikke gb van je databundel, maar je moet wat voor je hobby overhebben. En: deze week er weer een Fries woord bijgeleerd, namelijk selsbetsjinning. 



Donderdag moest ik wel verkassen want de 72 uur waren “vol”. Verhuisd naar Bentelo (camperplaats de Bentelose Esch) waar John het weer fijn in orde had. Wel filerijden: oude caravans die naar de Zwarte Cross werden gesleept. Warme, benauwde nacht. Leuk weekje, maar fietsen met zijn tweetjes is gezelliger.



V: 137.082; Eernewoude:137.259; Bentelo: 137.412  



dinsdag 9 juli 2019

delft en zo 

donderdag 4 tot dinsdag 9 juli: @ delft 


W is altijd jarig in de zomervakantie, dus het is elke keer weer min of meer een probleem om met kinderen en kleinkinderen haar verjaardag te vieren. Kleinzoon Q had nog een dagje oppas nodig en moest ook nog laten zien dat hij rijp was voor zwemdiploma B. Een aantal redenen om Puzzel een paar dagen te onttrekken aan de speurende ogen van de BOA’s van Handhaving en een plekje te zoeken op camping Abtwoudse Hoeve nabij Delft in de onmiddellijke omgeving van de Ackerdijkse Plassen (toegegeven de A13 moet eerst overgestoken worden) waar de groene kikkers proberen het geluid van de opstijgende vliegtuigen van Rotterdam Airport te overstemmen en: de kikkers winnen. Daarbij komt dat de kikkers 24 uur per dag lawaai maken en de vliegtuigen tussen 23:00 en 06:55 uur gaan slapen. En Airport Rotterdam is bij lange na niet te vergelijken met Schiphol. 


Verplichtingen pas later in het weekend, dus eerst een paar dagen fietsen. Deze keer niet de geijkte routes maar met mijn nieuwe knooppuntenprogramma een paar tochtjes uitgestippeld langs min of meer ongebaande paden.

Donderdag stond Pernis op het programma, een dorp tussen de havens van de gemeente Rotterdam, omsloten door de Nieuwe Maas, industrieterreinen en de rijkswegen A4 en A15. Ik las ergens dat Pernis “een dorp in de haven” genoemd wordt. Pernis wordt al vermeld in 1164; het was toen een boerendorp. Later (18e eeuw) leefde het van de zeevisserij en in de 19e eeuw ging men zalm vangen. In de jaren 30 van de vorige eeuw begon men met de aanleg van de havens. De nadruk lag en ligt op containeroverslag en petrochemische industrie. Om in Pernis te komen moesten we de Nieuwe Maas over. Het werd de Beneluxtunnel die ligt tussen Vlaardingen/Schiedam en Hoogvliet. Eigenlijk is er sprake van twee tunnels. De eerste werd aangelegd tussen 1962 en 1967 (tot 1980 mocht je tol betalen), de tweede tussen 1997 en 2002. Met de fiets mag je kiezen uit een enge roltrap (zie foto) of een (regelmatig haperende) lift. In een grijs verleden hebben we met onze e-bikes eens de roltrap genomen, dat nooit weer en gelukkig: de lift deed het vandaag. 

Oorspronkelijk was de oostelijker gelegen Maastunnel (1942) de westelijkste vaste oeververbinding in de regio Rotterdam. Verkeer naar het havengebied moest via veerdiensten of over de in 1965 opengestelde Brienenoordbrug. Verder kennen we nog de Willemsbrug (1878, vernieuwd in 1981) en de Erasmusbrug (opgeleverd in 1996). Al deze bruggen en tunnels schijnen het verkeer niet aan te kunnen: er is sprake van een nieuwe oeververbinding. Het is nog niet duidelijk waar deze moet komen (zie kaartje). 



Om weer aan de noordzijde van de Nieuwe Maas te komen namen we de waterbus vanaf Heijplaat. De eerste boot die vertrok was naar de Maasboulevard in Schiedam. Een schitterende uitvinding die waterbus: 14 schepen doen 21 haltes aan langs een aantal Hollandse rivieren. Fietsen mogen gratis mee (en het kost geen drol: voor de overtocht naar Schiedam betaalden we 1 € per persoon, bejaardentarief?). 



De waterbus was ons zo goed bevallen dat we vrijdag lijntje 20 van de Erasmusbrug naar Krimpen aan de IJssel namen. Als je de Hollandse IJssel stroomopwaarts volgt kom je (ook op de fiets) plaatsen tegen als Ouderkerk aan den IJssel en Gouderak. Net voor Gouda namen we een bruggetje om vervolgens stroomafwaarts via Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en Capelle aan den IJssel terug te keren naar Rotterdam. Voor ons een onbekend stukje Nederland, maar wel een beetje saai. De enige afwisseling bestond uit het feit dat we heen de IJssel aan de linkerhand hadden liggen en terug: je raadt het al. Bijna 70 fietskilometers op de teller en W deed er bij thuiskomst nog eens 10 bij door boodschappen in Delft te doen. 








Zaterdag ging onze fietstocht via Den Haag naar Scheveningen om via de Waalsdorpervlakte in het duingebied Meijendel bij Wassenaar terug te keren. De Waalsdorpervlakte is één van de belangrijkste Nederlandse oorlogsherdenkingsplaatsen. Voor ons weer een nieuw stukje Nederland. Als je in de buurt fietst probeer dan de knooppunten 35, 44 en 46 in de route op te nemen. 






Na 65 kilometer op tijd terug om te constateren dat een luifel niet alleen zon maar ook regen tegenhoudt. De jongens en meisjes van de meteorologische diensten zaten er weer eens helemaal naast. De bbq bij dochterlief in Delfgauw viel dus een beetje in de regen, maar ook binnen kun je gezellig zitten, eten en drinken. Toch vreemd dat je barbecueën met een C schrijft en de afkorting ineens met een Q wordt geschreven, maar nu dwaal ik weer eens ernstig af. 


Op zondag vierden we de verjaardag van jonge-blom W, binnenkort al weer 66. Katwijk aan Zee was uitverkoren om dit heuglijke feit met het kroost te vieren. Worden de meeste kinderen door de ooievaar gebracht, komt een enkeling uit de bloemkool: in Katwijk komen ze uit de Vuurbaak (ook Vierboet genoemd). Na de Brandaris is dit het oudst bewaarde vuurtorengebouw van Nederland (1628). Het heeft een plat dak waarop vuur werd gestookt: eerst hout, later kolen; halverwege de 19e eeuw kwam er een olielamp met reflectoren. Het licht werd gedoofd in 1913. Onze kinderen met aanhang en kleinkinderen komen gelukkig gewoon uit de buik van hun moeder en niet uit de vuurtoren. Zij hoefden de vuurtoren dan ook niet te bewonderen, opa wel. Zondag in Katwijk, dus vuurtoren gesloten. Maar we lopen vooruit op de zaken. 




Het is Katwijk geworden omdat Hoek van Holland wat moeilijker bereikbaar was (afsluiting A20) en omdat je in het kerkelijke Katwijk (je mag ook zeggen “Staphorst aan Zee”) op zondag gratis kunt parkeren. Een paar jaar geleden is Kustwerk Katwijk aangelegd, een ingenieuze kustbeveiliging met een dijk in de duinen verstopt en voor die dijk weer een ondergrondse parkeergarage. Katwijk is inderdaad kerks: van de 33 raadszetels zijn er 17 toegewezen aan christelijke partijen. Gelukkig waren de strandtenten open en kon oma alle cadeautjes in ontvangst nemen: lieve presentjes en vooral veel. Na de middagfrieten en krentenbollen werd het nog een tijdje strandplezieren (de weergoden waren ons goedgezind). Iedereen op tijd naar huis, want WK voetbal. Een mooie en leuke dag daar aan het Katwijkse strand waar vroeger de bomschuiten geparkeerd werden als ze niet op zee waren. Het onderstaande schilderij met de bomschuiten moet gemaakt zijn door Mesdag. Even een zijsprongetje: de Andreaskerk (ook genoemd Oude Kerk of het witte kerkje aan zee) heeft een tijdje dienst gedaan als opslagplaats voor bomschuiten. Gebouwd omstreeks 1460 doet het kerkje nu weer dienst als gebedsgebouw van de Nederlands Hervormde Gemeente. 








Maandag oppasdag, maar aangezien kleinzoon Q naar school gaat hadden we vrij tot drie uur, dus tijd om op zoek te gaan naar een aantal caches in de Ackerdijkse Plassen. Het leuke van ons tripje was dat we bij een aantal vogelkijkhutten terecht kwamen die we nog nooit eerder bezocht hadden. In het gebied komen veel verschillende vogels voor die we voor een groot deel zagen en voor een ander deel hoorden. Dankzij onze vogelgeluidenapp konden we een rietgors determineren. De foto van de eerste vogel (de rietgors) is afkomstig van de site van de Vogelbescherming. De tweede vogel is gespot door W. Weer eens wat anders gevonden dan het normale fotofilmkokertje. 





V: 136.711; A (thuis): 137.082