noordpolderzijl

noordpolderzijl

woensdag 10 augustus 2016

tolkamer

maandag 8 augustus: tolkamer

Voor de verandering eens vanuit Delft via de A15 terug naar het oosten: na Rotterdam rijdt het een stuk relaxter dan de A12. Als je op de A15 links kijkt zie je gedurende 95 kilometer de Betuweroute en vandaag viel er geen enkele trein te bespeuren. De capaciteit is tegenwoordig 110 treinen per dag, maar begin dit jaar kwam ProRail niet verder dan een gemiddelde van 79 per dag. Tijdelijk wordt dit aantal nog minder: er komt eindelijk 70 kilometer nieuw spoor tussen Emmerich en Oberhausen, tenminste als alle vergunningen verleend worden. Door al die (voorbereidende) werkzaamheden kunnen tussen nu en 2023 veel minder goederentreinen gebruik maken van de Betuweroute. Ze worden omgeleid over de twee andere lijnen naar Duitsland, vooral de Brabantroute.
Uiteindelijk hebben die 160 kilometer van de Maasvlakte naar de grens met Duitsland 4,7 miljard gekost, ongeveer het dubbele van het bedrag waarvoor het kabinet begin jaren negentig de lijn dacht te kunnen aanleggen. En of dat nog niet alles is: de exploitatie kan niet zonder subsidie, jaarlijks moet er 37 miljoen bijgelapt worden. Als je dan op de kade in Tolkamer zit en je kijkt peinzend naar het water dan denk je: was de binnenvaart geen alternatief geweest of hebben de beleidsmakers het vervoer te water gemakshalve maar buiten beeld gelaten?

spoorlijn Zevenaar – Kleve

Nu we het toch over treintjes hebben: tijdens ons fietstochtje van Tolkamer, Emmerich (bruggetje over) en via de Duitse kant van de Rijn via Millingen met de “Heen en Weer” terug kwamen we twee keer “sporen van een spoorlijn” tegen. In Nederland een groot informatiebord en in Duitsland de restanten van een oude spoorbrug. Het handelt om een oude spoorlijn tussen Zevenaar en Kleef. Deze lijn dateert van 1865, een tijd toen Duitsland in dit gebied nog Pruisen was en er vele spoorwegmaatschappijen waren die met elkaar concurreerden alsof ze niets anders te doen hadden. In 1865 ging dat zo ver dat men van Zevenaar tot vlak bij Elten twee lijnen naast elkaar had liggen, lijntje één van maatschappij A ging door naar Emmerich, lijntje twee van maatschappij B boog bij Elten af naar Welle en kwam de Rijn tegen. De Pruisische regering verbood om militaire redenen om deze hindernis met een brug te slechten en de oplossing van dit probleem werd gevonden in het inzetten van een spoorpont: de wagons werden samen met de passagiers met de pont overgevaren van Welle (NL) naar Spyck (bij Griethausen); de locomotief bleef achter (te zwaar voor de pont?). De veer was gemiddeld zo’n drie weken per jaar uit de vaart vanwege hoogwater, storm of ijsgang. Aan de Pruisische kant pikte een nieuwe loc het handeltje weer op en tufte gemoedelijk naar Kleef. De Altrhein werd wel via een ijzeren spoorbrug overgestoken. In Kleef kon men aansluiting krijgen op het spoornet naar Keulen.
Dertig jaar later (we schrijven dan 1895) was de spoorsituatie drastisch veranderd: in Nederland hadden we inmiddels de Staatsspoorwegen, die veel lokale spoorlijnen genaast had en aan de overkant van de Rijn hadden de Pruissische Eisenbahnen hetzelfde gedaan. Het parallelle spoor in Nederland werd gesloopt en in 1912 werd de spoorpont opgebroken; er werden nog wel passagiers overgezet, maar de wagons bleven op de oever staan. In 1926 werd het gedeelte tussen Elten en Welle buiten gebruik gesteld (inclusief de veerdienst) en in 1930 definitief opgebroken. Aan de Duitse kant bleef de spoorlijn tussen Spyck en Kleve intact; tot 1960 werden er reizigers vervoerd en tot 1982 bleven er goederen over het lijntje boemelen. Toen was het hier ook helemaal gebeurd.

Overigens is er wel een tijdje een brug geweest over de Rijn. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog hebben de Britten een tijdelijke (houten) brug gebouwd, de Victory Bridge, bestemd voor troepen- en materiaaltransport. De ijzeren spoorbrug over de Altrhein, bruin van roest, ligt er nog historisch te liggen; het is de oudste ijzeren spoorbrug van Duitsland en als het oud-ijzer nog geen werelderfgoed is dan zal de Unesco daar ongetwijfeld binnenkort mee aan de slag gaan.



V: 74.533; A: 74.676





dinsdag 9 augustus: terug naar huis

Stampende dieselmotoren van boten die auto’s moesten laden en lossen (je staat niet voor niets op de autokade) en walmende uitlaten (dacht eerst dat ik een gaslek had) zorgden er voor dat ik al om kwart over zes bootjes, waterdruppels, een vissende aalscholver en regenbogen aan het bekijken was. Aan de paracetamolverpakking en het niveau van de Shiraz te zien had W ook een wat onrustige nacht gehad en zelfs de Zwitserse buren waren al vroeg Schiffe aan het bekijken. De rest van de camperbevolking (we stonden er met 13 prachtexemplaren) werd om 7.25 uur gewekt door de sirene van de scheepswerf en als je die toevallig had gemist kon je om half acht in de herkansing: arbeiders aan het werk, luierende senioren het nest uit!
V: 74.676; A: 74.722