vrijdag 12 augustus:
Roerdinkhof Woold
Broer van W bezocht de Achterhoek. Gewoontegetrouw zet hij –
met campertje, vrouw en hondje –zijn terras neer op het Roerdinkhof in de
gemeente Winterswijk (buurtschap het Woold). Voordat de oude oma opgehaald werd
voor een hapje, een drankje en wat gezelligheid hebben W en ik een nieuw type
fietstocht ontdekt: de Achterhoek is onlangs voorzien van een
wandelknooppuntennetwerk (woord onthouden voor Scrabble); we hebben uitgeprobeerd of zo’n
route ook per fiets te volgen is. En jawel: op 1,5 km na ging de tocht over
redelijk-goed-te-fietsen-wegen en zandpaden; het lusje door het Wooldse Veen
(voornamelijk over vlonderpaden op de grens van Duitsland met Nederland - mooie grensstenen!) hebben
we te voet afgelegd.
zaterdag 13 augustus:
camping Meibeek Ruurlo
Even een zekeringetje laten vervangen bij de autoboer: Ome
Tom en de achteruitrijcamera konden niet meer aangetrapt worden. Meegekeken
tijdens de operatie: wat een lading stekkertjes. Moraal van het verhaal: nooit
zelf dat spul aanraken en vooral niet willen weten waar het zit. Op naar
camping de Meibeek in Ruurlo, slechts 13 km van ons huis verwijderd, maar nog nooit
van gehoord. De kleinkinderen stonden er met de tent (en hun papa en mama ook,
maar dat is voor oma’s en opa’s toch minder belangrijk?) en er viel nog een
(uitgesteld) verjaardagsfeestje van W te vieren. Het is een echte
familiecamping met erg veel kinderen die het uitstekend naar hun zin hebben, al
was het water van het zwembad wat erg aan de frisse kant. Met het op de website
aangeprezen verwarmde zwembad zal wel “door de zon op temperatuur gebracht
zwemwater” bedoeld worden. Voor mij overigens geen probleem: “opa zwemt niet in
water dat nat is” en dat houden we voorlopig zo.
zondag 14 augustus:
Boerderij Hazenveld Kochengen
Soms gaan er rare gedachten door je hoofd terwijl je in je
campertje aan het nadenken bent over de zin van het leven. Zo stonden we na de
middag al vroeg op het erf van Boer Piet, een veehouder die ook een minicamping
heeft (veel regeltjes, maar dat terzijde). Om melk te geven moet een koe één
keer per jaar zwanger worden. Leuk voor de koe is het niet: het bezwangeren
vindt plaats met een rietje. Het kalf – als het al geboren mag worden: een
korte zwangerschap is voldoende voor het melkproductiesysteem – mag na de
geboorte maar een paar uur bij de moeder blijven. Meestal roepen ze dagenlang
naar elkaar als ze gescheiden zijn. En dat allemaal voor dat pak melk in onze
koelkast. De boerin wilde ons in eerste instantie geen plaatsje geven: we hadden
niet gereserveerd. Toen W aangaf dat op haar website stond dat er nog drie
camperplaatsen en een paar kampeerplekjes vrij waren en dat we daarom geen
telefoontje hadden gepleegd kwam de vrouw van Boer Piet (tenminste dat nemen we
aan) tot de ontdekking dat er toch nog één plekje vrij was. Onze ogen zagen wat
anders (ook de volgende ochtend) maar och: ze zal haar dag wel niet gehad
hebben. De camping ligt op één van de aanvliegroutes naar Schiphol dus
regelmatig konden we goed zien dat een Boeing 747 inderdaad vier turbines
heeft.
maandag 15 augustus:
kasteel de Haar
Als je het breed hebt moet je het breed laten hangen, dacht
baron Etiënne van Zuylen-van Nijevelt. Desnoods met de centen die je wederhelft
heeft. Reden dus om onmiddellijk in gemeenschap van goederen te gaan huwen. Als je
vrouw dan ook nog één van de Rothschildjes is (een telg uit een zeer vermogende
bankiersfamilie) dan kun je leuke dingen doen. Had de baron zelf niets dan?
Jawel, maar behalve zijn titel voornamelijk ruïnes, onder andere het uit de 12e
eeuw daterende kasteel de Haar bij Haarzuylens. Deze ruïnes werden door Cuypers
(ja die van het Rijksmuseum en het Centraal Station van Amsterdam) en zijn zoon
omgetoverd in een kasteel van Assepoester en Sneeuwwitje, geplukt uit een Disneysprookje.
Het kasteel werd op de fundamenten van het oude gebouwd en zou aan de
buitenkant de vorm krijgen die het ook in de 14e eeuw had, maar dan
met een neogotisch tintje zoals we dat van Cuypers kennen. Verder werd het
uitgebreid met een châtelet – op zich al een compleet kasteel. Op deze manier
is het het grootste kasteel van Nederland geworden. De binnenkant werd van alle
gemakken (tenminste voor begrippen van 1890) voorzien: een personenlift, koud
en warm stromend water in alle slaapvertrekken, centrale verwarming en niet te
vergeten: elektriciteit. Zo’n twee maanden per jaar was de familie er en werd
er uitgebreid gefeest met beroemde gasten waaronder Brigitte Bardot, Maria
Callas en Roger Moore.
Onze Etiënne hield niet van wachten: de kasteeltuin liet hij
beplanten met bomen die al een jaar of 40 oud waren dus meteen een “volgroeide”
indruk maakten. Uit de verre omgeving werden ze met mallejannen aangevoerd.
dinsdag 16 en
woensdag 17 augustus: Delft en Alphen aan de Rijn
Dinsdag was volgens ons “contract” de laatste oppasdag:
kleinzoon Q hebben we ’s morgens vroeg thuis opgehaald en hij heeft de dag
samen met veel andere kinderen doorgebracht op onze “huiscamping” in Delft,
zich vermakend met glijbaan, springkussen, het strandje en een treinbaan.
De volgende dag was het groot feest: onze Q werd vier jaar
en dat moest met zijn neefje en nichtjes van moeders kant gevierd worden in
Avifauna. Dit vogelpark (geopend in 1950) is van oorsprong een uit de hand
gelopen hobby van familie Van de Brink. Toen het park wat later failliet ging en het
onder gemeentelijk bewind ook geen financieel succes werd kwam het in 1956 in
de handen van familie Van de Valk. Mijn laatste (en enige) bezoek dateert van
1966 toen mijn vader zijn Ford Taunus 12M nog net over de rotonde van Oudenrijn
kon sturen (een jaartje of twee later was het omgebouwd tot klaverblad). Het park is in
2012 overgegaan in een stichting, maar - naar ik heb gelezen - nog wel onder leiding van één van de ToekanValkjes.
Het was een geslaagd dagje, met als hoogtepunt dat opa bij
de Lori Landing – waar je vogels kunt voeren met suikerwater – meteen de Sjaak
was: zijn grijzende, ietwat dunner wordende haar (hij noemt het zelf een weelderige bos haar, laat hem in die waan!) kreeg meteen de volle lading
van één van de papagaaien. We zullen maar zeggen dat vogelpoep
haargroeibevorderend is.
donderdag 18
augustus: jachthaven de Bijland in Tolkamer
Rond 7.00 uur wakker geworden van vertrekkende vliegtuigen.
Of het nu de HV5291 naar Wenen was of de HV6035 naar Rome (of één van de andere
vier vliegtuigen die rond deze tijd vertrokken) of omdat het lijf vond dat acht
uur slaap voldoende was, we zullen het nooit weten. 12 Graden is goed voor de
nachtrust, maar draagt niet bij tot het snel aanvaarden van de ochtend, zelfs niet met een volle pot koffie. Nog een
uurtje dan gaat het kacheltje aan: de zon op het dak van ons puzzeltje.
Afscheid van Delft en op naar Tolkamer. Deze keer eens niet
op de Europakade aan de Rijn, maar – in verband met het verkrijgen van toch wel
wat wenselijke schaduw en de aanwezigheid van broer/zwager R met zijn Nugget –
de camperplek aan de recreatieplas bij de jachthaven de Bijland. Een minpuntje:
gratis meegeleverd wordt het kabaal van de speedboten. Aan het eind van de middag wordt dat lawaai
echter steeds minder en na het vertrek van de dagjesmensen stonden we met 9
campers te bbq-en en fikkie te stoken. De jachthaven zelf biedt de nodige
faciliteiten (er zijn een beperkt aantal stroomplaatsen) en voor een tientje
(overnachting) en 4,50 € (dagparkeerkaart) sta je ’s avonds, ’s nachts en ’s
ochtends heel erg rustig.
vrijdag 19 augustus: terug naar de Kötteldiek
Nog een kilometer of vijftig scheidden ons van ons andere
home-sweet-home, dus al voor de noen was het eerste wasje aan het draaien en
konden wij beginnen met onze voorbereidingen van de volgende reis: zes weken
naar Spanje en Portugal; vertrek 1 september. Weer eens wat anders dan een beetje rondzwerven door Nederland. Maar daarvoor eerst nog even het jaarlijkse familieweekendje.V: 12/08 – 74.722; A: 19/08 – 75.175