noordpolderzijl

noordpolderzijl

zondag 15 maart 2020

(geen) maartse buien 

Als we alles vooruit hadden geweten hadden we de winterslaap van Puzzel gewoon verlengd. Inmiddels kun je bijna geen kant meer op: het een na het andere land sluit de grenzen. Ons voorjaarsritje naar het zuiden van Europa komt zo wel erg op de tocht te staan. Volgens mijn buurman (ook een camperaar) blijven er op dit moment alleen de Canarische Weilanden over, variant op Rundumhause en Balconia. We zullen zien. Het blikken hok is nu eenmaal uit de stalling gehaald en ontschorst. Het lijkt er op dat W nu met de handen in het haar zit (wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Corona's hand), maar dat is alleen maar letterlijk zo: ze wist dat ik een foto ging nemen dus moest een en ander gefatsoeneerd worden. Het resultaat tref je later in dit verhaaltje aan. Even terzijde: broerlief vroeg laatst wie er van ons tweeën tijdens de campertochtjes reed. Gevat antwoord van W: “we rijden beiden, maar B. stuurt” en daar is niets aan gelogen.

En vooruit: onze bijdrage aan coronavirusfoto's mag ook niet ontbreken. Een echte Smith Corona 4, geproduceerd tussen de twee wereldoorlogen. Deze Corona kreeg de aanduiding 4 mee omdat de machine vier rijen met toetsen had, de voorganger heette Corona 3 en je kunt inmiddels op de klompen aanvoelen waarom. Inderdaad: volstrekt nutteloze informatie.



zaterdag 7 maart: @ harreveld 


“Als je komt oppassen kun je meteen een leuk plekje opzoeken voor de camper”. Twee dingen die het leven aantrekkelijk maken: oppassen op drie kleinkinderen en een leuk plekje op het landgoed van zoonlief, die op bijgaande foto druk bezig is om na het snoeien van enige bosschage het parkeerbordje in de grond te slaan, het bordje dat we juli vorig jaar kregen tijdens het vieren van de verjaardag van W aan zee (onderstaande foto). Oppassen dus! Toen de kleinkinderen in bed lagen zocht W al snel de warmte van het busje op (fijn dat de Truma het doet) en mocht ik wachten tot de feestgangers ruim na drieën in de nacht (niet meer geheel nuchter) thuis kwamen om vervolgens ook de lapjes in de camper op te zoeken. Geen probleem: heb gemerkt dat ik ook zittend achter mijn tablet kan slapen zonder dat mijn hoofd de hardheid van de keukentafel gaat testen. 



woensdag 11 maart: hoog water 

Tussen de maartse buien door een droog dagje. Ons oorspronkelijke plan om al reizend met de trein een museum te bezoeken toch maar in de ijskast gezet. Gewoon het gevaar niet opzoeken maar de fietsen in en op de bus pakken en de waterstanden gaan controleren. Eerst naar de Europakade in Tolkamer voor een zeer uitgebreide lunch en daarna naar het plaatsje Bronkhorst voor een fietstocht langs de IJssel. 



Route moest aangepast worden want de pontjes over de IJssel zijn uit de vaart in verband met het hoge water. Na voldoende water gezien te hebben via de bossen van Vorden (langs het kasteel - zie foto) weer terug. Houten kont en blauwe ballen na 35 kilometer. Weer even wennen aan dat zadel. Accu’s vanwege het koude weer wel schrikbarend snel leeg: de hoogste tijd dat het warmer wordt! 








vrijdag 13 tot zondag 15 maart: @ de brinkheurne bij winterswijk 

Tijdens de laatste druppels van een regenbui (het was er maar eentje, maar die duurde van woensdagavond tot vrijdagmiddag) Puzzel ingeladen om een paar dagen in vrijwillige quarantaine te gaan. Camping de Vreehorst in het Woold had geen acceptabel plekje voor ons: camperplaatsen vol en met ons Acsikaartje nog 25 € per nacht (plus nog eens 2 x € 1,20 toeristenbelasting) te moeten betalen vonden we van de pot gerukt, dus doorgereden naar de camperplaats van camping Het Winkel in de nabijgelegen buurtschap Brinkheurne. Om vijf uur nog voldoende plek op de CP (kosten 10 €), daarna overstroomde de plaats: niet met water maar met witte dozen met een eveneens wit kenteken. Moest (schijn)veilig zijn want we hoorden dat aan de grens gecontroleerd werd, geen paspoort- maar temperatuurcontrole voor de verandering. 

Als we de volgende morgen de ogen open doen is de zon al een tijdje wakker en vertrekken de eerste campers op weg naar Niemandsland. Dat liedje van Frans Bauer werd vrijdagmiddag gespeeld tijdens een crematie: “Er rijdt een trein naar niemandsland, hij is op weg naar het beloofde land. En onderweg hoor je de engelen zingen, ’t lijkt een droom dat hemelse gezang”. Kom de laatste tijd toch te vaak in het crematorium. 



W op zaterdag even naar haar moeder en daarna samen een fietstochtje door de omgeving. De schrijver/dichter J.C. Bloem (1887- 1966) noteerde eens: “Wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos ter grootte van een krant”. Hij zal dat ongetwijfeld niet in het Winterswijkse opgeschreven hebben. Bos in overvloed. Bijvoorbeeld in de Bekkendelle, Bekendelle op zijn Nederlands. Komt van Beek en Dal. Ergens las ik dat de Bekkendelle een “beekbegeleidend loofbos” was. Mooi gevonden. De Boven-Slinge, die zo’n 20 kilometer verder in het Duitse land ontspringt, meandert door het natuurgebied. Het kan erg nat zijn in dit gebied en dat was nu ook het geval na al die overvloedige regen. W heeft hier in de loop der jaren regelmatig een ijsvogeltje gespot. Ik één keer: een dood exemplaar. 

Nieuw was de waterpassage in de “Weg om Ros en Lintum”, inmiddels een geliefde hindernis tijdens mountainbiketochten. De bovenste van de drie foto’s is gemaakt door de “Twitterende wijkagent buitengebied” Willem Saris, de andere twee door een zekere B.N. 





Normaal fietsen we van knooppunt 21 naar 19, deze keer net andersom. Je ziet dan werkelijk andere dingen, in dit geval de eerste fietsbank van Nederland. Toen ik op internet wat meer informatie zocht bleek dat de bank er al sinds mei 2017 staat. Nooit opgevallen. De bank is ontworpen door Grijsen Park & Straatdesign Winterswijk en wel “volledig volgens de circulaire economie”. Vertaald in eenvoudig Nederlands: afval hergebruiken voor nieuwe producten. Een heel bijzonder bankje gemaakt van afgedankte fietsen en houten planken. 




De lente komt er aan. Veel bloeiende Forsythia maar ook een uitbundige bloesemboom. Volgens de app Plantnet keken we naar alle waarschijnlijkheid naar een Prunus cerasifera Ehrh met als Nederlandse vertaling kerspruim. Een naam van niks, volgens W: “iets is een kers of een pruim, dubbelop is veel te verwarrend!” Waarvan akte.Volgens mij (maar wie ben ik?) hoort een kers ook tot de prunusfamilie net als de pruim, maar dat geheel terzijde. Leuk gespreksonderwerp onderweg dus. Na exact 32,3 kilometer waren we weer “thuis”. Fijn tochtje en wederom een paar nieuwe dingen gezien. Kacheltje aan en in de avondstand.

Zondag stond in het teken van "kleine broer die 65 wordt". Op naar Groenlo, heerlijk met de wind achter. De terugweg was echter windje 4 pal op de neus. Fijn 32 kilometer gefietst. Tegen vieren weer naar ons stenen huis. W vond dat er nog niet genoeg bewogen was en nam de fiets. De Achterhoek blijft mooi. 




Mooi weekend. Het voelde wederom goed met zijn drietjes: W, Puzzel en ik.