noordpolderzijl

noordpolderzijl

zaterdag 29 juni 2019

bejaardensport

24 tot 30 juni: @ de brinkheurne



Eerst een weekje actief als vrijwilliger bij de Avondwandelvierdaagse/wandelmarathon in Lichtenvoorde, daarna een aantal dagen fietsen de omgeving van Winterswijk. De A4d kon “bediend” worden vanuit ons stenen huis, de Fietsvierdaagse had als uitgangspunt ons huis op wielen dat we evenals vorig jaar parkeerden op recreatiecentrum Het Winkel in de Brinkheurne bij Winterswijk. Leuk arrangementje: voor € 89 mag je vijf dagen je mobiele huisje parkeren en je krijgt er nog twee deelnemerskaarten voor de vierdaagse bij. De gemeente Winterswijk is lachende derde en incasseert toeristenbelasting à 1,20 € per persoon per overnachting, hetgeen het te betalen bedrag net boven de 100 euri doet uitkomen. Prettige camping, alleen is op deze locatie de aanvulling op recreatiepark “zalencentrum” hetgeen betekende dat er op vrijdagavond een leuk feestje gegeven werd met de nodige bonkebonkmuziek en op zaterdagavond werd dat nog eens dunnetjes overgedaan. Omdat het een warm weekend zou worden, hebben we er een dagje tegen Acsi-tarief bij aangeknoopt. 


De fietsvierdaagse, georganiseerd door de Stichting WFevenementen presenteert zich als Internationale Fietsvierdaagse Winterswijk, niet alleen omdat er een verdwaalde Duitser deelneemt, maar vooral omdat een deel van de route over Duitse wegen gaat. Dit jaar was men aan de zesde editie toe. Goed georganiseerd met erg veel vrijwilligers en wat het leuke is: we huppelen al bijna 70 jaar door het Achterhoekse land en nog steeds weten de routemakers voor ons onbekende weggetjes te vinden en af en toe een ook nog nooit bezochte horecagelegenheid. 


Nog even over de titel van dit blog (bejaardensport): het moge duidelijk zijn dat de doelgroep van dit evenement de actieve gepensioneerde is. Een aantal deelnemers die we onderweg gesproken hebben, jumpen van de ene naar de andere fietsvierdaagse. De volgende schijnt in Otterlo te zijn. De foto hiernaast kwamen we tegen op de website van de fietsvierdaagse. Foto is weliswaar vorig jaar gemaakt, maar een en ander is volstrekt uitwisselbaar, al was de korte broek dit jaar zwart.




De fietstocht van dinsdag leidde ons door het land van Aalten, Bredevoort en Miste. Miste is één van de buurtschappen van Winterswijk. Hier is de Achterhoekse schrijver Henk Krosenbrink geboren, opgegroeid en gestorven. Naast schrijver was hij historicus en radiomaker. Door zijn vele streekverhalen is hij bekend komen te staan als een groot liefhebber van de Achterhoekse streektaal en -cultuur. Bij terugkomst meteen maar zijn drieluik “De Wullinks” bestellen. In drie delen wordt het leven van een vooraanstaand boerengeslacht beschreven in de periode 1880 tot 1950. Uit een recensie: “Het familieverhaal speelt zich af tegen het buurtschapsleven met zijn vreugdevolle en droevige dagen. [….] Werkelijkheid en fictie zijn in de roman nauw met elkaar verweven.” Het wordt ongetwijfeld 1200 bladzijden smullen. De boeken zijn inmiddels uitverkocht, maar via grijze kanalen is er nog wel aan de digitale versie te komen. 



Woensdag was “fietsloos” omdat er drie kleinkinderen moesten worden opgehaald uit school. Ze konden zich uitstekend vermaken in het zwembad van de camping. De bekende barbecue-die-geen-barbecue-genoemd-mag-worden maakte een voedzaam einde aan de dag voor de koters. Blijven smeren was het devies want weer een tetterende zon. Op verzoek van W ’s morgens de bus maar 180 graden gedraaid zodat er wat meer schaduw te vinden was. 


Tijdens de fietstocht van donderdag kwamen we langs ons huis, dus de tocht ging richting Lichtenvoorde en vervolgens via de kerkepaden van Zieuwent. En dan: duizenden misschien wel tienduizenden keren zijn we er achteloos langsgefietst, gewandeld of gereden. Plotseling stonden we oog in oog met misschien wel de mooiste kerk van Nederland, de Werenfridus van Zieuwent (eerste steenlegging 1898). Mooi plaatje met de strakblauwe lucht op de achtergrond. Het is niet de eerste kerk die op dit plekje staat. Mocht men in de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden alleen stiekem naar de kerk (als je wat anders dan calvinist was), in 1795 veranderde dat met de komst van ons aller Nappie. Er werd dan ook al snel een rooms-katholieke kerk gebouwd. Na uitbreiding en herbouw bleek het stulpje elke keer weer te klein en besloot men in 1898 de zaken maar grondig aan te pakken. 


De tocht ging verder over de “bergen” van Zieuwent en omgeving. Zieuwent was (en is voor een deel nog) een drassig gebied. In het landschap zijn wat natuurlijke verhogingen te vinden, zandkoppen of kampen genoemd. Op deze “bulten” werd een boerderij gebouwd en rond dit “stamhuis” werd later familiegerelateerd bijgebouwd. Zo’n “kluitje” boerderijen noemde men een droebel. Door ruilverkaveling in de jaren zestig van de vorige eeuw werden veel boerderijen gesloopt, landerijen gelijk getrokken en afrasteringen verwijderd. Op dit ogenblik zijn er nog zo’n 20 droebels over die via een fiets- en/of wandelroute zijn te bewonderen. 


Vrijdag begon met een lange broek en voelden we ons uiig: elke keer konden we een laagje van ons afpellen. Uiteindelijk werd het weer bloedje-heet, maar toen hadden we al 60 kilometer op de teller staan, waarbij de routemakers ons Barlo, Rhede en Bocholt hadden laten zien: Duitsland dus. 




Zaterdag hebben we een deel van de gemiste route van woensdag gefietst. Warm, dus maar 45 kilometer op de teller gekregen. Voor het eerst deze week een vrijwel bekende route: alleen onze pauzeplek – een Biergarten in Oeding – was nieuw. Het was een mooi, maar erg warm weekje. En volgend jaar? Ik denk het wel! 

Zondag naar het noorden en zeilen op het wad. Een oud zeilmaatje gaat mee: in een speciale verpakking en het wordt voor hem een enkele reis.  

Bijna 300 kilometer op de fietsteller bijgeschreven, de kilometerstand van Puzzel nog niet het tiende gedeelte.










zondag 16 juni 2019

luchtmachtdagen volkel 

Onder het motto “Geniet nu van het leven, anders doen je erfgenamen het” gingen we samen met zo’n 30 andere campers het NKC-weekend “Luchtmachtdagen Volkel” in. Eindpunt camping Slabroek in de omgeving van Uden. De camping maakt onderdeel uit van het Recreatiepark Slabroek (recreatiepark moet je wel met een korreltje zout nemen: grote weide die de camping moet voorstellen, een aantal vaste staplaatsen in het bos, een verbouwde boerderij die groepen accommodeert en een kleine B&B; niks mis mee, we konden er goed staan en alle accu’s konden regelmatig worden voorzien van verse vonkjes. Maar: recreatiepark?) Overigens: we waren weer eens een kleintje. 


De luchtmacht was de afgelopen jaren “druk, druk, druk” en/of was er geen geld. Dit jaar zat er weer “lucht” in de begroting, dus konden de Luchtmachtdagen voor het eerst in drie jaar weer doorgaan. Kosten: zo’n 1,9 miljoen Euro schrijft het Brabants Dagblad. Of alle kostenposten daarin verwerkt zijn weet ik niet. Alleen al de inmense politiemacht die op de been was moet aardig in de papieren lopen. Waar defensie en gemeente geld toeleggen, profiteert de regio juist volop; met name de verenigingen die zorgen voor het parkeerbeheer. Ze huren ca. 100 ha weiland van de boeren en voor € 5 (op een half uurtje lopen van de basis) tot € 10 (aan de overkant van de weg) mogen bezoekers hun auto neerzetten. Wederom het Brabants Dagblad: “Het betreft 24 verenigingen met 700 vrijwilligers”. Dat hotels in de wijde omgeving al maanden geleden volgeboekt waren voor deze dagen, kun je je voorstellen. 



vrijdag 14 juni: @ uden 


De standaard route naar de camping zou nog wat voeten in de aarde kunnen hebben: een gekantelde vrachtwagen op de A50 en veel vertraging op de N-wegen naar Volkel. Dus een alternatief gezocht. Ons ritje door Duitsland verliep vlekkeloos, bakje koffie onderweg. Files in de buurt van Uden stonden er wel, maar met de neus de andere kant op. Half een waren we geïnstalleerd. Handje, kopje koffie en op de fiets voor een verkennend rondje Uden. De gemeente Uden ligt aan de rand van het natuurgebied De Maashorst. De gemeente bestaat uit de dorpen Uden, Volkel en Odiliapeel. Jammer van de A50 die vlak langs het dorp gaat, maar als je als bewoner het geluid van straaljagers gewend bent kan een beetje autolawaai er ook nog wel bij. 


Mooie kerk, daar in Uden; alleen de zon stond weer eens verkeerd, dus onder dankzegging een plaatje geleend. Het wapen van Uden is een afgeleide van het wapen van Kleef. Uden maakte in het verleden lange tijd deel uit van de Graafschap Kleef. Een groot deel van de fietstocht (een kleine 30 kilometer) ging door het natuurgebied De Maashorst (grootte 4.000 hectare). Dit mooie stuk van Nederland wordt gepromoot als “het oergebied in Brabant. Met wilde natuur met onder andere wisenten, taurossen en Exmoor pony’s, unieke wijstgronden en bijzondere cultuurhistorie”. Dus ’s avonds druk op zoek op internet naar wijstgronden, taurossen en dat soort (voor ons) onbekende woorden. 


Onbekende woorden waren er ook bij de presentatie over de Luchtmachtdagen, gegeven door een oud-medewerker van de Luchtmacht en tegenwoordig bestuurslid van de Koninklijke Vereniging Onze Luchtmacht. Terzijde: wie van mooie plaatjes van vliegtuigen houdt moet lid worden van deze club, dan krijg je onder meer zes keer per jaar het schitterend uitgevoerde blad “Onze Luchtmacht” thuisbezorgd. Voor W en mij kent de liefde voor vliegtuigen grenzen en die grens wordt bereikt bij het in ontvangst nemen van een gratis presentexemplaar. Boeiend verhaal overigens van deze kolonel buiten dienst ir. ing. Ben-zijn-naam-kwijt. De presentatie (“briefing” om in defensietermen te blijven) konden we volhouden doordat we voor de tijd gevoed werden met een Brabants worstenbroodje. Niet te verwarren met het oudhollandse saucijzenbroodje; dat is gemaakt met bladerdeeg en het broodje uit Brabant is gemaakt van witbrooddeeg. Weer wat geleerd.


Flink wat verse groenten, een beetje macaroni en een kipfiletje waren snel omgevormd tot een maaltijdsalade. Vlug op tafel en goed binnen te houden. Nog lang buiten kunnen zitten, want lekker warm. Het laatste uurtje mochten we onze avondplaats in de camper weer innemen en dat gaat sinds kort onder het zingen van de tekst “jij in jouw klein hoekje en ik in’t mijn”. Voor diegenen die niet zo thuis zijn in de wereld van de christelijke liederen, hier het eerste couplet: 


Jezus zegt dat Hij van ons verwacht 
dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht. 
En Hij wenst dat ieder tot Zijn ere schijnt: 
Jij in jouw klein hoekje en ik in’t mijn. 

Vergeten te vertellen dat we tijdens ons tochtje weer zo’n stukje totaal-onbekende-geschiedenis tegenkwamen, namelijk Vluchtoord Uden. Weer een verhaal over de Groote Oorlog, WO-I. Nederland wist zich in de periode 1914-1918 bij de gratie van Duitsland en Engeland te onttrekken aan het wapengekletter. België was minder fortuinlijk, met het gevolg dat er sprake was van heel veel Belgische vluchtelingen. Een deel van deze vluchtelingen (in totaal 16.155 personen) streken neer op de uitgestrekte heide ten noorden van Uden en er ontstond een kamp. Eigenlijk is “dorp” een beter woord: er was een kerk, er was een school voor de kinderen, er was werk en er was ontspanning. En het voornaamste: iedereen was welkom. Blijkbaar gingen we toentertijd beter om met vluchtelingen dan heden ten dage. 



V: 135.755; A: 135.869

zaterdag 15 juni: @ uden 


Een behoorlijke bui regen vannacht. Bij het opstaan regende het nog steeds, maar na de afbakbroodjes uit de Omnia-pan konden we om half tien droog op de fiets naar de vliegbasis. Niet de kortste maar waarschijnlijk wel de mooiste route en met een groep van een man of vijftig. Nu had ik mijn Veilig Verkeer Nederland-petje niet op, dus hoefde ik me niet druk te maken om het ontbreken van veiligheidshesjes bij de begeleiding. Het blauwe NKC-hesje valt echt niet op. Bijna allemaal bejaard en met trapondersteuning, dus een tempo van-dik-hout. Parkeren van fietsen was gratis en goed geregeld. Veiligheidscontrole van mijn rugzak bij de ingang, de handgranaten in mijn jaszak kwamen eenvoudig door de controle van de beroepsbeveiligers. Gisteren 95.000, vandaag 145.000 bezoekers. Brabants Dagblad: “Het totaal van 240.000 bezoekers is wat minder dan de 250.000 waar Defensie op had gemikt. Een woordvoerder vermoedt dat potentiële bezoekers zich misschien hebben laten afschrikken door de regenval in de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdagochtend”.






De oorsprong van vliegbasis Volkel ligt in 1940 toen de Duitse Luftwaffe hier een Fliegerhorst bouwde. Na WO-II eerst overgenomen door de RAF, daarna gebruikt als basis van het Korps Mariniers en in 1951 aangewezen als eerste tactische vliegbasis van Nederland. Op dit ogenblik zijn er van de vele vliegbases nog maar drie MOB’s (Main Operating Bases) over, de rest werd in de loop der jaren wegbezuinigd, zoals vliegbasis Twenthe waar we de vorige week waren. 


Een dagje vliegtuigjes kijken is leuk, maar zorgt wel voor tegenstrijdige gevoelens: is het allemaal wel nodig. Is het echt zo dat, wanneer we de luchtmacht opgedoekt hebben, de “grote boze jongens” de volgende dag voor de deur staan, zoals kolonel buiten dienst ir. ing. Ben-zijn-naam-kwijt ons wilde doen geloven. De kosten voor defensie bedragen in 2019 10 miljard Euro (zie grafiek overheid), kun je aardig wat kratjes bier van kopen. 

Veel vliegtuigen en vliegtuigjes gezien dus. Zal echt niet veel namen noemen, want een naam als Yakovlev Yak-52 ben je over drie minuten vergeten. Twee uitzonderingen: we hebben een optreden gezien van de F-35 Lightning (ook bekend onder de naam Joint Strike Fighter of JSF), de opvolger van de F-16 en een demonstratie van zo’n groot werkpaard, de Boeing C-17 Globemaster III. Nog even met de neus op de feiten gedrukt: bij de ingang maakte een ons aagereikte flyer ons attent op en waarschuwde ons voor de aanwezigheid van kernwapens op de vliegbasis. Nu hebben de oud-premiers Lubbers en Van Agt dat in 2013 bevestigd, dus niks nieuws onder de zon. Ik wist echter niet dat er al afspraken gemaakt zijn om deze oude bommetjes om te ruilen voor nieuwe verbeterde kernwapens. 






’s Avonds een koud/warm buffet dat buiten begon en binnen eindigde: om half negen viel er exact één klein buitje in heel Nederland. Mag je raden waar! De regen zorgde wel weer voor een heel sfeervolle foto wat later op de avond.



zondag 16 juni: @ home 

Vannacht een behoorlijk stuk koeler dan gisternacht. Voor mij maakt dat niet zoveel uit, maar W slaapt er stukken beter op.

Nog een afscheidsfietstochtje van zo’n 40 kilometer door het Brabantse land, voor een groot deel door De Maashorst, je weet wel dat stuk Brabant dat aangeduid wordt met “oergebied”. Ik wist overigens niet dat ze in de oertijd strak geasfalteerde fietspaden hadden. Wel lekker om te pedaleren, maar het oergevoel ontbreekt. Beetje heel erg netjes allemaal. Kon met een schreeuw W nog van een koude duik in het water weerhouden. “Het routebordje geeft toch echt die richting aan”, was haar excuus. Droog en wisselend bewolkt. 

Als klap op de vuurpijl kwamen we het bordje “stiltegebied” tegen. Echt een lachertje: gisteren scheurden hier tien F-16’s en één F-35 over het bos heen, terwijl ze hun naverbranders gebruikten. Stilte, aub! Mooi weekend; veel gezien, veel gelopen (een juichende stappenteller op zaterdag) en ca. 100 kilometer gefietst. 



Op naar de fietsvierdaagse van Winterswijk in de laatste week van juni, maar eerst de avondvierdaagse en wandelmarathon van Lichtenvoorde. 

V: 135.869; A: 135.984   

dinsdag 11 juni 2019

familieweekend losser

Broerlief had dit jaar de organisatie en koos voor een “nette” camping in Losser in het glooiende gedeelte van het Twenteland: een tweetal plekken voor de campers van de ouderen en een huisje voor het jonge spul (de jongste is inmiddels de zestig ook gepasseerd). Camping “de Veldzijde” ligt net buiten de plaats Losser. Niet al te dicht op elkaar: goed voor de stappenteller en je zit niet de hele dag op elkaars lip. Alles pico bello voor elkaar op deze plek, alleen was het voor W en mij even wennen: onze laatste campings waren van het type “natuurkampeerterrein” en die zien er nu eenmaal iets anders uit dan een “nette” camping waar je vriendelijk verzocht wordt om bij het vertrek de steentjes uit het gras te halen en het grind aan te harken en waar in de douche een speciaal bakje gemonteerd is voor je bril (voor de duidelijkheid staat er dan ook nog "bril" op dat bakje). Niks mis met “de Veldzijde”, alleen “anders”. 

We hebben ons er overigens met zijn achten uitstekend vermaakt en de woonkamer van het appartement was groot genoeg om ons allen te herbergen op momenten dat het weer niet helemaal wilde meewerken en tijdens de frisse avonduurtjes. Over het weer gesproken: bijgaande foto is van Meteosat-11 en gemaakt op 7 juni om 11:00 uur. Meteofrance vindt het waarschijnlijk best goed dat ik dit plaatje leen. Samenvatting: donderdag warm; vrijdag mooi met een stevig windje; zaterdag regen en stormachtig, maar ook droge perioden zodat we nog van alles konden ondernemen; zondag zonnig, warm en aangenaam; maandag prettig en windstil.



donderdag 6 juni: drielandenpunt 

Via het Winterswijkse buitengebied (even de fietsen ophalen in Kotten) door Duitsland naar de gemeente Losser. Deze gemeente bestaat uit de kernen Losser, Overdinkel, de Lutte, Deurningen en Glane. Volgens ons is de voornaamste bron van inkomsten het toerisme, maar dat heb ik niet geverifieerd. Na installatie fietsje gepakt en met zijn tweetjes
een verkennend rondje gereden. Centrum Losser – 13 – 18 – 70 – 69 – 05 – 52 – 15 – camping. Opvallendste punt: de Drilandsteen bij Gronau/Overdinkel. De tekening hiernaast laat de drie kanten van de steen zien (het is maar één steen).

Wanneer je Drielandenpunt hoort denk je aan Vaals, niet aan Overijssel. Er zijn er meer. In het verleden hadden we immers meer landen dan tegenwoordig. Het drielandenpunt Driland heeft overigens een veel langere geschiedenis dan dat knooppuntje in Vaals.
De grensmarkering waar we het nu over hebben gaf in 1659 de plek aan waar het bisdom Utrecht, het bisdom Mūnster en het graafschap Bentheim elkaar raakten. Het prinsbisdom Münster (ja dat van Bommen Berend) ging op in Pruisen, Bentheim werd geannexeerd door het koninkrijk Hannover en het grondgebied van het bisdom Utrecht ging uiteindelijk behoren tot het Koninkrijk der Nederlanden. Tegenwoordig geeft de steen nog steeds een drielandenpunt aan: Nederland – Nordrhein-Westfalen – Nieder-Sachsen. De steen staat aan de kant van een grote weg, vanaf de fietsroute in de verte te zien. 

Zus en zwager waren inmiddels met hun Dickenmarianneke op de camping gearriveerd en met wat-ieder-nog-in-huis-heeft-en-nog-net-niet-over-de-datum-is werd een heerlijke driegangenmaaltijd gefabriekt. Om onder de wandeling uit te komen bood ik spontaan aan om de afwas te doen, de rest heeft een leuk kuiertje gemaakt naar het centrum van Losser. 


V: 135.606; A: 135.671 
Het weer: prettig buitenzitweer. 

vrijdag 7 juni: de familie compleet 

Een fietstochtje met zijn vieren naar het Lutterzand. Volgens Wikipedia ‘een aardkundig monument tussen De Lutte en Denekamp’ en als je de plaatselijke VVV moet geloven ‘een absolute topper wat betreft de combinatie van natuur, ontspannen en genieten’. Kortom een gewild toeristengebied met zandverstuivingen, afkalvingen van de hoge Dinkeloevers, heidevelden, jeneverbessen, oeverzwaluwen, ijsvogels en reeën. En tussen al dat geweld ploeterden vier andere voorbeelden van “natuurschoon” door het glooiende landschap. 


Het Lutterzand was oorspronkelijk markegrond. Dat betekent dat het gemeenschappelijk eigendom is van de boeren in de omgeving. Het gebied werd eeuwenlang gebruikt om te voorzien in de behoefte aan brand- en timmerhout. Het vee kon er grazen. Plaggen werden gestoken om de landbouwgronden te verbeteren. Het gebied werd door dit intensieve gebruik wel uitgeput en langzaam maar zeker (17e en 18e eeuw) veranderde het in een grote zandvlakte. Bij oostenwind raakte grote delen aangrenzende landbouwgrond onder het zand bedolven. De oogst had daar sterk onder te leiden. Toen het de spuigaten uitliep besloot Marke de Lutte het Lutterzand te herbebossen. Uiteindelijk werd in 1819 de meeste markegronden verdeeld en werd de Marke zelf opgeheven. Voor een paar percelen bestond geen belangstelling en toen de belastingdienst tot de ontdekking kwam dat ze centen misliep omdat de grond van niemand meer was, verkochten ze het voor een habbekrats aan een paar boeren; dus eigenlijk grond verkopen dat van niemand is. Aanwezigheid van toeristen betekent in Nederland: voldoende plek om koffie te scoren. De bediening was dan wel niet vlot, maar geen probleem: de vier gepensioneerden hadden geen haast en hadden daarna nog alle tijd om de camping op te zoeken vóór de rest van het gezelschap arriveerde. 


Knooppunten-Berry had op zijn nieuwe speeltje voor de gehele familie (min één) een route uitgestippeld langs de grens met Duitsland. Overdinkel lag ook op de route. Dit plaatsje is het meest oostelijk gelegen dorp van Nederland en is rondom ingesloten door meanderende riviertjes: de Dinkel in het zuidwesten en de Ruhenbergerbeek in het noorden. Overdinkel heeft zijn bestaan te danken aan de textielfabrieken van Gronau. Eind 19e eeuw trokken deze fabrieken als magneten werkzoekenden aan. Deze arme drommels vestigden zich langs de weg van Losser naar Gronau, een weg die niet meer was dan een karrespoor. Omdat alle huizen en krotten langs het pad moesten komen is Overdinkel een dorp met lintbebouwing geworden. Als organisator van het weekend mocht broer T voor de avondhap zorgen. Hij toverde een goed te pruimen maaltijd op tafel. 

pinksterzaterdag 

De fietstocht van deze dag stond in het teken van windkracht 5 tot 6, zandstormen, een introductie tot geocaching en kennismaken met “kunst”. Zie de foto’s. 







De middag werd door een ieder op eigen wijze ingevuld: een spelletje, nog een fietstochtje voor wat mooie foto’s, een boekje of een dutje. Hongerige magen moesten worden gevoed.
Laat in Losser een Mexicaan zijn neergestreken. Of het een echte Midden-Amerikaan is weten we niet, de bediening zag er in ieder geval Nederlands, mooi en jong uit. En dat alles draagt de naam El Charro. Nu ken ik El Charro alleen als titel van een film ergens uit de vorige eeuw: 1969 was het geloof ik dat Elvis Presley als cowboy optrad (en één van de weinige keren in een film niet zong). Charro zal wel Mexicaanse cowboy te paard betekenen (of zo; tenminste wanneer je de diverse logo’s van eethuizen met die naam bekijkt). Op zijn Amerikaans gegeten: veel vlees en bonen. Goed binnen te houden. Wandelen: kleine twee kilometer heen en dezelfde afstand ook weer terug.

pinksterzondag 

De wind is gaan liggen, het is zelfs kortebroekenweer geworden. Op de fiets naar Enschede waar in het Volkspark een kunstmanifestatie werd gehouden. De route naar Enschede verliep voor een deel langs de kunstroute. Door het Twentse land is (voor de duur van de pinksterdagen) een tocht uitgezet die loopt langs werken die door kunstenaars worden geëxposeerd. Was op zaterdag niemand te bekennen, vandaag was het poepje-druk en werd het vaak filerijden. 

Restaurant de Orchidee in Losser is in het weekend geopend om te wokken: zo’n all-in formule. De vier bejaarden in het gezelschap (65+) betaalden twee Euro minder dan het jonge spul. We kwamen er per ongeluk terecht en het was prettig toeven. 



pinkstermaandag 



De bewoners van het vakantiehuisje, het jonge spul dus, moest al op tijd hun tijdelijke onderkomen verlaten. Het ontbijt werd daarom in het zonnetje op het terras voor het Dickenmarianneke naar binnen gewerkt. De kippen (voor het ene echtpaar) en de pijlgifkikkers (voor het andere) riepen, dus bleven de oudste vier weer over. W had voor programma gezorgd: een bezoek aan de lentefair op Landgoed Kaamps in Deurningen. 

Tijdens onze fietstocht naar dit het-viel-een-beetje-tegen-evenement kwamen we verrassend langs Twente Airport (zonder H), de nieuwe naam voor vliegbasis Twenthe (met H). Rond 1930 aangelegd, na de oorlog de basis voor onder meer Starfighters en later F16’s. Ze knalden in mijn jeugd en jonge jaren regelmatig bij ons in de buurt door de geluidsbarrière.


In 2004 werden de vliegtuigen verkocht of verplaatst. Ook de burgerluchtvaart (chartervluchten en zo) was een stille dood gestorven. Het vliegveld heeft er een aantal jaren min of meer ongebruikt bijgelegen. Er ontstond juridisch getouwtrek over het al dan niet behouden van de militaire status. Niemand durfde het aan om te beginnen aan een doorstart als burgervliegveld. Uiteindelijk werden er nieuwe plannen gemaakt en die resulteerden erin dat Twente op 30 maart 2017 werd heropend voor het uitvoeren van zakenvluchten. In het weekend is het vliegveld geopend voor sportvliegers en voor de zweefvliegclub. Heel af en toe landt er nog een groot vliegtuig op Twente Airport. Dit vliegtuig maakt dan meteen zijn laatste reis, want de eindbestemming is AELS (Aircraft End of Life Solutions), een bedrijf dat vliegtuigen die uit de vaart zijn genomen sloopt. Schitterende natuur rondom het vliegveld. Tegen vijven bleef ik alleen achter op de camping. W had voor dinsdag het balboekje vol staan en ook D&M hadden dringende bezigheden. Gewoon lekker ontgroepen, wel binnen in de camper want er kwam een leuk buitje over. 





Het was weer een gezellig weekend en (zoals mijn moeder dan noemt) good van ett’n en drink’n.      







dinsdag 1! juni: @ zwillbrock

De bus en de bestuurder een grote schoonmaakbeurt en tegen elf uur op naar Zwillbrock om overnachting nummer 90 in het spreadsheet te kunnen bijschrijven. Rustig de tijd om dit blog bij te werken en om bij te komen van alle belevenissen. De nacht doorgebracht in alle stilte (de kerkklok zwijgt tussen tien en zeven) met nog vijf andere huizen-op-wieltjes (waaronder een identieke Roadcruiser, maar met een Duits nummerbord).

woensdag 12 juni: @ home

V: 135.671 (dinsdag Losser); A: 135.755