Voor een tweede weekje Achterhoek streken we neer op Camping
de Vlierhof in Eibergen (gemeente Berkelland), maar niet nadat het puzzeltje eindelijk (na een jaar
zeuren en wachten) door de jongens van de Dümo in Emmerich voorzien was van een
nieuwe luifel. Om het beestje voor te bereiden op de grote ingreep werd het op
dinsdag geparkeerd op de camperplaats van Schloss Moyland, waardoor de rit naar
de dealer op woensdag werd beperkt tot een groot kwartiertje. Na het bekende
gezeur over verlopen garantie, de nodige rekensommetjes (aanschafdatum
vermeerderd met garantieperiode en verminderd met de meldtijd van het probleem)
en overleg tussen monteur en de “Chef” wenste men mij een prettige reis en kon
ik zonder factuur vertrekken, maar met een gloednieuw afdakje voor het
puzzeltje.
De campingkeuze voor deze week was gevallen op de Vlierhof, een pleisterplaatsje tussen Groenlo en Eibergen. De Vlierhof is een aantrekkelijke verblijfplaats voor kinderen (zwemmen, veel speelgelegenheid en de nodige aaibare – en soms niet aaibare – dieren). “Wat doen twee bejaarden-in-de-leer daar?” is dan de logische vraag van onze volgers. Het antwoord is kort: de kleinkinderen! Voor 12 Euri (en 2 € toeristenbelasting) per nacht mochten we ons busje op een rustig veldje parkeren en aansluiten op het grote stroomgebeuren.
toeristenbelasting
Het afgelopen jaar zijn we met heel wat belastingen, rechten
en accijnzen in aanraking gekomen. Zonder uitputtend te zijn:
inkomstenbelasting, wegenbelasting, dividendbelasting, assurantiebelasting,
successierechten, reinigingsrechten, benzineaccijns, alcoholaccijns en
belasting toegevoegde waarde. De allergrootste melkkoe vind ik de
toeristenbelasting (Kurtaxe, ecotaxa, taxe de sejour, of hoe men in het
buitenland dit feest ook mag noemen). In de gemeente Oost-Gelre (oui, oui, daar
ben ik ingeschreven) is een echte rel ontstaan over de toertaks. De
gemeente(raad) heeft een verhoging van 25 % als hamerstuk goedgekeurd.
Voorstanders zullen zeggen: het is maar 25 cent. Met zijn tweetjes is het al 50
cent per nacht bovenop de twee Euro die je al betaalt. De
super-recreatie-ondernemer van Oost-Gelre (de eigenaar van het Marveld) is van
die verhoging erg pissig geworden. Eigenlijk gaat het niet om de verhoging zelf
maar meer om de manier waarop deze (zonder ook maar één vorm van overleg met de
betrokkenen) tot stand is gekomen. Edwin Bomers (de bewuste ondernemer) is zo
kwaad dat hij elke vorm van sponsoring en ondersteuning van activiteiten met
onmiddellijke ingang heeft stopgezet. Hij is zelfs zo ver gegaan dat hij alle
folders waar het woord Oost-Gelre in voorkomt uit de rekken heeft gehaald en
bij het oud-papier heeft gedumpt. En wat doet een gemeente nu eigenlijk voor
die toeristenbelasting? In veel gevallen wordt het gewoon gebruikt om het grote gat te vullen.
Ooit in het verre grijze verleden heb ik “De onbetaalbare
reis” van Maarten Toonder (moeten) lezen. Olivier B. Bommel gaat met vriend Tom
Poes op reis naar Monronië, het land waar de patten bloeien en waar de zoete
geuren van bokelbloesem de lucht bezwangeren. Heer Bommel weet bij vertrek uit
Rommeldam echter nog niet dat de inwoners van zijn vakantieland menen een
eerlijk bestaan te kunnen leiden door het oplichten, uitzuigen en beroven van
toeristen. Hij zal het meemaken. Een smakelijk en herkenbaar verhaal, als je begrijpt
wat ik bedoel.
kerkepaden
Een kerkepad is een pad dat in gebieden met verspreide
bewoning de kortste verbinding tussen boerderijen en een centraal gelegen kerk
vormde. Men trok daarbij dwars door het landschap omdat een hecht netwerk van
paden en wegen ontbrak. Men liep hierbij noodgedwongen over het land van de
buren: door weilanden, langs slootjes, over bruggetjes en door bossen. In de
Achterhoek speelt daarbij de Tachtigjarige Oorlog nog een rol: met de inname
van Groenlo en omstreken door Frederik Hendrik in 1627 werd het katholicisme in
de regio verboden: het was het geloof van de Spaanse koning en die was zojuist
verjaagd. Veel mensen bleven stiekem de katholieke kerk bezoeken. Omdat de
bestaande kerken waren overgenomen door de protestanten, werden schuilkerken
opgericht: kerkdiensten werden gehouden in boerderijen en schuren.
Daarnaast gingen veel mensen naar Zwillbrock, dat net over de grens in
Duitsland lag. Toen het katholicisme aanvaard werd en er steeds meer kerken
kwamen, verdwenen de kerkepaden langzaam maar zeker omdat ze geen functie meer
hadden. De laatste kerkepaden werden door de ruilverkaveling de das omgedaan.
In veel gebieden zag men echter de historische waarde van de oorspronkelijke
verbindingen in en rond 1990 zagen veel "kerkepaden"-stichtingen het daglicht. Deze groepen van vrijwilligers hebben veel oude
paden en de daarbij behorende houtwallen en drinkpoelen voor het vee hersteld. In de Achterhoek zijn met name de paden van Zieuwent en Beltrum bekend.
De paden zijn tegenwoordig voor iedereen vrij toegankelijk en vormen vaak een
belangrijk onderdeel van het regionale fietsknooppuntennetwerk. Tijdens onze
fietstochtjes over de Beltrumse kerkepaden kwamen we onder meer langs het
standbeeld “Karkgang”, een beeld van een vrouw die naar de kerk loopt. De
broedwand voor oeverzwaluwen is ook een schitterende plek om even uit te
puffen.
poelepetaten
We schijnen een abonnement te hebben op campingplekken met schreeuwend
gefladderte. Op de Vlierhof zijn een aantal kabaaltrappende poelepetaten
aanwezig: ze scharrelen over de gehele camping en wanneer ze een campinggast
zien naderen maken ze met veel herrie duidelijk dat het terrein van hen is.
Overigens is de gangbare Nederlandse naam voor poelepetaat parelhoender. De
beesten worden voor de sier, maar ook voor het vlees gehouden. Zoeken op “recept
parelhoen” levert alleen al bij Smulweb 284 recepten op. Nu nog eentje te
pakken zien te krijgen, de beestjes schijnen te smaken als fazant.
stoomhoutzagerij Nahuis
In mijn jeugd maakte het onderdeel van omgeving uit:
stoomhoutzagerij Nahuis. Noasman was de Groenlose naam. Tot 1977 braakte de
schoorsteen rookwolken uit. Het schoorsteentje viel overigens in het niet bij
dat van de steenfabriek FOW, die in 1975 de laatste adem uitblies.
Vrijwilligers en sponsoren hebben de gammele fabriek gered en een aantal keren
per jaar brengen ze alle machines weer onder stoom en geldt weer “van dik hout
zaagt men planken”. Jaren heb ik langs het pand gereden en nooit kwam het er
van om een draaidag van dit “werkende museum” te bezoeken. Tot deze zomer.
Interessant! www.stoomzagerij.nl
Helaas zorgde het warme weer op zondag niet alleen voor roze
koontjes: het nodigde ook duizenden muggen uit de binnenkant van ons puzzeltje
met een bezoek te vereren en ’s nachts het lekkerste bloed (dat van W) te
consumeren, ondanks de schitterende horren van de bus. Na een slapeloze nacht (W) en een uitgebreid bezoek aan dromenland
(ik dus) hebben we de stroomkabel maar ingerold en opgeborgen en heb ik in mijn
eentje nog een nachtje op de camperplek van Schloss Moyland doorgebracht.