
zondag 24 en maandag
25 juli: Delft

V: 73.217; A: 73.390
dinsdag 26 en
woensdag 27 juli: Enkhuizen
Na de A4 langs Schiphol en A10 rond Amsterdam vormde de
IJsselmeerroute een verademing. W wilde graag Marken bezoeken (ze heeft een zeer
gevarieerde bucket list) en omdat je sinds 1957 niet meer over het water hoeft
(in dat jaar werd het eiland via een dijk met het vasteland verbonden) was het
een eenvoudig rukje aan het stuur om via de N518 het voormalige vissersdorp
annex toeristische trekpleister binnen te rijden en onmiddellijk te worden
verwezen naar een grote parkeerplaats. Dat was even een afknapper: voor een
camper betaal je hetzelfde parkeertarief als voor een touringcar (11 €),
daarbij mag je dan nog 55 cent toeristenbelasting per persoon aftikken. Ruim
twaalf euro voor een uurtje parkeren (toegegeven: je mag er de hele dag
blijven, alleen niet op de parkeerplaats overnachten) vind ik een beetje van de
pot gerukt. Onmiddellijk de dijk in omgekeerde richting afgereden en aan het
eind een gratis parkeerplekje gezocht en de fietsen af- en uitgeladen.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Marken onderdeel zou
worden van de Markerwaard, een inpoldering van het Markermeer. Onder meer om
ecologische redenen (verdroging van het vasteland: de grondwaterstand in
Noord-Holland zou dalen) is het droogleggen niet doorgegaan. Het enige
zichtbare resultaat is het dijkje Lelystad – Enkhuizen (de Houtribdijk),
voltooid in 1976.
Op woensdag zaten we al vóór half elf op de museumboot die
ons in vijf kwartier van Enkhuizen naar Medemblik bracht. De dienst wordt onderhouden
door het motorschip Friesland. Dit is een schip dat in 1955 voor Rederij
Doeksen gebouwd werd en een aantal jaren de veerverbinding
Harlingen-Terschelling onderhield. Het werd door Doeksen vervangen omdat het
niet was berekend op het groeiende autotransport.
Tegen twaalven legde de Friesland aan aan de steiger in
Medemblik. Vóór ons stoomtrammetje zou vertrekken konden we ons nog een uurtje
in het historische gedeelte van Medemblik vermaken. De historische gebouwen
werden door een grote moderne kermis-in-opbouw aan het oog onttrokken maar dat
mocht de pret niet drukken.
En toen we in Enkhuizen eenmaal op de fiets zaten kwam de
regen.
V: 73.390; A: 73.534donderdag 28 en vrijdag 29 juli
Na het lied “jarig zijn, jarig zijn, oh dat is zo fijn!”,
het kopje thee op bed, het uitpakken van de aanhangwagen vol cadeaus (door W)
en de afdracht van 2 x 21 € kampeerflappen (veel te duur voor het gebodene op
deze camping. De volgende keer – we moeten het Zuiderzeemuseum nog een keertje
doen – toch maar de camperplaats in de haven pakken) de toeristische route via
de Wieringermeerpolder naar Den Helder gevolgd.
Wieringermeerpolder:
het was nog land in het jaar 1000. Toen kwamen de stormen (met name in de 12e
eeuw) en werd het een deel van de zee. Alleen het eiland Wieringen bleef over.
Met behulp van wat dijkjes, het elektrisch gemaal van Lely bij Medemblik en het
gemaal Leemans bij Den Oever viel deze zuiderzeepolder (de Afsluitdijk was er
nog niet) in 1930 na een jaar of drie stevig doorpompen droog. Vanaf 1934 werd
het nieuwe land in cultuur genomen. De plaatsen Wieringerwerf, Middenmeer,
Kreileroord en Slootdorp zijn dus nog géén 100 jaar oud.
In Den Helder kozen we voor de camperplaats op Willemsoord, die
een tientje per nacht vraagt (plus 1€ per 2 kwh stroom) inclusief een zeer goed
sanitairgebouw. Geen wonder dat de plek op campercontact wordt beoordeeld met
een gemiddelde van 8,3. Tot september mogen er 40 campers staan (oorspronkelijk
was er een vergunning voor 15 dozen). Een campingeigenaar in de buurt had een
kort geding aangespannen tegen deze beslissing van de gemeenteraad, maar op 29
juli (dus tijdens onze visite) gaf de kortgedingrechter de campinghouder
ongelijk: deze kon niet aantonen dat hij schade van de uitbreiding ondervindt.
Willemsoord: het idee van de marinebasis met werf is
afkomstig uit de grijze cellen van Napoleon Bonaparte die in 1811 een
inspectiebezoek aan Den Helder bracht. Tegelijkertijd met de werf moest een
gordel van fortificaties worden aangelegd: de Stelling van Den Helder. Onneembaar
voor vijandelijke booswichten te land en ter zee, een soort Gibraltar van het
noorden. Nappie maakte het niet meer mee: hij kwam – samen met zijn hoogmoed –
ten val. Onze koning Willem I (die we inmiddels uit Engeland hadden laten
overkomen) liet het plan voor de rijkswerf uitvoeren, vandaar de naam
Willemsoord. Ook de verdedigingslinie met de forten liet hij bouwen.
In de loop der jaren werd er nog flink wat bijgebouwd. Na WO
II beleefde Willemsoord een sterke bloeiperiode. Den Helder werd in 1947
aangewezen als de hoofdmarinebasis van Nederland. In hoogtijdagen werkten ca.
2500 mensen op de Rijkswerf.
Tijdens ons verkennende fietstochtje zagen we het vertrek van de 12 imposante wedstrijdboten van de Clipper Round the World Yacht Race.

V: 73.534; A: 73.592
zaterdag 30 juli: van
Den Helder naar huis
En ook in Den Helder kwamen we tijd tekort: het Marinemuseum
wordt nog niet doorgesteept. Willemsoord zal ons nog wel een keer terugzien.
Vandaag naar huis: niet meteen de kortste route, maar wel de meest fijne om te
rijden: Afsluitdijk, Sneek, Joure, Emmeloord, Zwolle, Apeldoorn, Arnhem en
vanaf knooppunt Oud-Dijk via de A18 en de N18 naar de Kötteldiek.
V: 73.592; A: 73.851